• No results found

ISSN EUROPESE REKENKAMER. Speciaal verslag nr. 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ISSN EUROPESE REKENKAMER. Speciaal verslag nr. 3"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2009

DE DOELTREFFENDHEID VAN UITGAVEN UIT HOOFDE VAN STRUCTURELE MAATREGELEN MET BETREKKING TOT AFVALWATERBEHANDELING VOOR DE

PROGRAMMERINGSPERIODEN 19941999 EN 20002006

REKENKAMER

Speciaal v erslag nr . 3

GRONDWATER EN BODEM AANTASTEN. DAAROM HEEFT DE EU EEN SERIE RICHTLIJNEN VASTGESTELD EN OOK DE BOUW VAN STEDELIJKE WATERZUIVERINGSINSTALLATIES GECOFINANCIERD. IN DIT VERSLAG ANALYSEERT DE REKENKAMER OF DOOR DE EU GECOFINANCIERDE ZUIVERINGSINSTALLATIES TOEREIKENDE PRESTATIES BIJ DE BEHANDELING VAN AFVALWATER LEVEREN EN OF HET DOOR DE INSTALLATIES GEPRODUCEERDE SLIB GOED WORDT GEBRUIKT. OOK DE ROL VAN DE COMMISSIE WORDT ONDERZOCHT.

EUROPESE REKENKAMER

NL

ISBN 978-92-9207-258-2

(2)

Gratis publicaties:

• bij de EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu);

• bij de vertegenwoordigingen en delegaties van de Europese Commissie. U vindt

de contactgegevens op http://ec.europa.eu of u kunt ze per fax aanvragen op

+352 2929-42758.

(3)

UITGAVEN UIT HOOFDE VAN STRUCTURELE MAATREGELEN MET BETREKKING TOT

AFVALWATERBEHANDELING VOOR DE PROGRAMMERINGSPERIODEN 19941999 EN 20002006

(uitgebracht krachtens artikel 248, lid 4, tweede alinea, EG)

(4)

EUROPESE REKENKAMER 12, rue Alcide De Gasperi 1615 Luxemburg LUXEMBURG

Tel. +352 4398-45410 Fax +352 4398-46430 E-mail: euraud@eca.europa.eu Internet: http://www.eca.europa.eu

Speciaal verslag nr. 3 2009

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu).

Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.

Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 2009

ISBN 978-92-9207-258-2

© Europese Gemeenschappen, 2009 Overneming met bronvermelding toegestaan

Printed in Belgium

(5)

Paragraaf

VERKLARENDE WOORDENLIJST

IX SAMENVATTING

114 INLEIDING

14 MILIEUACHTERGROND

513 EUBESTUUR EN COFINANCIERING

14 PERCENTAGE AGGLOMERATIES WAARVAN HET AFVALWATER BEHANDELD WORDT

1519 REIKWIJDTE EN AANPAK VAN DE CONTROLE

2056 OPMERKINGEN

2028 LEVEREN DOOR DE EU GECOFINANCIERDE ZUIVERINGSINSTALLATIES TOEREIKENDE PRESTATIES BIJ DE BEHANDELING VAN AFVALWATER?

2021 ACHTERGROND

22 DE MEESTE ZUIVERINGSINSTALLATIES WERKTEN MET EEN PASSENDE CAPACITEIT … 23 … MAAR EEN AANTAL ZUIVERINGSINSTALLATIES WERD DUIDELIJK ONDERBENUT … 24 … EN ÉÉN ZUIVERINGSINSTALLATIE HAD ONVOLDOENDE CAPACITEIT

2526 EEN GROTE MEERDERHEID VAN ZUIVERINGSINSTALLATIES PRODUCEERDE EFFLUENT DAT VOLDOET AAN DE EUVEREISTEN

2728 MONITORING VAN DE KWALITEIT VAN EFFLUENT: OVER HET ALGEMEEN ZIJN DE PRESTATIEGEGEVENS AANVAARDBAAR, MAAR ER ZIJN VERBETERINGEN MOGELIJK

2938 WORDT HET DOOR DE ZUIVERINGSINSTALLATIES GEPRODUCEERDE SLIB GOED GEBRUIKT?

2930 ACHTERGROND

3133 TWEE DERDE VAN DE GECONTROLEERDE ZUIVERINGSINSTALLATIES VOERDE ZUIVERINGSSLIB AF OVEREENKOMSTIG DOOR DE EU AANBEVOLEN PRAKTIJKEN

34 BEVREDIGENDE RESULTATEN GELET OP DE VEREISTEN VAN DE RICHTLIJN INZAKE ZUIVERINGSSLIB 3536 HERZIENING VAN DE RICHTLIJN?

3738 MONITORING VAN SLIBAFVOER: MOGELIJKHEDEN TOT VERBETERING BIJ DE INSTALLATIES EN BIJ DE TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN VAN DE LIDSTATEN

3956 VERVULT DE COMMISSIE HAAR ROL?

3940 ACHTERGROND

4145 BEHOEFTE AAN CONSISTENTIE BIJ PROJECTBEOORDELING 4648 BEHOEFTE AAN BETERE MONITORING VAN DE RESULTATEN

4956 DE EUMILIEUBEGINSELEN MOETEN BETER IN AANMERKING WORDEN GENOMEN

5766 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

5860 AFVALWATERBEHANDELING

6163 BEHANDELING EN AFVOER VAN ZUIVERINGSSLIB 6466 DOELTREFFENDHEID VAN DE ROL VAN DE COMMISSIE

BIJLAGE  SYSTEEM VOOR DE BEHANDELING VAN STEDELIJK AFVALWATER ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

(6)
(7)

Agglomeratie: Gebied waar de bevolking en/of de economische activiteiten voldoende geconcentreerd zijn om stedelijk afvalwater op te vangen en naar een stedelijke waterzui- veringsinstallatie of een definitieve lozingsplaats af te voeren.

Cohesiefonds: Instrument waarmee de economische en sociale cohesie wordt bevorderd door de financiering van projecten op het gebied van milieu en vervoer in lidstaten met een BNP per hoofd van de bevolking van minder dan 90 % van het gemiddelde in de Gemeen- schap. Het Cohesief onds werd oorspronkelijk in Spanje, Griekenland, Ierland en Portugal uitgevoerd. Sinds 1 januari 2004 komt Ierland niet meer in aanmerking.

Doeltreffendheid: Verhouding tussen de behaalde resultaten en de gestelde doelen.

Effluent of lozingswater: Behandeld afvalwater dat wordt geloosd in ontvangende wateren van een stroomgebied.

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO): Financieel instrument dat tot doel heeft economische en sociale samenhang tussen de regio’s van de EU te bevorderen.

EFRO-steunmaatregelen worden hoofdzakelijk uitgevoerd door middel van operationele programma’s die een groot aantal projecten omvatten.

Eutrofiëring: Verrijking van het water door nutriënten, vooral stikstof- en fosforverbindin- gen, die een versnelde groei van algen veroorzaakt waardoor het zuurstofgehalte in het water afneemt en inheemse waterplanten, vissen en andere waterfauna verdwijnen.

Inwonerequivalent (i.e.): Kwantificatie van de vervuilingswaarde van afvalwater, uitgedrukt in het „equivalente” aantal personen dat dezelfde mate van vervuiling zou veroorzaken.

Eén i.e. komt overeen met de vervuilingswaarde van afvalwater voortgebracht door één inwoner.

Kaderrichtlijn Water: Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betref- fende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

Kwetsbaar gebied: Waterlichaam of deel van een waterlichaam waarbij het risico op eutro- fiëring aanwezig is. Een deugdelijke indicatie van kwetsbare gebieden is essentieel aangezien hierdoor wordt bepaald wat voor soort afvalwaterbehandeling er moet plaatsvinden om stoffen die eutrofiëring veroorzaken te verminderen. In kwetsbare gebieden zouden stikstof en/of fosfor moeten worden verwijderd.

(8)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

Normaal gebied: Waterlichaam of deel van een waterlichaam waarbij het risico op eutro- fiëring niet aanwezig is.

Onafhankelijke controles: Controles uitgevoerd door onafhankelijke autoriteiten (op natio- naal, regionaal of stroomgebiedniveau) om de kwaliteit van het lozingswater en de samen- stelling van het slib en van de bodem waarnaar het slib wordt afgevoerd te monitoren.

Operationeel programma: Een door de Commissie goedgekeurd document dat de vorm heeft van een samenhangend geheel van prioriteiten die meerjarige maatregelen omvatten. Voor de uitvoering van de prioriteiten kan een beroep worden gedaan op een of meer structuur- fondsen, dan wel op andere financiële instrumenten en de Europese Investeringsbank.

Primaire behandeling: Mechanische fase waarin een eerste scheiding van grote afvaldeeltjes uit het afvalwater plaatsvindt.

Programmeringsperiode: Meerjarenkader waarbinnen de uitgaven voor de structuurfond- sen en het Cohesiefonds worden gepland en gedaan.

