• No results found

Over krop en over leeftijdsveranderingen, knobbels en eigenaardige celgroepjes in de schildklier te Groningen Stibbe, Paul Dagobert

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Over krop en over leeftijdsveranderingen, knobbels en eigenaardige celgroepjes in de schildklier te Groningen Stibbe, Paul Dagobert"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Over krop en over leeftijdsveranderingen, knobbels en eigenaardige celgroepjes in de schildklier te Groningen

Stibbe, Paul Dagobert

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:

1938

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Stibbe, P. D. (1938). Over krop en over leeftijdsveranderingen, knobbels en eigenaardige celgroepjes in de schildklier te Groningen Meppel: Boom

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

Download date: 11-02-2018

(2)

n in het Zuidoosten en oogveen. Bij bewoners

practisch geen struma

normaal groote schild­

~ van Basedow, overal

de zeekleistrook. komt ater voor; de weinige I zijn, wijzen erop, dat

nader en uitgebreider n zand- en hoogveen­

f

uit te maken, of de I voorkomen van krop

S A tv1 E N V A TTl N G.

In de eersie 3 hoofdstukken van dit proefschrift wordt een over­

zicht gegeven van den bouw der normale schildklier en van de veranderingen. die dit orgaan in den loop van het leven ondergaat.

Het maleriaal hiervoor is afkomstig van de routine-obducties in het Pathologisch Anatomisch Laboratorium te Groningen. 300 Schild­

klieren van volwassenen en 85 van kinderen zijn nauwkeurig macro­

scopisch en microscopisch onderzocht.

De verschillende opvattingen over den histologischen bouw van de normale schildklier worden besproken. Sommigen nemen aan, dat aile follikels met elkaar zouden communiceeren. anderen. dat zij afzonderlijke gesloten blaasjes zouden zijn. Ook over het voor­

komen van cellen. die niet tot den wand der follikels behooren, is nog allerminst eenstemmigheid bereikt. Het is dan ook nog geens­

zins mogelijk. zich een zeker oordeel over den microscopischen bouw van dit orgaan te vormen.

Aan de hand van het onderzoek van 85 kinderschildklieren word!

een overzicht gegeven van de veranderingen, welke he! orgaan vanaf de geboorte tot den twintigjarigen leeftijd ondergaat. Bij pas­

geborenen Ireft men gewoonlijk een massieve schildklier aan, zonder folliculairen bouw. Hoogstwaarschijnlijk is dit evenwel een drogbeeld, daar schildklieren, die onmiddellijk na het overlijden worden ge­

fixeerd. wei degelijk uit blaasjes zijn samengesteld.

He! normaIe gewicht der schildklier van een neonatus varieert tusschen 1 en 3 gram. Aigemeen worden de organen, die meer wegen. als ziekelijk vergroot beschouwd. hoewel sommigen pas bij gewichten van meer dan 6 gram van "krop" spreken. Steeds moet men bedenken, dat het schildkliergewicht bij pasgeborenen aan­

zienlijk kan toenemen tengevolge van sterke hyperaemie, zonder dat het parenchym daarbij vermeerderd behoeft te zijn.

Soms zijn de cellen van het follikel-epitheel opvallend gr~~t. De beteekenis van deze groote cellen, welke ook door anderen bij kin­

deren zijn gevonden, is niet bekend.

Na de geboorte daalt aanvankelijk het gewicht van de schild­

klier. maar reeds spoedig treedt een stijging op. die tot het twintigste levensjaar voortduurt. Vanaf het vierde tot het twintigste jaar is het gewicht van het orgaan in grammen ongeveer even groot als de leeftijd van het kind jaren bedraagt.

Aan de hand van eenige voorbeelden wordt erop gewezen. dat de groeiwijze van de schildklier niet op aile leeftijden gelijk is. Veer de puberteit geschiedt de groei hoofdzakelijk door vergrooting van de reeds bestaande blaasjes. Beelden. die wijzen op vermeerdering van foHikels door deeling, of door afsnoering van kleinere uit groo­

t

(3)

,

. tere, worden v66r deze periode slechts uiterst zelden waargenomen.

