overeenstemming 1. KPN dient in de RIA haar complete
aanbod op het gebied van
interconnectiediensten op te nemen. In ieder geval dient KPN er voor zorg te dragen dat de RIA de onderwerpen bevat die worden genoemd in de 'Indicative Reference Interconnection Offer' (IRIO) van de Europese Commissie (EC), in bijlage VII Deel I en Deel II van de Interconnectierichtlijn alsmede de in dit besluit vervatte onderdelen.
· KPN geeft aan dat er geen wettelijke grondslag is waarop het college aan KPN kan voorschrijven dat de RIA van KPN alle onderwerpen die worden genoemd in de Interconnectierichtlijn en de IRIO van de EC dient te bevatten (zie brief d.d. 29 september
CS&R/00/U/187).
· Dit punt is in de behandeling van de andere dictumpunten van het RIA-oordeel meegenomen
Er is geen overeenstemming over alle onderwerpen genoemd in de IRIO van de EC, in bijlage VII Deel I en Deel II van de Interconnectie richtlijn alsmede de in dit oordeel vervatte onderdelen.
2. KPN dient alle beschikbare PSTN en ISDN diensten in de RIA op te nemen, waaronder in ieder geval die interconnectiediensten die zij mutatis mutandis ten behoeve van haar eigen dienstverlening aan eindgebruikers biedt. KPN dient tevens de definitie van het begrip ‘call’ dienovereenkomstig aan te passen
· De 'KPN Telecom PSTN Terminating Access Service' heeft betrekking op alle beschikbare PSTN en ISDN diensten die KPN aan haar eigen eindgebruikers biedt;
· KPN heeft naar aanleiding van de RIA consultatie in 1999 de definitie van het begrip ‘call’ zodanig aangepast dat er geen misverstand over kan bestaan dat daaronder niet alleen PSTN diensten, maar ook ISDN diensten vallen (zie brief d.d. 29 september 2000, CS&R/00/U/187);
· Een definitie van 'call' is: ‘the set-up, holding and ending of a transmission path through the Infrastructure of either Party into the Infrastructure of the other party for conveyance of messenges within speech, 3.1 Khz or 64 kbit/s bearer services, all in
· 'PSTN Terminating Access Service Service' wordt 'PSTN/ISDN Terminating Access Service';
· De definitie van 'call' in de RIA is aangepast, zodat in het kader van het begrip
interconnectie wordt uitgegaan van de 64 kbit/s bearer services. De definitie van 'call' omvat: 'the set-up, holding and ending of a transmission path through the Infrastructure of either Party into the Infrastructure of the other Party for conveyance of signals able to carry PSTN/ISDN services, all in accordance with the technical specifications set out in the Technical Manual and supplementary services set out in de Service Descriptions'.
· De ‘Technical Manual (hierna: TM’) in 6.2.1.1 omvat: 'the following circuit mode bearer services are suppported: 64 kbit/s unrestricted digital information, 3.1 Khz audio and speech'.
Er is overeenstemming over de omschrijving ‘PSTN/ISDN Terminating Access Service’
en de definitie van ‘call’ (zie brief d.d. 26 oktober 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2001/203238).
overeenstemming 3. KPN dient de dienst ‘PSTN Outgoing
International Connect Service’
(opnieuw) in de RIA op te nemen
· De dienst 'PSTN Outgoing International Connect Service' maakt geen deel uit van de op KPN rustende verplichting tot interconnectie in de beperkte betekenis die de Nederlandse
wetgeving daaraan heeft toegekend. Er is geen sprake van 'call termination' (zie brief d.d. 29 september 2000, CS&R/00/U/187).
· De opname van de ‘PSTN Outgoing International Connect Service’ onder de Referentie Aanbieding (hierna: RA) is terecht.
Er is overeenstemming over de opname van de ‘PSTN Outgoing International Connect Service’ onder de RA (zie brief d.d. 16 augustus 2001, kenmerk
OPTA/IBT/202365).
4. KPN dient de formule voor de beschikbaarheid van de
interconnectieverbinding te wijzigen conform de in het besluit aangegeven formule en dient dezelfde
beschikbaarheid te bieden op een interconnectie link als op een standaard 2 Mbit/s digistream verbinding, namelijk 99,98%
· Een vergelijking van de
beschikbaarheid van de 2048 kbit/s
‘Network Interconnect Service (hierna:
NIS)’ en een 2 Mbit/s digistream verbinding gaat niet op, omdat het verschillende diensten zijn die gebruik maken van verschillende platformen en netwerkelementen (zie brief KPN d.d.
29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· De formule voor beschikbaarheid van de ‘Network Interconnection Link’ is:
‘100*(total time-time allocated to planned work-time the link is not available for traffic due to
faults)/(total time-time allocated for planned work) (zie de RO versie 2001.2.0 d.d. juli 2001).
· De formule voor beschikbaarheid van de 'Network Interconnection Link' is aangepast, zodat in de RIA bij een aangeboden beschikbaarheid wordt uitgegaan van alle mogelijke oorzaken die tot een niet- beschikbaarheid kunnen leiden. De formule is: ‘availability (%)=100x(Total time-time unavailable)/Total time)’
Er is overeenstemming over de formule voor de beschikbaarheid van de
‘Network Interconnection Link’ (zie brief d.d. 5 november 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/203336).
Er is geen overeenstemming over
het aanbieden van een ‘Network
Interconnection Link’ met
eenzelfde beschikbaarheid als een
digistream verbinding (99,98%).
overeenstemming 5. KPN dient in de RIA de mogelijkheid van
het gebruik van straalverbindingen op te nemen, waarbij tevens de benodigde afspraken voor het behoud van interoperabiliteit worden opgenomen
· Voor het tot stand brengen van een interconnectieverbinding wordt thans gebruik gemaakt van twee fysiek gescheiden glasvezelverbindingen, zodat een zo hoog mogelijke beschikbaarheid kan worden gerealiseerd. Met de inzet van straalverbindingen voor dat doel wordt naar de mening van KPN het vereiste van interoperabiliteit onvoldoende verzekerd (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· Straalverbindingen zijn geen structurele oplossing, ze zijn tijdelijk en incidenteel inzetbaar en de huidige interconnectie verbindingen zijn een degelijk en beschikbaar alternatief (zie tekstvoorstel KPN d.d. 23 juli 2001).
· In de definitieve tekst is opgenomen dat in het geval dat straalverbindingen door KPN worden ingezet, de totstandkoming van deze verbindingen wordt verbonden aan maximale leveringstermijnen in de RIA;
· De contracttekst in de RIA is: 'each carrier system shall use one main fibre and one standby fibre pair. The main and standby fibres will be diversely routed. Upon mutual agreement between Telco and KPN, where KPN is responsible and unable to implement the Carrier Systeem within the contractual supply times specified in de Parameter Schedule, temporary alternative transmission technology shall be considered for
implementing the Carrier System within the initially agreed KPN contractual supply times'.
