J A A R V E R S L A G 2 0 1 6 Bezwarencommissie cao-vo
Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl
Inleiding
Hierbij treft u het jaarverslag 2016 van deze Commissie aan.
De Commissie is ingesteld door de Cao-partijen en strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor voortgezet onderwijs die onder het gezag staan van een werkgever die gebonden is aan de cao vo.
Stichting Onderwijsgeschillen voert het secretariaat van de Commissie.
De Commissie neemt kennis van geschillen tussen de werkgever en de personeelsgeleding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad (P(G)MR), zoals omschreven in artikel 21.3 lid 3 onder a en b en lid 4 van de cao vo 2016/2017.
Het gaat om instemmingsgeschillen met betrekking tot het taakbeleid en de invulling van het functiebouwwerk en om interpretatiegeschillen over bepalingen van de cao vo.
Op gezamenlijk verzoek van de werkgever en de PMR kunnen andere geschillen tussen de werkgever en de P(G)MR die de goede verstandhouding schaden of kunnen schaden, aan de Commissie worden voorgelegd.
De uitspraak van de Commissie is bindend. In de uitspraak geeft de Commissie een
gemotiveerd oordeel over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verzoek of over de interpretatie van een cao-bepaling.
Meer informatie over de Commissie, haar werkwijze en de uitspraken van de Commissie kunt u vinden op de website van Stichting Onderwijsgeschillen.
Bezwarencommissie cao-vo
Samenstelling Commissie
prof. dr. K. Boonstra voorzitter
mr. L Visser lid werknemers
mr. S.G. Volbeda lid werknemers
mr. drs. G.W. van der Brugge lid werkgevers
drs. L.F.P. Niessen lid werkgevers
Bezwaren
Behandelde geschillen Bezwarencommissie CAO-VO
•
Bezwaren resterend uit 2015 1•
Dit kalenderjaar aangemeld 1•
Totaal in behandeling 2016 2•
Uitspraken 2
Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren :
1 1 1
2
1 1
2
1 1
0 0,5 1 1,5 2 2,5
2015 2014 2013
resterend uit vorig verslagjaar aanhangig gemaakt
uitspraken
hangend op 31 december
Samenvatting uitspraken commissie
107027 – uitspraak 10 februari 2016
Aantal uren deskundigheidsbevordering van docenten bedraagt volgens de cao ten minste 83 en is niet gerelateerd aan de omvang van verlof van docenten.
Situatie
Partijen verschillen van mening over de vraag of de omvang van het aantal uren deskundigheidsbevordering verandert als een docent verlof opneemt. Het betreft de toepassing van artikel 6.1.lid 2 cao vo in samenhang met artikel 17.4. lid 1 cao vo.
Uitspraak Commissie
Artikel 6.1.lid 2 cao vo in samenhang met artikel 17.4. lid 1 cao vo bepaalt het aantal uren deskundigheidsbevordering van docenten op ten minste 83. Dit aantal uren is niet gerelateerd aan de omvang van verlof van docenten.
Toelichting
De woorden in artikel 17.4. lid 1 cao vo "ten minste 83 uur" kunnen naar objectieve
maatstaven niet anders gelezen worden dan dat dit aantal altijd geldt en niet afhankelijk is gesteld van de omvang van de betrekkingsomvang of de jaartaak van de docent. De cao biedt ook geen aanknopingspunten voor het standpunt dat alle soorten verlof tezamen genomen moeten worden en afgetrokken moeten worden van de jaartaak van de docent, waarna de omvang van de deskundigheidsbevordering moet worden vastgesteld. Bovendien is niet uitgesloten dat de zienswijze van het bevoegd gezag in verband met opname van ouderschapsverlof indirect verboden onderscheid oplevert tussen mannen en vrouwen, hetgeen in strijd is met artikel 7:646 BW, artikel 1 Wet Gelijke behandeling van mannen en vrouwen en artikel 5 Algemene Wet Gelijke Behandeling.
107275 – uitspraak 23 augustus 2016
Op grond van artikel 5.2 cao vo inclusief de toelichting daarop, is 1 augustus 2016 het uiterlijke toetsmoment om te bepalen of een leraar, die via het entreerecht benoemd is in een LD-functie, voldoet aan de vereisten voor de LD-functie.
Situatie
Partijen verschillen van mening over de vraag welke betekenis toekomt aan de toelichting bij artikel 5.2 cao vo. De school heeft een LD beoordelingstraject waarin onder meer is vermeld dat de eindbeoordeling voor docenten die via het entreerecht als docent LD zijn benoemd, april 2016 is. De PMR is van mening dat deze docenten tot 1 augustus 2016 de gelegenheid moeten krijgen om aan te tonen dat zij aan de functievereisten voldoen.
Uitspraak Commissie
Artikel 5.2 cao vo inclusief de toelichting daarop bepaalt dat het toetsmoment, om te bepalen of een leraar voldoet aan de functievereisten, uiterlijk op 1 augustus 2016 is.
Toelichting
De cao regelt niets ten aanzien van het te volgen beoordelingstraject inzake het entreerecht LD. Dat betekent dat het bevoegd gezag met inachtneming van de eigen bevoegdheden en die van de PMR het beoordelingstraject kan invullen, mits deze invulling niet in strijd is met de cao.
Het door het bevoegd gezag gehanteerde beoordelingstraject, waarmee de PMR heeft
ingestemd, is niet in strijd met de bewoordingen in de toelichting van artikel 5.2 cao vo doordat dit valt onder de zinsnede "uiterlijk op 1 augustus 2016". Het woord "uiterlijk" sluit immers niet uit dat de beoordeling op een eerder gelegen tijdstip wordt uitgevoerd.
Meer informatie
De informatie in dit jaarverslag is gebaseerd op de situatie van januari tot en met december 2016 Voor de meest actuele informatie verwijzen wij u naar de website van Onderwijsgeschillen:
www.onderwijsgeschillen.nl
Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191
3508 AD Utrecht
Volg Onderwijsgeschillen: