• No results found

Het beleggingsbeleid van ING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het beleggingsbeleid van ING"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ING Investment Office

Publicatiedatum: 28 april 2017

Overweegt u te gaan beleggen? Dan is het belangrijk dat u een adviseur of beheerder selecteert die bij u past en die u optimaal kan helpen uw doelen te bereiken. Sterk bepalend daarbij is de manier waarop wordt belegd.

De Autoriteit Financiële Markten, de toezichthouder voor de financiële sector, heeft daar zes standaardvragen over opgesteld. Met onze antwoorden daarop willen wij u inzicht bieden in de manier waarop we onze beleggingsstrategieën samenstellen en onderhouden. Deze zijn beschikbaar voor wie heeft gekozen voor Beleggen met Advies (bij ING Private Banking ‘Vermogensadvies’

genoemd) of Beleggen met Beheer (bij ING Private Banking ‘Vermogensbeheer’ genoemd).

1. Op welke beleggingsovertuigingen baseert ING haar dienstverlening?

Welke principes vormen de basis voor het beleggingsbeleid en de inrichting van het beleggingsproces van de organisatie? Wat onderscheidt het beleggingsbeleid van dat van andere?

Onze dienstverlening is gebaseerd op de overtuigingen dat de financiële markten vooral worden gestuurd door de economie. En dat spreiding, ook binnen vermogenscategorieën (zoals aandelen en obligaties), de risico-rendementsverhouding optimaliseert. Vanuit onze overtuiging dat de economie sterk bepalend is voor de bewegingen op de financiële markten, kiezen wij voor het ‘top-down’

bepalen van de verdeling van het te beleggen vermogen over de diverse beleggingscategorieën. Deze verdeling, de assetallocatie, is de belangrijkste keuze bij het bepalen van een beleggingsstrategie. De

‘tactische’ assetallocatie varieert binnen grenzen rond de vermogensverdeling voor de lange termijn, die ‘strategische’ assetallocatie wordt genoemd. De strategische assetallocatie bepalen we op basis van historische en verwachte rendement- en risicokenmerken voor de middellange termijn. Door binnen de verschillende risicoprofielen - wij noemen die beleggingsprofielen - goed te spreiden, streven we continu naar een optimale risico-rendementsverhouding in al onze

beleggingsstrategieën.

Het beleggingsbeleid

van ING

(2)

2. Welke aanpak, beleggingsstrategie of beleggingsstijl hanteert de beleggingsonderneming?

Maakt de beleggingsonderneming bijvoorbeeld gebruik van modellen, van fundamentele of technische analyse, kwantitatieve analyse of marktgevoel? Waar in de dienstverlening worden actieve keuzes gemaakt? Welke keuzes zijn dat? Hoe borgt de beleggingsonderneming dat de beleggingsstrategie consistent wordt uitgevoerd?

Voor onze beleggingsstrategieën wordt het beleggingsbeleid centraal ontwikkeld. Daarbij maken we vooral gebruik van fundamentele analyse en duurzaamheidsanalyse, aangevuld met technische analyse. Actieve keuzes zijn de tactische assetallocatie en de invulling daarvan met

beleggingsinstrumenten zoals beleggingsfondsen (waaronder indexfondsen). Van een voorkeur voor een beleggingsstijl is sprake bij de strategie Inkomen (‘waardebeleggen’), bij de strategie Index (‘passief’ beleggen) en bij de strategie Duurzaam (‘duurzaam’ beleggen). Het beleggingsproces is vastgelegd, evenals de monitoring daarvan. De consistentie van beleid is onder meer geborgd doordat de cyclus van analyse, beleidsaanpassing, uitvoering, evaluatie, analyse, enzovoort ten minste eens per maand plaatsvindt. Ook is er maandelijks een bespreking van het beleid met vertegenwoordigers van de privatebankers en beleggingsadviseurs van ING. Ook deze voortdurende dialoog, en de transparantie die daardoor wordt bevorderd, draagt bij aan de consistentie van ons beleggingsbeleid.