Er is overeenstemming over de contracttekst inzake straalverbindingen (zie brief d.d. 15 november 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2001/203428).
6. KPN dient in de RIA de mogelijkheid op te nemen om, voor aanbieders die daarom verzoeken, verbindingen met een hoge capaciteit, waaronder 34 Mbit/s en 155 Mbit/s, af te nemen
· KPN biedt verbindingen aan met capaciteit van 155 Mbit/s in pakketten van 2 Mbit/s NIS-sen conform de industriestandaard (switchpoorten);
· KPN is door de structuur van het netwerk niet in staat om STM-4 verbindingen (622 Mbit/s) aan te bieden;
· KPN zal carrier systemen met een capaciteit van 34 Mbit/s opnemen in haar portfolio (zie tekstvoorstellen KPN d.d. 23 juli, 20 augustus en 22 oktober
· De STM-1 interface wordt aan de RIA toegevoegd;
· KPN neemt de 34 Mbit/s carrier systeem in de RIA op, met inbegrip van de mogelijkheid om op alle centraleniveaus gebruik te maken van een carrier systeem met verschillende capaciteiten.
Zie brief KPN d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482. In deze brief geeft KPN een schriftelijke bevestiging van
overeenstemming over de
opname van een 34 Mbit/s
carrier systemen in de RIA.
overeenstemming 7. KPN dient in de RIA de mogelijkheid
van interconnectie op alle centraleniveaus op te nemen
Lokaal niveau:
· KPN heeft in de FIST Taskforce Local Access (van 16 januari 2000) aan partijen aangegeven een pilot kandidaat te zoeken voor testen van de dienst local access. Na succesvolle afronding van de pilots zal de dienstbeschrijving worden opgenomen in de RIA (zie brief KPN d.d.
29 september 2000, kenmerk CS&R/OO/U/187);
· KPN heeft d.d. 28 maart en d.d. 1 augustus 201 haar zienswijze gegeven (zie brieven KPN d.d. 28 maart 2001, kenmerk CS&R/01/U/316, en d.d. 1 augustus 2001, kenmerk
CS&R/01/U/395).
· In het kader van Integraal Tarieftoezicht (hierna: ITTZ) is gecommuniceerd over contractteksten; het meest recente contracttekst van KPN dateert van 16 augustus 2002 (zie brief KPN d.d. 16 augustus 2002, kenmerk R/02/U/0130).
Internationaal niveau:
· Interconnectie op het niveau van de internationale centrales in het netwerk van KPN zijn voorzien in enerzijds het termineren van verkeer in het buitenland en anderzijds het ontvangen en afhandelen van verkeer afkomstig uit het buitenland op het netwerk van KPN. De
‘KPN Telecom PSTN Outgoing
International Connect Service’ voorziet in eerstgenoemde behoefte. T.a.v het laatstgenoemde wordt aan buitenlandse partijen een ‘call termination’ dienst aangeboden.
· KPN geeft aan dat een alternatief, waar veel partijen gebruik van maken, het afhandelen van verkeer is vanuit het
Lokaal niveau:
· Het college heeft d.d. 15 maart 2001 een vooraankondiging inzake ‘Interconnectie op het niveau van nummercentrales’ uitgestuurd (zie brief d.d. 15 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/200693); op 26 maart 2002 heeft het college aan KPN aangegeven dat hij een juridisch handhavingstraject wil ingaan(zie brief d.d. 26 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2002/200782);
· In juli 2002 heeft het college aangegeven dat wat betreft het aanbod voor Lokale Interconnectie het college vooralsnog afziet van handhaving, gelet op de toezeggingen van KPN i.k.v. ITTZ (zie “Verdere stappen handhaving RIA”, in “OPTA Connecties”, juli 2002, nr. 5);
· Het document ‘Maatregelen op wholesale niveau: stand van zaken’ d.d. 27 juni 2002 onder hoofdstuk 6
1omvat de afspraken die in het kader van ITTZ voor lokale
interconnectie zijn gemaakt. Dit betreft afspraken over de onderwerpen risico afdekking, informatieverstrekking, introductieregeling, meervoudige aansluitingen, gedeeld gebruik van carrier systemen, In Span dienst, diensten op LAP niveau en kostengeoriënteerde tarieven;
· Bij brief d.d. 20 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202763, heeft het college aan KPN aangegeven dat in de contracttekst van KPN d.d. 16 augustus 2002 niet alle door KPN gedane toezeggingen, zoals verwoord in het document ‘Maatregelen op wholesale niveau’, zijn opgenomen. In deze brief heeft het college derhalve KPN erop gewezen welke reeds gemaakte afspraken KPN nog in de RIA dient te verwerken.
· De concrete afspraken die voor de
Er is overeenstemming over de in het document
‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder hoofdstuk 6
opgenomen afspraken en de opname hiervan in de RIA.
Ten aanzien van de
contracttekst van KPN d.d. 16 augustus 2002 bestaat overeenstemming met inachtneming van de in de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202763, geadresseerde punten. Een uitzondering hierop vormt de risicoafdekking m.b.t.
ombouwkosten van nummercentrales. Dit punt wordt in een separaat traject met KPN nader behandeld.
KPN heeft bij brief d.d.
21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194, de in de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202763, opgenomen afspraken schriftelijk bevestigd.
Internationaal niveau: Er is overeenstemming.
(*) Ondanks dat er
overeenstemming is bereikt over de onder hoofdstuk 6 opgenomen afspraken, wijst het college erop dat het aanbod Lokale
Interconnectie- zoals dat thans door het college is bekeken- geen door het college goedgekeurd aanbod betreft.
KPN heeft in de contracttekst d.d.
16 augustus 2002 bepaalde contractvoorstellen van het college ten dele overgenomen dan wel is met eigen nieuwe
voorstellen gekomen (zie brief d.d. 20 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202763, onder ad. 2).
1
Zie website OPTA www.opta.nl voor het document ‘Maatregelen op wholesale niveau: stand van zaken’ d.d. 27 juni 2002 onder thema VinterconnectieVbesluiten en oordelen.
geadresseerd. M.b.t. de
informatieverstrekking wordt verwezen naar de contracttekst van KPN d.d. 16 augustus 2002 in samenhang met de reactie van het college hierop bij brief d.d. 20 september 2002.
