(Ontwerp) Omgevingsvergunning nr. 17040
_______________________________________________________________________
Projectbeschrijving
Wij hebben op 2 maart 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van de heer G. Borsch voor de realisatie van een bedrijfswoning bij een zoogkoeienstal op het adres Smitteweg 5b te Ballum Ameland, kadastraal bekend gemeente Ballum, sectie H, nr. 7050. De aanvraag is bij ons geregistreerd onder nummer 17040. Er is omgevingsvergunning aangevraagd voor de
volgende activiteiten:
1. Het bouwen van een bouwwerk (Wabo artikel 2.1 lid 1 onder a);
Omdat de aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan wordt deze mede aangemerkt als een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de volgende activiteit:
2. Het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met regels ruimtelijke ordening. (Wabo artikel 2.1 lid 1 onder c).
Procedure
Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Na aanvullingen van de aanvrager voldoet de aanvraag aan de indieningsvereisten voor bouwen en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening. Wij zijn tevens van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen.
Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3. van de Wabo. De aanvraag is getoetst aan de artikelen 2.10, 2.11 en 2.12 van de Wabo, het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor).
Gebleken is dat de aanvraag voldoet en daarom wordt de omgevingsvergunning, onder voorwaarden, verleend.
Bevoegd gezag
Wij zijn bevoegd gezag om te beslissen op de aanvraag om een omgevingsvergunning. Dit volgt uit artikel 2.4 lid 1 van de Wabo.
Vooroverleg en advies
Op grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is op de voorbereiding van een
omgevingsvergunning, die wordt verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wabo, het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) van toepassing.
Wetterskip Fryslân
Het plan is door de initiatiefnemer al voorgelegd aan Wetterskip Fryslan, die op 11 april 2017 een wateradvies heeft gestuurd. Volgens het waterschap is op dit plan de normale watertoetsprocedure van toepassing, omdat het plangebied binnen het aandachtsgebied van een hoofdwatergang ligt.
De ligging van de bedrijfswoning op een afstand van ca. 27 meter van de insteek van de
hoofdwatergang heeft volgens het waterschap geen effect op het plan. Ook compensatie voor de toename van het verhard oppervlak is niet noodzakelijk, omdat er voor het buitengebied een
vrijstelling geldt voor de compensatie van toename verhard oppervlak tot 1.500 m². Het plan behelst namelijk een toename van ca. 200 m².
Verder adviseert het waterschap enkele algemene maatregelen om wateroverlast te voorkomen en het water in de sloten schoon te houden. Dit is een standaardadvies dat voor alle kleine plannen wordt gegeven.
Provincie Fryslân
Het college van Gedeputeerde Staten heeft in een brief d.d. 10 augustus 2017 verklaard dat de provinciale belangen in de omgevingsvergunning op een juiste wijze zijn verwerkt en voor het overige geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
Verklaring van geen bedenkingen
In de Wabo en het Bor worden categorieen gevallen aangewezen waarin een
omgevingsvergunning niet wordt verleend nadat een daarvoor aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Voor voorliggende aanvraag heeft voor de activiteit ‘handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’ de gemeenteraad op 29 augustus 2017 verklaard, op grond van haar bevoegdheid bij het afwijken van de beheersverordening cq. Het bestemmingsplan, geen bedenkingen te hebben.
Ter inzage legging en zienswijzen op de ontwerpbeschikking
Vanaf donderdag 14 september tot en met woensdag 25 oktober 2017 heeft een ontwerp van deze beschikking ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is wel/geen gebruik gemaakt.
Samengevat hebben wij de volgende zienswijze(n) ontvangen:
[samenvatting zienswijzen].
Over deze zienswijzen merken wij het volgende op:
[reactie op zienswijze(n)].
Ten opzichte van de ontwerpvergunning zijn de volgende wijzigingen aangebracht:
{{wijzigingen}}.OF
Ten opzichte van de ontwerpvergunning zijn geen wijzigingen aangebracht.
Overige bijbehorende documenten
De volgende gewaarmerkte stukken maken deel uit van de vergunning:
1. Overwegingen omgevingsvergunning 17040 2. Voorschriften omgevingsvergunning 17040 3. Situatietekening d.d. 4-4-2017.
4. Bouwbesluit berekeningen ten behoeve van het aspect gezondheid, Naam bijlage: 1809- BB01_pdf, d.d. 02-03-2017.
5. Gegevens en bescheid over veiligheid en het voorkomen van hinder t.b.v.
bouwwerkzaamheden, Naam bijlage:1809-BVP01_pdf d.d. 11-04-2017.