Richtlijn inzake stedelijk afvalwater: Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PB L 135 van 30.5.1991, blz. 40).

Richtlijn inzake zuiveringsslib: Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betref- fende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zui- veringsslib in de landbouw (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 6).

Secundaire behandeling: Biologische fase waarin afvalwater wordt behandeld om biologisch afbreekbare organische verontreinigende stoffen te verwijderen.

Stedelijke waterzuiveringsinstallatie: Inrichting waarin een serie behandelingsprocessen plaatsvindt om het vervuilingsniveau van ontvangen afvalwater van stedelijke agglomeraties vóór de lozing in ontvangende wateren tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.

Stroomgebied: Gebied vanwaar al het over het oppervlak lopende water via een reeks stro- men, rivieren en eventueel meren door één riviermond, estuarium of delta in zee stroomt.

(9)

Structurele maatregelen: In dit verslag: steunmaatregelen in het kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds.

Tertiaire behandeling: Biologische/chemische fase die wordt doorlopen indien dat noodza- kelijk is om de concentratie nutriënten in het behandelde afvalwater te verminderen voordat het wordt geloosd in ontvangende wateren met het risico van eutrofiëring.

Voorzorgsbeginsel: Het voorzorgsbeginsel bepaalt dat als een handeling of beleid ernstige of onomkeerbare schade kan toebrengen aan mens of milieu en als er geen wetenschap- pelijke overeenstemming bestaat dat er geen schadelijke gevolgen optreden, de bewijslast berust bij de voorstanders van de actie. In sommige rechtsstelsels, waaronder het Europese recht, is het voorzorgsbeginsel ook een algemeen en bindend rechtsbeginsel.

Zelfcontroles: Controles die de operator regelmatig uitvoert in het kader van het dagelijks functioneren van een stedelijke waterzuiveringsinstallatie om de kwaliteit van het lozings- water en de samenstelling van het slib te monitoren.

(10)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

I .

Afvalwater en zuiveringsslib van stedelijke a g g l o m e r a t i e s k a n d e k w a l i t e i t v a n E u r o - p a ’ s m e r e n , r i v i e r e n , k u s t w a t e r e n , b o d e m en grondwater aantasten. Daarom heeft de EU een serie richtlijnen vastgesteld en heeft z i j o o k d e b o u w v a n s t e d e l i j k e w a t e r z u i v e - ringsinstallaties uit het Cohesiefonds en het EFRO gecofinancierd. Dit heeft het percen- t a g e v a n d e s t e d e l i j k e b e v o l k i n g w a a r v a n het afvalwater wordt behandeld, significant verhoogd.

I I .

De controle van de Rekenkamer was gericht o p i n s t a l l a t i e s d i e d o o r h e t C o h e s i e f o n d s en het EFRO in de programmeringsperioden 1994-1999 en 2000-2006 zijn gefinancierd in Spanje, Portugal, Griekenland en Ierland, die goed waren voor het merendeel van de uit- gaven op dit gebied. De controleconclusies in dit verslag zijn gebaseerd op een onder- z o e k v a n d e b e h e e r s - e n c o n t r o l e s y s t e m e n bij de Commissie en op een beoordeling van d e p r e s t a t i e s v a n 7 3 z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s . Daarnaast is ook gekeken naar de afvoer van zuiveringsslib als bijproduct van de afvalwa- terbehandeling en naar de rol van de Com- missie op het gebied van afvalwater.

I I I .

D e R e k e n k a m e r k w a m t o t d e c o n c l u s i e d a t structurele maatregelen over het algemeen hebben bijgedragen tot een verbetering van de afvalwaterbehandeling in de vier gecon- troleerde lidstaten.

I V .

Over het algemeen presteerden zuiverings- i n s t a l l a t i e s d i e w e r d e n g e c o f i n a n c i e r d i n het kader van structurele maatregelen naar b e h o r e n . S o m m i g e w e r k t e n e c h t e r o n d e r hun capaciteit en in een minderheid van de gevallen werd niet voldaan aan de Europese e i s e n m e t b e t r e k k i n g t o t d e k w a l i t e i t v a n het effluent.

(11)

V .

De Rekenkamer constateerde dat er beter op moest worden gelet dat zuiveringsinstalla- ties goed zijn aangesloten op de riolering en d a t i n d u s t r i e e l a f v a l w a t e r d e v o o r g e s c h r e - ven voorbehandeling heeft ondergaan voor- dat het bij de installaties komt.

V I .

W a t b e t r e f t z u i v e r i n g s s l i b k w a m d e R e k e n - kamer tot de conclusie dat het grootste deel v a n d e g e c o f i n a n c i e r d e z u i v e r i n g s i n s t a l l a - t i e s i n d e v i e r o n d e r z o c h t e l i d s t a t e n s l i b a f v o e r d e n o v e r e e n k o m s t i g d e d o o r d e E U aangemoedigde methoden van hergebruik, t e r w i j l e e n m i n d e r h e i d h a d g e k o z e n v o o r m i n d e r d u u r z a m e , n i e t - h e r g e b r u i k m e t h o - d e n . D a a r n a a s t c o n s t a t e e r d e d e R e k e n k a - mer dat een aantal aspecten op het gebied van het toezicht op slibafvoer verbeterd kan worden.

V I I .

D e h u i d i g e R i c h t l i j n i n z a k e z u i v e r i n g s s l i b d a t e e r t u i t 1 9 8 6 e n b e v a t d u s n o g n i e t d e v o r d e r i n g e n d i e s i n d s d i e n i n h e t v e l d z i j n g e m a a k t . B i j e e n e v e n t u e l e h e r z i e n i n g v a n d e r i c h t l i j n z o u r e k e n i n g m o e t e n w o r d e n g e h o u d e n m e t a l l e k o s t e n e n a l l e v o o r - d e l e n v a n v o o r g e s t e l d e n i e u w e m a a t r e - g e l e n e n d e p o t e n t i ë l e i m p a c t o p a n d e r e EU-beleidsterreinen.

V I I I .

W a t b e t r e f t d e r o l v a n d e C o m m i s s i e i s d e Rekenkamer van mening dat de consistentie b i j d e b e o o r d e l i n g v a n s u b s i d i e a a n v r a g e n v e r g r o o t k a n w o r d e n . D i t k a n w o r d e n v e r - gemakkelijkt door het opstellen van interne richtlijnen en checklists die in het beoorde- lingsproces kunnen worden gehanteerd.

I X .

V e r d e r c o n s t a t e e r d e d e R e k e n k a m e r d a t d e C o m m i s s i e t i j d e n s d e b e o o r d e l i n g v a n de eindverslagen de resultaten beter moet c o n t r o l e r e n a l v o r e n s o v e r t e g a a n t o t u i t - betaling van het saldo van de financiering.

Er moet passende follow-up komen ingeval verplichte informatie niet wordt verschaft of voorziene resultaten niet worden bereikt.

X .

Tot slot overwoog de Rekenkamer dat voor het behoud van een goede ecologische toe- stand van waterlichamen sterker de nadruk moet worden gelegd op de EU-milieubegin- selen dat de vervuiler betaalt en dat veront- reiniging teruggedrongen moet worden bij de bron.

(12)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

1 Artikel 174 van de

geconsolideerde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (PB C 325 van 24.12.2002, blz. 1).

2 Richtlijn 91/271/EEG van de Raad.

3 Artikel 14 van Richtlijn 91/271/

EEG.

4 Richtlijn 86/278/EEG van de Raad.

5 Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad.

M I L I E U  A C H T E R G R O N D

1.

Volgens het Verdrag draagt de Gemeenschap bij tot behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. Haar beleid berust op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel dat de vervuiler betaalt1.

2.

Afvalwater en zuiveringsslib van stedelijke agglomeraties kan de kwaliteit van Europa’s meren, rivieren, kustwateren en grondwater, en ook van de bodem aantasten. De belangrijkste wetgevende instrumenten van de EU op dit gebied zijn:

d e R i c h t l i j n i n z a k e s t e d e l i j k a f v a l w a t e r

a) 2, d i e v o o r s c h r i j f t d a t d e lidstaten ervoor moeten zorgen dat alle agglomeraties, afhanke- lijk van de omvang ervan uiterlijk op 31 december 2000, dan wel 3 1 d e c e m b e r 2 0 0 5 v o o r z i e n z i j n v a n e e n o p v a n g s y s t e e m v o o r stedelijk afvalwater, hetwelk minimaal aan een secundaire behan- deling, en in kwetsbare gebieden aan een tertiaire behandeling moet worden onderworpen. Toereikende afvalwaterbehandeling is gericht op het monitoren van en het terugbrengen tot aanvaard- b a r e n i v e a u s v a n o r g a n i s c h e e n a n o r g a n i s c h e v e r o n t r e i n i g e n d e stoffen, waaronder de stoffen die eutrofiëring van nabijgelegen w a t e r l i c h a m e n k u n n e n v e r o o r z a k e n o f g e z o n d h e i d s r i s i c o ’ s m e t z i c h b r e n g e n v o o r b a d e r s d i e g e b r u i k m a k e n v a n d e z e w a t e r e n . D e r i c h t l i j n v o o r z i e t o o k i n h e r g e b r u i k v a n s l i b a f k o m s t i g v a n zuivering van afvalwater3;

de Richtlijn inzake zuiveringsslib

b) 4, die regels bevat voor de bemon-

stering en analyse van slib en bodem en grenswaarden vaststelt voor de concentraties en de maximale hoeveelheden zware meta- len die jaarlijks in de bodem gebracht mogen worden. De richtlijn heeft tot doel het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw te r e g u l e r e n e n a a n t e m o e d i g e n o p z o d a n i g e w i j z e d a t n a d e l i g e gevolgen voor plantengroei, dier en mens worden voorkomen;

d e K a d e r r i c h t l i j n W a t e r

c) 5, d i e h e t v e i l i g s t e l l e n e n m o n i t o r e n v a n d e k w a l i t e i t v a n w a t e r e n v a n s t r o o m g e b i e d e n e n h u n e c o s y s t e - m e n b e t r e f t . D e z e r i c h t l i j n s c h r i j f t v o o r d a t e r u i t e r l i j k i n 2 0 0 6 classificatiesystemen en een meetnetwerk moeten worden vast- g e s t e l d , d a t e r i n 2 0 0 9 s t r o o m g e b i e d s b e h e e r s p l a n n e n m o e t e n worden gepubliceerd en dat de milieudoelstellingen in beginsel in 2015 moeten zijn bereikt.

(13)

6 Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

7 Artikel 5 van de geconsolideerde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap luidt: „indien en voorzover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt”.

3.

Een beknopt overzicht van het proces van afvalwaterbehandeling en s l i b a f v o e r i s o p g e n o m e n i n d e bijlage i n h e t d i a g r a m „ S y s t e e m v o o r d e b e h a n d e l i n g v a n s t e d e l i j k a f v a l w a t e r ” , v e r g e z e l d v a n e e n toelichting.

4.

Volgens het „Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeen-

s c h a p ”6 i s b e h e e r v a n a f v a l w a t e r e e n p r i o r i t e i t v a n d e E U v o o r d e periode 2002-2012.

E U  B E S T U U R E N C O F I N A N C I E R I N G

5.

Milieubescherming vormt een tussen de lidstaten en de Gemeenschap gedeelde bevoegdheid. Daarom moet elk optreden van de Gemeenschap geschieden in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel7.

6.

Milieurichtlijnen zijn in de hele Unie van toepassing. Het nakomen van d e b e p a l i n g e n e r v a n k a n i n v e s t e r i n g e n v e r g e n d i e v e r s c h i l l e n n a a r gelang van het niveau van afvalwaterbehandeling dat nodig is gezien d e m i l i e u o m s t a n d i g h e d e n i n d e w a t e r l i c h a m e n w a a r h e t e f f l u e n t wordt geloosd en van de benodigde installaties (pompstations, slib- drogers, enz.). Zij kunnen uiteenlopen van minder dan 10 miljoen euro voor een kleine agglomeratie tot meer dan 200 miljoen euro voor een g r o t e s t a d , w a a r b i j d e k o s t e n p e r h o o f d v a n w e g e s c h a a l v o o r d e l e n afnemen naarmate de installatie groter is (zie tekstvak 1).

VOORBEELDEN VAN DOOR DE REKENKAMER BEZOCHTE GECOFINANCIERDE PROJECTEN

In Spanje werd uit het Cohesiefonds een project gecofi nancierd ten behoeve van vier dorpen met een bevolking van 10 000 inwoners. Het bestond uit een stedelijke waterzuiveringsinstallatie voor secundaire en tertiaire behan- deling, 18 kilometer leidingen en zes pompstations. De kosten van het project beliepen 5,5 miljoen euro en de EU kende een subsidie van 4,3 miljoen euro toe.

In Portugal kostte een nieuwe, uit het Cohesiefonds gecofi nancierde installatie 22,8 miljoen euro. Deze installatie, die 250 000 inwoners moest voorzien van een secundair niveau van behandeling en ontsmetting van water, kreeg een EU-subsidie van 19,4 miljoen euro.

In Griekenland cofi nancierde het Cohesiefonds een wezenlijke verbetering van een zuiveringsinstallatie voor een stad met 3,7 miljoen inwoners: van primaire naar secundaire en tertiaire behandeling. De kosten van het project bedroegen 202,2 miljoen euro en de EU kende een subsidie van 135,0 miljoen euro toe.

T E K S T V A K 1

(14)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

7.

De kosten voor de bouw van zuiveringsinstallaties komen in aanmer- king voor steun in het kader van structurele maatregelen. In regio’s v a n d o e l s t e l l i n g 1 k a n h e t s t e u n p e r c e n t a g e o p l o p e n t o t 8 5 %8. I n totaal bedroeg de financiële steun van de EU 10,6 miljard euro in de p r o g r a m m e r i n g s p e r i o d e 2 0 0 0 - 2 0 0 69, w a a r b i j v i e r l i d s t a t e n ( S p a n j e , P o r t u g a l , G r i e k e n l a n d e n I e r l a n d ) g o e d w a r e n v o o r m e e r d a n 5 0 % van de uitgaven. Voor de programmeringsperiode 2007-2013 is een totaalbedrag van 13,9 miljard euro toegewezen, waarvan 9,1 miljard euro voor de 12 nieuwe EU-lidstaten.

8.

Twee directoraten-generaal binnen de Europese Commissie hebben een b e l a n g r i j k e r o l b i j d e g o e d k e u r i n g v a n e n h e t t o e z i c h t o p d e a f v a l - w a t e r - e n z u i v e r i n g s s l i b p r o j e c t e n : h e t d i r e c t o r a a t - g e n e r a a l M i l i e u (DG ENV) en het directoraat-generaal Regionaal beleid (DG REGIO).

9.

DG ENV is verantwoordelijk voor het milieubeleid van de EU op het g e b i e d v a n a f v a l w a t e r z u i v e r i n g . H e t m o e t t o e z i c h t h o u d e n o p d e prestaties van de zuiveringsinstallaties wat betreft de kwaliteit van het geloosde water en de afvoer van slib. Het moet indien nodig ook inbreukprocedures starten.

10.

DG REGIO is verantwoordelijk voor de EU-begroting op het gebied van regionaal beleid via gedeeld beheer met de lidstaten. Zuiveringsin- stallaties worden in dit beleid gecofinancierd door middel van twee financieringsinstrumenten: het Cohesiefonds en het EFRO10.

11.

De Commissie kijkt alle aanvragen na die lidstaten hebben ingediend voor Cohesiefondsprojecten en grote EFRO-projecten11 om te verzekeren d a t d e z e g o e d z i j n i n g e v u l d e n d a t d e E U - r i c h t l i j n e n w o r d e n n a g e - leefd. De Commissie biedt de lidstaten begeleiding bij het aanvragen van steun in haar „Guide to the Cohesion Fund 2000-2006” (Gids voor h e t C o h e s i e f o n d s 2 0 0 0 - 2 0 0 6 ) . D G R E G I O m o e t d e k w a l i t e i t v a n d e afzonderlijke te financieren projecten onderzoeken en daarbij voor zover nodig andere directoraten-generaal (in het bijzonder DG ENV) raadplegen.

8 Doelstelling 1 bevordert de ontwikkeling en structurele aanpassing van regio’s met een ontwikkelingsachterstand (het BBP per hoofd is minder dan 75 % van het EU-gemiddelde). Twee derde van de maatregelen uit hoofde van de Structuurfondsen had betrekking op doelstelling 1, die bijna 20 % van de totale bevolking van de Unie raakt. In de programmeringsperiode 2000-2006 is het maximale steunpercentage in deze regio’s 75 % voor EFRO-projecten en 85 % voor Cohesiefondsprojecten.

9 Bij de Commissie is geen informatie beschikbaar over de programmeringsperiode 1994-1999 omdat gegevens met betrekking tot het EFRO over die periode alleen beschikbaar waren op het niveau van de lidstaten.

10 De cofi nanciering van zuiveringsinstallaties werd voor kandidaat-lidstaten ook goedgekeurd op basis van het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA). Bij de toetreding werden deze projecten omgezet in Cohesiefondsprojecten.

11 Voor de programmeringsperiode 1994-1999 waren „grote projecten”

„die waarvan de totale kosten die voor de vaststelling van de communautaire bijstand in aanmerking worden genomen als algemene regel meer dan 25 miljoen Ecu voor investeringen in infrastructuur of 15 miljoen Ecu voor produktieve investeringen bedragen”. Voor de programmeringsperiode 2000-2006, zag de defi nitie van „grote projecten”

op projecten „waarvan de totale voor de bepaling van de bijdrage van de fondsen in aanmerking genomen kosten hoger zijn dan 50 miljoen euro”. Voor de periode 2007-2013 is de drempel voor milieuprojecten 25 miljoen euro.

(15)

12.

Het besluit om een project te cofinancieren bepaalt het toegekende bedrag en de voorwaarden die vervuld moeten worden. Na voltooi- i n g v a n C o h e s i e f o n d s p r o j e c t e n m o e t d e b e g u n s t i g d e , t e n e i n d e h e t s a l d o v a n d e s t e u n t e o n t v a n g e n , e e n e i n d v e r s l a g i n d i e n e n w a a r i n is beschreven welke werkzaamheden zijn uitgevoerd en waarin een e e r s t e b e o o r d e l i n g w o r d t g e g e v e n o v e r d e v r a a g o f d e v o o r z i e n e resultaten zijn bereikt12. Voor grote EFRO-projecten schrijft de veror- dening geen specifieke eindverslagen voor, maar de verslagen over de operationele programma’s waarin grote projecten zijn opgenomen moeten een hoofdstuk met aparte informatie daarover bevatten.

13.

Wat betreft andere EFRO-projecten is de rol van de Commissie beperkt tot de beoordeling en goedkeuring van de operationele programma’s in plaats van afzonderlijke projecten.

P E R C E N T A G E A G G L O M E R A T I E S W A A R V A N H E T A F V A L W A T E R B E H A N D E L D W O R D T

14.

Gedeeltelijk als gevolg van de inwerkingtreding van de richtlijn inzake stedelijk afvalwater en de aanzienlijke financiële steun van de EU13 is het gedeelte van de stedelijke bevolking dat wordt bediend door installaties met secundaire en tertiaire behandeling (zie definitie in de bijlage) significant gestegen. De stijging is zeer markant in de vier lidstaten die meer dan 50 % van de EU-uitgaven ontvingen voor de tenuitvoerlegging van de behandeling van stedelijk afvalwater voor de programmeringsperiode 2000-2006 (tabellen 1 en 2).

12 Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1265/1999 (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 62).

13 In de vier bezochte lidstaten werd meer dan 50 % van de financiële middelen nodig voor de behandeling van stedelijk afvalwater verschaft door de EU.

(16)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

EVOLUTIE VAN HET PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING VAN STEDELIJKE AGGLOMERATIES DAT WERD BEDIEND DOOR ZUIVERINGSINSTALLATIES MET SECUNDAIRE BEHANDELING

Lidstaat Begin van de programme- ringsperiode 1994-1999

Eind van de programme- ringsperiode 2000-2006

Ierland1 20 % (1994) 87 % (2006)

Spanje2 41 % (1995) 77 % (2005)

Portugal3 32 % (1994) 80 % (2006)

Griekenland4 < 20 % (1994) 85 % (2005)

1 Environmental Protection Agency (EPA) (Bureau voor milieubescherming) — Office of Environmental Enforcement, Urban Waste Water Discharges in Ireland (Afdeling Milieuhandhaving, lozingen van stedelijk afvalwater in Ierland) — Rapporten over de jaren 2002-2003 en 2004-2005. De cijfers voor 2006 werden aangeleverd door het Department of Environment, Heritage and Local Government (ministerie van Milieubeheer, Erfgoed en Lokaal Bestuur).

2 De gegevens voor 1995 zijn gebaseerd op het verslag dat Spanje krachtens artikel 16 van de richtlijn inzake stedelijk afvalwater aan de Commissie heeft gestuurd (oktober 2004) en het percentage voor 2005 betreft een schatting van het ministerie van Milieubeheer.

3 Strategisch plan voor water en afvalwaterbehandeling (2007-2013).

4 Schatting van het ministerie van Milieubeheer — Centraal wateragentschap.

T A B E L 1

EVOLUTIE VAN HET PERCENTAGE VAN DE BEVOLKING VAN STEDELIJKE AGGLOMERATIES IN KWETSBARE GEBIEDEN DAT WERD BEDIEND DOOR ZUIVERINGSINSTALLATIES MET SECUNDAIRE EN TERTIAIRE BEHANDELING

Lidstaat Begin van de programmerings- periode 1994-1999 (1995)1

Eind van de programme- ringsperiode 2000-2006

Ierland 2 % 8 % (2006)2

Spanje 3 % 84 % (2005)3

Portugal 0 % 63 % (2005)4

Griekenland 6 % 55 % (2006)5

1 OECD Environmental Data (Milieugegevens van de OESO) (Compendium 2006).

2 Voor 2006, Environmental Protection Agency (EPA) (Bureau voor milieubescherming); het ministerie van Milieubeheer schat dat het percentage in 2009 zal stijgen tot 80 %.

3 Ministerie van Milieubeheer.

4 Het Instituto da Água I. P. (INAG I. P.) heeft geschat dat het percentage in 2008 zal stijgen tot 78 %.

5 Ministerie van Milieubeheer — Centraal wateragentschap. Het percentage is in 2007 tot 97 % gestegen.

T A B E L 2

(17)

15.

De belangrijkste doelstelling van de controle was om de doeltreffendheid te beoordelen van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen met betrekking tot afvalwaterbehandeling voor de programmerings- perioden 1994-1999 en 2000-2006.

16.

De Rekenkamer ging in op de volgende vragen:

Leveren door de EU gecofinancierde zuiveringsinstallaties toerei- a)

kende prestaties bij de behandeling van afvalwater?

Wordt het door de zuiveringsinstallaties geproduceerde slib goed b)

gebruikt?

V e r v u l t d e C o m m i s s i e h a a r r o l b i j d e s e l e c t i e v a n p r o j e c t e n , b i j c)

het toezicht op de resultaten door haar analyse van eindverslagen en bij de bevordering van milieubeginselen?

17.

De controle werd uitgevoerd bij de Commissie en in vier lidstaten: Spanje, Portugal, Griekenland en Ierland. Het totaal van de uitgaven van de Gemeenschap voor projecten met betrekking tot afvalwaterbehande- ling in deze lidstaten bedroeg 5,2 miljard euro voor de programme- ringsperiode 1994-1999 en 5,9 miljard euro voor de periode 2000-2006.

De controle werd verricht in de periode mei 2007-maart 2008.

18.

De controle berustte op een beoordeling van de prestaties van een s t e e k p r o e f v a n 7 3 z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s d i e w e r d e n g e c o f i n a n c i e r d gedurende de relevante programmeringsperioden.

19.

De procedures van de Commissie voor goedkeuring van projecten, toezicht en follow-up werden onderzocht. In de lidstaten voerde de Rekenka- mer gesprekken met vertegenwoordigers van de verschillende lokale, regionale en nationale overheden die belast zijn met het ontwerpen, selecteren, exploiteren en controleren van zuiveringsinstallaties. De Rekenkamer bezocht 26 projecten (tabel 3) vergezeld door onafhan- kelijke experts met kennis van zaken op het gebied van exploitatie, onderhoud en controle van zuiveringsinstallaties. Daarnaast werden 4 7 z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s g e c o n t r o l e e r d a a n d e h a n d v a n s t u k k e n . O m r e f e r e n t i e p u n t e n e n b e s t e p r a k t i j k e n t e r z a k e t e b e p a l e n e n t e vergelijken werden de standaarden van een aantal derde landen (VS, Zwitserland, Canada, Australië en Japan) bestudeerd.

(18)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

AFVALWATERZUIVERINGSINSTALLATIES BEZOCHT IN HET KADER VAN DE CONTROLE DOOR DE REKENKAMER: PER LIDSTAAT EN PER FINANCIERINGSBRON

Cohesiefonds EFRO Totaal

Spanje 5 1 6

Portugal 5 1 6

Griekenland 6 0 6

Ierland 6 2 8

Totaal 22 4 26

T A B E L 3

(19)

L E V E R E N D O O R D E E U G E C O F I N A N C I E R D E

Z U I V E R I N G S I N S T A L L A T I E S T O E R E I K E N D E P R E S T A T I E S B I J D E B E H A N D E L I N G V A N A F V A L W A T E R ?

A C H T E R G R O N D

20.

Het doel van de behandeling van huishoudelijk en voorbehandeld indus- t r i e e l a f v a l w a t e r i s o m d e v e r v u i l i n g t e r u g t e b r e n g e n t o t e e n a a n - v a a r d b a a r n i v e a u z o d a t h e t v e i l i g o p g e n o m e n k a n w o r d e n d o o r d e ontvangende waterlichamen. De kwaliteit van het effluent wordt in het oog gehouden door het nemen van watermonsters.

21.

De Rekenmaker onderzocht:

o f d e z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s m e t e e n p a s s e n d e c a p a c i t e i t a)

werkten;

of de kwaliteit van het geproduceerde effluent voldoende was;

b)

o f d e p r e s t a t i e s v a n d e z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s a f d o e n d e w e r d e n c)

gecontroleerd.

