Opleiding
Verpleegkundig Specialist in de GGZ
Training
werkbegeleiders
In het kader van het Opleidingsplan 2019-2025
Hoofddocenten: drs Diana Polhuis
& dr Wim Houtjes, VS ggz &
hoofdopleiders GGZ-VS
Onder redactie van: Stichting opleidingsinstelling GGZ-VS Locatie: Opleidingsinstelling GGZ-VS in Utrecht
© GGZ-VS; Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van GGZ-VS.
Inhoudsopgave
Inleiding ... 3
Doelstelling en inhoud van deze training ... 3
Organisatie ... 3
Dag 1 Opleidingsplan 2019-2025 & klinisch redeneren ... 4
Verantwoording ... 4
Doelstelling ... 4
Studieactiviteiten ... 4
Literatuur verplicht ... 5
Dag 2 Het praktijkleren: de organisatie, begeleiding en beoordeling ... 6
Verantwoording ... 6
Doelstelling ... 6
Studieactiviteiten ... 6
Literatuur verplicht ... 8
Bijlage 1 Complex klinisch redeneren ... 9
Inleiding
Deze 2-daagse training is bedoeld voor werkbegeleiders, in principe verpleegkundig specialisten ggz (VS ggz) die vios in opleiding bij GGZ-VS begeleiden in de praktijkinstelling. Werkbegeleiders hebben een belangrijke rol. Zij adviseren mede de praktijkopleider over de continue performance die de vios laat zien. De praktijkopleider neemt hun advies mee in de beoordeling van de vios in de praktijk. De werkbegeleiders hebben echter tevens een andere belangrijke rol. Zij zijn degene die op of in de nabijheid van de praktijkleerplaats de vios coachen in het ontwikkelen van de beroepsrol, zij fungeren als rolmodel en geven gericht feedback ‘on the spot’. Van werkbegeleiders vraagt dit om diverse competenties en kennis over de inrichting van de opleiding GGZ-VS.
Deze training wordt ter accreditatie voorgelegd aan de RSV. Dat betekent dat voor elke deelnemer de omvang gelijk is en de inhoud is vastgelegd.
Doelstelling en inhoud van deze training
De werkbegeleider kan na het doorlopen van deze training:
. De visie op opleiden en de beroepsontwikkeling tot VS ggz zoals uitgedragen wordt door GGZ-VS toelichten en aangeven wat dat betekent voor het praktijkleren;
. Beschrijven hoe het cursorisch onderwijs en praktijkleren zijn ingericht en zich tot elkaar verhouden;
. De rol en verantwoordelijkheden van de werkbegeleider aangeven in relatie tot de vios en de praktijkopleider;
. De vios begeleiden in de ontwikkeling van het verpleegkundig specialistisch klinisch redeneren en de vertaling daarvan in de behandeling.
In deze training wordt daarom aandacht besteed aan:
. Het opleidingsplan 2019-2025, de opleidingsvisie en de visie op het beroep VS ggz;
. Het verpleegkundig specialistisch klinisch redeneren;
. De concrete inrichting van het praktijkleren & de te behalen beroepscompetenties;
. De rol en verantwoordelijkheden van de werkbegeleider & begeleidingscompetenties.
Organisatie
Accreditatie: 12 punten (beoogd) Contacttijd: 2 keer 6 uur per week
Bijeenkomsten: 1 dag centraal bij GGZ-VS; 1 dag regionaal bij de praktijkinstelling Docenten: Hoofdopleiders en praktijkopleiders (erkend door RSV)
De bijeenkomsten zullen in 2 dagen plaatsvinden. Om de accreditatiepunten te ontvangen is deelname aan beide dagen en in de juiste volgorde noodzakelijk. Van de werkbegeleider wordt verwacht dat het Opleidingsplan GGZ-VS 2019-2025 is doorgenomen voorafgaand aan de training.
Dag 1 Opleidingsplan 2019-2025 & klinisch redeneren
Docent: drs. Diana Polhuis of dr. Wim Houtjes, VS ggz & hoofdopleider Locatie: Opleidingscentrum GGZ-VS in Utrecht
(indien Covid-19 maatregelen het bijeenkomen niet toelaten: online) Dag & tijd: Dinsdag 8 februari, 1 maart, 29 maart of 12 april 2022
9.30 – 12.30 & 13.30 – 16.30 uur
Deelnemers: Maximaal 20 werkbegeleiders van vios in opleiding bij GGZ-VS
Verantwoording
In deze bijeenkomst komt aan de orde wat het fundament is van de opleiding vormgegeven door GGZ-VS. Het accent zal daarbij liggen op het leren in de praktijk met specifieke aandacht voor het complex klinisch redeneren en het leren aan de hand van de beroepscompetenties in de praktijk.