Internationaal niveau:
· Het college heeft kennis genomen van de
mogelijkheid die bestaat om via eigen
interconnectiepunten in Nederland verkeer
vanuit het buitenland af te handelen.
overeenstemming 8. KPN dient procedures in de RIA op
te nemen voor het aanwijzen van specifieke verkeersroutering om de dienstverlening te herstellen bij storing of overflow, het opzetten van overflow procedures indien er blokkering is, en het opzetten van speciale procedures vooroverbelaste verbindingen
· KPN stelt dat ze wholesale- en retailverkeer gelijk behandeld (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· Eventuele overflowconstructies beperken zich tot overbelaste interconnectieverbindingen en hebben geen betrekking op overbelaste verbindingen tussen nummercentrales en EVKCs;
· Het omleiden van verkeer bij overbelaste interconnectieverbindingen (en dus niet bij blokkering in het eigen netwerk) valt buiten de interconnectieverplichtingen uit artikel 6.1 van de Tw (zie brief KPN d.d. 17 januari 2001, kenmerk CS&R/00/U/266);
· RAP-RAP overloop biedt, gezien de richting van het verkeer, geen oplossing voor de
‘Terminating Access’ dienst die KPN aanbiedt aan andere aanbieders. In specifieke gevallen biedt een overloop-dienst een uitkomst tegen het doodlopen van verkeer (niet ingeval van storing in het IN-platform, zoals die in 2001 heeft plaatsgevonden) (zie brief KPN d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482);
· KPN is bereid tot het opnemen van een switch overloop, zoals opgenomen onder hoofdstuk 5 van de ‘TM’ ‘Traffic Handling of Services’(zie tekstvoorstel KPN d.d. 24 oktober 2001);
· KPN is bereid tot het opnemen van een bundel overloop (zie brief KPN d.d. 3 oktober 2001, kenmerk CS&R/01/U/439);
· KPN geeft aan dat RAP-RAP overloop een functionaliteit is die een oplossing biedt bij problemen op het interconnectie vlak of in het netwerk van een aanbieder. De dienst maakt geen onderdeel uit van de
interconnectieplicht, maar KPN is bereid deze dienst op commerciële basis aan te bieden;
· Voor de ‘KPN Terminating Access Service’ is voorzien in een hubnet/buffernet overloop (zie tekstvoorstel KPN d.d. 20 augustus 2001).
· Het college heeft op 26 maart 2002 aan KPN aangegeven dat hij een juridisch handhavingstraject wil ingaan (zie brief d.d. 26 maart 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2002/200782); het college heeft bij brief d.d. 9 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202512, aangegeven het voorgenomen juridisch handhavingstraject niet in te zetten vanwege een nader door het college bepaalde prioriteitstelling binnen de organisatie;
· De switch overloop, de bundel overloop en de hubnet/buffernet overloop wordt in de RIA opgenomen.
Er is overeenstemming over de opname in de RIA van de switch overloop, de bundel overloop en de
hubnet/buffernet overloop.
KPN geeft aan deze functionaliteiten aan te bieden (zie tekstvoorstel KPN d.d. 20 augustus 2001 en d.d.
24 oktober 2001).
Er is geen overeenstemming inzake de RAP-RAP overloop. Het college heeft zijn standpunt hieromtrent verwoord in diverse brieven naar KPN, waaronder brieven d.d. 12 oktober 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/203111 en d.d. 15 november 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/203428.
In het Tussenstand-document d.d.
12 december 2001 heeft het
college eveneens zijn standpunt
naar voren gebracht.
overeenstemming 9. KPN dient in de RIA de mogelijkheid op
te nemen om naast uni-directionele verbindingen eveneens bi-directionele verbindingen af te nemen.
· KPN stelt dat haar carrier systemen bi- directioneel zijn en verkeer bevatten zowel vanuit als naar het netwerk van KPN (zie brief KPN d.d. 6 juli 2001, kenmerk CS&R/01/U/380);
· KPN heeft d.d. 6 juli 2001 haar zienswijze gegeven (zie brief KPN d.d.
6 juli 2001, kenmerk CS&R/01/U/380).
· KPN heeft het college bij brieven d.d.
18 februari 2002, kenmerk R/U/02/36, en 21 maart 2002, kenmerk R/02/U50, een contractvoorstel bij het college aangeleverd over de verrekening van poorten en aanvullend d.d. 25 maart 2002 een voorstel voor
bundelindelingen (n.a.v een verzoek van het college te komen met een voorstel dat gedragen wordt door de markt);
· KPN heeft bij brief d.d. 20 augustus 2002, kenmerk R/02/U/0137, gereageerd op de door het college naar diverse partijen gestuurde vragenlijst inzake de
poortverrekeningssystematiek d.d. 7 augustus 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202243;
· Bij brief d.d. 20 augustus 2002, kenmerk R/02/U/0137, heeft KPN een nieuw contractvoorstel bij het college aangeleverd.
· Het college heeft d.d. 22 juni 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Bi-directionele verbindingen’
uitgestuurd (zie brief d.d. 22 juni 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/201343);
· De mogelijkheid tot samengevoegde bundels wordt opgenomen in de RIA, echter op het moment dat aanbieders een concreet verzoek bij KPN indienen voor bi-directionele bundels dient KPN binnen een redelijke termijn een aanbod hiervoor te ontwikkelen.
Er is overeenstemming over de opname in de RIA van de mogelijkheid tot
samengevoegde bundels (zie brief d.d. 20 september 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202770).
(*) Zie brief d.d. 20 september 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202770, inzake het standpunt van het college over de poortverrekenings- systematiek, waarin het college stelt dat hij geen rol zal spelen bij het vaststellen van een
verrekenmodel voor poorten. De wijze waarop samengevoegde bundels vervolgens worden ingericht hangt hiermee samen.
Zie in dit verband ook dictumpunt
21.
overeenstemming 10. KPN dient in de RIA de afname van die
aanvullende diensten als
interconnectiediensten mogelijk te maken, die KPN aan haar eindgebruikers biedt. Hieronder vallen in ieder geval nummeridentificatiediensten, User to User signalling-diensten en de Call Forwarding diensten. Daarbij dient KPN ten aanzien van nummer-
identificatiediensten het gemaakte voorhoud in artikel 12.1 van de Modelovereenkomst RIO KPN 2000 1.1 aan te passen zodanig dat het voorbehoud niet slaat op KPN
· KPN stelt dat doorgifte van CLI via een netwerkkoppeling technisch mogelijk moet zijn. De doorgifte van een CLI kan niet worden gegarandeerd, indien een derde (buitenlandse) partij deze niet heeft doorgegeven (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· Het door KPN gewijzigd tekstvoorstel voor artikel 12.1 van de
Modelovereenkomst is: 'Partijen zullen elkaar-met inachtneming van ter zake geldende wettelijke regels- de Calling Line Identity verstrekken voor elke Oproep die via een Netwerkkoppeling aan de andere Partij wordt
doorgegeven, tenzij dat technisch niet mogelijk is (…) Bij oproepen afkomstig van infrastructuren van andere Telecom Providers, die via een netwerkkoppeling aan de andere partij worden doorgegeven, zal de Calling Line Identity worden doorgegeven, voor zover die informatie door die Telecom Provider is doorgegeven (zie brief KPN d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482);
· ‘User-to-User Signalling’ diensten worden op dit moment door KPN niet aan haar eindgebruikers aangeboden;
· De afname van ‘Call Forwarding’
diensten wordt thans reeds mogelijk gemaakt (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).
Het college was in de veronderstelling dat in de besprekingen met KPN overeenstemming was bereikt over het tekstvoorstel van het college inzake artikel 12.1 van de Modelovereenkomst. Het college stelt dat het voorbehoud t.a.v.
omstandigheden waardoor de dienst niet of met beperkingen dient te worden aangeboden (beperkingen van geografische of technische aard) al tot
uitdrukking is gebracht in de zin
‘voor zover die informatie (…) is doorgegeven.
De tekst van het college voor artikel 12.1 van de
Modelovereenkomst is: 'Partijen zullen elkaar de Calling Line Identity verstrekken voor elke Oproep die via een
Netwerkkoppeling aan de andere
Partij wordt doorgegeven, met
inachtneming van ter zake
geldende wettelijke regels. (…)
Bij oproepen afkomstig van
infrastructuren van andere
Telecom Providers, die via een
netwerkkoppeling aan de andere
partij worden doorgegeven, zal de
Calling Line Identity worden
doorgegeven, voor zover die
informatie door die Telecom
Provider is doorgegeven (zie brief
d.d. 5 november 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2001/203336).
overeenstemming 11. KPN dient de
nummeridentificatiediensten aan te bieden zonder beperkingen van bijvoorbeeld geografische of technische aard. Wanneer er omstandigheden zijn, waarin de dienst niet of met
beperkingen moet worden aangeboden, dan dient KPN deze omstandigheden expliciet in haar RIA te noemen
· KPN stelt dat zij
nummeridentificatiediensten zonder beperkingen van geografische aard aanbiedt. Wat betreft de beperkingen van technische aard verwijst KPN het haar reactie onder dictumpunt 10 (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/OO/U/187).
Zie dictumpunt 10.
12. KPN dient een aanbod voor de levering van collocatie, verband houdende met de levering van de gehele portfolio van interconnectiediensten in de RIA op te nemen
· Collocatie wordt aangeboden als
‘accessoire’ dienst indien en voor zover zulks noodzakelijk is om interconnectie met en bijzondere toegang tot het vaste telefoonnetwerk van KPN, MDF Access en directe zeekabeltoegang mogelijk te maken, resp. in het kader van artikel 3.11 van de Tw (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/OO/U/187);
· KPN heeft d.d. 29 maart 2001 haar zienswijze gegeven (zie brief KPN d.d.
29 maart 2001, kenmerk CS&R/01/U/315);
· KPN heeft d.d. 3 juli 2001 bezwaar aangetekend tegen het besluit d.d. 6 juni 2001 en d.d. 4 juli 2001 het college een nieuw voorstel ter uitvoering van het besluit voorgelegd.
· Het college heeft d.d. 15 maart 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Collocatie in samenhang met interconnectie’ uitgestuurd (zie brief d.d. 15 maart 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2001/200699). Op 6 juni 2001 heeft het college KPN een last onder dwangsom opgelegd (zie brief d.d. 6 juni 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/201294);
· Het college stelt vast dat met het voorstel van KPN d.d. 4 juli 2001 KPN aan de in het besluit opgelegde last zal hebben voldaan (zie brief d.d. 4 juli 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/201947);
· In de RIA wordt het voorstel onder
‘Interconnect Services’ onder 7A ‘KPN Telecom Collocation Service for Interconnection’ opgenomen.
Het college heeft d.d. 11 maart 2002 een beslissing op bezwaar inzake collocatie in de RIA genomen
(zie brief d.d. 11 maart 2002, kenmerk
OPTA/JUZ/2002/200305), waarin het bezwaar van KPN ongegrond is verklaard. Tegen de beslissing op bezwaar is beroep
aangetekend.
overeenstemming 13. KPN dient een aanbod van
interconnectie op huurlijnen in haar RIA op te nemen. Dit aanbod dient ook een aanbod voor grensoverschrijdende huurlijnen te bevatten voor onder meer aanbieders die een huurlijn aan derden leveren tussen eindpunten in het buitenland en in Nederland en ten behoeve van het Nederlandse deel van de verbinding interconnectie op huurlijnen verzoeken bij KPN
· KPN geeft aan dat een verzoek om grensoverschrijdende huurlijnen haar nog nooit heeft bereikt;
· Bij brief d.d. 17 november 1997 heeft KPN aan de markt een aanbod gedaan voor interconnecterende vaste verbindingen. Dit aanbod heeft niet geleid tot concrete verzoeken om levering via interconnectie op huurlijnen (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).
· KPN heeft d.d. 29 maart 2001 haar zienswijze gegeven (zie brief KPN d.d.
29 maart 2001, kenmerk CS&R/01/U/317).
· Het college heeft d.d. 15 maart 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Interconnecterende Huurlijnen’
uitgevaardigd (zie brief d.d. 15 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/200698);
· Het college heeft d.d. 26 april 2002 zijn oordeel gegeven inzake Interconnecterende Huurlijnen
2;
· Het document ‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder hoofdstuk 7 omvat de afspraken die in het kader van ITTZ voor interconnecterende huurlijnen zijn gemaakt;
· KPN is gekomen met een aanbod voor Interconnecting Leased Lines (hierna: ILL), versie 1.0g, d.d. 1 oktober 2002. Deze staat op de website van KPN gepubliceerd;
3· Het college heeft in zijn oordeel inzake
‘Interconnecterende Huurlijnen’ aangegeven dat gezien de lagere prioriteit en
aanzienlijke complexiteit van regulering van nationale ILLs, hij thans het aanbod van internationale ILL’s niet zal beoordelen. Dit neemt niet weg dat het college te allen tijde kan besluiten de internationale ILL’s te reguleren;
· KPN maakt in de RIA onder ‘Interconnect Services’ een verwijzing naar de RO ILL, versie 1.0.g.
Er is overeenstemming over een voor partijen afneembaar aanbod ILL, versie 1.0g., d.d.
1 oktober 2002; een definitief oordeel van het college hierover zal nog komen.
Wat betreft internationale ILL’s verwijst het college naar zijn oordeel inzake
‘Interconnecterende Huurlijnen’ d.d. 26 april 2002.
2
Zie website OPTA www.opta.nl voor het Oordeel inzake Interconnecterende Huurlijnen onder thema VinterconnectieVbesluiten en oordelen.
3
Zie de website van KPN www.kpn-wholesale.com onder Documents VInterconnecting Leased Lines, versie 1.0, d.d. 1 oktober 2002.
overeenstemming 14. KPN dient de voorwaarden waaronder
toegang tot zeekabelaanlandingspunten wordt verleend, voor zover deze toegang samenhangt met
interconnectie, in de RIA op te nemen.