6. Energiezuinigheid en milieu, Naam bijlage: 1809-EPC01_pdf, d.d. 02-03-2017.
7. Plattegronden,doorsneden en detailtekeningen bouwen complexere bouwwerken, Naam bijlage:
1809-PD01_pdf, d.d. 02-03-2017.
8. Tekening trap conform nieuw Bouwbesluit, Naam bijlage:1809-TR01_pdf, d.d. 02-03-2017.
9. Constructieve veiligheid complexere bouwwerken, Naam bijlage: 1809-TT01_pdf, d.d. 02-03- 2017.
10. Bestektekening van begane grond, verdieping en zolder, gevelaanzichten en dwarsdoorsnedes, Naam bijlage: 1809-BT01_pdf, d.d. 30-3-2017.
11. ‘Ruimtelijke onderbouwing Smitteweg 5b Ballum Ameland van DLV-advies & resultaat’, ontvangen d.d. 05-07-2017
12. (Ontwerp) Verklaring van geen bedenkingen gemeenteraad Ameland, d.d. 29-8-2017.
13. Evt. zienswijzennota Datum:
Namens het college,
Paul Kiewiet Adjunct-directeur
Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u binnen zes weken na de verzenddatum een beroepsschrift indienen. In de bijlage vindt u meer informatie hierover.
1. Overwegingen omgevingsvergunning nr. 17040
Aan de omgevingsvergunning nr. 17040 liggen de volgende overwegingen ten grondslag Overwegingen ‘het bouwen van een bouwwerk’
Grondslag
In artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wabo is bepaald dat het verboden is zonder
omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk. Het project is niet vergunningsvrij omdat het niet valt onder een van de categorieën van vergunningsvrije bouwwerken die worden genoemd in artikel 2 of 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
Bouwtechnische beoordeling
In artikel 2.10 lid 1 onder a van de Wabo is bepaald dat de omgevingsvergunning wordt geweigerd indien de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 of 120 van de Woningwet (Bouwbesluit).
De aanvraag en de daarbij ingediende gegevens maken naar ons oordeel aannemelijk dat wordt voldaan aan de voorschriften van het Bouwbesluit.
Bouwverordening
In artikel 2.10 lid 1 onder b van de Wabo is bepaald dat de omgevingsvergunning wordt geweigerd indien de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij de bouwverordening of, zolang de bouwverordening daarmee nog niet in overeenstemming is gebracht, met de voorschriften die zijn gesteld bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8, achtste lid, van de
Woningwet dan wel bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 120 van die wet.
De aanvraag en de daarbij ingediende gegevens maken naar ons oordeel aannemelijk dat wordt voldaan aan de voorschriften van de bouwverordening.
Planologische beoordeling
In artikel 2.10 lid 1 onder c van de Wabo is bepaald dat de omgevingsvergunning wordt geweigerd indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het
exploitatieplan, of de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, tenzij de activiteit niet in strijd is met een omgevingsvergunning die is verleend met toepassing van artikel 2.12.
De aanvraag is in strijd de geldende beheersverordening ‘Buitengebied’, maar de planologische belemmering wordt weggenomen door het verlenen van een omgevingsvergunning met de activiteit ‘gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met regels ruimtelijke ordening’.
Welstandsbeoordeling
In artikel 2.10 lid 1 onder d van de Wabo is bepaald dat de omgevingsvergunning wordt geweigerd indien het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a, van de Woningwet, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de
omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend.
De adviescommissie ruimtelijke kwaliteit Hûs en Hiem is gezien het advies van 8 maart 2017 van mening dat de aanvraag in grote lijnen voldoet aan redelijke eisen van welstand, mits:
- De dakbedekking wordt uitgevoerd met keramische natuurrode dakpannen;
- Er monsters worden aangeleverd van materialen en kleuren van gevels en dak.
Wij kunnen ons met dit advies verenigen. De aanvrager heeft op 30-03-2017 een gewijzigde tekening gestuurd waarin de kleur van de dakpan is gewijzigd in een keramische dakpan, kleur natuurrood, type Maduro. Op 04-04-2017 is een monster van de aanvrager ontvangen. Hiermee heeft de aanvrager aan de voorwaarden van de adviescommissie voldaan en zijn wij akkoord.
Conclusie
Er zijn geen weigeringsgronden die worden genoemd in artikel 2.10 van de Wabo. Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op de activiteit ‘bouwen’ zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.
Overwegingen Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’
Grondslag
In artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wabo is bepaald dat het verboden is zonder
omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met regels ruimtelijke ordening.
Planologische beoordeling
Het project ligt in het gebied waarvoor op 24 juni 2013 de ‘Beheersverordening Buitengebied’ is vastgesteld. Het project ligt in de bestemming besluitvlakken ‘Bestaand’, ‘Ecologische
Hoofdstructuur’ en ‘Archeologie 1’. In het bestemmingsplan Buitengebied heeft de locatie de bestemming Agrarisch gebied.
De aanvraag is in strijd met de bepalingen van het bestemmingsplan buitengebied omdat er voor deze locatie geen agrarisch bouwperceel is aangegeven. In artikel 4.B.1.b van het
bestemmingsplan is bepaald dat bedrijfswoningen binnen een agrarisch bouwperceel gebouwd moeten worden. Voor de zoogkoeienstal is er destijds een omgevingsvergunning verleend met de
activiteiten ‘bouwen’ en ‘gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met regels ruimtelijke ordening’. De bedrijfswoning is in die procedure niet meegenomen.
De planologische strijdigheid, wordt weggenomen door het verlenen van een
omgevingsvergunning met de activiteit ‘gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met regels ruimtelijke ordening’ waarbij toepassing is gegeven aan het bepaalde in Wabo artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º. De aanvraag is voorzien van een ruimtelijke onderbouwing die de
planologische aanvaardbaarheid van de aanvraag aantoont. Voor de nadere overwegingen verwijzen wij naar de ruimtelijke onderbouwing die in de bijlage van deze omgevingsvergunning is toegevoegd.
Er zijn geen bezwaren om de omgevingsvergunning te verlenen.
2. Voorschriften omgevingsvergunning 17040
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
Het (ver)bouwen van een bouwwerk.
- U meldt de start van de werkzaamheden met het formulier “Melding aanvang bouwwerkzaamheden”.
- Bouw- en woningtoezicht geeft dan eerst het straatpeil, de peilhoogte van het bouwwerk, de rooilijnen of de bebouwingsgrenzen aan.
- U meldt ons wanneer het grondwerk klaar is.
- U meldt ons wanneer de wapening, de betonconstructies of de staalconstructies klaar zijn.
- U bouwt in overeenstemming met deze omgevingsvergunning.
- U zorgt ervoor dat de vergunning, de tekeningen en de beschrijvingen op de bouwplaats aanwezig zijn.
- U sluit geen afvoerleidingen voor hemelwater van daken en terreinen aan op het vuilwaterriool.
- Als het bouwwerk gereed is dan meldt u ons dat met het formulier “Gereedmelding bouwwerk”.
- U levert uiterlijk 3 weken voor aanvang van de bouwwerkzaamheden de constructie- tekeningen en berekeningen in bij bouw- en woningtoezicht.
- U verwerkt de eventueel vrijkomende grond op het bouwperceel. Af te voeren grond moet bemonsterd zijn conform het bouwstoffenbesluit (AP04) voor dat het op andere locaties ingezet kan worden als grond.
- De rioolaansluiting moet worden aangelegd op aanwijzing van de medewerkers van de cluster beheer en onderhoud van de gemeente. Zodra de rioolaansluiting is gerealiseerd dient daarvan een tekening te worden ingediend bij de cluster “Beheer en onderhoud” van de gemeente Ameland. Alle kosten voor de rioolaansluiting zijn voor rekening van de vergunninghouder.
Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening.
- Tot een gebruik, strijdig met deze omgevingsvergunning, wordt in ieder geval gerekend het in gebruik nemen van gronden en bouwwerken zonder realisatie en instandhouding van:
o landschappelijke inpassing
Volgens het landschapsplan wordt een strook met opgaande dichte beplanting van es, els, vlier en lijsterbes gerealiseerd aan het noordelijk deel van de westzijde van het plangebied.
Daarnaast wordt op het zuidelijk deel van de westzijde en aan de noordzijde van het
plangebied een losse haag van liguster van minimaal 1,5 meter hoog gerealiseerd. Rondom het plangebied wordt een wal gerealiseerd, met aan de zijde van de weg en naast de hoge bebouwing opgaande dichte beplanting, veldesdoorn, liguster en meidoorn. Verwezen wordt naar gewaarmerkt stuk 11, bijlage 3 van de ruimtelijke onderbouwing getiteld “Tekening landschappelijke inpassing d.d. 23-07-2015”.