Doelstelling
De werkbegeleider kan na deze bijeenkomt:
Het opleidingsplan 2019-2025, de opleidingsvisie en de visie op het beroep VS ggz toelichten;
Het verpleegkundig specialistisch (complex) klinisch redeneren toepassen aan de hand van een casus (zodat vios begeleid kunnen worden);
Aangeven op welke wijze de vios met behulp van de Beroepscompetenties ‘Klinisch Handelen’, Innovatie & Implementatie’ en ‘Wetenschappelijke kennis & onderzoek’ zich het beroep eigen maakt.
Studieactiviteiten Voorbereiding
Bestudeer het Opleidingsplan GGZ-VS 2019-2025 en noteer vragen. Neem deze mee naar de bijeenkomst;
Neem een casus uit de eigen caseload mee naar de eerste dag (in de vorm van een geanonimiseerd behandelplan);
Neem bijlage 1 (zie p. 9-11 van dit document) door.
Opbouw van de dag:
9.30-12.30 GGZ-VS en het praktijkleren
Introductie en kennismaking
Toelichting opleidingsplan 2019-2025 en stellen van vragen
Introductie visie op praktijkleren, het werkplan & de halfjaarlijkse
beoordelingsmomenten en reflectief leren (supervisie, intervisie, leertherapie, coaching, werkbegeleiding)
Beroepscompetentie Klinisch Handelen
(Inclusief de functie van de casuïstiek besprekingen, de proeven van bekwaamheid, farmacotherapie & somatiek, de beheersingsniveaus en de addenda)
Beroepscompetentie Innovatie & Implementatie
Beroepscompetentie Wetenschappelijke kennis & onderzoek
Vragen tot nu toe
12.30-13.30 Gelegenheid tot lunch (wordt verzorgd door GGZ-VS indien op locatie)
13.30-16.30 Complex klinisch redeneren
Introductie complex klinisch redeneren
o Gegevens beoordelen (plenair) en toepassen op de casus (individueel) o Medische gegevens, verpleegkundige gegevens (inclusief ICF en FHP)
verzamelen (plenair) en toepassen op de casus (individueel)
o Gepersonaliseerde beschrijvende diagnose formuleren (inclusief NANDA) (plenair) en toepassen op de casus (individueel)
o Behandeldoel en uitkomstmaten formuleren (inclusief ROM en NOC) (plenair) en toepassen op de casus (individueel)
o Interventiekeuze (inclusief EBP en NIC) (plenair) en toepassen op de casus (individueel)
o Evaluatie (plenair) en toepassen op de casus (individueel)
Vragen en evaluatie dag 1
Literatuur verplicht
. Opleidingsplan GGZ-VS 2019-2025 . Bijlage 1
Dag 2 Het praktijkleren: de organisatie, begeleiding en beoordeling
Docent: Praktijkopleider GGZ-VS van de instelling, VS ggz Locatie: Wordt door praktijkopleider separaat aangegeven
Dag & tijd: Datum wordt door praktijkopleider aangegeven (ingepland na scholingsdag 1) 9.00 – 12.00 & 13.00 – 16.00 uur
Deelnemers: Maximaal 20 werkbegeleiders van vios in opleiding bij GGZ-VS
Verantwoording
In deze bijeenkomst komt vooral aan bod op welke wijze de daadwerkelijke begeleiding in de praktijkinstelling vorm krijgt en hoe je als werkbegeleider kan bijdragen aan de ontwikkeling van de vios tot verpleegkundig specialist ggz. We staan stil bij de verschillende verantwoordelijkheden van de praktijkopleider, de waarnemende praktijkopleider, de deelbegeleiders of leermeesters en de werkbegeleider, evenals bij de specifieke vormen van praktijkleren en reflectie daarop.
Doelstelling
De werkbegeleider kan na deze bijeenkomst:
De concrete inrichting van het praktijkleren in de betreffende praktijkinstelling weergeven;
De rol en verantwoordelijkheden van de werkbegeleider toelichten & begeleidingscompetenties inzetten.
Studieactiviteiten Voorbereiding
Bestudeer het werkplan (voorbeeld van een ingevuld werkplan mailen), noteer vragen en neem deze mee naar de bijeenkomst.