Gezien de samenhang met
interconnectie dienen hieronder ook de voorwaarden voor toegang tot de backhaul worden begrepen
· KPN geeft aan dat het in theorie denkbaar is dat een nieuwe toetreder die beschikt over het gebruiksrecht van een bepaalde capaciteit in een zeekabel KPN om interconnectie verzoekt op het
zeekabelaanlandingspunt t.b.v. het termineren van verkeer op het netwerk van KPN. Een dergelijk verzoek heeft KPN nog nooit bereikt. KPN is van mening dat in redelijkheid niet van haar verlangd kan worden dat zij de voorwaarden waaronder een dergelijke dienst zou kunnen worden verleend opneemt in haar RIA, zeker niet zolang een concrete marktvraag ontbreekt;
· In de praktijk verzoeken partijen om toegang tot capaciteit in een zeekabel om hen in staat te stellen die capaciteit te koppelen aan hun eigen netwerk. Hiervoor heeft KPN 2 diensten; directe zeekabeltoegang en indirecte zeekabeltoegang (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· KPN heeft d.d. 6 juli 2001 haar zienswijze gegeven (zie brief KPN d.d.
6 juli 2001, kenmerk CS&R/01/U/379).
· Het college heeft d.d. 22 juni 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Zeekabeltoegang uitgestuurd (zie brief d.d. 22 juni 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2001/201347); op 26 maart 2002 heeft het college aan KPN aangegeven dat hij een juridisch handhavingstraject wil ingaan(zie brief d.d. 26 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2002/200782);
· In juli 2002 heeft het college aangegeven dat hij voor zeekabeltoegang niet zal overgaan tot handhaving. Het college geeft aan dat in de situatie dat er sprake is van interconnectie, de concrete marktvraag voor het gebruik van capaciteit in een zeekabel niet aanwezig blijkt te zijn. In de praktijk nemen aanbieders de dienst
zeekabeltoegang af om uitbreiding van het eigen netwerk te realiseren. Dit kan volgens het college niet tot het interconnectie regime worden gerekend.
Er is overeenstemming wat betreft de situatie dat aanbieders de dienst zeekabeltoegang afnemen t.b.v. het uitbreiden van hun eigen netwerk (zie “Verdere stappen handhaving RIA”, in
“OPTA Connecties”, juli 2002, nr. 5).
In het geval dat er sprake is van interconnectie, zoals bijvoorbeeld in de situatie waarbij om toegang wordt verzocht tot capaciteit in een zeekabel om verkeer te termineren op het netwerk van KPN, is volgens het college concrete marktvraag niet aanwezig.
Indien de marktvraag inzake het
geval dat er sprake is van
interconnectie zich in de
toekomst wijzigt, dan kan het
college zijn beslissing in
heroverweging nemen.
overeenstemming 15. KPN dient het aanbod voor
sleepdiensten op te nemen in de RIA alsmede de mogelijkheid voor voogd/wezen constructies
· KPN stelt dat de sleepdienst- de 'KPN Telecom PSTN Interregion Connect Service'-, geen deel uitmaakt van de op KPN rustende verplichting tot
interconnectie in de beperkte betekenis die de Nederlandse wetgeving daaraan heeft toegeken;.
· Er is bij die dienst immers geen sprake van afwikkeling van oproepen naar de abonnees die zijn aangesloten op het vaste openbare telefoonnetwerk van KPN (call termination). Dit betekent dat deze dienst buiten het bereik van artikel 6.7 van de Tw valt (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).
· Het college heeft op 26 maart 2002 aan KPN aangegeven dat hij een juridisch
handhavingstraject wil ingaan(zie brief d.d.
26 maart 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2002/200782); het college heeft bij brief d.d. 9 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202512, aangegeven het voorgenomen juridisch handhavingstraject niet in te zetten vanwege een nader door het college bepaalde prioriteitstelling binnen de organisatie.
Er is geen overeenstemming. In het Tussenstand-document d.d.
12 december 2001 heeft het college reeds zijn standpunt naar voren gebracht.
16. KPN dient in de RIA de mogelijkheid op te nemen dat een Telco meer van zijn POP’s verbindt met één Access Point of één POP verbindt met meer Access Points van KPN
· KPN geeft aan dat zij in het kader van lokale toegang kan instemmen met een 1-N relatie tussen POP en AP’s binnen een regio en dat aanbieders hebben aangegeven dat in dit kader het niet mogelijk maken van een N-1 relatie voor hen geen onoverkomelijk probleem is;
· De 1-N relatie omvat één Telco POP verbinden naar meerdere Access Points binnen één Access Area. De N-1 relatie omvat meerdere Telco POP’s verbinden naar één enkele Access Point (zie brief KPN d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482).
· In het kader van ITTZ is met KPN overeengekomen dat KPN in de RIA de mogelijkheid van meervoudige aansluitingen opneemt, waarbij het mogelijk is om één Point of Presence- zonder geografische beperkingen- te verbinden met meerdere Local Access Points en/of Regional Access Points;
· KPN stelt geen enkele geografische beperking ten aanzien van het aansluiten van één Point of Presence op meerdere Access Points. Daarbij staat het een aanbieder vrij om hiertoe een eigen transmissie te gebruiken en/of transmissie van derden in te kopen.
Zie het document
‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder paragraaf 6.2.4 en de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202763.
Er is geen overeenstemming over
het verbinden van meerdere POP’s
naar één Access Point.
overeenstemming 17. KPN dient de beschikbaarheid van
nummerportabiliteit op te nemen in haar RIA, met inbegrip van condities, voorwaarden en tarieven
· Nummerportabiliteit is een verplichting die aanbieders van bepaalde openbare telecommunicatiediensten jegens degene die hun diensten afnemen hebben. Ter uitvoering van die verplichting dienen die aanbieders onderlinge procedure afspraken te maken. Zij hebben dit binnen de Stichting nummerportabiliteit ook gedaan. Op KPN rusten als
“aangewezen” aanbieder op het gebied van nummerportabiliteit geen andere verplichtingen dan op andere aanbieders. Nummerportabiliteit maakt geen deel uit van de op KPN en andere aanbieders rustende
verplichting tot interconnectie in de beperkte betekenis die de Nederlandse wetgeving daaraan heeft toegekend.
De verplichting om eindgebruikers de mogelijkheid van nummerportabliteit te bieden is ook niet opgenomen in hoofdstuk 6 van de Tw (zie brief KPN d.d. 29 september 2002, kenmerk CS&R/00/U/187).
· KPN heeft d.d. 29 juni 2001, kenmerk CS&R/01/U/371, een reactie op de vooraankondiging gegeven.
· Het college heeft d.d. 22 juni 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Nummerportabiliteit’ uitgestuurd (zie brief d.d. 22 juni 2001, kenmerk
OPTA/IBT/201348);
· Gelet op voortschrijdend inzicht is het college thans van oordeel dat de verplichting voor aanbieders tot het aanbieden van nummerportabiliteit aan eindgebruikers, een verplichting is welke niet gebaseerd is op de uit hoofdstuk 6 Tw voortvloeiende
interconnectieverplichting.
Nummerportabiliteit vloeit voort uit de zelfstandige plicht die op aanbieders rust en die als zodanig is terug te vinden in art 4.10 Tw. Nummerportabiliteit is geen absolute voorwaarde voor operabiliteit, maar vergemakkelijkt deze wel;
· Het college zal toezien op de naleving van de verplichting tot nummerportabiliteit op grond van art. 4.10 Tw en zal mede gelet op zijn eigen gewijzigde inzicht dat
nummerportabiliteit niet valt onder de reikwijdte van interconnectie, afzien van het opleggen van een last onder dwangsom.
