NOTITIE
Aan : Nationale Milieudatabase T.a.v. : De heer P. Lieffering
Referentie : 20201563.001 / 22653 Behandeld door : mr. ing. J.C. (Jacco) Huijzer
Datum : 22 december 2020
Project : Beantwoorden vragen MPG Nationale Milieudatabase
Inleiding
U hebt ons gevraagd de vraag te beantwoorden in hoeverre installaties voor energielevering op het eigen perceel, zoals PV-panelen, meegerekend behoren te worden in de berekening van de milieuprestatie van een gebruiksfunctie. In deze notitie leest u ons antwoord.
In deze notitie motiveren wij dat alleen de panelen die nodig zijn om aan het Bouwbesluit 2012 te voldoen meegerekend hoeven te worden bij de bepaling van de milieuprestatie.
Toetskader
Voor woonfuncties gelden de volgende voorschriften. Volgens artikel 5.9, eerste lid, van het
Bouwbesluit 2012, heeft een gebruiksfunctie een milieuprestatie van ten hoogste 1 bepaald volgens de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken. Volgens het vijfde lid
kunnen bij ministeriële regeling voorschriften worden gegeven over het in het eerste en tweede lid bepaalde.
Met behulp van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken kan de milieubelasting van de toepaste materialen (bouwproducten) van een gebruiksfunctie bepaald worden. De bepalingsmethode geeft alleen aan op welke wijze de milieuprestatie berekend dient te worden. De bepalingsmethode geeft niet aan welke materialen wel en niet meegenomen dienen te
PV-PANELEN IN BEREKENING MILIEUPRESTATIE
worden. Dat ligt voor de hand, omdat dat nu eenmaal wordt bepaald door de reikwijdte van artikel 5.9 van het Bouwbesluit 2012.
In bijlage VII van de Bepalingsmethode is dit ook aangegeven (p. 77): “De Bepalingsmethode geeft enkel aan hoe de milieuprestatie van een gebouw en GWW-werk moet worden bepaald. De methode bepaalt op zich niet welke verzamelingen van materialen daarbij in beschouwing moeten worden genomen. Dat geschiedt in de regelingen die met een verwijzing naar de Bepalingsmethode kwaliteitseisen aan een gebouw, bouwwerk of GWW-werk stelt.”
De reikwijdte van de prestatie-eis wordt toegelicht in de toelichting op artikel 5.9: “Bij de bepaling van de milieuprestatie hoeven alleen die constructieonderdelen en installaties te worden
meegenomen die nodig zijn om te voldoen aan de overige voorschriften van het Bouwbesluit 2012.”1 De reikwijdte van het voorschrift is dus uitdrukkelijk beperkt tot alleen die constructieonderdelen en installaties die nodig zijn om te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012. Alle andere aspecten blijven buiten beschouwing.
De beperking van het toepassingsbereik van de in artikel 5.9 van het Bouwbesluit 2012 gegeven eis heeft twee dimensies:
- Allereerst impliceert dit dat installaties die niet noodzakelijk zijn voor het functioneren van een bouwwerk buiten beschouwing blijven. Uit de definitie van ‘installatie’ in artikel 1.1, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 volgt dat dergelijke voorzieningen ook niet als
‘installatie’ in de zin van het Bouwbesluit 2012 aangemerkt worden. Die definitie luidt: “voor het functioneren van een bouwwerk of een gedeelte daarvan noodzakelijke voorziening van niet-bouwkundige aard”. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een afzuigkap; dat is geen ‘installatie’ in de zin van het Bouwbesluit 2012. Dergelijke voorzieningen zijn ook geen onderdeel van het bouwwerk; dat volgt uit artikel 1, derde lid, van de Woningwet.
- Daarnaast geldt dat deze beperking ook impliceert dat installaties die op zichzelf wel noodzakelijk zijn voor het functioneren van een bouwwerk (en dus onderdeel uitmaken van het bouwwerk), maar niet nodig zijn om te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012, buiten beschouwing mogen blijven. Er is immers aangegeven dat bij de bepaling van de milieuprestatie alleen die constructieonderdelen en installaties hoeven te worden
PV-panelen
PV-panelen zijn installaties die nodig zijn voor de functionering van het bouwwerk; het betreffen immers voorzieningen voor de opwekking van elektriciteit.
In artikel 5.2 van het Bouwbesluit worden per 1 januari 2021 diverse eisen gesteld vanuit het
oogpunt van energiezuinigheid, die berekend worden volgens NTA 8800 (bijna energieneutraal). Het gaat daarbij om: Energiebehoefte, Primair fossiel energiegebruik, Aandeel hernieuwbare energie, TOjuli. Om aan deze eis te voldoen worden PV-panelen toegepast.