D E M E E S T E Z U I V E R I N G S I N S T A L L A T I E S W E R K T E N M E T E E N P A S S E N D E C A P A C I T E I T …

22.

Van de 26 bezochte zuiveringsinstallaties werkten er 18 naar behoren w a t b e t r e f t d e c a p a c i t e i t : d e b e n u t t i n g s g r a a d l a g b o v e n d e 5 0 % . In deze gevallen was de aansluiting van huishoudens en industriële gebruikers op de zuiveringsinstallatie toereikend.

… M A A R E E N A A N T A L Z U I V E R I N G S I N S T A L L A T I E S W E R D D U I D E L I J K O N D E R B E N U T …

23.

Installaties die functioneren op minder dan 50 % van hun capaciteit kunnen worden beschouwd als onderbenut. In de steekproef van de R e k e n k a m e r w e r k t e n z e v e n i n s t a l l a t i e s o p d i e m a n i e r . D e z e o n d e r - benutting kan als volgt worden verklaard14:

14 Twee zuiveringsinstallaties functioneerden op een capaciteit van 35 %, vier rond 40 % en één op 45 %.

(20)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

zes van de zeven gevallen van onderbenutting kwamen voort uit a)

problemen met de voltooiing van het netwerk. Veel huishoudens e n i n d u s t r i ë l e g e b r u i k e r s w e r d e n n i e t a a n g e s l o t e n o p d e z u i v e - ringsinstallaties hoewel deze al vijf jaar of langer in bedrijf waren.

H e t g e v o l g h i e r v a n w a s d a t n i e t a l h e t i n h e t g e b i e d g e p r o d u - ceerde afvalwater werd behandeld;

d e a n d e r e i n s t a l l a t i e f u n c t i o n e e r d e o p e e n c a p a c i t e i t d i e l a g e r b)

was dan gepland vanwege een verlies aan lokale industrieën. Dit leidde tot een drastische vermindering van de hoeveelheid water die werd aangeboden voor behandeling.

… E N É É N Z U I V E R I N G S I N S T A L L A T I E H A D O N V O L D O E N D E C A P A C I T E I T

24.

Eén installatie werkte op volle capaciteit vanwege de onverwacht snelle e c o n o m i s c h e g r o e i v a n d e b e t r o k k e n r e g i o . A l s g e v o l g d a a r v a n b e s c h i k t e d e z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e t e n t i j d e v a n h e t b e z o e k v a n d e Rekenkamer niet over voldoende capaciteit om de afvalwaterbelasting te kunnen verwerken. Uitbreiding van deze installatie is gepland voor 2009-2010, maar op dit moment is zij niet in staat al het ontvangen afvalwater behoorlijk te behandelen.

E E N G R O T E M E E R D E R H E I D V A N Z U I V E R I N G S I N S T A L L A T I E S P R O D U C E E R D E E F F L U E N T D A T V O L D O E T A A N D E

E U  V E R E I S T E N

25.

De Rekenkamer toetste de kwaliteit van het door de 73 geselecteerde zuiveringsinstallaties geloosde water aan de vereisten van de richtlijn inzake stedelijk afvalwater15. De richtlijn werd op haar beurt verge- leken met regelgeving in derde landen met een vergelijkbaar niveau van economische en sociale ontwikkeling. In 64 gevallen voldeed de k w a l i t e i t v a n h e t l o z i n g s w a t e r a a n d e E U - v e r e i s t e n . Tabel 4 v a t d e resultaten samen.

15 Richtlijn 91/271/EEG van de Raad, bijlage I, tabellen 1 en 2, bepaalt de vereisten voor lozingen ten aanzien van biochemisch zuurstofverbruik (BZV5), chemisch zuurstofverbruik (CZV) en totale hoeveelheid gesuspendeerde stoffen (TGS) voor normale gebieden, en voor kwetsbare gebieden ook het fosfor totaal (FT) en/of stikstof totaal (ST)

(zie de bijlage).

(21)

PRESTATIES VAN DE ZUIVERINGSINSTALLATIES UIT DE CONTROLESTEEKPROEF MET BETREKKING TOT DE EUVEREISTEN OP HET GEBIED VAN KWALITEIT VAN EFFLUENT

Gecontroleerde zuiveringsinstallaties

Duidelijk voldaan aan de EU-vereisten

Net voldaan aan de EU-vereisten

Niet voldaan aan de EU-vereisten

Spanje 19 9 7 3

Ierland 18 12 5 1

Portugal 18 8 6 4

Griekenland 18 12 5 1

Totaal 73 41 23 9

% 100 % 56,2 % 31,5 % 12,3 %

T A B E L 4

VOORBEELDEN VAN ZUIVERINGSINSTALLATIES DIE VOLDOEN AAN DE EUVEREISTEN

F O T O S 1  4

Foto 1: Psyttalia zuiveringsinstallatie — Griekenland Foto 2: Febros zuiveringsinstallatie — Portugal Foto 3: León zuiveringsinstallatie — Spanje Foto 4: Drogheda zuiveringsinstallatie — Ierland

(22)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

26.

Zoals weergegeven in tabel 4, voldeed de kwaliteit van het lozingswater in negen gevallen niet aan de EU-vereisten. De volgende problemen werden geconstateerd:

voordat industrieel afvalwater geloosd wordt in de gemeentelijke a)

riolering behoort het normaliter een voorbehandeling te onder- g a a n o m p r o b l e m e n m e t h e t f u n c t i o n e r e n v a n d e z u i v e r i n g s i n - stallaties te voorkomen. In vier zuiveringsinstallaties die niet aan de EU-vereisten voldeden, waren de belangrijkste problemen te wijten aan het feit dat de zuiveringsinstallaties water uit indus- t r i ë l e b r o n o n t v i n g e n d a t g e e n v o l l e d i g e v o o r b e h a n d e l i n g h a d o n d e r g a a n e n i n s o m m i g e g e v a l l e n w a r e n d e o p e r a t o r s n i e t i n kennis gesteld van de samenstelling van het industriële afvalwater dat zij ontvingen (zie tekstvak 2);

sommige zuiveringsinstallaties werden bediend door lokale auto- b)

riteiten die niet beschikten over voldoende middelen en vakken- nis, waarbij ook mechanismen ontbraken om kennis te krijgen van de beste praktijken;

i n a n d e r e g e v a l l e n w a r e n d e s l e c h t e r e s u l t a t e n h e t g e v o l g v a n c)

h e t f e i t d a t n u t r i ë n t e n d i e t o t e u t r o f i ë r i n g k u n n e n l e i d e n , n i e t voldoende werden verwijderd wegens een gebrek aan geschikte apparatuur voor de verwijdering van nutriënten.

VOORBEELDEN VAN INADEQUATE VOORBEHANDELING VAN INDUSTRIEEL AFVALWATER

In Spanje constateerden de operators van twee van de drie zuiveringsinstallaties die de normen niet haalden in hun

“Maandelijkse functioneringsverslagen” dat industrieën onbehandeld afvalwater naar hun installaties afvoerden, hetgeen een negatief eff ect op hun prestaties had. Bij één van deze twee installaties bleek tijdens 74 van de 93 in 2006 uitgevoerde zelfcontroles dat de waarden met meer dan 100 % afweken van de in de Richtlijn inzake stedelijk afvalwater opgenomen grenswaarden.

Bij twee van de vier waterzuiveringsinstallaties in Portugal die niet voldeden aan de EU-vereisten loosden indus- trieën rechtstreeks in de gemeentelijke riolering zonder passende voorbehandeling. Deze situatie was bekend bij de operators en was bovendien vermeld in de rapporten van het onafh ankelijke orgaan dat belast was met het toezicht op de prestaties van de zuiveringsinstallatie.

T E K S T V A K 2

(23)

16 Bijlage I.D van Richtlijn 91/271/EEG.

17 Richtlijn 86/278/EEG en Richtlijn 91/271/EEG.

M O N I T O R I N G V A N D E K W A L I T E I T V A N E F F L U E N T : O V E R H E T A L G E M E E N Z I J N D E P R E S T A T I E G E G E V E N S A A N V A A R D B A A R , M A A R E R Z I J N V E R B E T E R I N G E N M O G E L I J K

27.

Over het algemeen waren de door de operator verrichte zelfcontroles bij de 26 bezochte zuiveringsinstallaties in overeenstemming met de normen over de frequentie en de gebruikte bemonsteringmethoden uit de Richtlijn inzake stedelijk afvalwater. Er werden echter enkele gebreken geconstateerd, vooral bij kleinere installaties:

in een geval was de frequentie van de zelfcontroles onvoldoende (in 2006 a)

werden vijf zelfcontroles uitgevoerd in plaats van de vereiste 12);

in drie gevallen was de gehanteerde bemonsteringsmethode niet b)

i n o v e r e e n s t e m m i n g m e t d e r i c h t l i j n ( e r w e r d g e b r u i k g e m a a k t v a n m o m e n t a n e s t e e k b e m o n s t e r i n g t e r w i j l d e r i c h t l i j n v o o r - schrijft dat met het debiet evenredige of op tijdsduur gebaseerde 24-uur-monsters moeten worden genomen).