3. In welke beleggingscategorieën, sectoren, regio’s en (soort) financiële instrumenten wordt belegd?

Zijn er specifieke categorieën, producten en/of (type) instrumenten waar wel of juist niet in wordt gehandeld/belegd? Waarop is die keuze gebaseerd?

Er wordt belegd in dagelijks verhandelbare beleggingsfondsen, beursgenoteerde aandelen en obligaties. Binnen de beleggingsfondsen maken we zowel gebruik van fondsen van ‘actieve’

managers als van indexfondsen (‘trackers’). Beleggingsfondsen kunnen regio-, sector-, thema- of stijlgebonden zijn. Aan de vastrentende kant wordt, naast in beleggingsfondsen met staatsobligaties en/of bedrijfsobligaties van goede kwaliteit (‘investment grade’) ook belegd in risicovollere

obligatiefondsen zoals fondsen die beleggen in high-yieldobligaties of obligaties uit opkomende markten. De (slechts beperkt geselecteerde) beleggingsfondsen waarin derivaten de basis vormen, of fondsen waarbij op andere wijze tegenpartijrisico van toepassing is, moeten voldoen aan ‘UCITS’

(richtlijn Europese Unie) en in het bezit zijn van een vergunning voor de Nederlandse

consumentenmarkt. Moeilijk verhandelbare (‘illiquide’) beleggingsproducten, ‘gestructureerde producten’ (afgeleide beleggingsproducten met eindige looptijd) en andere derivaten vallen buiten het beleggingsuniversum (het totaal van toegestane beleggingen). Wij streven namelijk naar een zo groot mogelijke mate van transparantie en naar beperking van het beleggingsrisico en de

complexiteit van beleggingsinstrumenten.

4. Bij advies of beheer over de hele portefeuille: Hoe wordt de portefeuille opgebouwd?

ING onderhoudt diverse beleggingsstrategieën, die in meer of mindere mate van elkaar verschillen qua opbouw (samenstelling). Maar door het centrale beleggingsbeleid zijn er ook overeenkomsten. Zo worden alle beleggingsstrategieën beheerd volgens de langetermijnvisie zoals die tot uitdrukking komt in de strategische assetallocatie (SAA). Gemeenschappelijke eigenschappen van de SAA van de diverse beleggingsstrategieën van ING zijn: wereldwijd gespreid beleggen in aandelen en/of

aandelenfondsen, waaronder beursgenoteerd vastgoed (eventueel aangevuld met posities in grondstoffen en/of alternatieve beleggingen). Ook bestaat in de SAA het vastrentende deel voor een

(3)

belangrijk deel uit staatsleningen uit de eurozone. Deze worden aangevuld met bedrijfsobligaties van goede kwaliteit en andere soorten leningen.

Wereldwijde spreiding

Zowel binnen zakelijke als vastrentende waarden wordt een belangrijk gedeelte in opkomende markten belegd. Zoals gezegd, streven we naar een wereldwijde spreiding. Iedere

beleggingsstrategie kent vijf varianten: één voor elk van de vijf beleggingsprofielen van ING. Daardoor kan voor elke belegger een passende portefeuille worden opgebouwd wat betreft de verhouding tussen zakelijke waarden (zoals aandelen) en vastrentende waarden (obligaties). Deze verhouding bepaalt in belangrijke mate het beleggingsrisico. Liquiditeiten (spaartegoeden) maken geen deel uit van de assetallocatie.

Portefeuilleopbouw in de praktijk

Elke maand vindt beleidsoverleg plaats tijdens de vergadering van het beleidscomité (‘Investment Committee’) van het ING Investment Office, de centrale beleggingsafdeling van ING. Hieraan nemen ook beleggingsspecialisten van de bredere ING-organisatie deel. Vanuit het Investment Office geven de aandelenanalisten hun visie op de verschillende aandelensectoren en leveren ook de

obligatieanalist, de technische analist en de beleggingsstrateeg hun actuele inzichten. Regelmatig worden analisten van externe partijen zoals banken of fondshuizen uitgenodigd. Een

vertegenwoordiger van het ING Economisch Bureau komt iedere vergadering aan het woord. Het Investment Committee bepaalt vervolgens in afzondering, geheel onafhankelijk van welke externe partij dan ook, zijn visie op de financiële markten en stelt op basis daarvan de tactische assetallocatie (TAA) vast. Deze wijkt doorgaans af van de ‘neutrale’ strategische assetallocatie (SAA). De onderlinge verhoudingen binnen de portefeuilles (‘wegingen’) van de vermogenscategorieën worden vergroot en verkleind. Vervolgens worden deze aanpassingen in de strategieën doorgevoerd in de

klantportefeuilles (Beleggen met Beheer) of als beleggingsvoorstellen aan klanten gepresenteerd (Beleggen met Advies). Als daar aanleiding toe is, kan de TAA ook op ieder ander moment worden aangepast en doorgevoerd.

Onafhankelijke ontwikkeling visie

Voor de ontwikkeling van de actuele visie op bedrijven, markten en de macro-economie gebruiken de analisten en investmentmanagers (de medewerkers van het ING Investment Office die het beleid bepalen voor de beleggingsstrategieën) en hun afdelingshoofd informatie die ING afneemt van diverse externe partijen. De belangrijkste leveranciers zijn Thomson Reuters Datastream, Bloomberg en S&P Capital IQ. Dit laatste is een informatiedatabase van Standard and Poor’s die toegang biedt tot de researchrapporten van vele tientallen banken en brokers. Daaronder zijn BNP Paribas Investment Partners, NN IP, Robeco, Fidelity, BlackRock, Deutsche Bank, UBS, Morgan Stanley, J.P.

Morgan, Citigroup en Goldman Sachs. Als leverancier van gegevens over de

duurzaamheidskenmerken van bedrijven, overheden en niet-gouvernementele organisaties heeft ING gekozen voor Sustainalytics. Voor alle duidelijkheid: dit zijn betaalde services.

Onafhankelijke selectie beleggingsfondsen

ING is onafhankelijk in de selectie van beleggingsfondsen die zij opneemt in de beleggingsstrategieën voor klanten met vermogensadvies en vermogensbeheer. Het ING Investment Office kan voor dit doel volledig vrij kiezen uit de beleggingsfondsen die beschikbaar zijn op de Nederlandse markt. Tijdens het selectieproces wordt gelet op alle relevante kenmerken van beleggingsfondsen en de beheerders daarvan. Daaronder vallen de kwaliteit, ervaring, consistentie, trackrecord, beloningsbeleid, locatie en communicatie van de fondsbeheerder en de omvang, verhandelbaarheid en kosten van het

beleggingsfonds. Hierbij staat het belang van onze klanten voorop. ING ontvangt geen enkele vergoeding van de beheerders van beleggingsfondsen.

(4)

Zijn er beperkingen bij de opbouw van de portefeuille? Hoe zijn die vastgelegd en hoe worden die gemeten?

ING hanteert vijf beleggingsprofielen: Zeer defensief (1), Defensief (2), Neutraal (3), Offensief (4) en Zeer offensief (5). Daarvoor gelden zowel in de SAA als in de TAA vaste verhoudingen tussen vastrentende waarden en zakelijke waarden. ING hanteert procentuele marges voor de maximale afwijking van de TAA ten opzichte van de SAA. De meting (real time monitoring) vindt plaats in het voor ING op maat gemaakte systeem waarmee de beleggingsstrategieën worden beheerd.

Hoe komt de beleggingsonderneming tot een bepaalde verhouding tussen de beleggingscategorieën op de lange termijn (strategische assetallocatie)?

De SAA wordt telkens voor periodes van 3 à 5 jaar vastgesteld of verlengd door de drie hoofden van de Investment Offices van ING in Nederland, België en Luxemburg gezamenlijk. Dit gebeurt op basis van kwantitatieve analyses van risico, rendement, correlaties tussen beleggingscategorieën en van de klantbehoeftes ten aanzien van de vermogenscategorieën.

