Vraag nr. 116 van 17 mei 2000
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Handelsrelaties met Oostenrijk – Diplomatieke ini-tiatieven
Op 27 april jongstleden verklaarde minister Va n Mechelen in de Commissie voor Economie, L a n d-b o u w, Werkgelegenheid en Toerisme dat hij in sa-menwerking met de minister bevoegd voor Buiten-landse Handel het initiatief had genomen om via de Vlaamse economische vertegenwoordiger in Wenen duidelijk te maken dat er geen sprake was van een economische boycot van Oostenrijk door Vlaanderen (Handelingen C138 van 27 april 2000, blz. 2 – red.).
Kan de minister toelichten hoe de Vlaamse econo-mische vertegenwoordiger daarbij te werk is ge-gaan ?
Antwoord
De Vlaamse economische vertegenwoordiger in Wenen heeft zich in eerste instantie – samen met zijn collega van Toerisme V l a a n d e r e n , die in Wenen dezelfde kantoren betrekt – grondig geïn-formeerd over de evolutie van de handelsbetrek-kingen en eventuele handelsbelemmeringen tussen Vlaanderen en Oostenrijk, middels contactname met de voornaamste Vlaamse ondernemingen met vestiging in Oostenrijk, Vlaamse exporteurs naar Oostenrijk en gerenommeerde invoerders van Vlaamse/Belgische producten.
Daarover werd uitvoerig gerapporteerd aan hun respectieve diensten in Brussel, evenals aan de Bel-gische ambassadeur in We n e n , die op zijn beurt verslag uitbracht aan het federale ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vervolgens werden vertegenwoordigers van lokaal gevestigde Vlaamse bedrijven uitgenodigd voor overleg en beraadslaging over wat kon worden on-dernomen om de manke communicatie met Oos-tenrijk te verhelpen, en duidelijk te maken dat er op geen enkele manier sprake is geweest van een handelsboycot ten aanzien van Oostenrijk.
Met hetzelfde doel voor ogen werden ook een tal schriftelijke demarches ondernomen ten aan-zien van Oostenrijkse betrokkenen, en werd ge-poogd om hetzelfde bericht in de lokale pers te laten doordringen.