28.

Tijdens de controle werd een aantal goede praktijken waargenomen die uitgingen boven de vereisten van de richtlijn:

operators in waterzuiveringsinstallaties met een capaciteit van meer a)

dan 50 000 i.e. voerden meer zelfcontroles uit dan de 24, vereist bij de richtlijn16. In de 14 betrokken installaties die werden bezocht, varieerde het aantal jaarlijks genomen monsters van 38 tot 365;

drie van de vier bezochte lidstaten werken met een systeem van b)

l o z i n g s v e r g u n n i n g e n w a a r b i j d e v e r e i s t e n a a n h e t l o z i n g s w a t e r voor elke waterzuiveringsinstallatie zijn vastgelegd (hoewel som- mige van de bezochte zuiveringsinstallaties in die lidstaten zon- der vergunning of met een verlopen vergunning opereerden). De vierde lidstaat startte in 2008 met een vergunningensysteem.

W O R D T H E T D O O R D E Z U I V E R I N G S I N S T A L L A T I E S G E P R O D U C E E R D E S L I B G O E D G E B R U I K T ?

A C H T E R G R O N D

29.

Afvalwaterbehandeling leidt tot de lozing van effluent en de productie v a n z u i v e r i n g s s l i b . D e E U m o e d i g t h e t g e b r u i k v a n z u i v e r i n g s s l i b als meststof17 aan, omdat behandeld zuiveringsslib een goede bron i s v a n f o s f o r , s t i k s t o f e n k a l i u m . E e n l a n d b o u w e r h e e f t e c o n o m i s c h belang bij een dergelijk gebruik van slib omdat het een goed gebruik van beschikbare middelen vormt en het tegelijkertijd goed voor de bodem is. Zuiveringsslib kan echter ook schadelijke, verontreinigende stoffen bevatten die op een aanvaardbaar niveau gehouden moeten worden om het slib veilig te kunnen gebruiken of afvoeren.

(24)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

18 Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39).

AFVOER VAN HET ZUIVERINGSSLIB GEPRODUCEERD DOOR DE WATERZUIVERINGSINSTALLATIES UIT DE CONTROLESTEEKPROEF

Door de EU aanbevolen methoden voor

hergebruik

Niet-hergebruikmethoden

Totaal Toepassing

op het land

Verbran- ding

Gemeen- telijke stort-

plaatsen

Zuiverings- installatie ter plaatse

Andere

Spanje 16 0 2 0 1 19

Ireland 17 0 1 0 0 18

Portugal 14 0 1 3 0 18

Griekenland 0 1 14 2 1 18

Totaal 47 1 18 5 2 73

T A B E L 5

30.

De Rekenkamer onderzocht:

of het slib veilig werd afgevoerd, waarbij de EU het veilige herge- a)

bruik ervan in de landbouw en energie-opwekking door verbran- ding aanmoedigt18 en waarbij het storten ervan op gemeentelijke stortplaatsen wordt geaccepteerd, hoewel het als de minst duur- zame methode wordt gezien;

of bepaalde stoffen die als gevaarlijk worden beschouwd, in vei- b)

lige hoeveelheden in slib en bodem voorkwamen bij hergebruik in de landbouw;

o f t o e z i c h t b i j d e z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s e n d o o r d e l i d s t a t e n c)

t o e r e i k e n d e z e k e r h e i d b o o d d a t h e t z u i v e r i n g s s l i b v e i l i g w e r d afgevoerd.

T W E E D E R D E V A N D E G E C O N T R O L E E R D E

Z U I V E R I N G S I N S T A L L A T I E S V O E R D E Z U I V E R I N G S S L I B A F O V E R E E N K O M S T I G D O O R D E E U A A N B E V O L E N P R A K T I J K E N

31.

Van de 73 waterzuiveringsinstallaties in de controlesteekproef kozen 4 7 van de installaties die de door de EU aanbevolen hergebruikmetho- den volgen, voor landbouw en één installatie verkoos het opwekken van energie door verbranding (zie tabel 5).

(25)

VOORBEELDEN VAN DE AFVOER VAN ZUIVERINGSSLIB

F O T O S 5  6

Foto 5: Door de EU aangemoedigde praktijk van hergebruik op landbouwgrond

Foto 6: Slechte praktijk: opslag ter plaatse bij een bezochte zuiveringsinstallatie

32.

Niet-hergebruikmethoden werden om verschillende redenen bij de andere 25 zuiveringsinstallaties toegepast:

h o e w e l G r i e k e n l a n d m o m e n t e e l e e n n a t i o n a a l p l a n o n t w i k k e l t a)

v o o r d e a f v o e r v a n z u i v e r i n g s s l i b , b e s t o n d e n e r t e n t i j d e v a n d e c o n t r o l e g e e n n a t i o n a l e o f r e g i o n a l e p l a n n e n e n 1 4 v a n d e 18 gecontroleerde Griekse zuiveringsinstallaties voerden hun zui- veringsslib af naar gemeentelijke stortplaatsen;

i n G r i e k e n l a n d e n P o r t u g a l h e b b e n s o m m i g e z u i v e r i n g s i n s t a l - b)

laties, met name de door gemeenten beheerde installaties, geen duurzame strategie voor de afvoer van slib. Dit heeft geleid tot opslag ter plaatse en in één geval tot het storten in een verlaten mijn. Een grote zuiveringsinstallatie in Griekenland had geen gel- dig contract voor slibafvoer en daarom werd elk jaar 13 450 ton slib ter plaatse opgeslagen (foto 6).

(26)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

EVOLUTIE VAN HET PERCENTAGE HERGEBRUIK VAN ZUIVERINGSSLIB VAN ZUIVERINGSINSTALLATIES OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE EU AANBEVOLEN PRAKTIJKEN1

Lidstaat Begin van de programme- ringsperiode 1994-1999

Eind van de programme- ringsperiode 2000-2006

Hergebruik- methode Ierland 12 %/15 % (1994) 76 %/83 % (2005) Landbouw/alle grond

Spanje 46 % (1997) 66 % (2003) Landbouw

Portugal 30 % (1995) 42 % (2005) Landbouw

Griekenland 0 % (1997) 0 % (2005)/

50 % (midden 2007)2 Energie (verbranding)

1 Verslagen over zuiveringsslib die de lidstaten opstellen op grond van artikel 17 van de richtlijn inzake zuiveringsslib.

2 Schatting. Ministerie van Milieubeheer.

T A B E L 6

33.

Het onderzoek door de Rekenkamer van de gegevens over de afvoer van zuiveringsslib liet ten aanzien van de bezochte lidstaten zien dat er sprake was van een aanzienlijke stijging in het hergebruik van zuive- ringsslib zoals aangemoedigd door de EU (tabel 6 en tekstvak 3).

VOORBEELD HOE EEN LIDSTAAT DE DOOR DE EU AANBEVOLEN PRAKTIJKEN STIMULEERDE

De resultaten die Ierland heeft bereikt, zijn gedeeltelijk toe te schrijven aan de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake zuiveringsslib door middel van de ontwikkeling en toepassing van richtsnoeren waarin beste praktijken voor de behandeling en afvoer van zuiveringsslib staan beschreven. Eén richtsnoer had met name betrekking op het opstellen van eff ectieve slibbeheersplannen voor lokale autoriteiten; twee andere betroff en het veilig toepas- sen van slib op landbouwgronden, waarbij als eis wordt gesteld dat elke landbouwer een “Nutrient Management Plan” (Nutriëntenbeheersplan) hanteert.

T E K S T V A K 3

(27)

VOORBEELDEN VAN CONTROLES MET BETREKKING TOT ANDERE VERBINDINGEN IN ZUIVERINGSSLIB

In Ierland testten drie van de acht bezochte zuiveringsinstallaties periodiek op fl uoride, arsenicum, selenium en magnesium. Sommige installaties testten ook polycyclische aromatische koolwaterstoff en (PAK’s) en polychloor- bifenylen (PCB’s).

In Portugal moet slib gegeneerd door zuiveringsinstallaties die industrieel afvalwater ontvangen sinds 2006 worden gecontroleerd op organische verbindingen en dioxine. Dit gebeurde in vier van de zes bezochte zuiveringsinstallaties.

T E K S T V A K 4

B E V R E D I G E N D E R E S U L T A T E N G E L E T O P D E V E R E I S T E N V A N D E R I C H T L I J N I N Z A K E Z U I V E R I N G S S L I B

34.

