• No results found

ARREST R AAD VOOR V ERGUNNINGSBETWISTINGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ARREST R AAD VOOR V ERGUNNINGSBETWISTINGEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RvVb - 1

R AAD VOOR V ERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

van 25 februari 2021 met nummer RvVb-A-2021-0698 in de zaak met rolnummer 1920-RvVb-0136-A

Verzoekende partij de bv PRINTHAGEN AGRO

vertegenwoordigd door advocaat Steven VAN GEETERUYEN met woonplaatskeuze op het kantoor te Piepelpoel 13, 3700 Tongeren

Verwerende partij het VLAAMSE GEWEST

vertegenwoordigd door de Vlaamse regering

vertegenwoordigd door advocaten Jürgen VANPRAET en Bram VAN DEN BERGHE met woonplaatskeuze op het kantoor te 8820 Torhout, Oostendestraat 306

Tussenkomende partij de lv ROEBBEN

vertegenwoordigd door advocaten Jan BOUCKAERT, Guan SCHAIKO en Bram VANGEEL met woonplaatskeuze op diens kantoor te 2440 Geel, Diestseweg 155

I. BESTREDEN BESLISSING

De verzoekende partijen vorderen met een aangetekende brief van 21 oktober 2019 de vernietiging van de beslissing van de verwerende partij van 30 augustus 2019.

De verwerende partij heeft het administratief beroep van de tussenkomende partij tegen de weigeringsbeslissing van de deputatie van de provincieraad van Limburg van 28 maart 2019 gegrond verklaard.

De verwerende partij heeft aan de tussenkomende partij een omgevingsvergunning verleend voor onbepaalde duur en onder voorwaarden voor:

1) een aantal stedenbouwkundige handelingen: het bouwen van twee nieuwe pluimveestallen, het voorzien van verharding rond en tussen die nieuwbouw stallen, de aanleg van een hemelwaterbuffer en de inbuizing van een gracht en;

2) de verdere exploitatie en uitbreiding van een pluim- en rundveebedrijf met onder meer de volgende ingedeelde inrichtingen en activiteiten: de exploitatie van stallen voor het houden van 177.300 slachtkuikens en 30 runderen, de opslag van 920 m³ stro en hooi (880 m³ stro en 40 m³ hooi), het gebruik van stookinstallaties met een totaal vermogen van 1.74,8 kW en een grondwaterwinning bestaande uit 2 boorputten op een diepte van 54 meter voor een totaal van 13.341 m³ per jaar, (…) op de percelen gelegen te 3720 Kortessem, Opeindestraat 115A, met als kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie E, nummers 270E, 271M, 271P, 271R, 271S,272R, 272S, 275P, 275T, 275V, 277F, 419A, 420A en 422A.

(2)

RvVb - 2

II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING

De tussenkomende partij verzoekt met een aangetekende brief van 12 december 2019 om in de procedure tot vernietiging tussen te komen.

De voorzitter van de Raad laat de tussenkomende partij met een beschikking van 29 januari 2020 toe in de debatten.

De verwerende partij dient een antwoordnota en het administratief dossier in. De tussenkomende partij dient een schriftelijke uiteenzetting in. De verzoekende partij dient een wederantwoordnota in.

De procespartijen werden opgeroepen voor de zitting van 26 november 2020. De procespartijen hebben ingestemd met het schriftelijk behandelen en in beraad nemen van de vordering met toepassing van artikel 85, §3 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit).

Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het Procedurebesluit zijn toegepast.

III. ONTVANKELIJKHEID VAN DE TUSSENKOMST

Uit het dossier blijkt dat het verzoek tot tussenkomst tijdig en regelmatig is ingesteld. Er worden geen excepties opgeworpen.

IV. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING

De vzw Natuurpunt Limburg en de vzw Limburgse Milieukoepel vorderen met een aangetekende brief van 25 oktober 2019 ook de vernietiging van de bestreden beslissing.

Dit beroep is bij de Raad gekend onder het rolnummer 1920-RvVb-0151-A. De Raad heeft de bestreden beslissing vernietigd met het arrest van 25 februari 2021 met nummer RvVb-A-2021- 0697, waardoor het beroep van de verzoekende partij zonder voorwerp is.

V. KOSTEN

1.

De verwerende partij vraagt om een rechtsplegingsvergoeding van 700 euro toe te kennen, die ten laste van de verzoekende partijen komt.

2.

Met toepassing van artikel 33 DBRC-decreet legt de Raad de kosten van het beroep ten laste van de partij die ten gronde in het ongelijk gesteld wordt.

Artikel 21, §7 DBRC-decreet bepaalt dat de Raad op verzoek een rechtsplegingsvergoeding kan toekennen, die een forfaitaire tegemoetkoming is in de kosten en erelonen van de advocaat van de partij die ten gronde in het gelijk gesteld wordt.

(3)

RvVb - 3

3.

De oorzaak van het teloorgaan van het voorwerp van het beroep tot vernietiging kan niet aan de verzoekende partij worden toegeschreven. Het komt de Raad daarom passend voor om de kosten van het geding, meer specifiek het door de verzoekende partij betaalde rolrecht, ten laste van de verwerende partij te leggen. Deze laatste wordt beschouwd als de in het ongelijk gestelde partij in de zin van artikel 33 DBRC-decreet.

BESLISSING VAN DE RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

1. Het verzoek tot tussenkomst van de lv ROEBBEN is ontvankelijk.

2. De Raad verwerpt de vordering tot vernietiging.

3. De Raad legt de kosten van het beroep bestaande uit het rolrecht van de verzoekende partij, bepaald op 200 euro, ten laste van de verwerende partij.

4. De Raad legt de kosten van de tussenkomst, bepaald op 100 euro, ten laste van de tussenkomende partij.

Dit arrest is uitgesproken in zitting van 25 februari 2021 door de vijfde kamer.

De toegevoegd griffier, De voorzitter van de vijfde kamer,

Bart VOETS Pieter Jan VERVOORT

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

door de directeur en de coördinator (de heer J. voordat ik naar beneden moest gaan, helemaal omdraaide en hij er bij zat als een droevig kieken.".. Verzoeker betrekt de

“geen bewijzen en/of indicaties te beïnvloeden”, nodig is dat de financieel verantwoordelijke niet meer op de school aanwezig is. Op 29 september 2016 beslist de Raad van Bestuur

…, …, … en … dat …, op het ogenblik van de feiten tussen 5 (2010) en 7 (2013) jaar oud, permanent klaagde over aanhoudende buikpijn, waarbij de ergotherapeuten … en

Overwegende dat verzoekende partij het voorval met drie leerlingen op 8 maart 2008 minimaliseert en beweert dat zijn uitlatingen moeten worden beschouwd als een

14 februari 2008 heeft de verzoekende partij, leraar aan de Onderwijsinstelling, beroep ingesteld tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen

14 februari 2008 heeft verzoekende partij, leraar aan de onderwijsinstelling, beroep ingesteld tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen dd.. De raadsman

De verzoekende partij is evenwel van mening dat de verwerende partij de door haar in graad van administratief beroep opgeworpen exceptie van ontstentenis van belang in hoofde van

Het komt de Raad daarom passend voor om de kosten van het geding, begroot op een rechtsplegingsvergoeding van 700 euro en het door de verzoekende partij betaalde