Bij zuigelingen zijn aile cellen in den wand der follikels ongeveer gelijk, maar reeds spoedig treedt hierin differentiatie op. Kleuters, kinderen in de puberleit en volwassenen hebben dikwijls aan een zijde van de follikels zeer hooge cellen met dicht opeenliggende donkere kernen. Hoogstwaarschijnlijk heeft in dit zoogenaamde

"proliferatie-epitheel" de celvermeerdering plaats, welke noodza­

kelijk is voor den groei der follikels.

Hoewel de blaasjes tijdens de puberteit niet meer groeien, neemt het gewicht van de schildklier toch nog iets toe. In de coupes worden in deze periode, evenals bij volwassenen, dikwijls beelden waarge­

nomen, die wijzen op afsnoering van klein ere blaasjes uit grootere, juist op de plaatsen waar het proliferatie-epitheel ligt. De toename van he! gewicht van de schildklier in de puberteit moet dus in hoofd­

zaak worden toegeschreven aan een vermeerdering der follikels.

Tijdens den volwassen leeftijd daalt hel gewichl van de schild·

klier slechts langzaam, terwijl daarentegen de gemiddelde diameter der blaasjes sterk atneemt. Ook in deze periode vindt men dikwijls afsnoering van kleinere follikels uil grootere. Het lijkt alsof het kleiner worden der follikels ten deele door een vermeerdering van hun aantal wordt gecompenseerd.

De schildklier bereikt haar maximale gewicht (23,8 gram) Ius­

schen het twintigste en dertigste levensjaar. Daarna daalt zij lang·

zaam {ot gemiddeld 18,4 gram op hocgen leeftijd. De zoogenaamde levenscurve, welke het wisselen van het gewicht op de verschillende leeftijden in beeld brengt, ligl voor Groningen op hetzelfde niveau als v~~r andere streken, waar weinig krop voorkomt.

De ievenscurve van schildklieren uit een kroprijk gebied, welke op een hooger niveau ligl, toont soms een verheffing, zoowel in de puberteit, als dikwijls in het senium, In kroparme streken mist de curve deze verheffingen.

Teneinde het gewicht van net normale orgaan te bepalen zijn de schildklieren, onafhankelijk van hun grooite, in 3 groepen ver­

deeld:

1. groep D, schildklieren, waarin geen knobbels of andere af·

wijkingen zijn aangetroHen;

2. groep K, schildklieren met knobbels;

3. groep schildklieren, waarin afwijkingen van aUeriei aard (tumormetastases, onlstekingen etc.), zijn gevonden, welke verder niet besproken worden.

De levenscurve der schildklieren van groep D ligl lager dan die van hel niet gesorteerde maieriaal, terwijl die van de knobbelige klieren daarentegen hooger ligt.

Daar de meeste schildklieren in groep D minder dan derlig gram wegen, wordt dit gewicht als grens aangenomen, waarboven men van "krop" zal moelen spreken. De benedengrens van het narmale schildkliergewicht ligt bij twaalf tot vijftien gram.

In hoofdstuk IV w welke onder het Gror voor te komen als • schildklierknobbels Ie Iwee groepen ingede 1, de gezwellen 2. de "dysplasiee De dysplasieen ~ en gedeeltelijk oak in de gezwellen gereker woekeringen, welke elders in hel orgaan t chym leidt.

De dysplasieen or in sterke mate kleine in de holte van den "I

tenslotte geheel opvul teit voorkomen, word ling, dat de vorming klier pas van deze pe

De oorsprong del kleine kiemen, die II stemmen met de groc adenoomkiemen op ~ bekend.

Ais toevallige VOl

worden in hoofdstuk van in de litteratuur Get z 0 w a en doo schildkliertjes, doch ~ deze orgaantjes, da! h b e r t daarentegen ~ adenoomkiemen, terw schildklier·epitheel bE onbevredigend.

De celhoopjes lig, bijschildklierljes, en d genen aard zouden z branchiale lichaam. D Get z 0 w a, die de c celgroepen, waarvan : Daar deze celhool wezig zijn en he! ze aard zouden zijn, wor een norma ai, regelm, zouden vormen.

(4)

zelden waargenomen.