Welke vrijheid heeft de onderneming voor het beleid op de korte termijn (tactische assetallocatie)?

De maximale afwijking van de tactische assetallocatie ten opzichte van de strategische assetallocatie is in bandbreedtes vastgelegd, gespecificeerd voor alle (sub)categorieën.

Wat is het beleid bij het afdekken van vreemde valuta’s en het gebruik van geleend geld?

Aan de aandelenkant worden valuta’s niet afgedekt, incidentele uitzonderingen daargelaten. Aan de vastrentende kant wordt wel afgedekt, met uitzondering van een deel van de allocatie naar

obligaties uit opkomende markten. Bij grondstoffen wordt het valutaeffect ook afgedekt. Er wordt geen gebruik gemaakt van geleend geld.

5. Bij uitspraken over te verwachten rendementen en risico’s: Hoe komt de beleggingsonderneming tot deze verwachtingen?

Bij uitspraken over te verwachten rendementen en risico’s van beleggingen baseren we ons op de modellen en berekeningen van Ortec Finance, een gerenommeerde specialist op dit gebied. Ortec Finance berekent op basis van historische en actuele financiële en economische gegevens de uitkomsten van 750 scenario’s voor de ontwikkeling van portefeuilles. Op basis van deze scenario’s wordt geschetst welke ontwikkeling van de waarde van het vermogen verwacht kan worden en met welke schommelingen men rekening moet houden. Dit geeft inzicht in zowel de risico’s die de klant nu loopt, als de rendementsverwachtingen op de lange termijn die daarmee gepaard gaan.

Hoe maakt de beleggingsonderneming de afweging tussen rendement, risico en kosten?

Het risicoprofiel van de klant begrenst het risico dat in portefeuilles genomen wordt. Binnen die begrenzing worden portefeuilles opgebouwd met als doel een optimale rendement-risicoverhouding op lange termijn. De kosten die gepaard gaan met transacties en de lopende kosten van de

beleggingen moeten in gunstige verhouding te staan tot de verwachte (extra) opbrengsten op korte en middellange termijn. Een belangrijk voordeel voor klanten die beleggen volgens een ING-

beleggingsstrategie is dat zij een ‘all-in’ servicefee betalen, geen aparte transactiekosten.

Hoe beïnvloeden de verwachtingen de beleggingsbeslissingen van de beleggingsonderneming?

Voortdurend wordt de samenstelling van de beleggingsstrategieën in overeenstemming gebracht met de actuele en verwachte economische ontwikkelingen. Als een positie een laag verwacht rendement heeft, moet het voordeel van het aanhouden daarvan vooral uit risicoverlaging komen.

Maar ongeacht de verwachtingen blijft de strategie altijd zo gespreid dat de risico’s zo goed mogelijk

(5)

blijven ‘gediversifieerd’ (door de gekozen combinatie worden gedempt). De statistische samenhang (‘correlatie’) met andere portefeuilledelen speelt daarbij een belangrijke rol.

Welke risicomaatstaven worden gehanteerd?

Voor het risico van de portefeuille is de beweeglijkheid van de waarde van de gehele portefeuille (volatiliteit) de belangrijkste maatstaf. We toetsen doorlopend of de volatiliteit van de portefeuille binnen de grenzen blijft die passend zijn bij het beleggingsprofiel (risicoprofiel van de klant).

Daarnaast zijn er, zoals ook in het antwoord op vraag 4 toegelicht, beperkingen van de relatieve omvang van assetcategorieën en subcategorieën om te voorkomen dat de blootstelling aan specifieke risico’s te groot wordt. In beleggingstechnisch jargon: er worden variabelen van beleggingen gemonitord (ex-ante en ex-post) als tracking error, beta, r-square en drawdown. Dit gebeurt via data- en softwareservices van FactSet, Morningstar en Bloomberg. Tot slot: er zijn spreidingsrichtlijnen die voorkomen dat een te hoog specifiek (debiteuren) risico ontstaat.

