• No results found

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 maart 2021 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 maart 2021 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bezoekadres:

Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl

Ons kenmerk 1749597-210818-PG Bijlagen

3 Uw brief 23 september 2020

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.

Pagina 1 van 10

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Datum 30 maart 2021 Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Kwint (SP) en Hijink (SP) over het testprotocol COVID-19 bij kinderen onder de 13 Jaar (2020Z16971), de antwoorden op de vragen van Kamerleden Asscher (PvdA) en Van den Hul (PvdA) over de inzet van sneltests op scholen (2020Z17919) en de antwoorden op de vragen van Kamerleden Van den Hul (PvdA) en Ploumen (PvdA) over onnodige lesuitval door de onvoorspelbaarheid van de tijd die coronatests kosten

(2020Z15152).

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Hugo de Jonge

(2)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Kwint (SP) en Hijink (SP) over het testprotocol COVID-19 bij kinderen onder de 13 jaar (2020Z16971).

Vraag 1.

Klopt het dat kinderen in de basisschoolleeftijd tot 13 jaar enkel op corona getest kunnen worden als zij daadwerkelijk klachten vertonen? Geldt dit ook voor klassen waar corona is vastgesteld? 1) 2)

Vraag 2.

Worden jonge kinderen niet meer getest vanwege een gebrek aan testcapaciteit of is er een medische reden voor? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3.

Klopt het dat in een week tijd vijftig procent meer coronagevallen werden geconstateerd in het onderwijs volgens het Scholenmeldpunt? Welke conclusies trekt u hieruit? 3)

Vraag 4.

Wat vindt u van de uitspraak van het Scholenmeldpunt dat de cijfers erop wijzen dat de coronarisico’s op scholen groter zijn dan het kabinet doet lijken?

Antwoorden op vragen 1 tot en met 4.

Allereerst wil ik graag mijn excuses aanbieden voor de zeer late beantwoording van deze vragen. Mede als gevolg van de laatste wetenschappelijke inzichten en adviezen van het OMT is het testbeleid enkele keren aangepast.

Het huidige testbeleid voor kinderen tot 13 jaar is als volgt: Vanaf 8 februari geldt dat basisschoolleerlingen met klachten moeten thuisblijven en zich laten testen.

Dus zowel met milde klachten als met zware klachten. Kinderen tot 4 jaar mogen wel naar de opvang als zij verkoudheidsklachten hebben. Maar bij zware klachten, zoals veel hoesten, koorts of benauwdheid blijven zij thuis. Kinderen tot 4 jaar kunnen getest worden bij lichte klachten. In een aantal gevallen wordt dringend geadviseerd een kind jonger dan 4 te testen, zoals bij zware klachten als koorts en benauwdheid. Uitgebreide informatie is te vinden op de website van de rijksoverheid.1

Kinderen met klachten die naar de basisschool gaan moeten thuisblijven en zich laten testen. Dus zowel met milde klachten (loopneus, verkoudheid, niezen en keelpijn) als met zware klachten (veel hoesten, koorts of benauwdheid). Kinderen die af en toe hoesten, en kinderen die astma, hooikoorts of chronische

luchtwegklachten hebben, hoeven niet getest te worden als ze geen andere klachten hebben. Huisgenoten blijven ook thuis als het kind naast milde klachten last heeft van koorts of benauwdheid. Als een kind niet getest wordt, mag het pas weer naar de kinderopvang of school als het 24 uur volledig klachtenvrij is.

Kinderen vanaf 4 jaar moeten ook thuisblijven en getest worden als zij nauw contact hebben gehad met iemand met corona.

De testcapaciteit is toereikend, ook nu er de laatste weken weer veel testen worden afgenomen. Er is destijds op basis van medische en epidemiologische gronden wel gekeken hoe de testcapaciteit geprioriteerd kon worden. In september adviseerde het OMT (OMT 77) dan ook dat het verantwoord was om voor kinderen tot en met 12 jaar oud een afwijkend testbeleid aan te houden.

Inzichten veranderen echter en inmiddels is bovenstaand testbeleid van toepassing. Door meer te testen onder kinderen weten we inmiddels ook meer

1 Kind testen op corona | Coronavirus COVID-19 | Rijksoverheid.nl

(3)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

over verspreiding van het virus onder kinderen. Over de precieze cijfers van het Scholenmeldpunt heb ik echter geen informatie.

Vraag 5.

Wat is uw reactie op de vrees van schoolleiders dat de achterstanden van leerlingen ‘rampzalig’ kunnen worden, aangezien middelbare scholieren en docenten nog steeds moeten thuisblijven bij een loopneus, hoesten of andere verkoudheidsklachten? 4)

Antwoord vraag 5.

Ik heb begrip voor de zorgen van deze schoolleiders. Ik roep scholen op om, ook wanneer geen fysiek onderwijs plaats kan vinden, zich in te spannen om

achterstanden bij leerlingen te voorkomen en de doorlopende leerlijn te volgen.

Tegelijkertijd kunnen en zullen scholen niet aan het onmogelijke worden

gehouden. Wanneer een leerling of docent vanwege COVID-19 symptomen thuis moet blijven, maar niet ziek is, wordt scholen gevraagd om zich in te spannen om een onderwijsaanbod te verzorgen dat een alternatief biedt voor fysiek onderwijs, binnen de grenzen van de redelijkheid. We doen ons best om scholen hierbij te ondersteunen, onder andere via lesopafstand.nl en met de tegemoetkoming in de kosten die scholen moeten maken voor bijvoorbeeld vervanging van docenten.

Daarnaast is het sinds 21 september mogelijk voor leraren om zich met prioriteit te laten testen. Zo weten zij sneller of ze corona hebben en dus ook of ze weer fysiek onderwijs mogen geven. Met verschillende lopende onderzoeken brengen we de leerachterstanden in kaart. Dit beeld is nu nog niet compleet. Het is goed om in dit kader op te merken dat uw Kamer op 17 februari 2021 door de Minister van OCW en de Minister voor BVOM is geïnformeerd over het Nationaal

Programma Onderwijs.2 Het kabinet heeft besloten om de komende twee en een half jaar in totaal € 8,5 miljard te investeren in het onderwijs om leerlingen en studenten te helpen zich optimaal te ontwikkelen, ondanks de coronacrisis en de gevolgen daarvan voor het onderwijs. Monitoring en evaluatie zijn belangrijke onderdelen van het programma, om ervoor te zorgen dat de achterstanden goed in beeld komen en de interventies effectief zijn.

Vraag 6.

Hoe gaan scholen op dit moment om met het geld dat is vrijgemaakt om

onderwijsachterstanden tegen te gaan vanwege de sluiting van de scholen eerder dit jaar? Is dit nog voldoende, aangezien er nieuwe achterstanden ontstaan doordat groepen leerlingen opnieuw thuis komen te zitten? Zo nee, bent u bereid extra maatregelen te treffen om achterstanden bij leerlingen tegen te gaan?

Antwoord vraag 6.

De subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s onderwijs 2020-2021 biedt scholen extra financiële armslag om, in aanvulling op het reguliere

onderwijsprogramma, extra onderwijs en ondersteuning aan te bieden aan leerlingen om leervertraging als gevolg van de scholensluiting vanwege de COVID- 19-maatregelen weg te werken. Dat kan op verschillende manieren, scholen kunnen hierbij hun eigen afwegingen maken. Zo zijn er speciale zomer- of herfstschoolprogramma’s georganiseerd en wordt extra onderwijs en

ondersteuning geboden na de reguliere lessen of in het weekend. Eind 2020 heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld om er voor te zorgen dat alle aanvragen voor deze subsidieregeling konden worden gehonoreerd. Er is echter meer nodig. Zoals in het antwoord op vraag 5 toegelicht hebben de Minister van OCW en de Minister voor BVOM op 17 februari 2021 het Nationaal Programma

2 35 570 VIII, Nr. 185.

