LITURGIE OECUMENISCH AVONDGEBED: “Komt er, God, een nieuwe morgen ? “ Woensdag 10 februari, Nederlands Hervormde Kerk, Ommen
Voorganger: Pastoor André Monninkhof
1. Lied 1003 uit “Liedboek voor de Kerken”: “STIL IS DE STRAAT OVERAL”
Aangevuld met enkele nieuwe coupletten van Gert Landman
Zie: “Petrus Nieuwsbrief” Protestantse Kerk Nederland, zaterdag 30 januari 2021 Stil is de straat. Overal.
Mensen in huizen verdwenen Even een luide sirene
Stil is de straat overal.
Komt er, God, een nieuwe morgen Als een teken van uw trouw, Worden wij bevrijd van zorgen?
God, kom gauw.
Klassen, kantoren zijn leeg Thuis moeten werken of leren, Hoe alles organiseren?
Klassen, kantoren zijn leeg.
Komt er, God, een nieuwe morgen …
Mensen, gebonden aan huis Puzzels of brieven of boeken Bellen, maar niemand bezoeken Mensen gebonden aan huis
Komt er, God, een nieuwe morgen …
Veel in ons leven valt stil
Doorgaan en ’s nachts liggen malen Kan ik nog alles betalen ?
Veel in ons leven valt stil.
Komt er, God, een nieuwe morgen…
Stil is de straat. Overal
Mensen in huizen verdwenen Even een luide sirene – Stil is de straat overal.
Komt er, God, een nieuwe morgen …
2. BEGROETING
3. INLEIDEND WOORD
4. OPENINGSGEBED
Tekst: Frans Cromphout SJ. Uit: “Van Allerheiligen tot Kerstmis. Bidden in tijden van afstand en verwachting.”, p. 36.
Wonder
Al onze dagen zijn vol van wonderen En het grootste is
Dat er telkens weer mensen zijn Die geloven in uw Zoon
En durven ingaan op zijn woord.
Hernieuw dàt wonder in ons Van dag tot dag.
Dat wij het ernst menen met Hem En uit geen andere volheid leven Dan uit zijn woord en uit zijn Geest.
5. LEZING: PSALM 90
Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest Voor ieder geslacht opnieuw.
Voordat de bergen geboren waren Voordat de aarde was voortgebracht Zijt Gij, God, van eeuwig tot eeuwig.
Wat sterfelijk is, vergaat weer tot stof, Gij zegt: ‘Keer terug, kind van Adam!’
Voor U zijn duizend jaren één dag Als gisteren dat al voorbij is, Een uur van slaap in de nacht.
Ons leven breekt af als een droom in de ochtend Kortstondig is het als gras op het veld.
Des morgens ontkiemt het en het schiet op Des avonds is het verwelkt.
Wij worden verzengd door de gloed van uw toorn De storm van uw gramschap jaagt over ons heen.
Gij hebt onze schulden tevoorschijn gehaald
Ons heimelijk kwaad voor het licht van uw aanschijn.
De maat van ons leven is zeventig jaar Of als wij heel sterk zijn, tachtig.
Het meeste daarvan is nog kwelling en zorg En snel komt het uur van vertrekken.
Wie onzer beseft de macht van uw toorn Uw ontzagwekkende gramschap ?
Leer ons onze dagen naar waarde te schatten En zo te komen tot wijsheid van hart
Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons ? Wees toch uw dienaars genadig.
Schenk ons in de ochtend volop uw zegen, Dan jubelen wij heel de dag van geluk.
Vergeld nu met vreugde de dagen van leed De jaren dat het ons slecht ging.
Laat zien aan uw dienaars waartoe Gij in staat zijt En toon aan hun zonen uw heerlijkheid.
Uw luister, Heer God, moge over ons stralen
Bestuur onze handen bij al wat zij doen.
Eer aan de Vader en de Zoon En de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd En in de eeuwen der eeuwen. Amen.
6. KORT ORGELSPEL: psalm 90, coupletten 1-3 (zie Liedboek, pp. 242-243)
7. LEZING: JUDIT 8, 25-26a.27
Danken we de Heer onze God, dat Hij ons beproeft zoals Hij met onze voorvaderen gedaan heeft. Herinnert U hoe Hij met Abraham gehandeld heeft en Isaak op de proef heeft gesteld en al wat Jakob overkomen is. Want zoals Hij hen zwaar beproefd heeft om hun hart te keuren, zo tuchtigt Hij ook ons, niet om ons te straffen; want degenen die zich tot Hem richten, tuchtigt de Heer uit zorg voor hun welzijn.
8. KORT ORGELSPEL: psalm 90, coupletten 4-6 (zie Liedboek, pp. 242-243)
9. EVANGELIE: LUCAS 1, 68-79 (“Lofzang van Zacharias”)
De Messias en zijn voorloper
Geprezen zij de Heer, de God van Israël, Omdat Hij omziet naar zijn volk en het bevrijdt
Een redder heeft Hij ons verwekt
In het geslacht van David, zijn getrouwe.
