• No results found

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Antwoord op de schriftelijke vraag nr. 110 van 25 februari 2005 van mevrouw Vera Jans, Vlaams volksvertegenwoordiger

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Antwoord op de schriftelijke vraag nr. 110 van 25 februari 2005 van mevrouw Vera Jans, Vlaams volksvertegenwoordiger"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 110 van 25 februari 2005 van mevrouw VERA JANS

DAC'ers Welzijn en

Gezondheids-zorg – Regularisatie

Het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Socialprofitsector 2000-2005 (VIA) had als doel-stelling het statuut van de werknemers in de Vlaamse gezondheidssector, de Vlaamse welzijns-sector en de Vlaamse sociaal-culturele welzijns-sector te optimaliseren.

Hiertoe werden negen maatregelen uitgewerkt. Eén van deze maatregelen betreft de regularisatie van de DAC'ers (Derde Arbeidscircuit). De bedoe-ling van de regularisatie is dat de werknemers een volwaardig arbeidscontract krijgen en daardoor dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden kunnen genieten als de andere werknemers.

1. Kan de minister een overzicht geven van het aantal DAC'ers dat werd geregulariseerd en van de kosten die met deze regularisatie gepaard gingen, en dit voor de periode 2001-2005 ? Graag een opsplitsing naar :

– gehandicaptenzorg,

– geestelijke gezondheidszorg, – preventieve gezondheidszorg, – algemeen welzijnswerk.

2. Werd de regularisatie van de DAC'ers in de Vlaamse gezondheidssector en de Vlaamse wel-zijnssector inmiddels volledig uitgevoerd ? Zo neen, hoeveel mensen worden er tot op

heden nog in de Vlaamse gezondheidssector en de Vlaamse welzijnssector via een DAC-statuut tewerkgesteld ?

Antwoord

1. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal VTE (voltijds equivalent – red.)dat geregulariseerd werd binnen de sectoren gehan-dicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, preventieve gezondheidszorg en algemeen wel-zijnswerk in de periode 2001-2005:

VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

Antwoord op de schriftelijke vraag nr. 110 van 25 februari 2005 van mevrouw Vera Jans, Vlaams volksvertegenwoordiger

DAC’ers Welzijn en Gezondheidszorg- regularisatie

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen:

1. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal VTE dat geregulariseerd werd binnen de sectoren gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, preventieve gezondheidszorg en algemeen welzijnswerk in de periode 2001-2005:

Sector Aantal VTE

2001 Aantal VTE 2002 Aantal VTE 2003 Aantal VTE 2004 Aantal VTE 2005 Gehandicaptenzorg 288,5 291 291 291 292* Geestelijke gezondheidszorg: 54 41 56 56 - Beschut wonen 40,5 41 56 56 - Centra geestelijke

gezondheidszorg 13,5 (geïntegreerd in CGG-enveloppe)

Preventieve gezondheidszorg 117,6 123,1 105,6 106,6 105,6 Algemeen welzijnswerk: 112,5 113,5 113,5 114,5 114,5 - Centra 109 110 110 111 111 - Steunpunt Algemeen Welzijnswerk 1 1 1 1 1 - Trefpunt Zelfhulp 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 - Caritas Gemeenschapsdienst 1 1 1 1 1

* Het project de Vest (1 VTE) kan in 2005 nog geregulariseerd worden. Hiervoor zijn 56,83 duizend euro in de begroting 2005 ingeschreven (40,83 duizend euro vroegere tussenkomst van de VDAB). Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kostprijs van de regularisatie binnen de sectoren gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, preventieve gezondheidszorg en algemeen welzijnswerk in de periode 2001-2005:

(2)

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kostprijs van de regularisatie binnen de sectoren gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, preventieve gezondheidszorg en algemeen welzijns-werk in de periode 2001-2005: Sector Kostprijs 2001 euro Kostprijs 2002 euro Kostprijs 2003 euro Kostprijs 2004 euro Kostprijs 2005 euro Gehandicaptenzorg raming van 9,241 miljoen euro

Geestelijke Gezondheidszorg: 1.874.368,74 1.484.027,42 1.828.977,58 1.954.196,00

- Beschut wonen 1.329.448,38 1.484.027,42 1.828.977,58 1.954.196,00 - Centra geestelijke gezondheidszorg 544.920,36 geïntegreerd in CGG-enveloppe

Preventieve gezondheidszorg 3.330.700,18 3.644.092,29 3.223.630* 3.321.994,02 3.378.370,59** Algemeen welzijnswerk: 4.039.889,20 + 29.730,06 + 45.045,98

- Centra 3.921.102 + 29.730,06 + 45.045,98

- Steunpunt algemeen welzijnswerk 27.787,20

- Trefpunt Zelfhulp 57.000

- Caritas Gemeenschapsdienst 34.000

* 5,5 VTE (CGSO) geïntegreerd in Sensoa en 12 VTE naar Beschut Wonen ** 1 VTE naar Cultuur

Als bijlage vindt u meer gedetailleerde informatie over het regularisatieproces in de sectoren gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, preventieve gezondheidszorg en algemeen welzijnswerk.

2. Bij de start van de DAC-regularisatie in 2001 werden alle DAC-projecten die onmiddellijk ondergebracht konden worden binnen de gereglementeerde en gesubsidieerde Vlaamse welzijns- en gezondheidssectoren, geregulariseerd. Dit betekent dat ze allemaal een volwaardig contract kregen en daardoor van dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden konden genieten als de andere werknemers. Niet alle DAC’er konden onmiddellijk in een regelgevend kader geplaatst worden. Voor sommige DAC-projecten diende er een regelgevend kader gecreëerd te worden. Een klein aantal DAC-projecten kon niet onmiddellijk binnen een bestaand of nieuw regelgevend kader ondergebracht worden. Zij blijven projectmatig gesubsidieerd binnen de betrokken sectoren tot er een gepaste definitieve regeling is gevonden. Voor andere projecten werd er een subsidiëringsregelgeving opgemaakt in afwachting van een definitief regelgevend kader (vb. logistieke hulp en aanvullende thuiszorg).

Een aantal DAC- projecten werden nog niet geregulariseerd op 1 januari 2001. Hiervoor waren een aantal redenen:

- geen duidelijkheid over de sector waartoe zij behoren - niet onmiddellijk een beleidskader zichtbaar

- niet gekend

In de periode 2002 en 2004 zijn er uiteindelijk nog een aantal restprojecten geregulariseerd. Op dit moment zijn er nog twee DAC- projecten die geregulariseerd kunnen worden (1 VTE in gezinszorg en 1 VTE in gehandicaptenzorg). Hiervoor zijn voldoende kredieten op de begroting 2005 beschikbaar. Mogelijk zijn er nog een aantal DAC-projecten die betrekking hebben op welzijn en gezondheidszorg. Bijvoorbeeld het project ‘Passage’ heeft zich recent gemanifesteerd als project dat zich richt tot gehandicaptenzorg en claimt de overheveling naar het Fonds met bijhorende regularisatie.

In de begroting 2005 zijn er nog middelen ingeschreven om DAC-projecten die in de loop van 2005 alsnog ondergebracht kunnen worden binnen de gereglementeerde en gesubsidieerde Vlaamse welzijns- en gezondheidssectoren, te regulariseren.

In totaal zijn er op dit ogenblik nog 125,1 VTE in een DAC-statuut tewerkgesteld. * 5,5 VTE (CGSO) geïntegreerd in Sensoa en 12

VTE naar beschut wonen ** 1 VTE naar Cultuur

Als bijlage vindt de Vlaamse volksvertegenwoor-diger meer gedetailleerde informatie over het regu-larisatieproces in de sectoren gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, preventieve gezond-heidszorg en algemeen welzijnswerk.

(3)

Een aantal DAC-projecten werden nog niet geregulariseerd op 1 januari 2001. Hiervoor waren een aantal redenen:

– geen duidelijkheid over de sector waartoe zij behoren,

– niet onmiddellijk een beleidskader zichtbaar, – niet bekend.

In de periode 2002 en 2004 zijn er uiteindelijk nog een aantal restprojecten geregulariseerd. Op dit moment zijn er nog twee DAC- projec-ten die geregulariseerd kunnen worden (1 VTE in gezinszorg en 1 VTE in gehandicaptenzorg). Hiervoor zijn voldoende kredieten op de begro-ting 2005 beschikbaar.

Mogelijk zijn er nog een aantal DAC-projecten die betrekking hebben op welzijn en gezond-heidszorg. Bijvoorbeeld het project "Passage" heeft zich recentelijk gemanifesteerd als project dat zich richt tot gehandicaptenzorg en claimt de overheveling naar het Fonds met bijhorende regularisatie.

In de begroting 2005 zijn er nog middelen inge-schreven om DAC-projecten die in de loop van 2005 alsnog ondergebracht kunnen worden binnen de gereglementeerde en gesubsidieerde Vlaamse welzijns- en gezondheidssectoren, te regulariseren.

In totaal zijn er op dit ogenblik nog 125,1 VTE in een DAC-statuut tewerkgesteld.

Sector gehandicaptenzorg

Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 houdende subsidiëring van het loon en van de sociale lasten van personen tewerkgesteld in de gehandicaptensector en wier tewerkstellings-kosten voorheen in het stelsel van het Derde Arbeidscircuit door de overheid gedragen werden heeft aan 291

VTE de overgang verzekerd van een DAC-statuut naar een normaal tewerkstellingsstatuut.

De financiële weerslag werd geraamd op 9,241 mil-joen € (372,8 mio BEF) op jaarbasis.

Van de ex-DACprojecten zijn al een groot aantal personeelsleden volledig geïntegreerd in de regu-liere

kaders, voor de andere wordt een evaluatie in het vooruitzicht gesteld na vijf jaar werking.

Sector geestelijke en preventieve gezondheidszorg Een aantal DAC-projecten werd geregulariseerd binnen een bestaand regelgevend kader:

– 56 VTE werden ingekapseld bij beschut wonen; – 13,5 VTE werden toegewezen aan de centra

voor geestelijke gezondheidszorg (de middelen werden toegevoegd aan de CGG-enveloppe); – 5 , 5 V T E v a n h e t C e n t r u m v o o r

Geboorteregeling en Seksuele Opvoeding (CGSO) werden geregulariseerd bij Sensoa; – 1 VTE in de Gezondheidscomités De

Voorzorg vond een plaats bij de Socialistische Vooruitziende Vrouwen, die gesubsidieerd wor-den door de administratie Cultuur.

De DAC-regularisatie in de geestelijke gezond-heidszorg is volledig uitgevoerd, in de andere sec-toren gedeeltelijk. Alle werknemers hebben een volwaardig arbeidscontract en genieten dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden als de andere werk-nemers. Wat betreft de inpassing in een bestaand of nieuw regelgevend kader wordt een aantal sce-nario's onderzocht:

1) regularisatie is mogelijk door aan te sluiten bij bestaande of nieuwe regelgeving;

2) regularisatie is niet mogelijk;

3) regularisatie is wel mogelijk, maar de werkgever(s) wenst (wensen) daar niet op in te gaan.

Scenario 1

(4)

Indien geregulariseerd kon worden door in te pas-sen in de bestaande reglementering, werd het initi-atief daartoe al genomen (cfr. supra).

Wat betreft de regularisatie in nieuwe regelgeving (decreet betreffende het preventieve gezondheidsbe-leid, decreet betreffende de eerstelijnsgezondheids-zorg en de samenwerking tussen eerstelijnsgezondheids-zorgaanbieders) wordt een aantal mogelijkheden onderzocht. Afhankelijk van de beslissing hieromtrent, kunnen deze projecten zowel het scenario 1, 2 of 3 volgen. Scenario 2

Voor een aantal ex-D AC-projecten is geen oplos-sing mogelijk. Daarom wordt voorgesteld deze tewerkstelling uitdovend (geen of halftijdse ver-vanging bij uitdiensttreding) te maken. De midde-len, die stelselmatig zullen vrijkomen, kunnen dan aangewend worden in het kader van de reguliere tewerkstelling of kunnen toegewezen worden aan nieuwe initiatieven.

Scenario 3

Voor DAC-projecten die niet wensen aan te slui-ten op een voor hen toepasbare reglementering geldt een vervangingsratio van 0%. Het saldo van de subsidie komt ten bate van de gereglementeerde voorziening.

De voornaamste hindernissen voor volledige regu-larisatie zijn:

– het niet aansluiten bij de beleidsdomeinen die onder Vlaamse regelgeving vallen;

– het inhoudelijk niet congruent zijn met de decreten die het Vlaamse gezondheidsbeleid dragen;

– het ontbreken van de middelen om regularisatie mogelijk te maken: de VIA-middelen zijn ver-worven, maar iedere regularisatie door middel van nieuwe regelgeving, die per definitie van toepassing zal zijn op de hele sector, heeft (soms verregaande) financiële consequenties.

Sector algemeen welzijnswerk

111 VTE zijn toegekend aan de erkende en gesub-sidieerde centra voor algemeen welzijnwerk in toe-passing van het decreet betreffende het algemeen welzijnswerk (19 december 1997) en het besluit

van de Vlaamse Regering ter uitvoering ervan (12 oktober 2001 en wijziging 9 januari 2004).

De regularisatie van de DAC-werknemers (toevoe-ging aan de subsidie-enveloppes) gebeurt volgens de forfaitaire (geïndexeerde) subsidiebedragen ver-meld in het artikel 35, § 3, eerste lid van het BVR van 12 oktober 2001.

De centra werden aanvullend erkend voor het aantal VTE DAC'ers die geregulariseerd werden. Deze erkenning werd vastgelegd in een ministerieel besluit.

1 VTE werd toegekend aan het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. De subsidie is toege-voegd aan de enveloppe. Het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk is een ondersteuningsstructuur en de erkenning en subsidiëring gebeurt in toepas-sing van het decreet betreffende het algemeen wel-zijnswerk (19 december 1997) en het besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering ervan (12 oktober 2001 en wijziging 9 januari 2004).

1,5 VTE werd ingebed in de VZW Trefpunt Zelfhulp. Het Trefpunt Zelfpunt is nominatim ingeschreven in de begroting. Het bedrag van de nominatimsubsidie werd verhoogd met de regula-risatiekosten van de geregulariseerde personeelsle-den.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Graag kreeg ik een overzicht van de subsidiebe- loften en de wijziging van subsidiebeloften voor ouderenvoorzieningen per provincie, en dit voor de periode van 2002 tot en met

Hoeveel organisaties die een aanvraag tot erken- ning en regularisatie van ex-DAC-ers hebben aangevraagd, werden definitief erkend?. Welke verenigingen

Welke epidemiologische registers zijn er op dit ogenblik respectievelijk erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse

Individuele materiële bijstand – 10 %-regel Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voor- waarden en referte bed ragen van

Het college van burgemeester en schepenen en de gemachtigde ambtenaar van Stedenbouw kunnen ook bij deze minister in beroep gaan bin- nen 30 dagen na ontvangst van de beslissing van

Vraag 3.a) Hoeveel nieuwe studenten zijn er in de laatste vijf jaar ingeschreven voor de brugopleiding tot bachelor in de verpleegkunde. Door studieduurverkorting zitten deze

In antwoord op mijn vraag om uitleg van 24 mei 2005 stelde de minister dat er teneinde duidelijk- heid te verkrijgen omtrent deze verschillen, meer onderzoek nodig is

Hierbij is van belang aandacht te schenken aan de inschatting van lange termijneffecten voor de gezondheid van de omwonenden door langdurige blootstelling aan lage