• No results found

overeenstemming 1. KPN dient in de RIA haar complete

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "overeenstemming 1. KPN dient in de RIA haar complete"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

overeenstemming 1. KPN dient in de RIA haar complete

aanbod op het gebied van

interconnectiediensten op te nemen. In ieder geval dient KPN er voor zorg te dragen dat de RIA de onderwerpen bevat die worden genoemd in de 'Indicative Reference Interconnection Offer' (IRIO) van de Europese Commissie (EC), in bijlage VII Deel I en Deel II van de Interconnectierichtlijn alsmede de in dit besluit vervatte onderdelen.

· KPN geeft aan dat er geen wettelijke grondslag is waarop het college aan KPN kan voorschrijven dat de RIA van KPN alle onderwerpen die worden genoemd in de Interconnectierichtlijn en de IRIO van de EC dient te bevatten (zie brief d.d. 29 september

CS&R/00/U/187).

· Dit punt is in de behandeling van de andere dictumpunten van het RIA-oordeel meegenomen

Er is geen overeenstemming over alle onderwerpen genoemd in de IRIO van de EC, in bijlage VII Deel I en Deel II van de Interconnectie richtlijn alsmede de in dit oordeel vervatte onderdelen.

2. KPN dient alle beschikbare PSTN en ISDN diensten in de RIA op te nemen, waaronder in ieder geval die interconnectiediensten die zij mutatis mutandis ten behoeve van haar eigen dienstverlening aan eindgebruikers biedt. KPN dient tevens de definitie van het begrip ‘call’ dienovereenkomstig aan te passen

· De 'KPN Telecom PSTN Terminating Access Service' heeft betrekking op alle beschikbare PSTN en ISDN diensten die KPN aan haar eigen eindgebruikers biedt;

· KPN heeft naar aanleiding van de RIA consultatie in 1999 de definitie van het begrip ‘call’ zodanig aangepast dat er geen misverstand over kan bestaan dat daaronder niet alleen PSTN diensten, maar ook ISDN diensten vallen (zie brief d.d. 29 september 2000, CS&R/00/U/187);

· Een definitie van 'call' is: ‘the set-up, holding and ending of a transmission path through the Infrastructure of either Party into the Infrastructure of the other party for conveyance of messenges within speech, 3.1 Khz or 64 kbit/s bearer services, all in

· 'PSTN Terminating Access Service Service' wordt 'PSTN/ISDN Terminating Access Service';

· De definitie van 'call' in de RIA is aangepast, zodat in het kader van het begrip

interconnectie wordt uitgegaan van de 64 kbit/s bearer services. De definitie van 'call' omvat: 'the set-up, holding and ending of a transmission path through the Infrastructure of either Party into the Infrastructure of the other Party for conveyance of signals able to carry PSTN/ISDN services, all in accordance with the technical specifications set out in the Technical Manual and supplementary services set out in de Service Descriptions'.

· De ‘Technical Manual (hierna: TM’) in 6.2.1.1 omvat: 'the following circuit mode bearer services are suppported: 64 kbit/s unrestricted digital information, 3.1 Khz audio and speech'.

Er is overeenstemming over de omschrijving ‘PSTN/ISDN Terminating Access Service’

en de definitie van ‘call’ (zie brief d.d. 26 oktober 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203238).

(3)

overeenstemming 3. KPN dient de dienst ‘PSTN Outgoing

International Connect Service’

(opnieuw) in de RIA op te nemen

· De dienst 'PSTN Outgoing International Connect Service' maakt geen deel uit van de op KPN rustende verplichting tot interconnectie in de beperkte betekenis die de Nederlandse

wetgeving daaraan heeft toegekend. Er is geen sprake van 'call termination' (zie brief d.d. 29 september 2000, CS&R/00/U/187).

· De opname van de ‘PSTN Outgoing International Connect Service’ onder de Referentie Aanbieding (hierna: RA) is terecht.

Er is overeenstemming over de opname van de ‘PSTN Outgoing International Connect Service’ onder de RA (zie brief d.d. 16 augustus 2001, kenmerk

OPTA/IBT/202365).

4. KPN dient de formule voor de beschikbaarheid van de

interconnectieverbinding te wijzigen conform de in het besluit aangegeven formule en dient dezelfde

beschikbaarheid te bieden op een interconnectie link als op een standaard 2 Mbit/s digistream verbinding, namelijk 99,98%

· Een vergelijking van de

beschikbaarheid van de 2048 kbit/s

‘Network Interconnect Service (hierna:

NIS)’ en een 2 Mbit/s digistream verbinding gaat niet op, omdat het verschillende diensten zijn die gebruik maken van verschillende platformen en netwerkelementen (zie brief KPN d.d.

29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· De formule voor beschikbaarheid van de ‘Network Interconnection Link’ is:

‘100*(total time-time allocated to planned work-time the link is not available for traffic due to

faults)/(total time-time allocated for planned work) (zie de RO versie 2001.2.0 d.d. juli 2001).

· De formule voor beschikbaarheid van de 'Network Interconnection Link' is aangepast, zodat in de RIA bij een aangeboden beschikbaarheid wordt uitgegaan van alle mogelijke oorzaken die tot een niet- beschikbaarheid kunnen leiden. De formule is: ‘availability (%)=100x(Total time-time unavailable)/Total time)’

Er is overeenstemming over de formule voor de beschikbaarheid van de

‘Network Interconnection Link’ (zie brief d.d. 5 november 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/203336).

Er is geen overeenstemming over

het aanbieden van een ‘Network

Interconnection Link’ met

eenzelfde beschikbaarheid als een

digistream verbinding (99,98%).

(4)

overeenstemming 5. KPN dient in de RIA de mogelijkheid van

het gebruik van straalverbindingen op te nemen, waarbij tevens de benodigde afspraken voor het behoud van interoperabiliteit worden opgenomen

· Voor het tot stand brengen van een interconnectieverbinding wordt thans gebruik gemaakt van twee fysiek gescheiden glasvezelverbindingen, zodat een zo hoog mogelijke beschikbaarheid kan worden gerealiseerd. Met de inzet van straalverbindingen voor dat doel wordt naar de mening van KPN het vereiste van interoperabiliteit onvoldoende verzekerd (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· Straalverbindingen zijn geen structurele oplossing, ze zijn tijdelijk en incidenteel inzetbaar en de huidige interconnectie verbindingen zijn een degelijk en beschikbaar alternatief (zie tekstvoorstel KPN d.d. 23 juli 2001).

· In de definitieve tekst is opgenomen dat in het geval dat straalverbindingen door KPN worden ingezet, de totstandkoming van deze verbindingen wordt verbonden aan maximale leveringstermijnen in de RIA;

· De contracttekst in de RIA is: 'each carrier system shall use one main fibre and one standby fibre pair. The main and standby fibres will be diversely routed. Upon mutual agreement between Telco and KPN, where KPN is responsible and unable to implement the Carrier Systeem within the contractual supply times specified in de Parameter Schedule, temporary alternative transmission technology shall be considered for

implementing the Carrier System within the initially agreed KPN contractual supply times'.

Er is overeenstemming over de contracttekst inzake straalverbindingen (zie brief d.d. 15 november 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203428).

6. KPN dient in de RIA de mogelijkheid op te nemen om, voor aanbieders die daarom verzoeken, verbindingen met een hoge capaciteit, waaronder 34 Mbit/s en 155 Mbit/s, af te nemen

· KPN biedt verbindingen aan met capaciteit van 155 Mbit/s in pakketten van 2 Mbit/s NIS-sen conform de industriestandaard (switchpoorten);

· KPN is door de structuur van het netwerk niet in staat om STM-4 verbindingen (622 Mbit/s) aan te bieden;

· KPN zal carrier systemen met een capaciteit van 34 Mbit/s opnemen in haar portfolio (zie tekstvoorstellen KPN d.d. 23 juli, 20 augustus en 22 oktober

· De STM-1 interface wordt aan de RIA toegevoegd;

· KPN neemt de 34 Mbit/s carrier systeem in de RIA op, met inbegrip van de mogelijkheid om op alle centraleniveaus gebruik te maken van een carrier systeem met verschillende capaciteiten.

Zie brief KPN d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482. In deze brief geeft KPN een schriftelijke bevestiging van

overeenstemming over de

opname van een 34 Mbit/s

carrier systemen in de RIA.

(5)

overeenstemming 7. KPN dient in de RIA de mogelijkheid

van interconnectie op alle centraleniveaus op te nemen

Lokaal niveau:

· KPN heeft in de FIST Taskforce Local Access (van 16 januari 2000) aan partijen aangegeven een pilot kandidaat te zoeken voor testen van de dienst local access. Na succesvolle afronding van de pilots zal de dienstbeschrijving worden opgenomen in de RIA (zie brief KPN d.d.

29 september 2000, kenmerk CS&R/OO/U/187);

· KPN heeft d.d. 28 maart en d.d. 1 augustus 201 haar zienswijze gegeven (zie brieven KPN d.d. 28 maart 2001, kenmerk CS&R/01/U/316, en d.d. 1 augustus 2001, kenmerk

CS&R/01/U/395).

· In het kader van Integraal Tarieftoezicht (hierna: ITTZ) is gecommuniceerd over contractteksten; het meest recente contracttekst van KPN dateert van 16 augustus 2002 (zie brief KPN d.d. 16 augustus 2002, kenmerk R/02/U/0130).

Internationaal niveau:

· Interconnectie op het niveau van de internationale centrales in het netwerk van KPN zijn voorzien in enerzijds het termineren van verkeer in het buitenland en anderzijds het ontvangen en afhandelen van verkeer afkomstig uit het buitenland op het netwerk van KPN. De

‘KPN Telecom PSTN Outgoing

International Connect Service’ voorziet in eerstgenoemde behoefte. T.a.v het laatstgenoemde wordt aan buitenlandse partijen een ‘call termination’ dienst aangeboden.

· KPN geeft aan dat een alternatief, waar veel partijen gebruik van maken, het afhandelen van verkeer is vanuit het

Lokaal niveau:

· Het college heeft d.d. 15 maart 2001 een vooraankondiging inzake ‘Interconnectie op het niveau van nummercentrales’ uitgestuurd (zie brief d.d. 15 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/200693); op 26 maart 2002 heeft het college aan KPN aangegeven dat hij een juridisch handhavingstraject wil ingaan(zie brief d.d. 26 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2002/200782);

· In juli 2002 heeft het college aangegeven dat wat betreft het aanbod voor Lokale Interconnectie het college vooralsnog afziet van handhaving, gelet op de toezeggingen van KPN i.k.v. ITTZ (zie “Verdere stappen handhaving RIA”, in “OPTA Connecties”, juli 2002, nr. 5);

· Het document ‘Maatregelen op wholesale niveau: stand van zaken’ d.d. 27 juni 2002 onder hoofdstuk 6

1

omvat de afspraken die in het kader van ITTZ voor lokale

interconnectie zijn gemaakt. Dit betreft afspraken over de onderwerpen risico afdekking, informatieverstrekking, introductieregeling, meervoudige aansluitingen, gedeeld gebruik van carrier systemen, In Span dienst, diensten op LAP niveau en kostengeoriënteerde tarieven;

· Bij brief d.d. 20 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202763, heeft het college aan KPN aangegeven dat in de contracttekst van KPN d.d. 16 augustus 2002 niet alle door KPN gedane toezeggingen, zoals verwoord in het document ‘Maatregelen op wholesale niveau’, zijn opgenomen. In deze brief heeft het college derhalve KPN erop gewezen welke reeds gemaakte afspraken KPN nog in de RIA dient te verwerken.

· De concrete afspraken die voor de

Er is overeenstemming over de in het document

‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder hoofdstuk 6

opgenomen afspraken en de opname hiervan in de RIA.

Ten aanzien van de

contracttekst van KPN d.d. 16 augustus 2002 bestaat overeenstemming met inachtneming van de in de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202763, geadresseerde punten. Een uitzondering hierop vormt de risicoafdekking m.b.t.

ombouwkosten van nummercentrales. Dit punt wordt in een separaat traject met KPN nader behandeld.

KPN heeft bij brief d.d.

21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194, de in de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202763, opgenomen afspraken schriftelijk bevestigd.

Internationaal niveau: Er is overeenstemming.

(*) Ondanks dat er

overeenstemming is bereikt over de onder hoofdstuk 6 opgenomen afspraken, wijst het college erop dat het aanbod Lokale

Interconnectie- zoals dat thans door het college is bekeken- geen door het college goedgekeurd aanbod betreft.

KPN heeft in de contracttekst d.d.

16 augustus 2002 bepaalde contractvoorstellen van het college ten dele overgenomen dan wel is met eigen nieuwe

voorstellen gekomen (zie brief d.d. 20 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202763, onder ad. 2).

1

Zie website OPTA www.opta.nl voor het document ‘Maatregelen op wholesale niveau: stand van zaken’ d.d. 27 juni 2002 onder thema VinterconnectieVbesluiten en oordelen.

(6)

geadresseerd. M.b.t. de

informatieverstrekking wordt verwezen naar de contracttekst van KPN d.d. 16 augustus 2002 in samenhang met de reactie van het college hierop bij brief d.d. 20 september 2002.

Internationaal niveau:

· Het college heeft kennis genomen van de

mogelijkheid die bestaat om via eigen

interconnectiepunten in Nederland verkeer

vanuit het buitenland af te handelen.

(7)

overeenstemming 8. KPN dient procedures in de RIA op

te nemen voor het aanwijzen van specifieke verkeersroutering om de dienstverlening te herstellen bij storing of overflow, het opzetten van overflow procedures indien er blokkering is, en het opzetten van speciale procedures vooroverbelaste verbindingen

· KPN stelt dat ze wholesale- en retailverkeer gelijk behandeld (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· Eventuele overflowconstructies beperken zich tot overbelaste interconnectieverbindingen en hebben geen betrekking op overbelaste verbindingen tussen nummercentrales en EVKCs;

· Het omleiden van verkeer bij overbelaste interconnectieverbindingen (en dus niet bij blokkering in het eigen netwerk) valt buiten de interconnectieverplichtingen uit artikel 6.1 van de Tw (zie brief KPN d.d. 17 januari 2001, kenmerk CS&R/00/U/266);

· RAP-RAP overloop biedt, gezien de richting van het verkeer, geen oplossing voor de

‘Terminating Access’ dienst die KPN aanbiedt aan andere aanbieders. In specifieke gevallen biedt een overloop-dienst een uitkomst tegen het doodlopen van verkeer (niet ingeval van storing in het IN-platform, zoals die in 2001 heeft plaatsgevonden) (zie brief KPN d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482);

· KPN is bereid tot het opnemen van een switch overloop, zoals opgenomen onder hoofdstuk 5 van de ‘TM’ ‘Traffic Handling of Services’(zie tekstvoorstel KPN d.d. 24 oktober 2001);

· KPN is bereid tot het opnemen van een bundel overloop (zie brief KPN d.d. 3 oktober 2001, kenmerk CS&R/01/U/439);

· KPN geeft aan dat RAP-RAP overloop een functionaliteit is die een oplossing biedt bij problemen op het interconnectie vlak of in het netwerk van een aanbieder. De dienst maakt geen onderdeel uit van de

interconnectieplicht, maar KPN is bereid deze dienst op commerciële basis aan te bieden;

· Voor de ‘KPN Terminating Access Service’ is voorzien in een hubnet/buffernet overloop (zie tekstvoorstel KPN d.d. 20 augustus 2001).

· Het college heeft op 26 maart 2002 aan KPN aangegeven dat hij een juridisch handhavingstraject wil ingaan (zie brief d.d. 26 maart 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2002/200782); het college heeft bij brief d.d. 9 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202512, aangegeven het voorgenomen juridisch handhavingstraject niet in te zetten vanwege een nader door het college bepaalde prioriteitstelling binnen de organisatie;

· De switch overloop, de bundel overloop en de hubnet/buffernet overloop wordt in de RIA opgenomen.

Er is overeenstemming over de opname in de RIA van de switch overloop, de bundel overloop en de

hubnet/buffernet overloop.

KPN geeft aan deze functionaliteiten aan te bieden (zie tekstvoorstel KPN d.d. 20 augustus 2001 en d.d.

24 oktober 2001).

Er is geen overeenstemming inzake de RAP-RAP overloop. Het college heeft zijn standpunt hieromtrent verwoord in diverse brieven naar KPN, waaronder brieven d.d. 12 oktober 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/203111 en d.d. 15 november 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/203428.

In het Tussenstand-document d.d.

12 december 2001 heeft het

college eveneens zijn standpunt

naar voren gebracht.

(8)

overeenstemming 9. KPN dient in de RIA de mogelijkheid op

te nemen om naast uni-directionele verbindingen eveneens bi-directionele verbindingen af te nemen.

· KPN stelt dat haar carrier systemen bi- directioneel zijn en verkeer bevatten zowel vanuit als naar het netwerk van KPN (zie brief KPN d.d. 6 juli 2001, kenmerk CS&R/01/U/380);

· KPN heeft d.d. 6 juli 2001 haar zienswijze gegeven (zie brief KPN d.d.

6 juli 2001, kenmerk CS&R/01/U/380).

· KPN heeft het college bij brieven d.d.

