Vraag nr. 55
van 18 november 1998
van de heer LUDO SANNEN
Voeren – Onteigeningen voor waterbeheersings- werken
Op 30 oktober 1996 tekende de minister een besluit voor de zeer dringende onteigening ten algemenen nutte van onroerende goederen bestemd voor de uitvoering van waterbeheersings- werken in de vallei van de Voer, namelijk een ber- gingsbekken op de Voer in St.-Pieters-Voeren en een slibvang op de Veurs in St.-Martens-Voeren.
Als wettelijke basis werd genomen : de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algeme- nen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid artikel 5 betreffende de rechtspleging bij zeer dringende omstandighe- den inzake onteigeningen ten algemenen nutte.
Nochtans werd op 16 april 1996 het decreet betreffende de waterkeringen door de Vlaamse regering bekrachtigd en op 1 juni 1996 gepubli- ceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit decreet geeft het Vlaams Gewest de mogelijkheid "alle noodza- kelijke waterkeringswerken, alle werken tot de aanleg of de aanpassing van overstromingsbekkens en wachtbekkens, en alle werken tot de aanleg of aanpassing van de rechtstreekse toegangswegen naar de waterkeringswerken, overstromingsbek- kens en wachtbekkens uit te voeren..." (art. 4).
Daarenboven kan het Vlaams Gewest te allen tijde onteigenen, zowel voor de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde werken, als voor de bijbehoren- de werken van natuurtechnische milieubouw en recreatie (art. 7).
In de bijlage bij het decreet wordt de Voer opge- somd als een onbevaarbare waterloop waarop het decreet van toepassing is.
1. Werden voor de inbezitname van de betrokken percelen deze percelen aangekocht of werden ze onteigend ? Wanneer nam het Vlaams Gewest bezit van deze percelen ?
2. Werden bedoelde werken aan de Voer en aan de Veurs reeds uitgevoerd ?
3. Waarom werd het decreet betreffende de water- keringen niet als wettelijke basis voor de inbe- zitneming ingeroepen ?
4. Is het decreet van 16 april 1996 van toepassing op de gehele lengte van de onbevaarbare water- lopen die zijn opgenomen in de bijlage van het decreet ?
Antwoord
1. De percelen werden tot op heden nog niet effectief aangekocht door het Vlaams Gewest.
2. De werken werden ook nog niet uitgevoerd.
Immers, in tegenstrijd tot een eerder akkoord met alle betrokken partijen, is er plaatselijk opschudding ontstaan over de uitvoering van het project.
Het project wordt opnieuw bestudeerd.
3. Het decreet betreffende de waterkeringen werd niet ingeroepen. Enerzijds moesten door de Vlaamse regering nog uitvoeringsbesluiten wor- den genomen. Anderzijds wenst de administra- tie het decreet betreffende de waterkeringen slechts in te roepen in urgente gevallen, waarbij verder uitstel onaanvaardbaar is. Het decreet betreffende de waterkeringen laat immers toe om gronden bij wijze van erfdienstbaarheid in te nemen. Het verdient derhalve met de nodige omzichtigheid te worden ingeroepen.
In het geval van de Voer was een akkoord met zowel de eigenaars als alle besturen bereikt, waardoor uitzonderingsmaatregelen niet ver- antwoord waren. De administratie is er voor- stander van om in normale gevallen, waar de gronden van geen nut meer zijn voor de eige- naars, de benodigde gronden gewoon aan te kopen of te onteigenen.
4. Het decreet betreffende de waterkeringen kan door het Vlaams Gewest worden toegepast in de ganse vallei van de onbevaarbare waterlopen opgesomd in het decreet, indien dit noodzake- lijk is om de problemen afwaarts op te lossen.
Dit principe werd reeds vertolkt in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.