(4)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

Onderwijs gepresenteerd. Dit programma gaat gepaard met een investering van € 8,5 miljard voor de komende twee en een half jaar.

Vraag 7.

Waarom zijn de GGD-cijfers over het aantal besmettingen op scholen niet openbaar?

Antwoord vraag 7.

Op regionaal niveau hebben GGD’en in beeld op welke scholen besmettingen zijn gemeld. Het RIVM heeft inzicht in alle besmettingsgevallen in Nederland, echter dit betreft andere type informatie dan de GGD lokaal gebruikt. Signalen over een ongewoon aantal zieken op scholen worden gemeld door scholen aan de GGD en door de GGD’en aan het RIVM. De informatie die gerapporteerd wordt aan het RIVM is echter niet op het detailniveau van een school, laat staan met naam en toenaam. Er is echter wel informatie op geaggregeerd niveau, die nodig is om uitspraken te doen over het landelijk beeld. Deze informatie gebruikt het OMT weer voor zijn adviezen.

Vraag 8.

Deelt u de mening dat het zeer belangrijk is centraal te registreren – uitgesplitst naar regio – wat de gevolgen zijn van het coronavirus en het ingestelde testbeleid voor het onderwijs en dit openbaar te maken, zodat er een betrouwbaar overzicht ontstaat en er tijdig maatregelen genomen kunnen worden indien noodzakelijk?

Zo ja, op welke wijze gaat u dit vormgeven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 8.

Ik deel de mening dat het belangrijk is de gegevens centraal te registeren; dat doet het RIVM in Nederland. Daarin maken ze heel veel verschillende

uitsplitsingen, onder andere per regio, maar ook per leeftijdsklasse. Uiteraard kijkt het RIVM daarbij naar veranderingen in het beleid en de effecten daarvan in de cijfers. Op deze manier kunnen er maatregelen genomen worden op het moment dat dit nodig is en kan het testbeleid worden bijgesteld, zoals beschreven in het antwoord op vragen 1,2 en 3.

Vraag 9.

Wanneer wordt het onderzoek naar de overdraagbaarheid van het virus door kinderen en jongeren door het RIVM afgerond en kan de Kamer de resultaten hiervan tegemoet zien? 5)

Antwoord vraag 9.

Het onderzoek zoals uitgevoerd in het voorjaar van 2020 is afgerond. Het RIVM heeft de eerste resultaten na collegiale toetsing (peer review) gepubliceerd in het NTVG3, zoals ook vermeld staat op de website van het RIVM.4 Belangrijke

conclusies van het onderzoek waren dat kinderen vaker geen of milde klachten hebben ten opzichte van volwassen bij het coronavirus en dat zij het virus minder vaak aan elkaar of aan volwassenen doorgeven dan bij het griepvirus (influenza) het geval is.

Het OMT heeft in haar advies van 5 februari 20215 ook aandacht besteed aan de verspreiding van de VK-variant van het virus onder kinderen. Daarbij geeft het OMT aan dat kinderen, net als alle andere leeftijdscohorten, door de VK-variant

3 https://www.ntvg.nl/artikelen/de-rol-van-kinderen-de-transmissie-van-sars-cov-2

4 Onderzoek gezinnen en jongeren | RIVM

5 99e OMT Advies | Rapport | Rijksoverheid.nl

(5)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

van het virus vaker besmet worden en waarschijnlijk ook besmettelijker zijn dan bij het klassieke, wildtypevirus het geval is. Daarom is het test- en thuisblijfadvies ook aangescherpt naar aanleiding van dit het 99ste OMT advies. Wel heeft OMT ook in het 98ste OMT-advies van 30 januari6 aangegeven dat er geen aanwijzingen zijn dat kinderen wat betreft de VK-variant of het wildtypevirus de motor van de uitbraak zijn, zoals dat bij het griepvirus (influenza) wel het geval is.

Daarnaast doet het RIVM op verschillende manieren onderzoek naar de rol van kinderen in verspreiding van het virus, zoals de analyse van de meldingen van uitbraken. Er start binnenkort een onderzoek naar COVID-19 besmettingen op basisscholen. Uitgebreide beschrijvingen van de lopende en afgeronde

onderzoeken zijn te vinden op de website van het RIVM.7

1. Rijksoverheid, 18 september 2020, 'Wanneer laten testen op corona',

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/testen/wanneer- testen

2. Ramona Hoogeveen via Twitter, 21 september 2020,

https://twitter.com/ramonahoogeveen/status/1308037579300892673?s=21 3. De Telegraaf, 21 september 2020, 'In één week: vijftig procent meer coronagevallen op scholen',

https://www.telegraaf.nl/nieuws/1362872965/in-een-week-vijftig-procent-meer- coronagevallen-opscholen

4. BN De Stem, 21 september 2020, 'Tien procent middelbare scholieren zit thuis, schoolleiders vrezen 'rampzalige' achterstanden',

https://www.bndestem.nl/binnenland/tien-procent-middelbare-scholieren-zit- thuis-schoolleidersvrezen-rampzalige-achterstanden~a8161393/

5. RIVM, 'Onderzoek gezinnen en jongeren',

https://www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/onderzoek/onderzoek-gezinnen-en- jongeren

6 Advies na 98e OMT over COVID-19 - deel 1 | Rapport | Rijksoverheid.nl

7 Kinderen, school en COVID-19 | RIVM

(6)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Kwint (SP) en Hijink (SP) over de inzet van sneltests op scholen (2020Z16971).

Vraag 1.

Heeft u kennisgenomen van het feit dat sommige Europese landen sneltests inzetten op scholen als preventief instrument?

Antwoord vraag 1.

Ja, ik heb daarvan kennisgenomen.

Ik wil graag mijn excuses aanbieden voor de zeer late beantwoording van deze vragen. Mede als gevolg van de laatste wetenschappelijke inzichten en adviezen van het OMT is het testbeleid enkele keren aangepast. Uiteraard beantwoord ik de vragen graag, met de huidige stand van zaken als uitgangspunt.

Vraag 2.

Ziet u het als een mogelijkheid om sneltests ook op Nederlandse scholen in te zetten wanneer deze zijn - goedgekeurd?

Antwoord vraag 2.

Het testbeleid draagt in aanvulling op maatregelen bij aan het voorkomen van introducties en verdere verspreiding van het virus en de continuïteit van het fysiek onderwijs. Kinderen en onderwijspersoneel blijven bij klachten thuis en laten zich testen. Onderwijspersoneel, dat cruciaal is voor de continuïteit van het onderwijs kan daarbij gebruik maken van de prioriteitsstraten van de GGD, zodat zij snel weer voor de klas kunnen staan.

Bij een besmetting in de klas in het primair onderwijs gaat veelal de hele klas voor 10 dagen in quarantaine. Na 10 dagen of bij een negatieve testuitslag op de 5e dag kan het kind of leerkracht weer naar school.

Bij een besmetting in het voortgezet onderwijs wordt bekeken wie nauw contact gehad heeft met de besmette leerling of leraar. De nauwe contacten die uit bron- en contactonderzoek (BCO) naar voren komen, de zogenaamde categorie 2 contacten, gaan 10 dagen in quarantaine en kunnen zich zo snel mogelijk en op dag 5 laten testen. Bij een negatieve testuitslag op dag 5 kunnen zij weer naar school. Voor de overige contacten die uit BCO naar voren komen, de zogenaamde categorie 3 contacten (leerlingen of leerkrachten die niet gedurende 24 uur ten minste 15 minuten binnen 1,5 meter van de index geweest zijn), geldt dat zij niet in quarantaine hoeven en zich op dag 5 kunnen laten testen.

In aanvulling hierop lopen verschillende pilots in het primair en voortgezet onderwijs waarbij sneltesten op scholen worden ingezet. In het primair onderwijs gaat het om pilots waarbij leerkrachten zich preventief kunnen laten sneltesten en in het voorgezet onderwijs om pilots waarbij na een besmetting de categorie 3 contacten zich op de school kunnen laten testen.

Uit deze pilots komt naar voren dat een model waarbij een professional de afname doet moeilijk opschaalbaar is en dat er verschillende (juridische) problemen ervaren worden. Een deskundigenpanel onder leiding van de voorzitter van de Landelijke Coördinatiestructuur Testcapaciteit heeft mij hierover geadviseerd hoe met deze problemen omgegaan kan worden en hoe het testen op scholen

schaalbaar gemaakt kan worden. Dit deskundigenpanel bestaat onder meer uit wetenschappers, mensen uit het onderwijsveld en bedrijfsleven, juristen, de GGD, RIVM en IGJ. In de stand van zaken brief COVID-19 van 23 maart heb ik uw

(7)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

Kamer hierover geïnformeerd en toegelicht hoe ik met de aanbevelingen van de deskundigen toewerk naar een verdere uitrol van testen in het onderwijs.

Vraag 3.

Bent u van mening dat het inzetten van sneltests op scholen toegevoegde waarde zou kunnen hebben en het kan bijdragen aan de continuïteit van onderwijs? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 3.

Ik deel dat het inzetten van testen op scholen van toegevoegde waarde kan zijn, zowel voor de indamming voor het virus als voor de continuïteit van het

onderwijs.

Vraag 4.

Heeft u zicht op wanneer de resultaten van de proefteststraat zullen laten blijken of de sneltest breed kan worden ingezet? Hoeveel sneltests zal het dan naar schatting per dag betreffen?

Antwoord vraag 4.

Antigeen(snel)testen zijn nu in verschillende groepen gevalideerd en breed inzetbaar voor mensen met en zonder klachten. In zijn algemeenheid zijn antigeen(snel)testen minder gevoelig dan bijvoorbeeld PCR-testen. Je mist dus besmettingen. Antigeen(snel)testen zijn met name goed in staat om mensen met een hoge virale load, die waarschijnlijk ook het meest besmettelijk zijn, te identificeren. Door de snelheid waarmee je de uitslag krijgt kunnen ze goed gebruikt worden voor frequent testen. Antigeen(snel)testen zijn bovendien handig in het gebruik.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mensen ook goed in staat zijn om ze zelf te gebruiken, wat ook de mogelijkheid geeft om ze als zelftest te gebruiken. Op 4 maart heb ik daarom een ontheffingsprocedure gestart waarmee fabrikanten van antigeen(snel)testen een ontheffing kunnen krijgen om hun product als zelftest te gebruiken. Dit biedt nieuwe mogelijkheden, ook in het onderwijs. Samen met OCW wordt een prognose gemaakt van de behoefte aan zelftesten.

Vraag 5.

Welke verdeling van de sneltestcapaciteit zal worden gehanteerd, rekening houdend met de motie over voorrang voor vitale beroepen bij coronatesten?2 Antwoord vraag 5.

Op dit moment is er geen schaarste aan antigeen(snel)testen voor professioneel gebruik. Voor zelftesten geldt dat mensen die straks zelf kunnen kopen.

Daarnaast zal vanuit VWS centraal voorraad ingekocht worden dat ik met name in het onderwijs wil inzetten.

Vraag 6.