18 februari 2002, kenmerk R/U/02/36, en 21 maart 2002, kenmerk R/02/U50, een contractvoorstel bij het college aangeleverd over de verrekening van poorten en aanvullend d.d. 25 maart 2002 een voorstel voor

bundelindelingen (n.a.v een verzoek van het college te komen met een voorstel dat gedragen wordt door de markt);

· KPN heeft bij brief d.d. 20 augustus 2002, kenmerk R/02/U/0137, gereageerd op de door het college naar diverse partijen gestuurde vragenlijst inzake de

poortverrekeningssystematiek d.d. 7 augustus 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202243;

· Bij brief d.d. 20 augustus 2002, kenmerk R/02/U/0137, heeft KPN een nieuw contractvoorstel bij het college aangeleverd.

· Het college heeft d.d. 22 juni 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Bi-directionele verbindingen’

uitgestuurd (zie brief d.d. 22 juni 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/201343);

· De mogelijkheid tot samengevoegde bundels wordt opgenomen in de RIA, echter op het moment dat aanbieders een concreet verzoek bij KPN indienen voor bi-directionele bundels dient KPN binnen een redelijke termijn een aanbod hiervoor te ontwikkelen.

Er is overeenstemming over de opname in de RIA van de mogelijkheid tot

samengevoegde bundels (zie brief d.d. 20 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202770).

(*) Zie brief d.d. 20 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202770, inzake het standpunt van het college over de poortverrekenings- systematiek, waarin het college stelt dat hij geen rol zal spelen bij het vaststellen van een

verrekenmodel voor poorten. De wijze waarop samengevoegde bundels vervolgens worden ingericht hangt hiermee samen.

Zie in dit verband ook dictumpunt

21.

(9)

overeenstemming 10. KPN dient in de RIA de afname van die

aanvullende diensten als

interconnectiediensten mogelijk te maken, die KPN aan haar eindgebruikers biedt. Hieronder vallen in ieder geval nummeridentificatiediensten, User to User signalling-diensten en de Call Forwarding diensten. Daarbij dient KPN ten aanzien van nummer-

identificatiediensten het gemaakte voorhoud in artikel 12.1 van de Modelovereenkomst RIO KPN 2000 1.1 aan te passen zodanig dat het voorbehoud niet slaat op KPN

· KPN stelt dat doorgifte van CLI via een netwerkkoppeling technisch mogelijk moet zijn. De doorgifte van een CLI kan niet worden gegarandeerd, indien een derde (buitenlandse) partij deze niet heeft doorgegeven (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· Het door KPN gewijzigd tekstvoorstel voor artikel 12.1 van de

Modelovereenkomst is: 'Partijen zullen elkaar-met inachtneming van ter zake geldende wettelijke regels- de Calling Line Identity verstrekken voor elke Oproep die via een Netwerkkoppeling aan de andere Partij wordt

doorgegeven, tenzij dat technisch niet mogelijk is (…) Bij oproepen afkomstig van infrastructuren van andere Telecom Providers, die via een netwerkkoppeling aan de andere partij worden doorgegeven, zal de Calling Line Identity worden doorgegeven, voor zover die informatie door die Telecom Provider is doorgegeven (zie brief KPN d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482);

· ‘User-to-User Signalling’ diensten worden op dit moment door KPN niet aan haar eindgebruikers aangeboden;

· De afname van ‘Call Forwarding’

diensten wordt thans reeds mogelijk gemaakt (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).

Het college was in de veronderstelling dat in de besprekingen met KPN overeenstemming was bereikt over het tekstvoorstel van het college inzake artikel 12.1 van de Modelovereenkomst. Het college stelt dat het voorbehoud t.a.v.

omstandigheden waardoor de dienst niet of met beperkingen dient te worden aangeboden (beperkingen van geografische of technische aard) al tot

uitdrukking is gebracht in de zin

‘voor zover die informatie (…) is doorgegeven.

De tekst van het college voor artikel 12.1 van de

Modelovereenkomst is: 'Partijen zullen elkaar de Calling Line Identity verstrekken voor elke Oproep die via een

Netwerkkoppeling aan de andere

Partij wordt doorgegeven, met

inachtneming van ter zake

geldende wettelijke regels. (…)

Bij oproepen afkomstig van

infrastructuren van andere

Telecom Providers, die via een

netwerkkoppeling aan de andere

partij worden doorgegeven, zal de

Calling Line Identity worden

doorgegeven, voor zover die

informatie door die Telecom

Provider is doorgegeven (zie brief

d.d. 5 november 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203336).

(10)

overeenstemming 11. KPN dient de

nummeridentificatiediensten aan te bieden zonder beperkingen van bijvoorbeeld geografische of technische aard. Wanneer er omstandigheden zijn, waarin de dienst niet of met

beperkingen moet worden aangeboden, dan dient KPN deze omstandigheden expliciet in haar RIA te noemen

· KPN stelt dat zij

nummeridentificatiediensten zonder beperkingen van geografische aard aanbiedt. Wat betreft de beperkingen van technische aard verwijst KPN het haar reactie onder dictumpunt 10 (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/OO/U/187).

Zie dictumpunt 10.

12. KPN dient een aanbod voor de levering van collocatie, verband houdende met de levering van de gehele portfolio van interconnectiediensten in de RIA op te nemen

· Collocatie wordt aangeboden als

‘accessoire’ dienst indien en voor zover zulks noodzakelijk is om interconnectie met en bijzondere toegang tot het vaste telefoonnetwerk van KPN, MDF Access en directe zeekabeltoegang mogelijk te maken, resp. in het kader van artikel 3.11 van de Tw (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/OO/U/187);

· KPN heeft d.d. 29 maart 2001 haar zienswijze gegeven (zie brief KPN d.d.

29 maart 2001, kenmerk CS&R/01/U/315);

· KPN heeft d.d. 3 juli 2001 bezwaar aangetekend tegen het besluit d.d. 6 juni 2001 en d.d. 4 juli 2001 het college een nieuw voorstel ter uitvoering van het besluit voorgelegd.

· Het college heeft d.d. 15 maart 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Collocatie in samenhang met interconnectie’ uitgestuurd (zie brief d.d. 15 maart 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/200699). Op 6 juni 2001 heeft het college KPN een last onder dwangsom opgelegd (zie brief d.d. 6 juni 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/201294);

· Het college stelt vast dat met het voorstel van KPN d.d. 4 juli 2001 KPN aan de in het besluit opgelegde last zal hebben voldaan (zie brief d.d. 4 juli 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/201947);

· In de RIA wordt het voorstel onder

‘Interconnect Services’ onder 7A ‘KPN Telecom Collocation Service for Interconnection’ opgenomen.

Het college heeft d.d. 11 maart 2002 een beslissing op bezwaar inzake collocatie in de RIA genomen

(zie brief d.d. 11 maart 2002, kenmerk

OPTA/JUZ/2002/200305), waarin het bezwaar van KPN ongegrond is verklaard. Tegen de beslissing op bezwaar is beroep

aangetekend.

(11)

overeenstemming 13. KPN dient een aanbod van

interconnectie op huurlijnen in haar RIA op te nemen. Dit aanbod dient ook een aanbod voor grensoverschrijdende huurlijnen te bevatten voor onder meer aanbieders die een huurlijn aan derden leveren tussen eindpunten in het buitenland en in Nederland en ten behoeve van het Nederlandse deel van de verbinding interconnectie op huurlijnen verzoeken bij KPN

· KPN geeft aan dat een verzoek om grensoverschrijdende huurlijnen haar nog nooit heeft bereikt;

· Bij brief d.d. 17 november 1997 heeft KPN aan de markt een aanbod gedaan voor interconnecterende vaste verbindingen. Dit aanbod heeft niet geleid tot concrete verzoeken om levering via interconnectie op huurlijnen (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).

· KPN heeft d.d. 29 maart 2001 haar zienswijze gegeven (zie brief KPN d.d.

29 maart 2001, kenmerk CS&R/01/U/317).

· Het college heeft d.d. 15 maart 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Interconnecterende Huurlijnen’

uitgevaardigd (zie brief d.d. 15 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/200698);

· Het college heeft d.d. 26 april 2002 zijn oordeel gegeven inzake Interconnecterende Huurlijnen

2

;

· Het document ‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder hoofdstuk 7 omvat de afspraken die in het kader van ITTZ voor interconnecterende huurlijnen zijn gemaakt;

· KPN is gekomen met een aanbod voor Interconnecting Leased Lines (hierna: ILL), versie 1.0g, d.d. 1 oktober 2002. Deze staat op de website van KPN gepubliceerd;

3

· Het college heeft in zijn oordeel inzake

‘Interconnecterende Huurlijnen’ aangegeven dat gezien de lagere prioriteit en

aanzienlijke complexiteit van regulering van nationale ILLs, hij thans het aanbod van internationale ILL’s niet zal beoordelen. Dit neemt niet weg dat het college te allen tijde kan besluiten de internationale ILL’s te reguleren;

· KPN maakt in de RIA onder ‘Interconnect Services’ een verwijzing naar de RO ILL, versie 1.0.g.

