Vergaderdatum Dagelijks Bestuur (16-11-2017)
Agendapunt B-9
Onderwerp Vaststelling Tarieven OV 2018
Portefeuillehouder Openbaar Vervoer
Behandelend ambtenaar Lars Jansen
Paraaf secretaris
Van het Dagelijks Bestuur wordt gevraagd:
1 Vast te stellen voor het jaar 2018:
− een kilometertarief van € 15,5 cent voor alle concessies in de Vervoerregio Amsterdam;
− de tarieven van de Randstad Noord Zone-abonnementen voor het vervoer in alle concessies van de Vervoerregio Amsterdam;
− de overige tariefvoorstellen van GVB, EBS en Connexxion voor het jaar 2018;
− het tarief van de OV-studentenkaart ten behoeve van het vervoer in alle concessies van de Vervoerregio Amsterdam;
2 Kennis te nemen van de landelijke tariefvoorstellen 2018, waaronder dat van het basistarief van € 0,90 voor vol tarief-reizen en € 0,59 voor reductie-tarief reizen;
3 De portefeuillehouder Openbaar Vervoer te machtigen de bijbehorende Tariefbesluiten te ondertekenen.
Samenvatting
De vervoerders mogen jaarlijks in principe eenmaal een aanvraag indienen voor het wijzigingen van de tarieven. Dit voorstel gaat ter advisering naar de Reizigers Adviesraad. Tegelijkertijd worden de
voorstellen ambtelijk getoetst aan de Tariefverordening van het Dagelijks Bestuur, waarbij het gewogen gemiddelde per concessie wordt bepaald en wordt vergeleken met de Landelijke Tariefindex, LTI. Het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio stelt vervolgens (in principe één maal per jaar) de nieuwe OV- tarieven vast. De LTI bedraagt voor 2018 1,13%, dit is lager dan de door het CPB voorziene inflatie van 2,0%.
Deze gematigde tariefontwikkeling is door de vervoerders doorvertaald in de nu voorliggende tariefvoorstellen voor 2018, zoals deze reeds eerder aan de Reizigersadviesraad ter advisering zijn aangeboden.
De hoofdlijnen van deze voorstellen, met de belangrijkste wijzigingen, zijn als volgt:
− Basistarief 2018 € 0,90 (was: €0,89)
− Kilometertarief 2018 € 0,155 per km (alle concessies, was: € 0,154 per km in alle concessies m.u.v. AML: 0,142)
− Abonnementen variabel, tariefstijging gemiddeld 1,13%
− Kinderdagkaart Amsterdam € 3,75 (was: € 2,50)
− Uurskaartje Amsterdam € 3,- (was: € 2,90) Nieuw:
− Interoperabel wagenverkoopkaartje, 90 minuten geldig in álle concessies Vervoerregio: € 6
Belangrijkste wijziging in het assortiment, die direct gerelateerd is aan het Vervoerplan 2018, betreft de invoering van één interoperabel ‘’los’’ vervoerbewijs bij alle concessiehouders in de Vervoerregio. Tot nu toe is het namelijk zo dat bij de verkoop van losse vervoerbewijzen (uurskaarten bij GVB, ritkaarten in de streekbussen) iedere vervoerder alléén zijn eigen vervoerbewijzen hanteert: op het moment dat een reiziger wil overstappen naar een andere vervoerder betekent dat opnieuw een kaartje kopen, met soms forse consequenties voor de betaalde prijzen. Met de introductie van het nieuwe lijnennet in juli 2018, waarbij het aantal reizen met overstap tussen streek- en stadsvervoer waarschijnlijk zal toenemen, is het daarom zeer gewenst een dergelijk interoperabel los vervoerbewijs in het kaartassortiment te hebben.
Binnen de context van het OV-Marketingbureau, waar Vervoerregio en de vervoerders op structurele manier met elkaar samen werken aan de oplossing van dit soort vervoerder- overstijgende vraagstukken, is dit vervoerbewijs ontwikkeld. Dit in aanvulling op de interoperabele dag- en meerdagenkaarten (onder de naam Amsterdam & Region Travel Ticket) zoals die in 2017 succesvol zijn geïntroduceerd.
De adviezen van de Reizigersadviesraad aan de vervoerders over hun voorstellen zijn merendeels positief.
Met name het harmoniseren van de kilometertarieven (ook in de concessie Amstelland Meerlanden gaat men nu hetzelfde kilometertarief hanteren als in de andere concessies in de Vervoerregio) wordt door de RAR toegejuicht. Daarnaast heeft de RAR besloten ook een (ongevraagd) advies aan de Vervoerregio over de tarieven te geven. Men doet daarin vooral een appél op de Vervoerregio meer regie te pakken bij het tot stand komen van interoperabele tarieven. Het feit dat er in de Tariefvoorstellen 2018 sprake is van introductie van een interoperabel wagenverkoopkaartje dat bij alle vervoerders in de Vervoerregio geldig is, wordt weliswaar toegejuicht, maar is in hun optiek nog niet voldoende. Vooral het niet geldig zijn van het Amsterdamse PenR-tarief in de Connexxion-bussen wordt door hen betreurd. Men pleit daarom voor een experiment dit alsnog wel geldig te laten zijn.