Kunt u een stand van zaken verschaffen omtrent het huidige testbeleid, specifiek inzake de voorrang die aan leraren wordt gegeven? Kunnen alle leraren die zich melden direct een afspraak maken? Krijgen leraren binnen 48 uur een uitslag?

(8)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

Antwoord vraag 6.

Onderwijspersoneel, dat cruciaal is voor de continuïteit van het onderwijsproces, met klachten dat zich meldt bij de GGD kan direct een afspraak maken om zich in één van de prioriteitsstraten te laten testen. De gemiddelde doorlooptijd van contact opnemen tot ontvangen van de uitslag is in de prioriteitsstraten al vele weken stabiel rond de 20 á 25 uur. In de reguliere teststraten is de doorlooptijd zo’n 32 á 38 uur.

(9)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Van den Hul (PvdA) en Ploumen (PvdA) over onnodige lesuitval door de onvoorspelbaarheid van de tijd die

coronatests kosten (2020Z15152).

Vraag 1.

Vindt u het aanvaardbaar dat scholen te kampen hebben met onnodige lesuitval doordat dat het zo onvoorspelbaar is hoe lang het testen op corona duurt en lichte verkoudheidsklachten leraren dagenlang in thuisquarantaine houden omdat het door capaciteitsproblemen maar niet opschiet met een afspraak bij de GGD of het doorbellen van de uitslag? [1] Zo ja, hoe moeten scholen zulke problemen dan opvangen?

Antwoord vraag 1.

Allereerst wil ik graag mijn excuses aanbieden voor de zeer late beantwoording van deze vragen. Mede als gevolg van de laatste wetenschappelijke inzichten en adviezen van het OMT is het testbeleid enkele keren aangepast.

Het was bijzonder vervelend dat scholen te kampen hebben gehad met meer lesuitval doordat leraren getest moesten worden op corona en lang moesten wachten op de testuitslag. Op dat moment was de situatie anders dan nu. Er is sindsdien heel hard gewerkt om de testcapaciteit te vergroten en deze situatie zo kort mogelijk te laten duren. Bovendien is het voor onderwijspersoneel dat cruciaal is voor het onderwijsproces sinds september 2020 mogelijk om met prioriteit getest te worden. Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.

Scholen dienen in voorkomende situaties ervoor te zorgen dat het onderwijs desondanks zo goed mogelijk doorgang kan vinden, in het kader van de plicht van scholen om te zorgen voor een ononderbroken ontwikkelproces. In deze gevallen kan voor het primair onderwijs de escalatieladder gehanteerd worden die is opgesteld in het kader van het lerarentekort.8 Voor zowel het primair als het voortgezet onderwijs geldt dat als het niet mogelijk en toegestaan is om onderwijs fysiek op school te verzorgen, het bevoegd gezag een alternatief moet bieden (zoals afstandsonderwijs). Het servicedocument funderend onderwijs gaat in op de manieren waarop dat kan en waar scholen dan op moeten letten. Tegelijkertijd geldt ook dat scholen niet aan het onmogelijke kunnen en zullen worden gehouden.

Vraag 2.

Heeft u er zicht op hoe dit zich verhoudt tot de reeds bestaande

capaciteitsproblemen door het lerarentekort en het gebrek aan vervanging? Hoe kan de continuïteit en kwaliteit van onderwijs worden gegarandeerd?

Antwoord vraag 2.

Het is bijzonder vervelend dat scholen te maken hebben met

vervangingsproblemen. Het is goed om in dit kader op te merken dat uw Kamer op 17 februari 2021 door de Minister van OCW en de Minister voor BVOM is

8 Handreiking lerarentekort primair onderwijs

(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2018/11/08/handreiking-lerarentekort-primair- onderwijs-po).