Bij de zuiveringsinstallaties die ter plaatse zijn gecontroleerd in de drie l i d s t a t e n w a a r s l i b i n d e l a n d b o u w w o r d t g e b r u i k t , t o o n d e l a b o r a - toriumonderzoek naar de concentratie van zware metalen in zuive- ringsslib en in de bodem voordat het slib werd opgebracht aan dat d e g r e n s w a a r d e n u i t d e R i c h t l i j n i n z a k e z u i v e r i n g s s l i b n i e t w e r d e n o v e r s c h r e d e n . E r w e r d e n o o k c o n t r o l e s u i t g e v o e r d m e t b e t r e k k i n g tot andere verbindingen, zoals polychloorbifenylen (PCB’s), hoewel die niet door de richtlijn voorgeschreven zijn (zie tekstvak 4).

H E R Z I E N I N G V A N D E R I C H T L I J N ?

35.

De Rekenkamer heeft geconstateerd dat de voorschriften van de richtlijn i n z a k e z u i v e r i n g s s l i b b e v r e d i g e n d w o r d e n n a g e l e e f d , m a a r n u d e o n d e r h a v i g e r i c h t l i j n w e r d v a s t g e s t e l d i n 1 9 8 6 , w o r d t h i e r i n g e e n r e k e n i n g g e h o u d e n m e t d e l a t e r e o n t w i k k e l i n g v a n t e c h n i e k e n e n m e t h o d e n v o o r d e b e h a n d e l i n g e n a f v o e r v a n s l i b . Z o s c h r i j f t d e richtlijn niet voor dat er gecontroleerd moet worden op organische verontreinigende stoffen zoals PCB’s, of ziekteverwekkers zoals E. coli, t e r w i j l s o m m i g e E U - l i d s t a t e n m a x i m a l e c o n c e n t r a t i e g r e n s w a a r d e n bepalen voor organische verontreinigende stoffen in hun nationale r e g e l g e v i n g e n b e p a a l d e d e r d e l a n d e n n o r m e n h e b b e n g e s t e l d o m de schadelijke effecten van ziekteverwekkers in slib te verminderen.

B o v e n d i e n m a a k t d e r i c h t l i j n g e e n g e w a g v a n a n d e r e v e e l v o o r k o - mende toepassingen voor de bodem, zoals bosbouw.

(28)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

36.

Als een herziening noodzakelijk wordt geacht, is het waarschijnlijk dat d e n i e u w e g r e n s w a a r d e n v o o r d i v e r s e s t o f f e n s t r i k t e r z o u d e n z i j n dan die in de huidige richtlijn. In andere gevallen kan de gelegenheid zich voordoen bepaalde grenswaarden die in het verleden verstandig werden geacht, te versoepelen in het licht van onderzoek dat sinds de vaststelling van de richtlijn in 1986 is verricht. Het zou ook nodig kunnen zijn om te voorzien in controles voor verontreinigende stof- fen die niet in de huidige richtlijn genoemd zijn.

M O N I T O R I N G V A N S L I B A F V O E R : M O G E L I J K H E D E N T O T V E R B E T E R I N G B I J D E I N S T A L L A T I E S E N B I J D E T O E Z I C H T H O U D E N D E O R G A N E N V A N D E L I D S T A T E N

37.

De beoordeling van de Rekenkamer van het testen van en rapporteren over de kwaliteit van slib bij de installaties in de steekproef gaf aan dat de frequentie van de monsterneming en de keuze van de bemon- steringsmethode voor het testen van het zuiveringsslib in de regel in overeenstemming waren met de Richtlijn inzake zuiveringsslib, ook al werden enige gebreken vastgesteld met betrekking tot het aantal uitgevoerde testen.

38.

De Rekenkamer constateerde in de lidstaten het volgende:

de autoriteit die op de onderscheiden niveaus verantwoordelijk a)

is voor het toezicht op zuiveringsslib was vaak niet in staat aan te geven hoeveel slib gegenereerd werd, hoe het was samengesteld en hoe de afvoer ervan plaatsvond;

aangezien voor het toezicht op slibafvoer in de landbouw soms b)

andere eenheden verantwoordelijk waren dan voor het toezicht op andere vormen van slibafvoer, was er een gebrek aan overzicht met betrekking tot de situatie in elke zuiveringsinstallatie als geheel.

V E R V U L T D E C O M M I S S I E H A A R R O L ? A C H T E R G R O N D

39.

Bij de goedkeuring en follow-up van door de EU gecofinancierde afvalwater- behandelingsprojecten zijn twee directoraten-generaal van de Europese Commissie betrokken: DG REGIO en DG ENV. Wat de Cohesiefonds- en grote EFRO-projecten betreft heeft de rol van de Commissie bij de beoor- deling van subsidieaanvragen en in het besluitvormingsproces betrekking op individuele projecten, terwijl zij bij kleinere EFRO-projecten optreedt op het niveau van het operationele programma (paragrafen 8-13).

(29)

40.

Met betrekking tot Cohesiefondsprojecten en grote EFRO-projecten heeft de Rekenkamer onderzocht of de Commissie:

de milieu-informatie in de subsidieaanvragen op consistente wijze a)

heeft gecontroleerd;

d e b e r e i k t e r e s u l t a t e n v a n d e g o e d g e k e u r d e p r o j e c t e n h e e f t b)

beoordeeld alvorens over te gaan tot betaling van het saldo van de subsidie;

v e r z e k e r d e d a t d e l i d s t a t e n d e E U - m i l i e u b e g i n s e l e n t o e p a s t e n c)

d a t v e r v u i l i n g m o e t w o r d e n t e r u g g e d r o n g e n b i j d e b r o n e n d a t de vervuiler betaalt.

B E H O E F T E A A N C O N S I S T E N T I E B I J P R O J E C T B E O O R D E L I N G

41.

Wil de Commissie verzekeren dat alle subsidieaanvragen gelijkelijk behan- deld worden en dat alle aspecten van de aanvragen in de beoordeling w o r d e n b e t r o k k e n , d a n i s e e n g e s c h i k t e n s y s t e m a t i s c h t o e g e p a s t k a d e r m e t i n t e r n e r i c h t l i j n e n e n c h e c k l i s t s v a n e s s e n t i e e l b e l a n g . T i j d e n s h a a r c o n t r o l e c o n s t a t e e r d e d e R e k e n k a m e r d a t d e r g e l i j k e richtlijnen en checklists ontbreken.

42.

De Gids voor het Cohesiefonds 2000-2006 van de Commissie stelde dat bepaalde belangrijke documenten en informatie in de subsidieaan- vragen opgenomen moesten worden. Die informatie was echter niet altijd gevoegd bij de aanvragen die door de Rekenkamer onderzocht werden; het gebruik van checklists had dit kunnen voorkomen.

43.

Bij haar beoordeling van de 22 gecofinancierde en ter plaatste bezochte zuiveringsinstallaties constateerde de Rekenkamer het volgende:

terwijl bijna alle aanvragen en besluiten van de Commissie doel- a)

stellingen bevatten betreffende de kwaliteit van het lozingswater en het volume van het te behandelen afvalwater, verschaffen ze weinig informatie over de manier waarop het zuiveringsslib afge- v o e r d z a l w o r d e n ( d i t i s s l e c h t s i n a c h t s t e u n a a n v r a g e n e n z e s toekenningsbesluiten aangegeven) en over de kwaliteit van het zuiveringsslib (hiervan is slechts sprake in twee steunaanvragen en één toekenningsbesluit);

kwantitatieve prestatie-indicatoren betreffende de kwaliteit van b)

het ontvangen water ontbraken in bijna alle steunaanvragen en desbetreffende Commissiebesluiten (dit werd bevestigd door de u i t k o m s t e n v a n e e n e v a l u a t i e a c h t e r a f d i e v o o r d e C o m m i s s i e werd verricht).

(30)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

19 De Rekenkamer constateerde de meest recente voorbeelden in haar Speciaal verslag nr. 1/2008 over het proces van onderzoek en evaluatie van grote investeringsprojecten in de programmeringsperioden 1994-1999 en 2000-2006 (PB C 81 van 1.4.2008, blz. 1).

44.

De Rekenkamer heeft inderdaad geconstateerd dat de beoordeling of projecten hun doelstellingen hebben gehaald, kan worden beïnvloed d o o r t e k o r t k o m i n g e n i n d e s t e u n a a n v r a g e n , m e t n a m e b e t r e f f e n d e de voorziene effecten en de indicatoren19.

45.

Een strikter onderzoek van de projecten in de aanvraagfase had bepaalde p r o b l e m e n d i e t i j d e n s d e c o n t r o l e w e r d e n o p g e m e r k t a a n h e t l i c h t kunnen brengen en helpen oplossen:

o n t o e r e i k e n d e k w a l i t e i t v a n z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s i n k w e t s b a r e a)

gebieden door een gebrek aan geschikte apparatuur voor de ver- wijdering van nutriënten (paragraaf 26);

o n t o e r e i k e n d e s l i b a f v o e r , w a a r b i j s o m m i g e g r o t e z u i v e r i n g s - b)

i n s t a l l a t i e s h u n z u i v e r i n g s s l i b t e r p l a a t s e l a t e n o p h o p e n (paragraaf 32).