Ook de Vervoerregio is (ambtelijk) overtuigd van het feit dat hier een slag gemaakt zou moeten worden, daarom is er inmiddels hoog-ambtelijk contact gelegd met de gemeente Amsterdam om hier tot een oplossing te komen. Met name voor de PenR-voorziening bij het Olympisch Stadion is dit urgent, omdat GVB daar na invoering van het Vervoerplan nog slechts met één tramlijn (24) rijdt en de verbinding naar Museumplein en Leidseplein voortaan alleen door Connexxion verzorgd zal worden.
Meegezonden stukken
2 (concept-)RAR-advies (idem)
3 Concept DB-besluiten (idem, 1 per vervoerder)
Inleiding
Voorgeschiedenis
Met het beëindigen van de geldigheid van de strippenkaart binnen de gehele Vervoerregio per 3 juni 2010 is het niet langer de Minister van Infrastructuur en Milieu, maar het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam dat de tarieven van het regionaal openbaar vervoer per bus, tram en metro vaststelt. Daartoe worden jaarlijks door alle concessiehouders binnen de Vervoerregio voorstellen ingediend, die eerst ter advisering aan de Reizigersadviesraad worden voorgelegd en vervolgens aan de Vervoerregio ter vaststelling worden aangeboden.
Wat is er aan de hand?
De landelijke tariefindex (LTI) bedraagt voor het jaar 2018 1,13%. In de Tariefverordening is
voorgeschreven dat de regionale tarieven in principe ook jaarlijks met deze landelijke tariefindex worden aangepast. Via de aanpassing in de Tariefverordening zoals die in maart 2012 door de Regioraad is vastgesteld, is het wel mogelijk gemaakt dat vervoerders hierin per kaartsoort kunnen differentiëren, zolang het gewogen gemiddelde van alle tariefstijgingen voor een concessie de Landelijke Tariefindex (LTI) niet zal overstijgen. Het gewogen gemiddelde van alle voorgestelde tariefwijzigingen (saldoreizen, losse kaartjes en abonnementen) komt uit op de genoemde LTI van 1,13%. Als gevolg van afrondingen van kaartprijzen op € 0,10, in combinatie met het gelijk houden van de prijzen van een aantal concessie- gebonden kaartsoorten, valt de prijsstijging van de abonnementen dit jaar iets lager uit (1,05%).
Essentie
Wat willen we bereiken?
Een afgewogen tarievenhuis voor het gehele openbaar vervoer in de Vervoerregio, dat voor alle concessies leidt tot een juiste balans tussen betaalbaarheid voor de reizigers en het leveren van een substantiële bijdrage aan de financiering van de exploitatie van het openbaar vervoer.
Argumentatie
Vervoersopbrengsten zoals die uit vastgestelde tarieven worden gegenereerd vormen een belangrijk bestanddeel in de financiering van het openbaar vervoer, dit naast de exploitatiebijdrages zoals die jaarlijks uit de BDU aan de vervoerders worden toegekend. Er bestaat uit het oogpunt van
consumentenbescherming echter geen onbeperkte vrijheid voor de vervoerders zelfstandig, zonder tussenkomst van het bestuur van de Vervoerregio, tarieven vast te stellen. Daarom dienen de voorstellen eerst aan de Reizigersadviesraad voor advies te worden voorgelegd, waarna het Dagelijks Bestuur
uiteindelijk beslist over de hoogte van de tarieven.
Hoe gaan we dit doen?
Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks de tarieven openbaar vervoer vast, conform de regels zoals die in de Tarievenverordening Openbaar Vervoer zijn vastgelegd.
Uitvoering
Hoe past dit binnen beleid en regelgeving?
De door de Regioraad vastgestelde Tariefverordening Openbaar Vervoer stelt de kaders vast voor de jaarlijkse tariefvoorstellen.
Welke (mogelijke) gevolgen zijn er?
Financiële gevolgen
− De vervoerders zijn opbrengstverantwoordelijk en de hoogte van de exploitatiesubsidie die zij ontvangen is niet afhankelijk van de tarieven, anders dan dat er bij de berekeningen ten behoeve van de vaststelling van de definitieve exploitatiesubsidie gecorrigeerd wordt voor de jaarlijkse
tariefstijgingen.