I der follikels ongeveer

~rentiatie op. Kleuters, bben dikwijls aan een t dicht opeenliggende in dit zoogenaamde plaats, welke noodza­

~t meer groeien, neemt

~. In de coupes worden

<wijls beelden waarge­

e blaasjes uil grootere.

theel ligt. De toe name rteit moet dus in hoofd­

!rdering der follikels.

gewicht van de schild­

~ gemiddelde diameter lode vindt men dikwijls

~et lijkt alsof het kleiner ermeerdering van hun

wicht (23,8 gram) tus­

Daarna daalt zij lang­

~ftijd. De zoogenaamde cht op de verschillende en op hetzelfde niveau )orkomt.

kroprijk gebied, welke verhelling, zoowel in kroparme streken mist

)rgaan te bepalen zijn ltte, in 3 groepen ver­

knobbels of andere af­

gen van allerlei aard zijn gevonden, welke

ep D ligt lager dan die lie van de knobbelige

ninder dan dertig gram )men, waarboven men Igrens van het normale ram.

109

In hoofdstuk IV worden de knoi:Jbels in de schildklier besproken, welke onder het Groningsche materiaal ongeveer even vaak schijnen voor te komen als elders in Nederland. Hoewel sommigen aile schildklierknobbels tot de gezwellen rekenen, worden ze hier in twee groepen ingedeeld:

1. de gezwellen (adenomen)j

2. de "dysplasieen" ("nodulaire hyperplasieen").

De dysplasieen worden, wegens haar overeenkomst in bouw en gedeeltelijk ook in functie mel normaal schildklierweefsel, niet tot de gezwellen gerekend; ze worden opgevat als foutieve, plaalselijke woekeringen, welke ontstaan onder invloed van den prikkel, die elders in hel orgaan tot een normale vermeerdering van het paren­

chym leidt.

De dysplasieen ontwikkelen zich uit het proIHeratie-epitheel, dat in sterke mate kleine follikeltjes vormt, welke eerst als een schijf in de holle van den "moederfollikel" gaan uitpuilen, totdal zij dezen tenslotte geheel opvullen. Daar deze dysplasieen niet v66r de puber­

teit voorkomen, wordt hierin een steun gevonden voor de opvat­

ting, dat de vorming van nieuwe follikels ook in de normale schild­

klier pas van deze periode al kan plaatshebben.

De oorsprong der adenomen wordt gezocht in microscopisch kleine kiemen, die in bouw en eigenschappen geheel overeen­

stemmen met de grootere adenoomknobbels. Uit welke cellen deze adenoomkiemen op hun beurt ontstaan, is nog niet met zekerheid bekend.

Als toevallige vondst bij de bovenvermelde onderzoekingen worden in hoofdstuk V eigenaardige celhoopjes beschreven, waar­

van in de litieratuur nog slechts weinig bekend is. Zij zijn door Get z 0 w a en door M i c h a u d opgevat als weefsel van bij­

schildkliertjes, doch hun bouw is zoo geheel anders dan die van deze orgaantjes, dat hun verklaring weinig waarschijnlijk \ijkt. Rib­

be r t daarentegen heeft de celgroepen opgevat als aangeboren adenoomkiemen, terwijl Bas ten i e ze als metaplastisch veranderd schildklier-epitheel beschouwt. AI deze verklaringen zijn echter onbevredigend.

De celhoopjes liggen steeds in de omgeving van de bovenste bijschildkliertjes, en daarom wordt vermoed, dat zij van branchio­

genen aard zouden zijn, ja, misschien wei een rest van het ultimo­

branchiale lichaam. Deze hypothese vindt steun in de vondsten van Get z 0 w a, die de celhoopjes aantrof in nauw verband met andere celgroepen, waarvan zij de branchiogene herkomst bewezen achtte.

Daar deze celhoopen ongetwijfeld dikwijls in de schildklier aan­

wezig zijn en het zeer onwaarschijnlijk is, dat zij van ziekelijken aard zouden zijn, wordt de veronderstelling uitgesproken, of zij niet een normaal, regelmatig voorkomend bestanddeel van da orgaan zouden vormen.

(5)

110

In hoofdstuk VI tenslotte worden de uitkomsten van eenige geo­

pathologische onderzoekingen meegedeeld. Hoewel bij het vooraf­

gaande van de stilzwijgende veronderstelling is uitgegaan, dat het materiaal uit aile deelen van het onderzochte gebied in gelijke mate arkomstig zou zijn, moet thans met nadruk de aandacht gevestigd worden op het Teit, dat de vergroote schildklieren hoofdzakelijk komen uit een gebied in het Zuidoosten van de provincie Groningen en het Zuiden en Zuidoosten van Drenthe, waar de bodem grooten­

deels uit hoogveen bestaat. In de stad Groningen zijn eveneens vrij veel personen met lichte struma gevonden, maar de zware vormen ontbreken hier. Zoowel de bewoners van het zeekleigebied in het Noorden van Groningen en Friesland als die van de diluviale zand­

gronden hebben slechts zelden struma; ernstige vormen van krop zijn bij hen niet gevonden.

Het is algemeen bekend, dat de dagelijksche opname van jodium in het zeekleigebied zeer hoog is, terwijl de weinige beschik­

bare gegevens over het Zuidoosten van Drenthe erop wijzen, dat de bevolking hier veel minder van deze stol opneemt. Ook de in­

woners van de stad Groningen krijgen per dag slechts een matige hoeveelheid jodium.

t.en onderzoek naar de woonplaatsen van 113 patienten, die een slrumectomie hadden ondergaan, leidde tot dezelfde resultalen.

Hierbij werd onderscheid gemaakt tusschen:

1. "echte" krop: struma diHusa colloides en struma dysplastica, zonder of met geringe toxische verschijnselen;

2. ge'isoleerde knobbels: adenomen en dysplasieen in schild­

klieren van overigens normale grootte;

3. struma Basedowiana.

Operatief behandelde lijders aan "echte" krop zijn hoofdzakelijk afkomslig uit het Zuiden en Z',lidoosten van Drenthe, dus uit het hoogveengebied.

De woonplaatsen der patienten bij wie een knobbel werd ver­

wijderd en van degene, die een struma Basedowiana hadden, liggen evenwel diffuus verspreid over het geheele onderzochte gebied. Bij bewoners van de stad Groningen zijn slechts weinig strumectomieen verricht, hoewel in het sectiemateriaal verscheidene Bchte schild klier­

vergrootingen bij hen zijn gevonden.

Het is dus noodzakelijk om bij een onderzoek naar de veel­

vuldigheid van struma in een bepaald gebied een onderscheid te maken tusschen de diffuse en difluus knobbelige vergrootingen van de schildklier eenerzijds en de aanwezigheid van knobbels in een schildklier van overigens normale grootte anderzijds.

In the first three ( of the structure of the this organ undergoe:

provided by the routi cal-Anatomical Labor 85 of children have microscopically.

The different opi normal thyroid are d communicate with E

separate closed ves belonging to the wall:

So it is impossible a:

scopical structure of With reference Ie account is given

01

tl age of twenty. With thyroid gland without is a delusion, as thy certainly composed 0

The normal weig one to three grammE considered to be mo

"goitre" only when One should always child ren' s thyroids IT

strong hyperaemia w Sometimes the CE

The significance of tl with children, is not M

After birth the WE

an increase presents i the fourth until the tw, is about the same as

With reference to oT growth of the thyr growth takes place I already in existence.

by division or by bud before this period. \.fy are more or less aliM adolescents and adu

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als na de eerste operatie duidelijk is dat het om een kwaadaardige knobbel gaat, kan een tweede operatie nodig zijn om de andere helft van de schildklier te verwijderen.. Dit heet

Afhankelijk van de reden waarom u geopereerd moet worden, kan het nodig zijn de schildklier geheel of gedeeltelijk te verwijderen.. Verschillende

© Oecumenische basisgemeente De Duif, Amsterdam – www.deduif.net - info@deduif.net Deze tekst is bedoeld voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, zoals voor studiedoeleinden1.

Dwars door deze verwijten heen loopt nog een andere kritieklijn die wil dat Duitsland intussen niet meer echt ‘Europees’ is, maar gewoon zijn eigen belangen behartigt en daarmee

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor

Waarom heeft Gartner in zijn onderzoek niet naar de kwaliteit van de broncode gekeken, waarom heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken hier niet naar gevraagd en waarom is het

Maar men zal zich niet licht bedriegen, als men het met al zulke mensen maar eens voor vast houdt, dat zij alles, wat zij nu in 't werk stellen, meer doen, om hun

Tijdens deze behandeling wordt het vocht uit de cyste gezogen.. Vervolgens wordt de