(10)

Ons kenmerk 1749597-210818-PG

Pagina 10 van 10

geïnformeerd over het Nationaal Programma Onderwijs.9 Het kabinet heeft besloten om de komende twee en een half jaar fors te investeren in het onderwijs om leerlingen en studenten te helpen hun gaven en talenten tot bloei te brengen, ondanks de coronacrisis en de gevolgen daarvan voor het onderwijs. In het Nationaal Programma Onderwijs worden specifieke investeringen in

onderwijspersoneel voorzien, juist ook vanwege de bestaande personeelstekorten in het onderwijs.

Vraag 3.

Berust de omstandigheid dat leraren in de teststraat voor corona van de GGD geen voorrang krijgen en net als iedereen 48 uur op hun uitslag moeten wachten op een bewuste keuze? Zo ja, welke overwegingen liggen hieraan dan ten grondslag? Zo nee, bent u bereid om hierin verandering te brengen?

Vraag 4.

Hoe reageert u op de oproep van onder meer de PO-Raad om vitale beroepen voorrang te geven bij testen?

Vraag 5.

Spelen zulke problemen ook bij andere vitale beroepen, bijvoorbeeld bij

politieagenten en medewerkers in de zorg? Zo ja, wat zijn de gevolgen voor hun dienstverlening wanneer in de herfst het aantal besmettingen weer mocht toenemen? Wat kunt en wilt u daartegen ondernemen?

Antwoord op vragen 3, 4 en 5.

Sinds september 2020 kan onderwijspersoneel, net als zorgpersoneel, met voorrang getest worden. Niet al het onderwijspersoneel kan met voorrang getest worden. De voorrangsprocedure is uitsluitend bedoeld om lesuitval te voorkomen.

De schoolleider bepaalt wie er voor de voorrangsprocedure in aanmerking komt.

Uw Kamer wordt in de reguliere stand van zakenbrieven corona geïnformeerd over de gemiddelde tijd tussen het inplannen van een testafspraak en de testuitslag in de reguliere en de prioritaire teststraat. Hieruit blijkt dat prioritaire teststraat telkens aanzienlijk sneller is dan de reguliere teststraat. Dit heeft er dan ook toe geleid dat onderwijspersoneel met een negatieve testuitslag weer eerder aan het werk kan.

[1] ‘Leraren nu thuis met klachten waarvoor zij zich nooit ziek zouden melden’ in Trouw, 27 augustus 2020 (https://www.trouw.nl/onderwijs/leraren-nu-thuis-met- klachten-waarvoor-zij-zich-nooit-ziek-zouden-melden~bdc942b5/).

9 35 570 VIII, Nr. 185.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De zorgmedewerkers in verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen voor verpleeghuiszorg die nog niet zijn gevaccineerd in de eerste ronde worden vanaf 12 februari gevaccineerd met

Om de bouw van woningen voor met name kwetsbare groepen, zoals mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang, beschermd wonen, en andere spoedzoekers op de woningmarkt,

Het kabinet blijft zich maximaal inzetten om bemanningswisselingen in Nederland doorgang te kunnen laten blijven vinden. 304)) geïnformeerd over de toenmalige situatie met

12. Registratie van donoren is geborgd wanneer spermadonatie via een Nederlandse kliniek plaatsvindt. Het is niet mogelijk een registratieplicht in te voeren voor handelingen in

Per 1 januari 2019 is er een nieuwe wettelijke verplichting geïntroduceerd om bepaalde gegevens van bepaalde implantaten, waaronder ook hartkleppen, vast te leggen in

De verantwoordelijkheid voor het vaccineren en ook de registratie van de te vaccineren personen ligt bij de deelstaten. Deze hebben ieder hun eigen afsprakensysteem, vaak

Ten behoeve van de centrale registratie zijn of worden koppelingen gerealiseerd tussen deze systemen met het systeem van het RIVM. Wanneer dit nog niet mogelijk is, kan

Of die betrokkenheid goed en voldoende is kan ik niet beoordelen; doch op navraag van de raden van bestuur van het Amsterdam UMC hebben beide cliëntenraden (AMC en VUmc)