Er is overeenstemming over een voor partijen afneembaar aanbod ILL, versie 1.0g., d.d.

1 oktober 2002; een definitief oordeel van het college hierover zal nog komen.

Wat betreft internationale ILL’s verwijst het college naar zijn oordeel inzake

‘Interconnecterende Huurlijnen’ d.d. 26 april 2002.

2

Zie website OPTA www.opta.nl voor het Oordeel inzake Interconnecterende Huurlijnen onder thema VinterconnectieVbesluiten en oordelen.

3

Zie de website van KPN www.kpn-wholesale.com onder Documents VInterconnecting Leased Lines, versie 1.0, d.d. 1 oktober 2002.

(12)

overeenstemming 14. KPN dient de voorwaarden waaronder

toegang tot zeekabelaanlandingspunten wordt verleend, voor zover deze toegang samenhangt met

interconnectie, in de RIA op te nemen.

Gezien de samenhang met

interconnectie dienen hieronder ook de voorwaarden voor toegang tot de backhaul worden begrepen

· KPN geeft aan dat het in theorie denkbaar is dat een nieuwe toetreder die beschikt over het gebruiksrecht van een bepaalde capaciteit in een zeekabel KPN om interconnectie verzoekt op het

zeekabelaanlandingspunt t.b.v. het termineren van verkeer op het netwerk van KPN. Een dergelijk verzoek heeft KPN nog nooit bereikt. KPN is van mening dat in redelijkheid niet van haar verlangd kan worden dat zij de voorwaarden waaronder een dergelijke dienst zou kunnen worden verleend opneemt in haar RIA, zeker niet zolang een concrete marktvraag ontbreekt;

· In de praktijk verzoeken partijen om toegang tot capaciteit in een zeekabel om hen in staat te stellen die capaciteit te koppelen aan hun eigen netwerk. Hiervoor heeft KPN 2 diensten; directe zeekabeltoegang en indirecte zeekabeltoegang (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· KPN heeft d.d. 6 juli 2001 haar zienswijze gegeven (zie brief KPN d.d.

6 juli 2001, kenmerk CS&R/01/U/379).

· Het college heeft d.d. 22 juni 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Zeekabeltoegang uitgestuurd (zie brief d.d. 22 juni 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/201347); op 26 maart 2002 heeft het college aan KPN aangegeven dat hij een juridisch handhavingstraject wil ingaan(zie brief d.d. 26 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2002/200782);

· In juli 2002 heeft het college aangegeven dat hij voor zeekabeltoegang niet zal overgaan tot handhaving. Het college geeft aan dat in de situatie dat er sprake is van interconnectie, de concrete marktvraag voor het gebruik van capaciteit in een zeekabel niet aanwezig blijkt te zijn. In de praktijk nemen aanbieders de dienst

zeekabeltoegang af om uitbreiding van het eigen netwerk te realiseren. Dit kan volgens het college niet tot het interconnectie regime worden gerekend.

Er is overeenstemming wat betreft de situatie dat aanbieders de dienst zeekabeltoegang afnemen t.b.v. het uitbreiden van hun eigen netwerk (zie “Verdere stappen handhaving RIA”, in

“OPTA Connecties”, juli 2002, nr. 5).

In het geval dat er sprake is van interconnectie, zoals bijvoorbeeld in de situatie waarbij om toegang wordt verzocht tot capaciteit in een zeekabel om verkeer te termineren op het netwerk van KPN, is volgens het college concrete marktvraag niet aanwezig.

Indien de marktvraag inzake het

geval dat er sprake is van

interconnectie zich in de

toekomst wijzigt, dan kan het

college zijn beslissing in

heroverweging nemen.

(13)

overeenstemming 15. KPN dient het aanbod voor

sleepdiensten op te nemen in de RIA alsmede de mogelijkheid voor voogd/wezen constructies

· KPN stelt dat de sleepdienst- de 'KPN Telecom PSTN Interregion Connect Service'-, geen deel uitmaakt van de op KPN rustende verplichting tot

interconnectie in de beperkte betekenis die de Nederlandse wetgeving daaraan heeft toegeken;.

· Er is bij die dienst immers geen sprake van afwikkeling van oproepen naar de abonnees die zijn aangesloten op het vaste openbare telefoonnetwerk van KPN (call termination). Dit betekent dat deze dienst buiten het bereik van artikel 6.7 van de Tw valt (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).

· Het college heeft op 26 maart 2002 aan KPN aangegeven dat hij een juridisch

handhavingstraject wil ingaan(zie brief d.d.

26 maart 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2002/200782); het college heeft bij brief d.d. 9 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202512, aangegeven het voorgenomen juridisch handhavingstraject niet in te zetten vanwege een nader door het college bepaalde prioriteitstelling binnen de organisatie.

Er is geen overeenstemming. In het Tussenstand-document d.d.

12 december 2001 heeft het college reeds zijn standpunt naar voren gebracht.

16. KPN dient in de RIA de mogelijkheid op te nemen dat een Telco meer van zijn POP’s verbindt met één Access Point of één POP verbindt met meer Access Points van KPN

· KPN geeft aan dat zij in het kader van lokale toegang kan instemmen met een 1-N relatie tussen POP en AP’s binnen een regio en dat aanbieders hebben aangegeven dat in dit kader het niet mogelijk maken van een N-1 relatie voor hen geen onoverkomelijk probleem is;

· De 1-N relatie omvat één Telco POP verbinden naar meerdere Access Points binnen één Access Area. De N-1 relatie omvat meerdere Telco POP’s verbinden naar één enkele Access Point (zie brief KPN d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482).

· In het kader van ITTZ is met KPN overeengekomen dat KPN in de RIA de mogelijkheid van meervoudige aansluitingen opneemt, waarbij het mogelijk is om één Point of Presence- zonder geografische beperkingen- te verbinden met meerdere Local Access Points en/of Regional Access Points;

· KPN stelt geen enkele geografische beperking ten aanzien van het aansluiten van één Point of Presence op meerdere Access Points. Daarbij staat het een aanbieder vrij om hiertoe een eigen transmissie te gebruiken en/of transmissie van derden in te kopen.

Zie het document

‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder paragraaf 6.2.4 en de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202763.

Er is geen overeenstemming over

het verbinden van meerdere POP’s

naar één Access Point.

(14)

overeenstemming 17. KPN dient de beschikbaarheid van

nummerportabiliteit op te nemen in haar RIA, met inbegrip van condities, voorwaarden en tarieven

· Nummerportabiliteit is een verplichting die aanbieders van bepaalde openbare telecommunicatiediensten jegens degene die hun diensten afnemen hebben. Ter uitvoering van die verplichting dienen die aanbieders onderlinge procedure afspraken te maken. Zij hebben dit binnen de Stichting nummerportabiliteit ook gedaan. Op KPN rusten als

“aangewezen” aanbieder op het gebied van nummerportabiliteit geen andere verplichtingen dan op andere aanbieders. Nummerportabiliteit maakt geen deel uit van de op KPN en andere aanbieders rustende

verplichting tot interconnectie in de beperkte betekenis die de Nederlandse wetgeving daaraan heeft toegekend.

De verplichting om eindgebruikers de mogelijkheid van nummerportabliteit te bieden is ook niet opgenomen in hoofdstuk 6 van de Tw (zie brief KPN d.d. 29 september 2002, kenmerk CS&R/00/U/187).

· KPN heeft d.d. 29 juni 2001, kenmerk CS&R/01/U/371, een reactie op de vooraankondiging gegeven.

· Het college heeft d.d. 22 juni 2001 een vooraankondiging last onder dwangsom inzake ‘Nummerportabiliteit’ uitgestuurd (zie brief d.d. 22 juni 2001, kenmerk

OPTA/IBT/201348);

· Gelet op voortschrijdend inzicht is het college thans van oordeel dat de verplichting voor aanbieders tot het aanbieden van nummerportabiliteit aan eindgebruikers, een verplichting is welke niet gebaseerd is op de uit hoofdstuk 6 Tw voortvloeiende

interconnectieverplichting.

Nummerportabiliteit vloeit voort uit de zelfstandige plicht die op aanbieders rust en die als zodanig is terug te vinden in art 4.10 Tw. Nummerportabiliteit is geen absolute voorwaarde voor operabiliteit, maar vergemakkelijkt deze wel;

· Het college zal toezien op de naleving van de verplichting tot nummerportabiliteit op grond van art. 4.10 Tw en zal mede gelet op zijn eigen gewijzigde inzicht dat

nummerportabiliteit niet valt onder de reikwijdte van interconnectie, afzien van het opleggen van een last onder dwangsom.

Er is overeenstemming.