Doe een zelfanalyse aan de hand van: leerstijlen, leiderschap (3 kiezen uit de handleiding) en bereid op basis daarvan een mondelinge pitch van 2 minuten voor. Neem daarin op waar je nu staat als werkbegeleider (kwaliteiten en ontwikkelpunten).
Opbouw van de dag:
9:00– 10.00 Introductie en kennismaking
Werkvorm: Iedere deelnemer geeft een 2 min-pitch aan de hand van de
zelfanalyse. Waar sta je nu als werkbegeleider (kwaliteiten en ontwikkelpunten)
10.00 – 10.30 Samenvatting Complex klinisch redeneren
Werkvorm: powerpointslide (samenvatting dag 1) en vragen behandelen: wat heb je uit dag 1 gehaald, ervaringen en worstelingen in de praktijk?
10.30 – 10.40 Pauze
10.40 – 12.00 Rollen en verantwoordelijkheden
Werkvorm: PowerPointpresentatie en met elkaar in gesprek gaan Thema’s:
Contracturen en productienorm vios
Onderscheid tussen rollen/ verantwoordelijkheid (waarnemend)
praktijkopleider, werkbegeleider en deelwerkbegeleiders. Wie is examinator?
Praktische organisatie/ rol werkbegeleider t.a.v. klinisch handelen, innovatie en onderzoek en gewaarborgde uren van werkbegeleiders.
Beheersingsniveau’s vios en zicht krijgen hierop
Communicatie werkbegeleider en praktijkopleider
12.00 – 13.00 Gelegenheid tot lunch
13.00 – 14.00 Leerklimaat organiseren als werkbegeleider
Werkvorm: PowerPointpresentatie Thema’s:
Hoe organiseer je een goed leerklimaat
Hoe zorg je voor voldoende leermomenten, welke methodieken gebruik je
Hoe daag je uit tot leren, feedback die aanzet tot verandering
Didactische principes
Toetsen, beoordelingen geven
14.00 – 14.10 Pauze
14.10 – 14.45 Profiel als werkbegeleider
Werkvorm: met elkaar in gesprek gaan (indien mogelijk in subgroepen en dan plenair terugkoppelen) aan de hand van vragen rondom de volgende thema’s:
Verantwoordelijkheden en rolinvulling als werkbegeleider
Verantwoordelijkheid t.a.v. leerklimaat en voorbeeldfunctie
o Vragen: Hoe creëer je een leermoment, laatste succes ervaring met feedback geven, wie was je beste vios en waarom, hoe creëer je groei, hoe ben jij een rolmodel, wat voor feedback heb jij zelf ontvangen als werkbegeleider, hoe sluit je het leerjaar af met je vios?
14.45– 14.55 Reflectie
Individueel moment: opschrijven op eigen profiel-formulier -> wie ben ik als werkbegeleider en wat vind ik dat ik nog wil/moet ontwikkelen (sturen aan de praktijkopleider).
14.55 – 15.05 Pauze (10 min)
15.05 – 15.50 Dilemma’s van werkbegeleiders
Werkvorm: Casuïstiek inbreng door deelnemers Thema’s:
Dilemma’s bij onvoldoende functioneren, verschil mening werkbegeleider/
praktijkopleider, cijfers geven
15.50 – 16.00 Evaluatie en afronding
Literatuur verplicht
. Handleiding tot beroepsontwikkeling van VS ggz (behorend bij het Opleidingsplan GGZ-VS 2019- 2025)
. Beroepscompetentie Klinisch Handelen & (advies) beoordelingsformulieren
. Beroepscompetentie Innovatie en Implementatie & (advies) beoordelingsformulieren . Beroepscompetentie Wetenschappelijke Kennis en Onderzoek & (advies)
beoordelingsformulieren
Bijlage 1 Complex klinisch redeneren
Basishouding: shared decision making en valideren; systeem betrekken
Aanmelding:
Aanmeldreden & Urgentie (spoed/niet-spoed);
Gegevens verzamelen
1. Gegevens bekend (eerdere behandeling; verwijzer);
2. ROM gegevens (vertalen naar ICF);
3. Anamnese gegevens:
verpleegkundige anamnese (op basis van de gezondheidspatronen van Gordon1); bij verwerken in Epd maak je gebruik van de woorden van de patiënt/systeem en ICF terminologie (met codering)
medisch psychiatrische anamnese; PO/status mentalis (NVvP, 2015);
somatische anamnese; (somatische anamnese & lichamelijk onderzoek)
eventueel aanvullend onderzoek
Komen tot gepersonaliseerde beschrijvende diagnose (beschrijvende conclusie over hoe alles samenhangt, zodanig dat de patiënt zich (h)erkent) bestaande uit:
