• No results found

PROTESTANTSE GEMEENTE DOETINCHEM CATHARINAKERK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PROTESTANTSE GEMEENTE DOETINCHEM CATHARINAKERK"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CATHARINAKERK

19 april 2020 2e zondag van Pasen

Wit, kleur van feest en nieuw leven aanvangstijd: 10.00 uur

(2)

Van harte welkom bij deze online-kerkdienst vanuit de Catharinakerk op de 2e zondag van Pasen.

De vraag die vanmorgen voor ons ligt als nieuwe Paasmensen, als bevrijde mensen die bevrijdend leven: hoe doe je dat? In Thomas’

reactie, zijn twijfel, zijn terechte vragen, herkennen we vast en zeker ook iets van onszelf. Wat moet er overwonnen worden?

Zo’n vraag ligt ook bij het verhaal van de bevrijding van Israël uit het slavenhuis Egypte. Na de doortocht door de Rietzee trekken ze als bevrijde mensen verder. Maar dan, dan komt de honger die chagrijnig maakt, en het gemopper in de ongeorganiseerde

woestijnreis. En komt het terugverlangen naar “oude tijden” toen het

“beter” was, naar nota bene het slavenhuis Egypte. Al met al een reis die 40 jaar duurde (Quarantaine komt van quaranta giorni = veertig dagen).

We hopen op een fijne viering, op welke plek u ook bent.

In deze dienst:

voorganger: ds. Henk Makkinga organist: Elske te Lindert ouderling: Ko van Renssen kosters: Kees en Corry Post beeld: Pieter ten Boom

(3)

VOORBEREIDING OP DE DIENST - Stilte

- Orgelspel

- Begroeting (door de ouderling van dienst) - Aansteken van de kaarsen

- Orgelspel

o. Onze hulp is de naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft.

Drempelgebed

o. Goede en trouwe God, met ons geloof en onze twijfel, met onze kracht en onze zwakheid, met onze vreugde en ons verdriet zoeken wij Uw nabijheid.

En keer ons naar U toe, zodat wij U vinden.

Behoed ons, zo bidden wij, en schenk ons hoop en verlangen.

Wees als een licht bij ons,

U die ons voor ogen houdt als Uw beminden, dat wij elkaar zien zoals U ons ziet.

Amen.

Lied 81: 1, 8 en 9 (Jubel God ter eer)

(4)

8 Ik ben Hij-die-is:

God wil Ik u wezen.

Uit de duisternis van de slavernij maakte Ik u vrij:

hebt gij nog te vrezen?

9 Leef uit mijn verbond.

Vraag van Mij vrijmoedig.

Open wijd uw mond.

Al wat u ontbreekt, al waar gij om smeekt geef Ik overvloedig.

Vredegroet

v. De vrede van de Heer is met u

Smeekgebed en Kyrie met aansluitend Gloria v. … daarom bidden wij: wij zingen Lied 299e

(5)
(6)

DE SCHRIFTEN, GELEZEN, GEZONGEN EN UITGELEGD

Gebed bij de opening van de Schriften v. … zo bidden wij allen: Lied 332 (1x)

Schriftlezing: Exodus 15: 22–16: 27

22Van de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. 23Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet. 24Het volk begon zich bij Mozes te beklagen. ‘Wat moeten we drinken?’ zeiden ze. 25Mozes riep de HEER aan, en de HEER wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet.

Daar in de woestijn gaf de HEER hun wetten en regels, en daar stelde hij hen op de proef. 26Hij zei: ‘Als jullie de woorden van de HEER, jullie God, ter harte nemen, als jullie doen wat goed is in zijn ogen en al zijn geboden en wetten gehoorzamen, zal ik jullie met geen van de kwalen treffen waarmee ik Egypte heb gestraft. Ik, de HEER, ben het die jullie geneest.’

27Hierna kwamen ze in Elim, een plaats met twaalf waterbronnen en zeventig dadelpalmen. Daar sloegen ze bij het water hun tenten op.