Er is overeenstemming.
overeenstemming 18. KPN dient de mogelijkheid om carrier
systemen te delen door verschillende Telco’s in haar RIA op te nemen
· Een carrier systeem is een POP-AP relatie op 155 Mbit/s niveau. Om redenen van contractuele en operationele eenduidigheid dient dit een één-op-één relatie te zijn en is gedeeld gebruik van carrier systemen in kleinere eenheden niet mogelijk (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/OO/U/187);
· Sharing wordt contractueel mogelijk gemaakt door de noodzakelijke transmissie als afzonderlijke dienst neer te zetten die de partijen elkaar kunnen leveren, waarbij de NIS- diensten het verbinden van die transmissie met de transmissie beslaat, waardoor er end-to-end verbindingen ontstaan (zie brief d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482);
· Op 3 juni 2002 heeft KPN een aangepast contractvoorstel voor gedeeld gebruik van carrier systemen bij het college aangeleverd.
· In het kader van ITTZ is met KPN
overeengekomen dat KPN in de RIA aan een Telco toestaat dat de carrier systemen van KPN en Telco’s worden gedeeld door Telco met derden, met als doel dat de beschikbare capaciteit zo optimaal mogelijk wordt benut.
Zie het document
‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder paragraaf 6.2.5 en de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202763.
19. KPN dient de dienst KPN Telecom 2048 kbit/s In Span Network Interconnection Service en de bijbehorende
voorwaarden, condities en tarieven in de RIA op te nemen
· Op dit moment biedt KPN al fysieke toegang tot haar nummercentrales, waardoor in-span een overbodige oplossing is geworden;
· Marktpartijen hebben in het FIST aangegeven geen behoefte te hebben aan in-span om toegang te krijgen tot KPN-locaties;
· In-span is een inefficiënte manier om te interconnecteren; er zijn geen besparingen, wel meerkosten en de beschikbaarheid van in-span is lager dan van end-of-span (zie tekstvoorstel KPN d.d. 23 oktober 2001).
· In het kader van ITTZ is met KPN
overeengekomen dat KPN invulling geeft aan een RIA met betrekking tot de ‘In Span Network Interconnection Service’, indien het door KPN geboden alternatief (i.e. de ‘End of Span Network Interconnection Service’ in samenhang met collocatie) of in de toekomst geboden alternatieven qua condities, voorwaarden en tarieven geen redelijke alternatieven vormen.
Zie het document
‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder paragraaf 6.2.6 en de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202763.
overeenstemming 20. KPN dient in de RIA expliciete
minimum kwaliteits/service niveaus voor de exploitatie en de levering van de interconnectiediensten op te nemen, alsmede op welke wijze KPN deze minimum kwaliteitsniveaus garandeert en erover rapporteert en ten slotte welke sancties gelden bij niet-nakoming van de gestelde serviceniveaus. De door KPN vastgestelde kwaliteitsniveaus mogen niet lager zijn dan de niveaus die KPN voor zichzelf of voor haar eigen dochterondernemingen hanteert, tenzij aanbieders daar zelf uitdrukkelijk om vragen.
· In de dienstbeschrijving(en) is opgenomen dat KPN aan andere aanbieders dezelfde kwaliteit levert als aan haar eigen eindgebruikers; de explicitering daarvan is in de vorm van storingsopheffingstijden in de PS opgenomen;
· In de Modelovereenkomst zijn geen sancties bij niet-nakoming van de overeengekomen serviceniveaus opgenomen; KPN heeft in het FIST een procedurevoorstel gedaan om te komen tot een mogelijke introductie van boeteregelingen als prikkel tot nakoming van bepaalde verplichtingen (zie reactie KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· De leveringsgaranties maken een onderdeel uit van het principe prognose=bestellen=leveren (zie brief KPN d.d. 3 november 2000, kenmerk CS&R/00/U/224);
· KPN is met een tekstvoorstel gekomen voor een Service Level Agreement (hierna: SLA) met boetebeding voor het niet leveren van diensten binnen gestelde leveringstermijnen, het niet afnemen van bestelde diensten en het niet halen van testdata (zie bijlage 1 bij brief KPN d.d. 15 maart 2002, kenmerk R/02/U/46);
· KPN is met een tekstvoorstel gekomen
· SLA met boetebeding op het niet-leveren van alle diensten
4op de ‘Ready for Service date’, het niet afnemen van diensten en op de duur van de storingsopheffing;
· SLA met boetebeding op de duur van de storingsopheffing (Link Fault en Network Fault (Service Affecting));
· KPN gaat klantenrapportages
5over de SLA met boetebeding voor levering- en kwaliteit opleveren, zodat inzicht aan het college kan worden verschaft of afspraken over de SLA voor levering- en kwaliteit non-discriminatoir worden nageleefd.
Er is overeenstemming over de opname van een SLA met boetebeding in de RIA op het niet leveren van alle diensten op de ‘Ready for Service date’, het niet afnemen van diensten en op de duur van de storingsopheffing (zie het tekstvoorstel van KPN voor tabel 9 d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168 en bijlage A en B bij brief d.d.
21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194);
Er is overeenstemming over het aanleveren van klantenrapportages van KPN over de SLA met boetebeding voor levering- en kwaliteit aan het college om te monitoren of afspraken non- discriminatoir worden nageleefd (zie brief KPN d.d.
21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194). Het college acht het voorts van belang dat hij inzicht krijgt of vanuit de SLA met boetebeding een voldoende prikkel uitgaat om ervoor te zorgen dat de aangeboden dienstverlening
(*) Zie wat betreft de hoogte van de boete voor de afnemer in geval van te late bestelling en/of annulering van ‘switch ports’ het door het college gestelde onder dictumpunt 23.
Het college heeft kennisgenomen van de door KPN voorgestelde hoogte van het boetebedrag op de duur van de storingsopheffing (zie bijlage B bij brief van KPN d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194) en de
onderbouwing hiervan op basis van de Digistream A-regeling. Het college is vooralsnog van mening dat van de door KPN voorgestelde boete een onvoldoende prikkel uitgaat om ervoor te
zorgen dat binnen de gestelde
duur de storing is verholpen. Het
college merkt op dat een boete is
bedoeld als prikkel om te komen
tot een hoger serviceniveau.
op de duur van de storingsopheffing (zie brieven KPN d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168 en d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194);
· KPN geeft aan om aan het college te rapporteren over de SLA op levering- en kwaliteit. Enerzijds is KPN dit al verplicht via artikel 6.2 van de Tw, anderzijds is KPN bereid om- indien marktpartijen daar toestemming voor verlenen- het college afschriften te geven van de klantrapportages zodra dat proces operationeel is. KPN verwacht dan wel dat marktpartijen de bereidheid zullen tonen om ook de eigen klantrapportages aan het college te verstrekken (zie brief KPN d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194).