(15)

overeenstemming 18. KPN dient de mogelijkheid om carrier

systemen te delen door verschillende Telco’s in haar RIA op te nemen

· Een carrier systeem is een POP-AP relatie op 155 Mbit/s niveau. Om redenen van contractuele en operationele eenduidigheid dient dit een één-op-één relatie te zijn en is gedeeld gebruik van carrier systemen in kleinere eenheden niet mogelijk (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/OO/U/187);

· Sharing wordt contractueel mogelijk gemaakt door de noodzakelijke transmissie als afzonderlijke dienst neer te zetten die de partijen elkaar kunnen leveren, waarbij de NIS- diensten het verbinden van die transmissie met de transmissie beslaat, waardoor er end-to-end verbindingen ontstaan (zie brief d.d. 23 november 2001, kenmerk R/01/U/482);

· Op 3 juni 2002 heeft KPN een aangepast contractvoorstel voor gedeeld gebruik van carrier systemen bij het college aangeleverd.

· In het kader van ITTZ is met KPN

overeengekomen dat KPN in de RIA aan een Telco toestaat dat de carrier systemen van KPN en Telco’s worden gedeeld door Telco met derden, met als doel dat de beschikbare capaciteit zo optimaal mogelijk wordt benut.

Zie het document

‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder paragraaf 6.2.5 en de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202763.

19. KPN dient de dienst KPN Telecom 2048 kbit/s In Span Network Interconnection Service en de bijbehorende

voorwaarden, condities en tarieven in de RIA op te nemen

· Op dit moment biedt KPN al fysieke toegang tot haar nummercentrales, waardoor in-span een overbodige oplossing is geworden;

· Marktpartijen hebben in het FIST aangegeven geen behoefte te hebben aan in-span om toegang te krijgen tot KPN-locaties;

· In-span is een inefficiënte manier om te interconnecteren; er zijn geen besparingen, wel meerkosten en de beschikbaarheid van in-span is lager dan van end-of-span (zie tekstvoorstel KPN d.d. 23 oktober 2001).

· In het kader van ITTZ is met KPN

overeengekomen dat KPN invulling geeft aan een RIA met betrekking tot de ‘In Span Network Interconnection Service’, indien het door KPN geboden alternatief (i.e. de ‘End of Span Network Interconnection Service’ in samenhang met collocatie) of in de toekomst geboden alternatieven qua condities, voorwaarden en tarieven geen redelijke alternatieven vormen.

Zie het document

‘Maatregelen op wholesale niveau’ d.d. 27 juni 2002 onder paragraaf 6.2.6 en de brief d.d. 20 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202763.

(16)

overeenstemming 20. KPN dient in de RIA expliciete

minimum kwaliteits/service niveaus voor de exploitatie en de levering van de interconnectiediensten op te nemen, alsmede op welke wijze KPN deze minimum kwaliteitsniveaus garandeert en erover rapporteert en ten slotte welke sancties gelden bij niet-nakoming van de gestelde serviceniveaus. De door KPN vastgestelde kwaliteitsniveaus mogen niet lager zijn dan de niveaus die KPN voor zichzelf of voor haar eigen dochterondernemingen hanteert, tenzij aanbieders daar zelf uitdrukkelijk om vragen.

· In de dienstbeschrijving(en) is opgenomen dat KPN aan andere aanbieders dezelfde kwaliteit levert als aan haar eigen eindgebruikers; de explicitering daarvan is in de vorm van storingsopheffingstijden in de PS opgenomen;

· In de Modelovereenkomst zijn geen sancties bij niet-nakoming van de overeengekomen serviceniveaus opgenomen; KPN heeft in het FIST een procedurevoorstel gedaan om te komen tot een mogelijke introductie van boeteregelingen als prikkel tot nakoming van bepaalde verplichtingen (zie reactie KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· De leveringsgaranties maken een onderdeel uit van het principe prognose=bestellen=leveren (zie brief KPN d.d. 3 november 2000, kenmerk CS&R/00/U/224);

· KPN is met een tekstvoorstel gekomen voor een Service Level Agreement (hierna: SLA) met boetebeding voor het niet leveren van diensten binnen gestelde leveringstermijnen, het niet afnemen van bestelde diensten en het niet halen van testdata (zie bijlage 1 bij brief KPN d.d. 15 maart 2002, kenmerk R/02/U/46);

· KPN is met een tekstvoorstel gekomen

· SLA met boetebeding op het niet-leveren van alle diensten

4

op de ‘Ready for Service date’, het niet afnemen van diensten en op de duur van de storingsopheffing;

· SLA met boetebeding op de duur van de storingsopheffing (Link Fault en Network Fault (Service Affecting));

· KPN gaat klantenrapportages

5

over de SLA met boetebeding voor levering- en kwaliteit opleveren, zodat inzicht aan het college kan worden verschaft of afspraken over de SLA voor levering- en kwaliteit non-discriminatoir worden nageleefd.

Er is overeenstemming over de opname van een SLA met boetebeding in de RIA op het niet leveren van alle diensten op de ‘Ready for Service date’, het niet afnemen van diensten en op de duur van de storingsopheffing (zie het tekstvoorstel van KPN voor tabel 9 d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168 en bijlage A en B bij brief d.d.

21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194);

Er is overeenstemming over het aanleveren van klantenrapportages van KPN over de SLA met boetebeding voor levering- en kwaliteit aan het college om te monitoren of afspraken non- discriminatoir worden nageleefd (zie brief KPN d.d.

21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194). Het college acht het voorts van belang dat hij inzicht krijgt of vanuit de SLA met boetebeding een voldoende prikkel uitgaat om ervoor te zorgen dat de aangeboden dienstverlening

(*) Zie wat betreft de hoogte van de boete voor de afnemer in geval van te late bestelling en/of annulering van ‘switch ports’ het door het college gestelde onder dictumpunt 23.

Het college heeft kennisgenomen van de door KPN voorgestelde hoogte van het boetebedrag op de duur van de storingsopheffing (zie bijlage B bij brief van KPN d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194) en de

onderbouwing hiervan op basis van de Digistream A-regeling. Het college is vooralsnog van mening dat van de door KPN voorgestelde boete een onvoldoende prikkel uitgaat om ervoor te

zorgen dat binnen de gestelde

duur de storing is verholpen. Het

college merkt op dat een boete is

bedoeld als prikkel om te komen

tot een hoger serviceniveau.

(17)

op de duur van de storingsopheffing (zie brieven KPN d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168 en d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194);

· KPN geeft aan om aan het college te rapporteren over de SLA op levering- en kwaliteit. Enerzijds is KPN dit al verplicht via artikel 6.2 van de Tw, anderzijds is KPN bereid om- indien marktpartijen daar toestemming voor verlenen- het college afschriften te geven van de klantrapportages zodra dat proces operationeel is. KPN verwacht dan wel dat marktpartijen de bereidheid zullen tonen om ook de eigen klantrapportages aan het college te verstrekken (zie brief KPN d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194).

Het college merkt op dat

beide partijen een eigen

verantwoordelijkheid hebben

om met elkaar te komen tot

klantenrapportages.

(18)

overeenstemming 21. KPN dient de prognose-, bestel- en

leveringsprocedures in de RIA zodanig aan te passen dat een bepaald minimum kwaliteitsniveau voor de exploitatie en levering van de diensten wordt gegarandeerd; kan worden voldaan aan bestelde interconnectie capaciteit;

redelijke levertijden van toepassing zijn; flexibiliteit in de procedure wordt geïntroduceerd door een (alternatieve) procedure aan te bieden waarbij inzichtelijk is wat het verband is tussen de lengte van prognose- en

bestelperioden en de mogelijkheden én eventuele onmogelijkheden om tussentijds prognoses aan te passen aan de verwachte vraag (toegestane bandbreedte).

· KPN met het voorstel tot het integreren van de processen

prognosticeren, bestellen en leveren in één proces, waarbij

prognosticeren=bestellen=leveren (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· KPN is met een voorstel gekomen voor het door aanbieders zelf

prognosticeren en bestellen van de eigen diensten (i.e. Telco Terminating model), een indicatieve

verkeersforecast, een

capaciteitsforecast voor zes kwartalen en additionele capaciteit buiten de bandbreedte voor een nieuwe dienst, eerste afname bestaande dienst en een nieuwe POP;

· Een nieuwe verrekenmethode is nog niet in enig document verwerkt, omdat deze nog in ontwikkeling is in het FIST;

de ‘capacity formula’ in haar oude vorm is hierdoor achterhaald (zie brief KPN d.d. 30 november 2002, kenmerk R/01/U/496);

· KPN is met aangepaste tekstvoorstellen gekomen voor het prognose-, bestel- en leveringsproces en de

onderliggende

verrekeningssystematiek (zie RO versie 2001.1.0 d.d. april 2001, versie 2001.2.0 d.d. juli 2001, versie

· De aanbieders hebben de (extra) keuzemogelijkheid om te kiezen voor een Telco Terminating model, waarbij een aanbieder zowel de KPN diensten en de eigen diensten kan prognosticeren en bestellen;

· Een flexibeler prognose-, bestel en leveringsproces vanwege de verkeersforecast, de inkorting van de capacity forecast naar vijf kwartalen, de mogelijkheid om additionele capaciteit buiten de bandbreedte te bestellen en een nieuwkomersregeling (NWP);

· Standpunt van het college inzake poortverrekeningssystematiek (zie dictumpunt 9).