161Vanuit Elim trok het hele volk van Israël weer verder. Op de vijftiende dag van de tweede maand na hun vertrek uit Egypte bereikten ze de woestijn van Sin, die tussen Elim en de Sinai ligt.

2-3Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. ‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’

4De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben.

(7)

Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden. 5Op de zesde dag moeten ze tweemaal zo veel verzamelen en klaarmaken als op de andere dagen.’ 6Hierop zeiden Mozes en Aäron tegen de Israëlieten: ‘Vanavond nog zult u inzien dat de HEER zelf u uit Egypte heeft geleid, 7en morgen, in de ochtend, zult u de majesteit van de HEER zien. Hij heeft gehoord hoe u zich beklaagt. Dat is tegen hem gericht, want wie zijn wij dat u zich bij ons zou beklagen?’ 8Mozes vervolgde: ‘Vanavond zal de HEER u vlees te eten geven, en morgenochtend zult u volop brood hebben, want de HEER heeft uw geklaag gehoord. Dat is immers tegen hem gericht en niet tegen ons – want wie zijn wij?’

9Mozes zei tegen Aäron: ‘Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël: “Wend u tot de HEER, want hij heeft uw geklaag gehoord.”’

10Zodra Aäron dit aan het volk had opgedragen en allen zich met het gezicht naar de woestijn hadden opgesteld, verscheen in een wolk de majesteit van de HEER. 11De HEER zei tegen Mozes: 12‘Ik heb gehoord hoe de Israëlieten zich beklagen. Zeg tegen hen: “Wanneer de avond valt zullen jullie vlees eten, en morgenochtend brood in overvloed. Dan zullen jullie inzien dat ik, de HEER, jullie God ben.”’

13Diezelfde avond kwamen er grote zwermen kwartels aangevlogen, die in het kamp neerstreken, en de volgende morgen lag er overal rond het kamp dauw. 14Toen de dauw opgetrokken was, bleek de woestijn bedekt met een fijn, schilferachtig laagje, alsof er rijp op de aarde lag. 15‘Wat is dat?’ vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen; ze begrepen niet wat het was. Mozes zei tegen hen: ‘Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft. 16De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. Iedereen mag er één omer van nemen voor elke persoon die bij hem in de tent woont.’ 17De Israëlieten deden dat. De een verzamelde veel, de ander weinig. 18Toen ze het namaten, hadden zij die veel verzameld hadden niet meer dan een omer, en zij die weinig verzameld hadden niet minder, terwijl toch iedereen zo veel had genomen als hij nodig had. 19Mozes verbood om ook maar iets ervan tot de volgende dag te bewaren. 20Sommigen luisterden niet naar hem en bewaarden toch iets; de volgende morgen zat het vol wormen en stonk het.

Mozes wees hen scherp terecht.

21Elke morgen verzamelde ieder zo veel als hij nodig had; zodra de zon begon te branden, smolt het weg. 22Maar op de zesde dag verzamelden ze een dubbele hoeveelheid: twee omer per persoon.

De leiders van het volk kwamen dit bij Mozes melden. 23Mozes zei tegen hen: ‘De HEER heeft dit zo bepaald. Morgen is het een dag

(8)

van rust, een heilige sabbat ter ere van de HEER. Bak of kook daarom wat u wilt klaarmaken, en bewaar wat er overblijft tot morgen.’ 24Ze lieten dus iets over voor de volgende dag, zoals Mozes had opgedragen; nu stonk het niet en zaten er geen wormen in. 25‘Dit moet u vandaag eten,’ zei Mozes, ‘want vandaag is het sabbat, een rustdag ter ere van de HEER, en zult u buiten het kamp niets vinden. 26Zes dagen kunt u voedsel verzamelen, maar de zevende dag is het sabbat, dan is het er niet.’ 27Toch gingen sommigen ook op de zevende dag op zoek, maar ze vonden niets.