1. Persoon, reden aanmelding/urgentie, sociale context.
2. Psychiatrische structuurdiagnose (persoon, achtergrond, aard & ernst van de klachten, etiologie, samenhangende factoren) [passend bij DSM-5 classificatie….];
3. Somatisch functioneren en eventuele geobjectiveerde klachtbeschrijving;
4. Verpleegkundige structuur diagnose(s) conform NANDA2 (probleembeschrijving [+ code], bepalende kenmerken [in ICF terminologie], etiologische factoren [in ICF terminologie]; concreet waarneembaar bij patiënt). Er kan sprake zijn (van een combinatie van):
a. Probleemdiagnoses b. Risicodiagnoses
c. Gezondheidsbevordering diagnoses
5. Bevorderende en belemmerende factoren/krachten van de patiënt [in ICF terminologie]. Activiteiten- en/of participatieproblemen. Persoonlijke kenmerken en eigen hulpvraag.
Codering
In de gepersonaliseerde beschrijvende diagnose kan codering storend zijn. Met name de codering van de ICF classificatie kan achterwege worden gelaten mits uit de beschrijving de ernst blijkt. Codering in classificaties is echter noodzakelijk in een aantal gevallen: bv DBC openen in het EPD, eenduidig taalgebruik t.b.v. onderzoek of geaggregeerd verzamelen van gegevens voor beleid. De vios laat daarom in het EPD en in de meesterproef de juiste coderingen zien van:
1. DSM-5 classificatie;
2. NANDA-I classificatie;
3. ICF classificatie
Behandeldoel stellen geobjectiveerd met NOC uitkomstmaten inclusief niveautypering.
Interventiekeuze(s):
1. Uitgangspunten voor interventiekeuze bepalen: etiologische aspecten uit de integrale beschrijvende diagnose;
eventueel symptoombestrijding en beoogde uitkomstmaten;
2. Verpleegkundige interventie(s) vaststellen mbv NIC (evt activiteiten benoemen) & EBP;
3. Psychologische interventie(s) vaststellen (EBP);
4. Farmacologische interventie(s) vaststellen (EBP);
5. Systeem interventie(s) vaststellen (EBP).
Uitvoering en regie:
Zelf behandelen;
Deelbehandelingen uitzetten;
Monitoren en afstemmen.
Evalueren (Tussentijds):
ROM en NOC als evaluatie-instrument inzetten. Evalueren van het behandeldoel en aanwezigheid symptomen.
Afsluiten:
Diagnose bijstellen of opheffen. Resultaten in functioneren beschrijven (ICF)
Sjabloon gepersonaliseerde beschrijvende diagnostiek
‘Dhr/mw/[naam], geboren op [datum], is door [verwijzer] aangemeld door [verwijzer] om de volgende reden
[aanmeldreden/(urgente)klachten]. Dhr/mw is [burgerlijke staat] waarbij sprake is van de volgende gezinssamenstelling [korte beschrijving]. Er is sprake van (g)een psychiatrische en/of forensische voorgeschiedenis, somatische
voorgeschiedenis, sinds/vanaf [jaartal]. Luxerende of in stand houdende factor(en) zijn [beschrijving]. Psychiatrisch gezien is er sprake van [symptoomstoornis en/of persoonlijkheidsstoornis…aard & ernst van de klachten…].
Somatisch gezien is [somatische aandoening & evt ICD code] erop van invloed, hetgeen zich uit in [klachtbeschrijving].
Verpleegkundig diagnostisch is er sprake van [probleem (P), verwijzing naar NANDA-I label + code] dat zich uit in of wordt gekenmerkt door [concreet waarneembare symptomen (S): ICF/ROM] en wordt beïnvloed/versterkt/in stand gehouden door [etiologie(E): ICF/ROM] of hangt samen met [etiologie(E): ICF/ROM]. EN/OF er is sprake van [het risico op (P), verwijzing naar NANDA-I label +code] dat samenhangt met de volgende risicofactoren [concreet waarneembare risicofactoren (R): ICF/ROM]. EN/OF er is sprake van [bereidheid tot (P), verwijzing naar NANDA-I label +code] zoals blijkt uit [concreet waarneembare kenmerken (S): ICF/ROM] .