Er is overeenstemming over de opname in de RIA van een (extra) keuzemogelijkheid voor aanbieders om zowel de KPN diensten en de eigen diensten te prognosticeren en te bestellen.

Er is overeenstemming over de opname in de RIA van een verkeersforecast, de verkorting van de prognosecyclus van de capacity forecast naar vijf kwartalen en de mogelijkheid om additionele capaciteit te bestellen buiten de bandbreedte.

(*) Zie brief d.d. 20 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202770, inzake het standpunt van het college over de poortverrekeningssystematiek, waarin het college stelt dat hij geen rol zal spelen bij het vaststellen van een verrekenmodel voor poorten. De wijze waarop een Telco Terminating model vervolgens wordt ingericht hangt hiermee samen. Zie in dit verband ook dictumpunt 9.

Er is geen overeenstemming over de definitie van een ‘NWP’. KPN gaat uit van de definitie: ‘a partij with which KPN has entered into Agreement for a period less than 18 months and for which an existing POP/AP relationship did not exist upon date of signature’ (zie RO versie 2001.3.0). Het college wenst uit te gaan van de door haar voorgestelde definitie van een

‘NWP’

6

ofwel in het tekstvoorstel

van KPN de termijn van 18 maanden

te verlengen tot 24 maanden. Voor

beide voorstellen geldt naar de

mening van het college dat de

capaciteit zonder enige beperkingen

kan worden besteld en afgenomen,

mits de geprognosticeerde

(19)

overeenstemming 22. KPN dient in de RIA ter nakoming van

haar leverplicht de mogelijkheden én eventuele onmogelijkheden voor het aanhouden van een minimumvoorraad en het – eventueel via een

spoedprocedure – toewijzen van capaciteit daaruit op te nemen. Daarbij dienen in ieder geval de

informatieverstrekking aan aanbieders over de omvang van de

minimumvoorraad en de criteria voor toewijzing te zijn opgenomen

· KPN is niet bereid een minimum voorraad te bouwen zonder de zekerheid te hebben dat deze voorraad ook afgenomen wordt en de

investeringen daarmee gedekt zijn;

· Met het voorstel voor de indicatieve verkeersforecast (zonder

bandbreedtes) bestaat er geen verplichting tot een bepaalde bezetting, het aanhouden van een iets lagere bezetting (en daarmee voorraad creëren) om onzekerheden op te vangen behoort dus, op eigen kosten, tot de mogelijkheden;

· KPN gaat uit van

prognosticeren=bestellen=leveren. Op deze wijze ontstaat een flexibele en betrouwbare leveringssituatie, waarbij voldoende capaciteit wordt

gegarandeerd en de noodzaak van spoedorders wegvalt (zie brief KPN d.d.

29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).

· Met de opname van de (indicatieve) verkeersforecast in de RIA beschikken partijen over de mogelijkheid om een minimum voorraad te creëren.

Er is overeenstemming over de mogelijkheid om een minimum voorraad op te bouwen door middel van de verkeersforecast (zie brief d.d. 24 augustus 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/202554).

(20)

overeenstemming 23. KPN dient in de RIA de mogelijkheid op

te nemen voor een wederzijdse resultaatsverplichting voor levering en afname van interconnectiecapaciteit

· KPN geeft aan dat zij in principe akkoord gaat met een boeteregeling als prikkel tot nakoming van levering- en afnameverplichtingen (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· KPN is met een tekstvoorstel gekomen voor SLA met boetebeding voor het niet leveren van diensten binnen gestelde leveringstermijnen, het niet afnemen van bestelde diensten en het niet halen van testdata (zie bijlage 1 bij brief KPN d.d. 15 maart 2002, kenmerk R/02/U/46);

· KPN is met aangepaste tekstvoorstellen gekomen voor een SLA met

boetebeding op levering- en afname van diensten (zie brieven KPN d.d. 27 september 2002, kenmerk

R/U/02/0168 en d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194).

· SLA met boetebeding op het niet-leveren van diensten (zie tabel 9 ‘delivery timescales’ in de PS) op de ‘Ready for Service date’ en het niet afnemen van diensten; d.w.z.

gegarandeerde leveringstijden met SLA en boetebeding én een plicht tot afname van bestelde capaciteit. Een uitzondering op de gegarandeerde leveringstijden met SLA en boetebeding vormt de ‘New Wholesale Party (hierna: NWP)’;

· Alle diensten zijn opgenomen in één tabel in de PS (zie tabel 9);

· Er is een mogelijkheid voor partijen om af te zien van een SLA met boetebeding op het niet leveren van diensten op de ‘Ready for Service date’ en het niet afnemen van diensten. Het aanbod van KPN is voor onderhandeling vatbaar en aanbieders hebben- indien zij hiervan willen afwijken- via onderhandelingen de mogelijkheid om anders overeen te komen dan in de RIA is vastgelegd.

Er is overeenstemming over de opname van een SLA met boetebeding in de RIA op het niet leveren van diensten op de ‘Ready for Service date’ en het niet afnemen van diensten (zie tekstvoorstel van KPN voor tabel 9 d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168 en bijlage A bij brief d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194);

Er is overeenstemming over de mogelijkheid voor aanbieders om via (bilaterale) onderhandelingen af te zien van een SLA met boetebeding (zie brief d.d. 7 oktober 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/203139 en het tekstvoorstel van KPN bij brief d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168);

Er is overeenstemming dat t.a.v. de boete voor te late bestelling respectievelijk annulering van ‘switch ports’

geen sprake kan zijn dat met de te incasseren boete nogmaals wordt voorzien in

(*) Er is geen overeenstemming over de hoogte van het

boetebedrag voor de afnemer (i.e.

de boete bij te late bestelling respectievelijk annulering van

‘switch ports’) (zie bijlage A bij brief van KPN d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194).

Het college is vooralsnog van mening dat het door KPN voorgestelde boetebedrag voor te late bestelling respectievelijk annulering (36x de

maandvergoeding) te hoog is.

Naar de mening van het college staat het boetebedrag niet in verhouding tot het boetebedrag voor de leverancier bij het niet leveren op een ‘Ready for Service date’ (maximaal 12x

maandvergoeding). Voorts is het college geen voorstander van het eenzijdig opleggen van een dergelijke minimale afnameduur van 3 jaar. In de ogen van het college lijkt deze termijn erg lang;

Er is geen overeenstemming over

het feit dat voor de NWP geen SLA

met boetebeding van toepassing

is.

(21)

KPN geeft aan dat er van een

‘dubbele dekking’ van de kosten geen sprake is en ook niet zal zijn ( zie brief KPN d.d. 21 oktober 2002, kenmerk R/02/U/0194);

Er is overeenstemming over de boete voor het niet leveren van een carrier systeem op de ‘Ready for Service date’. Niettemin zal het college bezien hoe in de praktijk door de markt hierop wordt gereageerd.

Er is overeenstemming dat de boetes voor het niet leveren op de ‘Ready for Service date’

ingaan op de eerste dag na

overschrijding van de ‘Ready

for Service date’.

(22)

overeenstemming 24. KPN dient de mogelijkheden én

eventuele onmogelijkheden van verhandelbaarheid van interconnectiecapaciteit door aanbieders onderling in de RIA te adresseren

· Vanuit operationeel oogpunt is verhandelbaarheid van

interconnectiecapaciteit niet wenselijk, omdat de aanbieders niet allemaal op dezelfde wijze zijn aangesloten en interconnectiecapaciteit niet universeel inzetbaar is;

· KPN verwacht dat de verhandelbaarheid van

interconnectiecapaciteit zal leiden tot onredelijke hoge bestellingen en bewuste bouw van overcapaciteit ten behoeve van speculatie (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· KPN heeft d.d. 12 oktober 2001 een contractvoorstel voor

verhandelbaarheid van

interconnectiecapaciteit bij het college aangeleverd (zie voorstel KPN d.d. 12 oktober 2001).

· De randvoorwaarden voor het verhandelen van geprognosticeerde

interconnectiecapaciteit worden in de RIA opgenomen;

· Er zijn geen kosten verbonden aan het teruggeven van interconnectiecapaciteit.

Zie brief d.d. 5 november 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203336 en het tekstvoorstel van KPN d.d.

12 oktober 2001.