Orgelspel

Schriftlezing: Evangelie volgens Johannes 20: 19-31

19Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ 20Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft

uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ 22Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. 23Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’

24Een van de twaalf, Tomas (dat betekent ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. 25Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ 26Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij.

Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan.

‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, 27en daarna richtte hij zich tot Tomas:

‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28Tomas antwoordde:

‘Mijn Heer, mijn God!’ 29Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’

30Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, 31maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam.

v. Woord van de Heer wij danken God

(9)

Lied 942: 1, 2 en 3 (Ik sta voor U in leegte en gemis)

2 Mijn dagen zijn door twijfel overmand, ik ben gevangen in mijn onvermogen.

Hebt Gij mijn naam geschreven in uw hand, zult Gij mij bergen in uw mededogen?

Mag ik nog levend wonen in uw land, mag ik U eenmaal zien met nieuwe ogen?

3 Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.

Open die wereld die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden.

Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft – Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.

Uitleg en overdenking Stilte

(10)

Lied 16b (Behoed mij, o God) (3x)

GEBEDEN EN GAVEN Dank en voorbeden Stil gebed

Onze Vader

Onze Vader die in de hemelen zijt, uw Naam worde geheiligd;

uw Koninkrijk kome,

uw Wil geschiede op aarde zoals in de hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood;

en vergeef ons onze schulden,

zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze, want van U is het Koninkrijk

en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

(11)

Mededelingen door de ouderling van dienst

Collecte

Meedoen met de collecte kan natuurlijk ook vanuit huis: je kunt je bijdrage storten op het bankrekeningnummer van de Protestantste Gemeente Doetinchem: NL35 RABO 0314 3050 33. Dit zal dan worden toegevoegd aan de collectes volgens de verdeling: 1e collecte: diaconie voor 1/3, 2e collecte: kerk voor 1/3 en 3e collecte:

Catharinakas voor 1/3 deel. Je kunt je gift ook overmaken met de GIVTapp.

Slotlied: Behoedt en bewaart U ons, lieve God

2 Behoedt en bewaart U ons, lieve God, wees met ons in al het lijden.

Wees warmte en licht, een mens’lijk gezicht nabij ons in donk’re tijden.

3 Behoedt en bewaart U ons, lieve God, en geef geloof en vertrouwen:

een vlam die niet dooft, in vrede gelooft.

Geef dat wij daar zelf aan bouwen.

4 Behoedt en bewaart U ons, lieve God, Omgeeft U ons met uw zegen.

(12)

Wil in de woestijn een bron voor ons zijn en zet ons op nieuwe wegen.

UITZENDING EN ZEGEN Uitzending

Zegen (gesproken) v. …

a. Amen.

Orgelspel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de mensen niet verlaten, Gods woord zijn toegedaan, dat is op deze aarde.. de

Zo verzamel je met elkaar een heerlijke maaltijd: meer dan genoeg voor iedereen.. Wel vooraf even op de

Want het licht is sterker dan het donker en het daglicht overwint de nacht, zoek je weg niet langer in het duister, keer je om en zie Gods nieuwe dag. 3 Steek een kaars aan tegen

Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 15 ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben

Een zeer lage rapporteringstolerantie kan er anderzijds toe leiden dat de gemeenteraad wordt geïnformeerd over fouten en onzekerheden die voor de gemeenteraad van ondergeschikt

Alle inwoners van dit land zijn doodsbang voor jullie, 10 want we hebben gehoord dat de HEER de Rietzee voor jullie heeft drooggelegd toen jullie uit.. Egypte wegtrokken en

De inwoners houden drie containers voor GFT, papier en PBD en brengen het restafval naar een ondergrondse container, waarbij men per restafvalzak moet betalen.. Ook hiermee wordt

geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’. Piano, orgel: Lied 653: 1 en 3 Uitleg en verkondiging Stilte - Orgel-, pianospel