6. Hoe kunt u als (potentiële) cliënt het beleggingsbeleid van de beleggingsonderneming beoordelen?

Welke maatstaven moet u als cliënt gebruiken om het beleggingsbeleid en beleggingsresultaten te beoordelen? En op welke termijn (horizon) is een beoordeling van het beleid en resultaten zinvol?

Klanten en potentiële klanten kunnen het overkoepelende beleggingsbeleid inhoudelijk beoordelen door het ING Maandbericht beleggen (te vinden op ING.nl/beursnieuws) te lezen. Daarin wordt iedere maand de tactische assetallocatie uitgebreid toegelicht. In de (eveneens op maandbasis

verschijnende) zogenoemde factsheets van iedere beleggingsstrategie wordt in detail het actuele beleggingsbeleid van de specifieke strategie uiteengezet. De resultaten van het beleggingsbeleid (de beleggingsprestaties) kunnen worden getoetst aan het rendement van de samengestelde

benchmark van iedere strategie. Deze benchmarkperformance wordt voor ieder beleggingsprofiel afzonderlijk berekend op basis van de strategische assetallocatie van dat profiel (de verhouding tussen zakelijke en vastrentende waarden) en het rendement van de beide samenstellende benchmark-indices: de MSCI World Index (net return) in euro voor de zakelijke waarden en de Citigroup EMU Government Bond Index voor vastrentende waarden. De benchmarkperformance en de actuele performance (van profiel Neutraal) worden standaard vermeld op het (maandelijks

gepubliceerde) factsheet van iedere beleggingsstrategie. Wij achten het zinvol om ten minste jaarlijks het beleggingsbeleid en de resultaten daarvan te beoordelen. Dit kan de klant zelf doen, bijvoorbeeld door vergelijkingen met de resultaten en het beleid van concurrenten van ING (of onpartijdige media). Maar dit kan ook plaatsvinden samen met een adviseur van ING.

(6)

Meer weten?

Ga naar ING.nl/beursnieuws of bel 020 – 22 88888

Disclaimer

Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie.

ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling, geen

beleggingsadvies noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in deze publicatie heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte

informatie accuraat of compleet is. De informatie in deze publicatie kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. De waarde van uw belegging kan fluctueren. U kunt uw gehele inleg kwijtraken. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. ING Bank N.V. is statutair gevestigd te Amsterdam, handelsregister nr. 33031431 Amsterdam en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten AFM). ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V..

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De relatie tussen opdrachtgever - in de ruime zin des woords - en adviseur is derhalve een vertrouwensrelatie, welke als zodanig in sterke mate bepalend is voor de

berekend over de betreffende (termijn)bedragen exclusief omzetbelasting.Ter vermijding van de kans op een strafheffing overdrachtsbelasting als bedoeld in artikel 15 lid 4 Wet

Wat de timing van de onderhandelingen betreft, pleiten de werkgeversorganisaties – in tegenstelling tot de Britten - voor een status quo transitieperiode die loopt tot de dag van

reg en ouerdeelname aan die beheer oor die onderwys beklemtoon het Die ouerdeelname is ook genoodsaak deur die feit dat die staat en die kerk nie in die

Opvoering der arbeidsproduc- tiviteit bij toenemende efficiëncy (particulier initiatief). Vermindering der Overheids- uitgaven door opheffing van belem- meringen

Daarmee strekken die hande- lingen van de aannemer immers nog niet tot nako- ming van zijn tweede verbintenis tot (op)levering van het tot stand gebrachte werk: zij hebben enkel

Van 2 tot 12 juni 2009 werd te Flanders Expo in Sint-Denijs-Westrem (stad Gent) een preventieve archeologische prospectie uitgevoerd op een circa 2,8ha groot parkeerterrein ten

Want wat Christus zelf zegt (Joh. 4:24), namelijk dat God een Geest is, dat zou niet passend tot de Vader alleen beperkt kunnen worden, alsof het Woord zelf niet van een geestelijke