Juridische gevolgen
− Het door het DB te nemen besluit om de OV tarieven voor 2018 vast te stellen is een besluit dat open staat voor bezwaar en beroep. Om die reden is het onderwerp geagendeerd in de vergadering van 16 november: de bezwaar en beroep periode is dan bij inwerkingtreding op 1 januari 2017 verlopen, bij behandeling in een vergadering op een later moment zou dat niet het geval zijn.
Maatschappelijke gevolgen
− De tariefstijging is over het algemeen als zeer bescheiden te karakteriseren. Daarmee zijn de maatschappelijke gevolgen van deze tariefvoorstellen niet groot. De introductie van het nieuwe interoperabele wagenverkooptarief kan bijdragen om het nadeel dat sommige groepen reizigers kunnen ondervinden als gevolg van de in het Vervoerplan 2018 gemaakte keuzes, op het aspect reiskosten te ondervangen. Dit vanwege het feit dat reizigers die niet op een OV-chipkaart reizen bij een overstap tussen 2 verschillende vervoerders niet opnieuw een kaartje hoeven te kopen.
Wie en wat hebben we hiervoor nodig?
Vervoerders dienen hun voorstellen tijdig ter advisering bij de RAR in te dienen, en dienen op basis van dit RAR-advies hun definitieve voorstellen aan het Dagelijks Bestuur ter vaststelling voor te leggen. Bij
majeure wijzigingen in het tariefstelsel dient de regioraad in de gelegenheid gesteld te worden wensen en bedenkingen te uiten. Van een dergelijke grootschalige wijziging is komend jaar op tariefgebied overigens geen sprake.
Hoe gaan we communiceren?
De vervoerders zullen via de daartoe geëigende media met haar (potentiële) klanten communiceren over
genomen besluiten. Verder dient op grond van het feit dat het Tariefbesluit onder de AWB valt, op de website van de Vervoerregio melding gemaakt te worden van het genomen besluit, alsmede een verwijzing naar de mogelijkheid tot de beroep en bezwaar.
Tekstvoorstel Nieuwsbrief Bestuursinformatie
OV-tarieven 2018 voor vervoerregio Amsterdam vastgesteld
Het dagelijks bestuur van de vervoerregio Amsterdam heeft de OV-tarieven voor 2018 in de
concessiegebieden Amsterdam, Amstelland- Meerlanden, Zaanstreek en Waterland vastgesteld. Het landelijke basistarief per rit wordt € 0,90 voor vol tarief-reizen en blijft € 0,59 voor reductie-tarief reizen.
De kilometerprijs is vanaf 2018 in alle concessies in de Vervoerregio hetzelfde: 15,5 cent per kilometer.
De prijs van het uurskaartje in Amsterdam wordt € 3, die van de GVB-kinderdagkaart € 3,75. Verder wordt er in de loop van het eerste kwartaal van 2018 een nieuw los kaartje geïntroduceerd, dat recht geeft op 1,5 uur reizen na de eerste keer inchecken, en dat in tegenstelling tot de huidige kaartjes zoals die in de (streek)bus worden verkocht, geldig is bij álle vervoerders in de Vervoerregio. Dit nieuwe kaartje gaat
€ 6 kosten en vervangt de huidige losse buskaartjes van € 5 en € 7,50.
De prijs van dagkaarten blijft in 2018 hetzelfde, die van sommige GVB-meerdagenkaarten gaat iets omhoog. Voor abonnementen tenslotte geldt dat deze gemiddeld met iets meer dan 1% in prijs stijgen.
Besluitvormingsproces
• De regioraad: mondelinge terugmelding in voorsessie VenV 12 december
• Het portefeuillehoudersoverleg: 2 november (informatief, tussenstand)
• De reizigersadviesraad: advisering heeft schriftelijk plaatsgevonden, via brieven d.d. 27 september
De advisering is overwegend positief, al heeft de RAR wel uitgesproken dat men nog meer bestaande tarieven interoperabel te willen laten zijn dan nu is voorzien. Het feit dat er in de Tariefvoorstellen 2018 sprake is van introductie van een interoperabel wagenverkoopkaartje dat bij alle vervoerders in de Vervoerregio geldig is, wordt weliswaar toegejuicht, maar is in hun optiek nog niet voldoende. Vooral het niet geldig zijn van het Amsterdamse PenR-tarief in de Connexxion-bussen wordt door hen betreurd.
Ook de Vervoerregio is (ambtelijk) overtuigd van het feit dat hier een slag gemaakt zou moeten worden, daarom is er inmiddels hoog-ambtelijk contact gelegd met de gemeente Amsterdam om hier voor de invoering van het nieuwe lijnennet in het kader van het Vervoerplan 2018 tot een oplossing te komen.
Besluit
Besluit wordt toegevoegd na besluitvorming.