Het college merkt op dat
beide partijen een eigen
verantwoordelijkheid hebben
om met elkaar te komen tot
klantenrapportages.
overeenstemming 21. KPN dient de prognose-, bestel- en
leveringsprocedures in de RIA zodanig aan te passen dat een bepaald minimum kwaliteitsniveau voor de exploitatie en levering van de diensten wordt gegarandeerd; kan worden voldaan aan bestelde interconnectie capaciteit;
redelijke levertijden van toepassing zijn; flexibiliteit in de procedure wordt geïntroduceerd door een (alternatieve) procedure aan te bieden waarbij inzichtelijk is wat het verband is tussen de lengte van prognose- en
bestelperioden en de mogelijkheden én eventuele onmogelijkheden om tussentijds prognoses aan te passen aan de verwachte vraag (toegestane bandbreedte).
· KPN met het voorstel tot het integreren van de processen
prognosticeren, bestellen en leveren in één proces, waarbij
prognosticeren=bestellen=leveren (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· KPN is met een voorstel gekomen voor het door aanbieders zelf
prognosticeren en bestellen van de eigen diensten (i.e. Telco Terminating model), een indicatieve
verkeersforecast, een
capaciteitsforecast voor zes kwartalen en additionele capaciteit buiten de bandbreedte voor een nieuwe dienst, eerste afname bestaande dienst en een nieuwe POP;
· Een nieuwe verrekenmethode is nog niet in enig document verwerkt, omdat deze nog in ontwikkeling is in het FIST;
de ‘capacity formula’ in haar oude vorm is hierdoor achterhaald (zie brief KPN d.d. 30 november 2002, kenmerk R/01/U/496);
· KPN is met aangepaste tekstvoorstellen gekomen voor het prognose-, bestel- en leveringsproces en de
onderliggende
verrekeningssystematiek (zie RO versie 2001.1.0 d.d. april 2001, versie 2001.2.0 d.d. juli 2001, versie
· De aanbieders hebben de (extra) keuzemogelijkheid om te kiezen voor een Telco Terminating model, waarbij een aanbieder zowel de KPN diensten en de eigen diensten kan prognosticeren en bestellen;
· Een flexibeler prognose-, bestel en leveringsproces vanwege de verkeersforecast, de inkorting van de capacity forecast naar vijf kwartalen, de mogelijkheid om additionele capaciteit buiten de bandbreedte te bestellen en een nieuwkomersregeling (NWP);
· Standpunt van het college inzake poortverrekeningssystematiek (zie dictumpunt 9).
Er is overeenstemming over de opname in de RIA van een (extra) keuzemogelijkheid voor aanbieders om zowel de KPN diensten en de eigen diensten te prognosticeren en te bestellen.
Er is overeenstemming over de opname in de RIA van een verkeersforecast, de verkorting van de prognosecyclus van de capacity forecast naar vijf kwartalen en de mogelijkheid om additionele capaciteit te bestellen buiten de bandbreedte.
(*) Zie brief d.d. 20 september 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202770, inzake het standpunt van het college over de poortverrekeningssystematiek, waarin het college stelt dat hij geen rol zal spelen bij het vaststellen van een verrekenmodel voor poorten. De wijze waarop een Telco Terminating model vervolgens wordt ingericht hangt hiermee samen. Zie in dit verband ook dictumpunt 9.
Er is geen overeenstemming over de definitie van een ‘NWP’. KPN gaat uit van de definitie: ‘a partij with which KPN has entered into Agreement for a period less than 18 months and for which an existing POP/AP relationship did not exist upon date of signature’ (zie RO versie 2001.3.0). Het college wenst uit te gaan van de door haar voorgestelde definitie van een
‘NWP’
6ofwel in het tekstvoorstel
van KPN de termijn van 18 maanden
te verlengen tot 24 maanden. Voor
beide voorstellen geldt naar de
mening van het college dat de
capaciteit zonder enige beperkingen
kan worden besteld en afgenomen,
mits de geprognosticeerde
overeenstemming 22. KPN dient in de RIA ter nakoming van
haar leverplicht de mogelijkheden én eventuele onmogelijkheden voor het aanhouden van een minimumvoorraad en het – eventueel via een
spoedprocedure – toewijzen van capaciteit daaruit op te nemen. Daarbij dienen in ieder geval de
informatieverstrekking aan aanbieders over de omvang van de
minimumvoorraad en de criteria voor toewijzing te zijn opgenomen
· KPN is niet bereid een minimum voorraad te bouwen zonder de zekerheid te hebben dat deze voorraad ook afgenomen wordt en de
investeringen daarmee gedekt zijn;
· Met het voorstel voor de indicatieve verkeersforecast (zonder
bandbreedtes) bestaat er geen verplichting tot een bepaalde bezetting, het aanhouden van een iets lagere bezetting (en daarmee voorraad creëren) om onzekerheden op te vangen behoort dus, op eigen kosten, tot de mogelijkheden;
· KPN gaat uit van
prognosticeren=bestellen=leveren. Op deze wijze ontstaat een flexibele en betrouwbare leveringssituatie, waarbij voldoende capaciteit wordt
gegarandeerd en de noodzaak van spoedorders wegvalt (zie brief KPN d.d.
29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).
· Met de opname van de (indicatieve) verkeersforecast in de RIA beschikken partijen over de mogelijkheid om een minimum voorraad te creëren.
Er is overeenstemming over de mogelijkheid om een minimum voorraad op te bouwen door middel van de verkeersforecast (zie brief d.d. 24 augustus 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2001/202554).
overeenstemming 23. KPN dient in de RIA de mogelijkheid op
te nemen voor een wederzijdse resultaatsverplichting voor levering en afname van interconnectiecapaciteit
· KPN geeft aan dat zij in principe akkoord gaat met een boeteregeling als prikkel tot nakoming van levering- en afnameverplichtingen (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· KPN is met een tekstvoorstel gekomen voor SLA met boetebeding voor het niet leveren van diensten binnen gestelde leveringstermijnen, het niet afnemen van bestelde diensten en het niet halen van testdata (zie bijlage 1 bij brief KPN d.d. 15 maart 2002, kenmerk R/02/U/46);
· KPN is met aangepaste tekstvoorstellen gekomen voor een SLA met
boetebeding op levering- en afname van diensten (zie brieven KPN d.d. 27 september 2002, kenmerk
R/U/02/0168 en d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194).
· SLA met boetebeding op het niet-leveren van diensten (zie tabel 9 ‘delivery timescales’ in de PS) op de ‘Ready for Service date’ en het niet afnemen van diensten; d.w.z.
gegarandeerde leveringstijden met SLA en boetebeding én een plicht tot afname van bestelde capaciteit. Een uitzondering op de gegarandeerde leveringstijden met SLA en boetebeding vormt de ‘New Wholesale Party (hierna: NWP)’;
· Alle diensten zijn opgenomen in één tabel in de PS (zie tabel 9);
· Er is een mogelijkheid voor partijen om af te zien van een SLA met boetebeding op het niet leveren van diensten op de ‘Ready for Service date’ en het niet afnemen van diensten. Het aanbod van KPN is voor onderhandeling vatbaar en aanbieders hebben- indien zij hiervan willen afwijken- via onderhandelingen de mogelijkheid om anders overeen te komen dan in de RIA is vastgelegd.