Zoals Hij reeds van oudsher had verklaard Bij monde van zijn heilige profeten:
Verlossing uit de macht van onze vijanden En uit de hand van allen die ons haten
Zo zal Hij onze vaderen barmhartig zijn, Zijn heilige verbond gestand doen;
De eed aan onze vader Abraham gezworen Ons eenmaal te verlenen;
Om aan de greep van vijanden ontrukt Hem zonder vrees te dienen;
In vroomheid en gerechtigheid Al onze dagen voor zijn aanschijn. –
En gij, kind, zult profeet zijn van de Allerhoogste, Want gij gaat voor de Heer uit om zijn weg te banen.
Gij zult zijn volk de boodschap van verlossing brengen Door de vergeving van hun zonden
Dankzij de innige barmhartigheid van onze God Die als een nieuwe dag voor ons zal opgaan.
Om licht te brengen in het duister en de schaduw van de dood.
En onze voeten te geleiden op een weg van vrede.
Eer aan de Vader en de Zoon En de heilige Geest
Zoals het was in het begin en nu en altijd En in de eeuwen der eeuwen. Amen.
10. KORT ORGELSPEL: Lied 158a, coupletten 1-3, zie Liedboek, pp. 439-440.
11. MEDITATIE: KOMT ER, GOD, EEN NIEUWE MORGEN ?
12. LIED: “LICHT DAT ONS AANSTOOT IN DE MORGEN.” (“Lied aan het licht”, uit de bundel
‘Gezangen voor Liturgie’ (GvL) 489. Tekst: H. Oosterhuis. Melodie: A. Oomen.
1. Licht dat ons aanstoot in de morgen Voortijdig licht waarin wij staan Koud, één voor één en ongeborgen Licht, overdek mij, vuur mij aan Dat ik niet uitval, dat wij allen zo Zwaar en droevig als wij zijn Niet uit elkaars genade vallen En doelloos en onvindbaar zijn.
2. Licht, van mijn stad de stedehouder Aanhoudend licht dat overwint Vaderlijk licht, steevaste schouder Draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of Ergens al de wereld daagt
Waar mensen waardig leven mogen En elk zijn naam in vrede draagt.
3. Alles zal zwichten en verwaaien
Wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien En van ons doen geen daad beklijft Veelstemmig licht om aan te horen zo- Lang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren, Licht, laatste woord van Hem die leeft.
13. SMEEKBEDEN
Bidden wij tot Christus, want Hij verhoort en redt allen die op Hem hopen. Brengen wij Hem onze lof:
U, loven wij, Heer; op U hopen wij.
God, rijk aan erbarming, wij zeggen U dank
Voor de grote liefde, waarmee Gij ons hebt lief gehad.
U, loven wij, Heer; op U hopen wij.
Heer, Gij brengt met de Vader alles in allen tot stand.
Maak door de kracht van uw Geest alle dingen nieuw.
U loven wij, Heer; op U hopen wij.
Open de ogen van alle mensen;
Dat wij niet blind blijven voor uw wondere werken.
U loven wij, Heer, op U hopen wij.
Gij roept ons vandaag en morgen tot uw dienst;
Help ons elkaar te dienen met de gaven die ieder van U heeft ontvangen.
U loven wij, Heer, op U hopen wij.
14. ONZE VADER (oecumenische versie)
Onze Vader die in de hemel zijt Uw Naam worde geheiligd
Uw Koninkrijk kome, uw wil geschiede Op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood En vergeef ons onze schulden
Zoals ook wij onze schuldenaars vergeven En leid ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van de boze Want van U is het Koninkrijk En de kracht en de heerlijk
In eeuwigheid. Amen.
15. SLOTGEBED
Tekst: Kris Gelaude
Uit: “Van Allerheiligen tot Kerstmis. Bidden in tijden van afstand en verwachting.”, p. 95 Eeuwige God, om wie wij roepen
Wanneer gemis ons hart benauwt En zekerheden wankelen
Wees Gij voor ons het verre licht
Dat ondanks alles aan de einder weer gaat dagen.
Wek die verborgen kracht in ons Om met vertrouwen
En met zachte moed Te durven verder gaan.
Ook in de nacht van angst en twijfel Naar een morgen die zal aanbreken
Gij die toch Zelf uw Naam in onze ziel geschreven hebt:
“Ik zal er zijn.”
16. ZEGEN
De Heer schenke ons zijn zegen Hij beware ons voor onheil En geleide ons tot eeuwig leven.
Amen.
17. SLOTLIED: “DE DAG GAAT OPEN”
Tekst: O. Swagemakers. Melodie: W. Mesdag
Zie: “Overzicht van de gezangen 1, 29 november 2020/2 april 2021” (Berne Media), p. 120
1. De dag gaat open voor het woord des Heren Zon die wij zoeken, kracht die wij ontberen Bron die wij horen, als wij tot Hem keren Vroeg in de morgen.
2. Voor wij bestonden, riep Hij ons bij name.
Voor wij ontwaakten, en ter wereld kwamen Zag Hij ons aan, en bracht Hij ons tezamen
God, onze Vader.
3. Door U geschapen, om uit U te leven Hartslag en adem hebt Gij ons gegeven
Land waar wij wonen, licht waarnaar wij streven Oorsprong en toekomst.
4. Wilt Gij vandaag en tot het eind der dagen Ons doen en laten, zuiveren en dragen Dan stijgt de vreugde van uw welbehagen In onze wereld
5. Aan U ons loflied, glorie aan de Vader
Dank aan de Zoon, die ons bestaan aanvaardde.
Zijn Geest geleide ons en onze aarde Naar de voltooiïng.