(23)

overeenstemming 25. KPN dient in de RIA werkschema’s

(tabellen) op te nemen (in het bijzonder ten aanzien van de leveringsprocedure) die duidelijk de verantwoordelijkheden van partijen en tijdspaden aangeven. Dit geldt tevens voor de door KPN gehanteerde termijnen voor optredende wijziging(en) en/of beëindiging(en)

· De verantwoordelijkheden van de contractanten inzake de bestel- en leveringsprocedure staan beschreven in hoofdstuk zes en zeven van de

‘Operations and Maintenance Manual (hierna: O&MM)’ (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk

CS&R/00/U/187);

· KPN komt met een tabel met standaard leveringstermijnen én onderliggende mijlpalen voor alle diensten, m.u.v.

enkele diensten (waaronder zgn.

speciale diensten). Van deze in tabel 6 van de ‘Parameter Schedule (hierna:

PS)’ (zie RO, versie 2001.3.0) omschreven speciale diensten wordt alleen een maximale leveringstermijn beschreven (zie brief KPN d.d. 30 november 2001, kenmerk R/01/U/496);

· KPN komt met een tabel met leveringstermijnen waarin zowel de speciale diensten- met een maximale leveringstermijn- als alle andere diensten -met standaard

leveringstermijnen én onderliggende mijlpalen- zijn opgenomen (zie tabel 9 in de brief van KPN d.d. 27 september 2002, kenmerk R/U/02/0168).

7

· Één tabel in de PS (zie tabel 9) met zowel maximale leveringstermijnen voor de speciale diensten als maximale leveringstermijnen en onderliggende mijlpalen voor de andere diensten, m.u.v.

enige diensten genoemd onder voetnoot 7;

· De onderliggende mijlpalen van het leveringsproces (m.u.v. de laatste mijlpaal

‘Ready for Service date’) zijn richtinggevend voor KPN en (andere) aanbieders om de

‘Ready for Service date’ te halen. De mijlpalen zijn voorts een indicatie voor KPN en (andere) aanbieders om vast te stellen welke partij debet is aan het niet halen van de ‘Ready for Service date’;

· Op de onderliggende mijlpalen van het leveringsproces (m.u.v. de laatste mijlpaal

‘Ready for Service date’) wordt geen SLA met boetebeding toegepast, daar die mijlpalen als stimulans moeten worden beschouwd om de finale ‘Ready for Service date’ te halen en ertoe dienen om de transparantie van het leveringsproces te vergroten. Het college zou het echter logisch vinden, indien KPN tezamen met andere aanbieders komt tot een SLA met boete op de onderliggende

mijlpalen van het leveringsproces;

· ‘NWP’ omvat een ‘new POP’ en een ‘initial order of service’.

Er is overeenstemming over de opname in de RIA van één tabel in de PS (tabel 9), geen SLA met boetebeding op de onderliggende mijlpalen van het leveringsproces (m.u.v. de

‘Ready for Service date’) en dat een ‘NWP’ een ‘new POP’

en een ‘initial order of service’ omvat (zie brieven d.d. 22 augustus 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202415, d.d.

7 oktober 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/203139 en tekstvoorstel van KPN voor tabel 9 d.d. 27 september 2002, kenmerk

R/U/02/0168).

7

De speciale diensten omvatten het carrier systeem, ‘initial order of services’, ‘new POP’, ‘new wholesale party’, ‘new number range’, ‘route change’ en ‘reallocation of a switch connection’. Onder de andere diensten vallen de

interconnectie-, bijzondere toegang en optionele diensten, m.u.v. de NIS diensten (welke vervat zitten in het carrier systeem), de ‘roaming service’, de ‘TOS diensten’ en de ‘KPN Telecom Standard National Directory Enquiry Connect

Service’. Deze diensten zijn niet onder de tabel met standaard leveringstermijnen en onderliggende mijlpalen opgenomen, aangezien naar de mening van KPN hiervoor geen standaard leveringstermijnen zijn aan te geven.

(24)

overeenstemming 26. KPN dient de testprocedures transparant

in de RIA op te nemen, met inbegrip van de gevolgen bij niet nakoming van afspraken

· De testprocedures staan beschreven in hoofdstuk zeven van de ‘O&MM’, waarbij de procedures worden uitgevoerd volgens de meest recente versie van de Plug Box methodologie (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· KPN komt met een matrix t.a.v. de

‘Network Interconnection Test’ (hierna:

NIT) in de ‘O&MM’ waarin wordt aangegeven welke testen per dienst dienen te worden uitgevoerd;

· Voor de overige testen van de Plug Box (zoals CT, MCT, FOA en OP) komt KPN niet met een matrix met specifieke testen per dienst, maar zal hiervoor tekstuele verduidelijkingen in de tekst opnemen (zie brief KPN d.d. 30 november 2001, kenmerk R/01/U/496);

· KPN komt met een voorstel voor een SLA met boetebeding op het niet halen van testdata (i.e. de onderliggende mijlpalen van het leveringsproces).

(zie brief KPN d.d. 15 maart 2002, kenmerk R/02/U/46).

· Een matrix inzake de NIT inclusief welke testen per dienst moet worden uitgevoerd;

· De NIT, de CT, de MCT, de FOA en de OP maken onderdeel uit van de Plug Box, welke in de RIA is opgenomen;

· De onderliggende mijlpalen van het leveringsproces (i.e. testdata met uitzondering van de laatste mijlpaal de

‘Ready for Service date’) moeten volgens het college worden beschouwd als stimulans om de finale ‘Ready for Service date’ te behalen en dienen ertoe om het leveringsproces voor partijen inzichtelijk te maken. Voorts vormen ze een indicatie voor beide partijen om vast te stellen welke partij debet is aan het niet halen van de ‘Ready for Service date’. Het college zou het echter logisch vinden, indien KPN tezamen met andere aanbieders komen tot een SLA met boetebeding op de onderliggende mijlpalen van het leveringsproces. Met betrekking tot de mijlpaal ‘Ready for Service date’ is een SLA met boetebeding van toepassing.

Er is overeenstemming over de opname van de Plug Box en de matrix inzake de NIT in de RIA en de tekstuele verduidelijkingen t.av. de overige testen (zie brief d.d.

22 november 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/203456);

Met betrekking tot de ‘Ready for Service date’ is

overeengekomen dat een SLA met boetebeding van toepassing is. Wat betreft de onderliggende mijlpalen van het leveringsproces heeft het college aangegeven dat hij het logisch zal vinden, indien KPN tezamen met de markt komt tot een SLA met boetebeding.

27. KPN dient in de RIA op transparante wijze aan dient te geven wat de procedure voor operationeel overleg is.

· De procedures voor operationeel overleg zijn beschreven in deel I

‘Relationship Management’ van de O&MM (zie brief KPN d.d. 20 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· Indien vanuit de markt een sterke behoefte bestaat aan een grotere mate van transparantie t.a.v de procedure voor operationeel overleg dan thans in deel I van de O&MM is opgenomen, dan zal KPN in de

Zie brief d.d. 24 augustus 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/202539).

(25)

overeenstemming 28. KPN dient in de RIA de standaardvorm

van contractuele aansprakelijkheid op te nemen voor de situatie waarin KPN tekortschiet in de nakoming van één of meer van de verplichtingen voor het behoud van de eind-tot-eind kwaliteit van de diensten. KPN kan zich hierbij niet beroepen op de aansprakelijkheids- beperkingen zoals die golden ten tijde van de Wtv

· Er is geen wettelijke grondslag waarop het college KPN wijzigingen in de aansprakelijkheidsregeling zoals opgenomen in artikel 18 van de Modelovereenkomst kan voorschrijven;

· Noch het hanteren van een exoneratiebeding noch de inhoud daarvan is in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Tw;

· KPN stelt dat artikel 18 van de Modelovereenkomst de standaardvorm van contractuele aansprakelijkheid is (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).

· De argumenten van KPN in het kader van het opnemen van een exoneratiebeding zijn valide.

Er is overeenstemming (zie brief d.d. 17 oktober 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203151).

29. KPN dient in de RIA de wijze van informatieverstrekking voor de verschillende interconnectiediensten alsmede de nakoming van de juistheid hiervan op transparante wijze op te nemen

· Verstrekking van informatie omtrent hetgeen door KPN wordt aangeboden op het gebied van interconnectie, geschiedt uitsluitend ter uitvoering van de verplichting neergelegd in artikel 6.7, eerste lid, van de Tw en niet in het kader van de uitvoering van de door twee partijen gesloten overeenkomst inzake interconnectie en/of bijzondere toegang (artikel 15.1 van de Modelovereenkomst) (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187).

· De informatie die een aanbieder- al dan niet op verzoek- nodig heeft in het kader van interconnectie, alsmede de voorgenomen wijzigingen die binnen de volgende zes maanden zullen worden ingevoerd, dienen door KPN te worden geleverd;

· De verstrekking van informatie welke geen betrekking heeft op de RIA, zal terzake door het college worden beoordeeld.