Er is overeenstemming over de opname van een SLA met boetebeding in de RIA op het niet leveren van diensten op de ‘Ready for Service date’ en het niet afnemen van diensten (zie tekstvoorstel van KPN voor tabel 9 d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168 en bijlage A bij brief d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194);
Er is overeenstemming over de mogelijkheid voor aanbieders om via (bilaterale) onderhandelingen af te zien van een SLA met boetebeding (zie brief d.d. 7 oktober 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/203139 en het tekstvoorstel van KPN bij brief d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168);
Er is overeenstemming dat t.a.v. de boete voor te late bestelling respectievelijk annulering van ‘switch ports’
geen sprake kan zijn dat met de te incasseren boete nogmaals wordt voorzien in
(*) Er is geen overeenstemming over de hoogte van het
boetebedrag voor de afnemer (i.e.
de boete bij te late bestelling respectievelijk annulering van
‘switch ports’) (zie bijlage A bij brief van KPN d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194).
Het college is vooralsnog van mening dat het door KPN voorgestelde boetebedrag voor te late bestelling respectievelijk annulering (36x de
maandvergoeding) te hoog is.
Naar de mening van het college staat het boetebedrag niet in verhouding tot het boetebedrag voor de leverancier bij het niet leveren op een ‘Ready for Service date’ (maximaal 12x
maandvergoeding). Voorts is het college geen voorstander van het eenzijdig opleggen van een dergelijke minimale afnameduur van 3 jaar. In de ogen van het college lijkt deze termijn erg lang;
Er is geen overeenstemming over
het feit dat voor de NWP geen SLA
met boetebeding van toepassing
is.
KPN geeft aan dat er van een
‘dubbele dekking’ van de kosten geen sprake is en ook niet zal zijn ( zie brief KPN d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194);
Er is overeenstemming over de boete voor het niet leveren van een carrier systeem op de ‘Ready for Service date’. Niettemin zal het college bezien hoe in de praktijk door de markt hierop wordt gereageerd.
Er is overeenstemming dat de boetes voor het niet leveren op de ‘Ready for Service date’
ingaan op de eerste dag na
overschrijding van de ‘Ready
for Service date’.
overeenstemming 24. KPN dient de mogelijkheden én
eventuele onmogelijkheden van verhandelbaarheid van interconnectiecapaciteit door aanbieders onderling in de RIA te adresseren
· Vanuit operationeel oogpunt is verhandelbaarheid van
interconnectiecapaciteit niet wenselijk, omdat de aanbieders niet allemaal op dezelfde wijze zijn aangesloten en interconnectiecapaciteit niet universeel inzetbaar is;
· KPN verwacht dat de verhandelbaarheid van
interconnectiecapaciteit zal leiden tot onredelijke hoge bestellingen en bewuste bouw van overcapaciteit ten behoeve van speculatie (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);
· KPN heeft d.d. 12 oktober 2001 een contractvoorstel voor
verhandelbaarheid van
interconnectiecapaciteit bij het college aangeleverd (zie voorstel KPN d.d. 12 oktober 2001).
· De randvoorwaarden voor het verhandelen van geprognosticeerde
interconnectiecapaciteit worden in de RIA opgenomen;
· Er zijn geen kosten verbonden aan het teruggeven van interconnectiecapaciteit.
Zie brief d.d. 5 november 2001, kenmerk
OPTA/IBT/2001/203336 en het tekstvoorstel van KPN d.d.
12 oktober 2001.
overeenstemming 25. KPN dient in de RIA werkschema’s
(tabellen) op te nemen (in het bijzonder ten aanzien van de leveringsprocedure) die duidelijk de verantwoordelijkheden van partijen en tijdspaden aangeven. Dit geldt tevens voor de door KPN gehanteerde termijnen voor optredende wijziging(en) en/of beëindiging(en)
· De verantwoordelijkheden van de contractanten inzake de bestel- en leveringsprocedure staan beschreven in hoofdstuk zes en zeven van de
‘Operations and Maintenance Manual (hierna: O&MM)’ (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk
CS&R/00/U/187);
· KPN komt met een tabel met standaard leveringstermijnen én onderliggende mijlpalen voor alle diensten, m.u.v.
enkele diensten (waaronder zgn.
speciale diensten). Van deze in tabel 6 van de ‘Parameter Schedule (hierna:
PS)’ (zie RO, versie 2001.3.0) omschreven speciale diensten wordt alleen een maximale leveringstermijn beschreven (zie brief KPN d.d. 30 november 2001, kenmerk R/01/U/496);
· KPN komt met een tabel met leveringstermijnen waarin zowel de speciale diensten- met een maximale leveringstermijn- als alle andere diensten -met standaard
leveringstermijnen én onderliggende mijlpalen- zijn opgenomen (zie tabel 9 in de brief van KPN d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168).
7· Één tabel in de PS (zie tabel 9) met zowel maximale leveringstermijnen voor de speciale diensten als maximale leveringstermijnen en onderliggende mijlpalen voor de andere diensten, m.u.v.
enige diensten genoemd onder voetnoot 7;
· De onderliggende mijlpalen van het leveringsproces (m.u.v. de laatste mijlpaal
‘Ready for Service date’) zijn richtinggevend voor KPN en (andere) aanbieders om de
‘Ready for Service date’ te halen. De mijlpalen zijn voorts een indicatie voor KPN en (andere) aanbieders om vast te stellen welke partij debet is aan het niet halen van de ‘Ready for Service date’;
· Op de onderliggende mijlpalen van het leveringsproces (m.u.v. de laatste mijlpaal
‘Ready for Service date’) wordt geen SLA met boetebeding toegepast, daar die mijlpalen als stimulans moeten worden beschouwd om de finale ‘Ready for Service date’ te halen en ertoe dienen om de transparantie van het leveringsproces te vergroten. Het college zou het echter logisch vinden, indien KPN tezamen met andere aanbieders komt tot een SLA met boete op de onderliggende
mijlpalen van het leveringsproces;
· ‘NWP’ omvat een ‘new POP’ en een ‘initial order of service’.
Er is overeenstemming over de opname in de RIA van één tabel in de PS (tabel 9), geen SLA met boetebeding op de onderliggende mijlpalen van het leveringsproces (m.u.v. de
‘Ready for Service date’) en dat een ‘NWP’ een ‘new POP’
en een ‘initial order of service’ omvat (zie brieven d.d. 22 augustus 2002, kenmerk
OPTA/IBT/2002/202415, d.d.
7 oktober 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/203139 en tekstvoorstel van KPN voor tabel 9 d.d. 27 september 2002, kenmerk
R/U/02/0168).
7