B E H O E F T E A A N B E T E R E M O N I T O R I N G V A N D E R E S U L T A T E N

46.

Vóór de betaling van het saldo van de subsidie van Cohesiefondsprojec- ten moet een eindverslag met in het bijzonder een beoordeling over d e v r a a g o f d e v o o r z i e n e r e s u l t a t e n z i j n b e r e i k t , a a n d e C o m m i s s i e worden voorgelegd. Als het eindverslag niet binnen 18 maanden na de in het toekenningsbesluit opgenomen einddatum aan de Commis- sie is gezonden, komt de betaling van het resterende saldo volgens de relevante EU-wetgeving te vervallen.

47.

Bij de controle van de eindverslagen van de 22 zuiveringsinstallaties die door het Cohesiefonds werden gecofinancierd en door haar werden bezocht, constateerde de Rekenkamer dat slechts zes eindverslagen informatie verschaften over de kwaliteit van het lozingswater, slechts één bevatte informatie over de gemeten verbetering van de water- k w a l i t e i t e n s l e c h t s d r i e e i n d v e r s l a g e n g a v e n a a n o p w e l k e m a n i e r slibafvoer plaatsvond.

48.

De Rekenkamer concludeert dat de Commissie niet in staat is de eindver- slagen goed te evalueren als zij niet beschikt over fundamentele en essentiële informatie als genoemd in paragraaf 47. Bij een dergelijk gebrek aan informatie vindt opschorting of intrekking van een beta- ling van het saldo alleen plaats wanneer een verslag niet overgelegd wordt, in plaats van na een beoordeling of de voorziene resultaten daadwerkelijk zijn bereikt.

(31)

20 De goede ecologische toestand wordt in de Kaderrichtlijn Water gedefinieerd op basis van drie groepen elementen: elementen met betrekking tot de biologische kwaliteit, de hydromorfologische kwaliteit en de fysisch-chemische kwaliteit (artikel 2 en bijlage V).

21 Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia, over het gebruik van fosfaten/

COM(2007) 234 def. Brussel, 4 mei 2007.

22 Directoraat-generaal Milieu van de EU — Eindrapport over fosfaten en alternatieve waskrachtversterkers / WRc Ref:

UC 4011 / juni 2002, blz. 120, 121 en 125, rapport van UNDP/

GEF over de Donau en MARE/

HELCOM-project over het Oostzeegebied.

23 Bulgarije en Roemenië bleven in deze studie buiten beschouwing.

24 De Commissie rapporteerde dat twee van de landen die grote steunbedragen van de EU hadden ontvangen voor investeringen in afvalwaterbehandeling en die bezocht waren tijdens deze controle, voor minder dan 50 % fosfaatvrije wasmiddelen gebruikten.

D E E U  M I L I E U B E G I N S E L E N M O E T E N B E T E R I N A A N M E R K I N G W O R D E N G E N O M E N

49.

Het behoud van een goede ecologische toestand van waterlichamen20 v e r g t n i e t a l l e e n e e n b e v r e d i g e n d e a f v a l w a t e r b e h a n d e l i n g o p h e t n i v e a u v a n a f z o n d e r l i j k e i n s t a l l a t i e s , m a a r o o k t o e p a s s i n g v a n d e EU-milieubeginselen dat verontreiniging teruggedrongen moet wor- den bij de bron en dat de vervuiler betaalt.

50.

Volgens een verslag van de Commissie21 zijn twee van de belangrijkste b r o n n e n v a n e u t r o f i ë r i n g v a n z o e t w a t e r d o o r s t e d e l i j k e a g g l o m e - r a t i e s h u i s h o u d e l i j k e w a s m i d d e l e n o p b a s i s v a n f o s f a t e n e n a f v a l afkomstig van menselijke stofwisseling. Bezorgdheid over de bijdrage v a n w a s m i d d e l e n o p b a s i s v a n f o s f a t e n h e e f t d e m e e s t e l i d s t a t e n ertoe aangezet om over te schakelen op fosfaatvrije detergentia.

51.

Andere rapporten22 concluderen dat tertiaire behandeling op zichzelf nog niet voldoende is om eutrofiëring te voorkomen zonder de afschaffing van detergentia op basis van fosfaten.

52.

De Commissie heeft onderzocht wat de milieuvoordelen voor de lidstaten zouden zijn van het afstappen van detergentia op basis van fosfaten en concludeerde dat 24 van de 2523 onderzochte lidstaten hiervan in uiteenlopende mate profijt zouden trekken24. Hierbij hield de Com- missie onder meer rekening met het jaarlijkse verbruik van fosfaten i n d e t e r g e n t i a , d e t e r t i a i r e b e h a n d e l i n g v a n w a t e r e n d e m a t e v a n bezorgdheid over eutrofiëring in elke lidstaat.

53.

De Commissie heeft de noodzaak van passende actie onderkend en in het verslag waarnaar verwezen wordt in paragraaf 50 verklaart zij dat een besluit over beperkingen op het gebruik van fosfaten in detergentia z o u w o r d e n g e n o m e n a l s d i t g e r e c h t v a a r d i g d i s e n d a t e e n i m p a c t a s s e s s m e n t e n d e e v e n t u e l e i n d i e n i n g v a n e e n w e t g e v e n d v o o r s t e l zouden volgen als dit nodig werd geacht.

54.

Wat betreft het beginsel dat de vervuiler betaalt schrijft de Kaderrichtlijn Water voor dat er uiterlijk in 2010 een prijsstellingsbeleid voor water moet komen dat aanzet tot een efficiënt gebruik van watervoorraden en tot verhaal van kosten.

(32)

Speciaal verslag nr. 3/2009 — De doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen

55.

Wanneer de Commissie een subsidieaanvraag beoordeelt, moet zij nagaan of voldaan wordt aan het beginsel dat de vervuiler betaalt en dit kan de hoogte van de toegekende steun beïnvloeden25. Maar er zijn geen s p e c i f i e k e r e f e r e n t i e p u n t e n w a a r t e g e n d e i n d e a a n v r a a g v o o r g e - stelde tarieven kunnen worden afgezet. De Rekenkamer constateerde dat de tarieven nooit werden opgenomen in het toekenningsbesluit en vaak ook niet in de eindverslagen; dit maakt het moeilijk om de financiële duurzaamheid te beoordelen.

56.

Het onderzoek door de Rekenkamer van de tarieven die werden toegepast door de bezochte installaties wees uit dat de tarieven in het algemeen te laag waren om de exploitatiekosten te dekken (zie tekstvak 5).

25 DG REGIO, Cohesiefonds 2000-2006 Procedurehandboek (versie 2006-2009), blz. 21.

VOORBEELDEN VAN DOOR DE BEZOCHTE ZUIVERINGSINSTALLATIES GEHANTEERDE TARIEVEN

De tarieven van de in Spanje, Portugal en Griekenland bezochte zuiveringsinstallaties liepen sterk uiteen (bijv. van 0,079 euro/m3 tot 1,17 euro/m3 bij een waterverbruik van meer dan 20 m3).

Ierland brengt huishoudens niet rechtstreeks hun waterverbruik en afvalwaterdiensten in rekening, maar com- merciële en industriële gebruikers krijgen hiervoor wel een rekening.

T E K S T V A K 5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

79. De Commissie erkent dat rekening moet worden gehouden met de tijd die de lidstaten nodig hebben om een nationale digitaliseringsstrategie met een passende

(f) De Commissie denkt dat een dergelijke automatische gegevensuitwisseling tussen de douaneautoriteiten van de lidstaat van invoer en de belastingautoriteiten in de lidstaat van

Het was een spannende wedstrijd in de eerste helft stonden we 2-0 voor maar in de tweede helft veranderde dat al snel hun scoorden 2 keer en toen was het al 2-2, ze scoorden nog

In haar brief aan verweerster van 11 april 2011 laat de bedrijfsarts weten dat appellant het rapport van Van Eijnsbergen niet aan haar heeft willen vrijgeven en dat zij daarom niet

Voor binnenlandse overbrengingen van radioactief afval in Spanje wordt zo nodig vergunning verleend door Dirección General de la Energía (directoraat-generaal Energie) van

erkent zowel de tekortkomingen in de opzet, het beheer of de tenuitvoerlegging van de programma's Socrates en Jeugd voor Europa in de periode 2000-2006 als de inspanningen van

Blog over onderwerpen waar je jouw ervaringen en kennis over wilt delen Geen onderwerpen waar je van denkt dat de lezer dat wilt weten.. Bedenkt vooraf goed na of een

vakantiedag van appellante maandag 2 juli 2012 was, is de Commissie van oordeel dat de brief van 28 juni 2012 weliswaar erg laat, maar op tijd is verzonden en aangeboden