Er is overeenstemming (zie brief d.d. 17 oktober 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203151).

(26)

overeenstemming 30. KPN dient in de RIA een overzicht op te

nemen van de locaties van alle interconnectiepunten van KPN met bijbehorende informatie waaronder in ieder geval per interconnectiepunt informatie over de

begrenzingen/afwijkingen van de interconnectiedienst, arrangementen voor alternatieve routering in het geval een centrale niet beschikbaar is voor interconnectie (zoals virtual access), een beschrijving van het

interconnectiegebied (local, regional, national access area's) en voorgenomen wijzigingen of verplaatsingen

· In de ‘PS’ is een overzicht opgenomen van de ‘Access Points’ en de diensten die per ‘Access Points’ worden aangeboden. Hierin zijn thans alleen de RAP’s opgenomen, aangezien KPN fysieke regionale toegang biedt;

· KPN geeft aan dat virtuele access geen bestaande dienst is;

· Uit praktische overwegingen is het minder wenselijk om na de introductie van de dients ‘Local Access’ alle beschikbare LAP locaties aan het overzicht toe te voegen (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· Voor ‘LAP’s’ verloopt informatie uitwisseling via COIN en via het systeem SINT heeft KPN voor zowel de

‘MDF Access’ als ‘Local Access’ up-to- date- adresinformatie beschikbaar voor haar klanten (zie brief KPN d.d. 17 januari 2001, kenmerk

CS&R/00/U/266);

· KPN geeft aan dat ze alternatieve routering en overloop niet aanbiedt;

· KPN komt met een overzicht van ‘LAP’s’

in de ‘PS’ (zie PS, versie 2001.2.0).

· Vanaf 1 oktober 2001 zal KPN een actuele elektronische lijst van locaties van interconnectiepunten publiceren (van RAP’s en LAP’s);

· Een overzicht van de locaties van regionale en lokale interconnectiepunten (RAP’s en LAP’s) worden in de RIA opgenomen;

· KPN maakt voor het college een account aan voor website van KPN inzake overzicht van locaties van interconnectiepunten.

Er is overeenstemming over de elektronische lijst van locaties van

interconnectiepunten, het account voor het college en de opname van een overzicht van ‘RAP’s’ en ‘LAP’s’ in de RIA (zie brieven d.d. 12 oktober 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/203111 en d.d. 22 oktober 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203205).

(27)

overeenstemming 31. KPN dient in de RIA voor de KPN

Telecom PSTN Terminating Service kwaliteitsrapportages aan te bieden, waarin ten minste per toegangspunt geslaagde en niet-geslaagde oproepen in het drukke uur, alternatief gerouteerde calls en minuten, en

‘exception reports zijn opgenomen. KPN dient tevens in de RIA op transparante wijze de meetmethode op te nemen, de wijze van toepassen van de methode en de totstandkoming van de cijfers

· KPN heeft aanbieders een voorstel gedaan m.b.t. informatie uitwisseling en kwaliteitsrapportage (zie appendix I van de ‘O&MM,’ versie 2002.2.0) (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· De huidige klantrapportage (appendix I) wordt via een pilot verder met marktpartijen ontwikkeld. KPN zal eventuele wensen en verbeterpunten naar redelijkheid uitvoeren, mits een redelijke vergoeding hiervoor tegenover staat (zie brief KPN d.d. 30 november 2001, kenmerk

R/01/U/496);

· KPN stelt dat het klantenbeeld aangeeft dat er geen noodzaak is voor off-line verantwoording van de prestatie van de techniek.

Kwaliteitsrapportages per toegangspunt per operator voor geslaagde en niet-geslaagde oproepen in het drukste uur:

· KPN kan een rapportage opleveren gebaseerd op de technische prestatie.

De kosten zijn 3 miljoen NLG voor ontwikkeling en implementatie en 500.000 NLG per jaar aan

exploitatiekosten. De doorlooptijd is 8 maanden.

Alternatieve routering:

· KPN past geen alternatieve routering en overloop toe, aangezien de dienstverlening niet bestaat en geen rapportage hierdoor mogelijk is.

Exception rapportages:

· KPN biedt deze rapportages al op maat aan (zie tekstvoorstel KPN d.d. 3 september 2001).

· Het college heeft op 26 maart 2002 aan KPN aangegeven dat hij een juridisch

handhavingstraject wil ingaan(zie brief d.d.

26 maart 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2002/200782); het college heeft bij brief van 9 september 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202512, aangegeven het voorgenomen juridisch handhavingstraject niet in te zetten vanwege een nader door het college bepaalde prioriteitstelling binnen de organisatie.

Er is geen overeenstemming over de door het college genoemde eisen ten aanzien van

kwaliteitsrapportages. Het college heeft zijn standpunt hieromtrent verwoord in diverse brieven naar KPN, waaronder brieven d.d. 3 augustus 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/202282 en d.d.

12 oktober 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203111. In het

Tussenstand-document d.d. 12

december 2001 heeft het college

eveneens zijn standpunt naar

voren gebracht.

(28)

overeenstemming 32. KPN dient in de RIA op de

transparante wijze aan te geven welke informatie zij met welke frequentie over de gerealiseerde beschikbaarheid van

interconnectieverbindingen verstrekt. Hierin dienen in ieder geval de kwaliteitsparameters

‘availability’, ‘error free seconds’ en

‘severely errored seconds’ begrepen te zijn

· KPN heeft aanbieders een voorstel gedaan m.b.t.

informatie uitwisseling en kwaliteitsrapportage (zie appendix I van de ‘O&MM’, versie 2002.2.0) (zie brief KPN d.d. 29 september 2000, kenmerk CS&R/00/U/187);

· De door het college genoemde technische parameters zijn niet relevant voor de door de eindgebruiker gepercipieerde kwaliteit van de verbinding (zie tekstvoorstel KPN d.d.6 augustus 2001);

· KPN stelt dat het klantenbeeld aangeeft dat er geen noodzaak is voor off-line verantwoording van de prestatie van de techniek.

Beschikbaarheid interconnectieverbinding:

· Deze informatie kan worden afgeleid uit de administratieve informatie (aanvulling binnen de klantrapportage 100.000 NLG en doorlooptijd van drie maanden) of uit de beheerssystemen (is geen aanwezige functionaliteit en noodzaakt tot ontwikkelingstraject en daaraan verbonden investering- en exploitatielasten).

· Een continue kwaliteitsmeting is technisch onmogelijk, aangezien de verbinding moet worden verbroken.

‘Error free seconds’ en ‘severely errorred seconds’:

· De metingen hiervan zijn niet on-line mogelijk, aangezien de verbinding moet worden losgekoppeld. Een mogelijkheid om de drie parameters te meten en te rapporteren is gelegen in het beheer van de interface

apparatuur: de poort in de switch. De rapportage hierover is 2.000.000 NLG voor het realiseren van

· Het college heeft op 26 maart 2002 aan KPN aangegeven dat hij een juridisch handhavingstraject wil ingaan(zie brief d.d. 26 maart 2001, kenmerk OPTA/IBT/2002/200782); het college heeft bij brief van 9 september 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/202512, aangegeven het voorgenomen juridisch

handhavingstraject niet in te zetten vanwege een nader door het college bepaalde prioriteitstelling binnen de organisatie.

Er is geen overeenstemming over de door het college genoemde eisen ten aanzien van

kwaliteitsrapportages. Het college

heeft zijn standpunt hieromtrent

verwoord in diverse brieven naar

KPN, waaronder brieven d.d. 16

augustus 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/202385 en

d.d. 22 november 2001, kenmerk

OPTA/IBT/2001/203456). In het

Tussenstand-document d.d. 12

december 2001 heeft het college

eveneens zijn standpunt naar

voren gebracht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided

Als stad die een voortrekkersrol vervult op het gebied van de evaluatie van haar positiviteit en die daarin verder wenst te gaan, verbindt de Stad Brussel

Om te komen tot handvatten om de positie van mbo’ers met een niet-westerse migratieachtergrond bij de overgang naar de ar- beidsmarkt te versterken, is meer inzicht nodig in

De stagemakelaars van Startpunt Nieuw-West sommen op wat daarvoor nodig is: “Een combinatie van goed kunnen communiceren, praatgraag, verbinder en creatief.” De

Kyra Kleinstapel (wonend in Oslo!) heeft helaas haar werk voor ons als contactpersoon richting de media moeten beëindigen.. Ze heeft een nieuwe baan en de combinatie gaf

Van de reis is de gemeente bovendien niet de eindbestemming, want voor veel taken geldt dat de verantwoordelijkheid weliswaar overgaat naar gemeen- ten, maar dat van daaruit voor

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,

12:2, tot een plaats van de luisterrijkste heerlijkheid gemaakt, want aan het kruis van Christus hebben de goedertierenheid, de waarheid, de rechtvaardigheid en de vrede elkander