Deze diagnoses belemmeren in [lichte/matige/ernstige] mate in [ICF: activiteiten & participatie]. OF: Deze kwetsbaarheden leiden tot [lichte/matige/ernstige] participatieproblemen [ICF: activiteiten & participatie].
Bevorderende/belemmerende externe factoren zijn [ICF: externe en persoonlijke factoren]. Dhr/mw omschrijft zichzelf als [persoonlijke kenmerken]. Hij/zij wil graag [hulpvraag/hulpvraag vanuit systeem]. ‘
Kwaliteitseisen complex klinisch redeneren
Aspect Criterium
Proces Shared decision making
Valideren
Systeem betrekken
In alle fasen van het klinisch redeneren is er sprake van SDM, valideren en zo mogelijk het betrekken van het systeem.
Aanmelding Verwijzer
Aanmeldreden/klachten
Deze zijn adequaat en relevant beschreven en geven voldoende aanwijzingen voor nadere gegevensverzameling.
gevens rzamelen
Eerdere gegevens Deze zijn opgevraagd. Daarnaast zijn deze eerdere gegevens kritisch en adequaat beoordeeld
Verpleegkundig onderzoek Gebruik gemaakt van de functionele gezondheidspatronen (Gordon).
Compleet en concreet beschreven, heldere conclusie; evt aanwijzingen vervolgonderzoek. ICF terminologie is adequaat gebruikt.
Psychiatrisch onderzoek Compleet en concreet beschreven, heldere conclusie; evt aanwijzingen
Lichamelijk onderzoek Compleet en concreet beschreven, heldere conclusie; evt. aanwijzingen vervolgonderzoek
ROM gegevens en aanvullende metingen en onderzoeken
Duidelijk is welke aanvullend onderzoek waarom is gedaan; reden is adequaat; heldere conclusie en evt. aanwijzingen vervolgonderzoek
Gepersonaliseerde beschrijvende diagnose
Psychiatrische
structuurdiagnose (en juiste DSM-5 classificatie)
Somatisch functioneren
Verpleegkundige diagnose(s)
Bevorderende en belemmerende factoren/krachten
De gevolgen voor het dagelijks functioneren
De persoonlijke kenmerken en eigen hulpvraag
In de beschrijvende diagnose is de context verwerkt, de medische diagnose en de verpleegkundige diagnose.
De informatie uit de DSM en ICF classificatie komt terug in de beschrijvende diagnose
De verpleegkundige diagnose is PES gestructureerd
De beschrijvende gepersonaliseerde diagnose is gevalideerd bij de patiënt.
Classificatie en codering
DSM-5 (ICD) DSM-5 + codering is adequaat opgeschreven m.b.v. stoornisbeschrijving, psychosociale en contextuele factoren en ernst van het belemmerend functioneren
De classificatie is congruent met de gegevens uit het onderzoek
NANDA-I NANDA-I + codering is adequaat opgeschreven. Daarbij is het onderscheid helder tussen probleemdiagnoses, risicodiagnoses en diagnoses t.a.v. gezondheidsbevordering. Kenmerken (S&S), etiologie of risicofactoren zijn concreet waarneembaar beschreven.
De classificatie is congruent met de gegevens uit het onderzoek
ICF ICF classificatie + codering is adequaat opgeschreven mbv de componenten (functies, anatomische eigenschappen, activiteiten &
participatie, externe factoren), de eerste typering + ernst, de eventuele tweede typering
De classificatie is congruent met de gegevens uit het onderzoek
Behandeldoel en resultaten
Behandeldoel(en)
Beoogd resultaat per behandeldoel/NOC
Het behandeldoel is haalbaar en relevant in het kader van de gepersonaliseerde beschrijvende diagnose.
Per behandeldoel zijn de beoogde resultaten omschreven in NOC taal:
SMART en niveautypering.
De resultaten zijn congruent met de beschrijvende gepersonaliseerde diagnose en het behandeldoel
terventies
Interventies/NIC/EBP De interventies zijn gericht op het beïnvloeden van etiologische factoren/risicofactoren. Indien er sprake is van symptoombestrijding is duidelijk waarom.
De interventies zijn gericht op het bereiken van de beoogde resultaten.
De beschreven interventies zijn geformuleerd in NIC-taal en evidence based
Duidelijk is welke professional welke interventies uitvoert
Eventueel nader onderzoek wordt beschreven en met reden nader