Het is niet ongebruikelijk om méér PV-panelen toe te passen dan volgens artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012 zou zijn vereist. Dat betekent dat een deel van de panelen noodzakelijk is om te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012, en een deel van de panelen niet
noodzakelijk is om te voldoen aan die voorschriften.
Het deel van de panelen dat niet noodzakelijk is om te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 mag buiten beschouwing blijven bij de berekening van de milieuprestatie.
Voorbeeld
Een hoekwoning wordt met beide dakvlakken volledig vol gelegd met PV-panelen. In totaal zijn dat 13 + 15 = 28 PV-panelen. In Uniec 3.0 (een van de NTA 8800 rekenpakketten) worden de gestelde eisen en de rekenresultaten naast elkaar weergegeven. Van deze hoekwoning met beide
dakvlakken vol (28 PV-panelen in totaal) ziet dat er als volgt uit:
Figuur 1
Er wordt hiermee voldaan aan de gestelde grenswaarden. Voor het primair fossiel energiegebruik en het aandeel hernieuwbare energie wordt er zelfs ruim voldaan. Het is mogelijk om het aantal PV- panelen te reduceren; dan nog zal er worden voldaan aan de grenswaarden.
Er is daarom een herberekening gemaakt waarbij het aantal PV-panelen zodanig is gereduceerd dat er nog aan de gestelde grenswaardes wordt voldaan. Uit de herberekening blijkt dat het aantal PV- panelen gereduceerd kan worden tot (13 + 4 =) 17 PV-panelen. Dat leidt tot de volgende
rekenresultaten:
Figuur 2
Er wordt met dit resultaat nog ruim aan de eis ‘hernieuwbaar’ voldaan, maar het aantal PV-panelen kan niet verder worden gereduceerd omdat dan niet meer aan de eis ‘fossiel’ wordt voldaan.
Het verschil tussen beide varianten (28 – 17 = 11 PV-panelen) betreft het aantal panelen dat niet noodzakelijk is om te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012. Deze 11 panelen
Hoe vaststellen?
Als er méér panelen worden toegepast omdat de ambities hoger liggen dan het niveau van het Bouwbesluit 2012, hoeven die panelen dus niet meegerekend te worden bij het bepalen van de milieuprestatie. Voor welke panelen of welk deel van de panelen dit geldt kan alleen worden vastgesteld door middel van een herberekening volgens NTA 8800. Daarbij wordt rekenkundig vastgesteld met welk aantal PV-panelen nog wordt voldaan aan de voorschriften ten aanzien van energiezuinigheid (BENG). Dit kan vervolgens uitgedrukt worden in een aantal panelen, in een aantal m2 panelen, of in een percentage van het totale aantal panelen.
Als er geen herberekening is uitgevoerd kan niet worden vastgesteld welk deel van de panelen nodig is om te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 en welk deel niet. In dat geval kan bij het bepalen van de milieuprestatie alleen maar uitgegaan worden van het aantal PV-panelen dat in de berekening volgens NTA 8800 is aangegeven.
Bij de aanvraag omgevingsvergunning voor bouwen zal de herberekening volgens NTA 8800 ingediend moeten worden, omdat de berekening van de milieuprestatie niet overeen komt met de
‘volledige’ berekening volgens NTA 8800. Er kan ook voor gekozen worden om alleen de herberekening in te dienen, mits de PV-panelen zullen voldoen aan de voorwaarden voor vergunningvrij bouwen (zie kader hieronder); deze blijven dan geheel buiten de aanvraag.
Artikel 2, onderdeel 6, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht
Vergunningvrij is een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking op een dak, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. indien op een schuin dak: 1°.binnen het dakvlak, 2°.in of direct op het dakvlak, en 3°.hellingshoek gelijk aan hellingshoek dakvlak, b. indien op een plat dak: afstand tot de zijkanten van het dak ten minste gelijk aan hoogte collector of paneel, en
c. indien de collector of het paneel niet één geheel vormt met de installatie voor het opslaan van het water of het omzetten van de opgewekte elektriciteit: die installatie aan de binnenzijde van een bouwwerk is geplaatst;
Conclusie
Alleen de PV-panelen die nodig zijn om aan het Bouwbesluit 2012 te voldoen hoeven meegerekend te worden bij de bepaling van de milieuprestatie. De overige panelen mogen buiten beschouwing blijven.
22 december 2020
Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V.
mr. ing. J.C. (Jacco) Huijzer
Wij gaan vertrouwelijk met uw gegevens om, geheel volgens de richtlijnen voor Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Lees onze privacyverklaring. De inhoud van dit document is vertrouwelijk en uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n).
Gebruik, openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van deze informatie aan derden is niet toegestaan.
Op al onze diensten en producten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing.