Vraag nr. 169 van 12 juni 1997
van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN
Diensten voor gemeenten met speciale taalregeling – Organisatie
De gewone wet tot hervorming van de instellingen van 9 augustus 1980 bepaalt in haar artikel 38 dat op de gecentraliseerde en gedecentraliseerde dien-sten van de Vlaamse regering, van de Fr a n s e gemeenschapsexecutieve en van de Waalse gewes-texecutieve waarvan de werkkring uitsluitend gemeenten met een speciale taalregeling uit een-zelfde taalgebied omvat, de taalregeling van toe-passing is die door de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken is opge-legd aan de plaatselijke diensten van die gemeen-ten.
Krachtens artikel 39 zijn dezelfde diensten waar-van de werkkring zowel gemeenten zonder specia-le taalregeling als gemeenten met een speciaspecia-le taal-regeling uit eenzelfde taalgebied omvat, o n d e r w o r-pen aan een gelijkaardig regime zoals bedoeld in artikel 38.
Kan de minister mij, voor het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap en in het bijzonder voor de departementen die onder zijn bevoegdheid val-len (ten minste voor de administratie Binnenlandse A a n g e l e g e n h e d e n , de Vlaamse Huisvestingsmaat-s c h a p p i j , ...) en waartoe een FranHuisvestingsmaat-stalige uit een faciliteitengemeente zich eventueel zou kunnen richten, volgende inlichtingen verstrekken ?
1. Hoeveel ambtenaren en in welke graad, bestuur per bestuur en dienst per dienst, zijn voor de Franstaligen in gemeenten met een speciaal taalregime belast met :
– het onthaal in het Frans ;
– de behandeling van hun dossier in het Frans ?
2. Welke procedure wordt gevolgd en welk type taalexamen moeten de ambtenaren afleggen om hun beheersing van de Franse taal te bewijzen ? 3. Kan de minister mij bovendien verzekeren dat hij erop toeziet dat de wettelijke bepalingen correct worden toegepast ?
N.B. : Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de heer Luc Van den Brande, minister-pre-sident van de Vlaamse regering, V l a a m s
minister van Buitenlands Beleid, E u r o p e s e A a n g e l e g e n h e d e n , Wetenschap en Te c h n o-l o g i e, aan de heer Theo Ke o-l c h t e r m a n s, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerk-s t e l l i n g, aan mevrouw Wivina DemeeTewerk-ster- Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, aan de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke O r d e n i n g, aan de heer Eric Van Rompuy, Vlaams minister van Economie, K M O, Landbouw en Media, en aan de heer Luc M a r t e n s, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.
Antwoord
Gelet op de bevoegdheidsverdeling in de schoot van de Vlaamse regering, wordt de Vlaamse volks-vertegenwoordiger uitgenodigd zijn vraag te stellen aan de Vlaamse minister bevoegd voor A m b t e n a-renzaken.