• No results found

Versterkt de CPN voor werkelijke veranderingen!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Versterkt de CPN voor werkelijke veranderingen! "

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

32ste jaargang nr. 10 - oktober 1972

POLITIEK

EN

CULTUUR

maandblad, gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN

Versterkt de CPN voor werkelijke veranderingen!

De verkiezingen naderen snel. De rechtse partijen die het oordeel van de kiezers vrezen, doen wat zij kunnen om het voor te stellen alsof er toch niets te veranderen valt in ons land. Zij proberen mismoedigheid en onverschilligheid te kweken en deinzen niet terug voor allerlei manipulaties met het parlementaire systeem, die duidelijk ten doel hebben dit te discrediteren. Vooral de vele jongeren, die door de uitbrei- ding van het kiesrecht dit maal voor het eerst naar de stembus zullen gaan, willen zij er op deze wijze van af houden hun niet verworven recht uit te oefenen en dit te gebruiken tegen de rechtse partijen.

De val van de regering-Biesheuvel in de zomermaanden van dit jaar is een gevolg geweest van de massa-bewegingen die zich op velerlei gebied tegen de door haar gevoerde politiek ontplooid hebben en die dit kabinet als het ware hebben over- spoeld en de interne tegenstellingen tot het uiterste verscherp- ten. Zo trad duidelijk aan de dag wat progressieve en demo- cratische krachten kunnen bereiken als zij gezamenlijk op- treden en als in het bijzonder communisten en socialisten in de bedrijven, in buurten en steden tot samenwerking komen.

Tevens blijkt daaruit, dat de mogelijkheid rijpt om een grondige wijziging in de politieke verhoudingen in ons land tot stand te brengen. Er is onder de bevolking een basis aanwezig voor het voeren van een wezenlijk andere politiek. Het gaat er thans om, zo werd in het CPN-manifest van 1 september jl.

vastgesteld, "in het verlengde van de actie op de bedrijven en op universiteiten, in buurten, steden en dorpen, bij de ver- kiezingen met dezelfde daadkracht ook van het stembiljet

gebruik te maken". 425

(2)

In de acties van de laatste jaren is met grote kracht verlangd, dat de militaire uitgaven omlaag gaan en de veiligheid van ons land wordt verdedigd door verwijdering van atoom- wapens. Er is opgetreden tegen de ondersteuning aan de Amerikaanse agressie-oorlog in Vietnam, die door minister Schmelzer hardnekkig wordt voortgezet. De bevolking richtte zich tegen de huurpolitiek, zoals deze met allerlei maatregelen tot huurliberalisatie en huurharmonisatie gevoerd wordt met een ongebreidelde huurverhoging als doel. Zij keerde zich tegen de werkloosheid en tegen bedrijfssluitingen - de bezetting van de Enka-bedrijven in Breda was daarvan een treffend voor- beeld - en eist dat als de arbeidsproduktiviteit snel stijgt haar levenspeil omhoog zal gaan in plaats van, zoals de onder- nemers willen, op de plaats rust ma,akt en zelfs achteruit gaat!

Alle ideeën over de nullijn, hoe zij ook gepresenteerd worden, stuiten op enorm verzet, omdat een ieder kan zien hoe de prijzen worden opgevoerd - met de overheid als koploper in de inflatiegolf - terwijl de lonen bij deze ontwikkeling ten achter blijven en het reële loon ondermijnd wordt door be- lastingmaatregelen en sociale afbraak.

Het gaat thans om het tegenhouden, terugdringen en terug- draaien van de plannen, \die het kabinet-Biesheuvel in de mil- joenennota voor 1973 heeft aangekondigd en om het afdwingen van veranderingen. Het perspectief is daarbij de vorming van een nieuwe regeringsmacht met een nieuwe inhoud!

Bij de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer, die ge- houden werden op 10, 11 en 12 oktober heeft de CPN-fractie met nadruk verklaard, dat het verdwijnende kabinet en het parlement dat zijn laatste maand doormaakt, zich hebben te onthouden van maatregelen die vooruitlopen op de verkiezin- gen en geen voldongen feiten mogen stellen, waaraan ons land in de komende tijd gebonden zal zijn. Als dit wel gebeurt, worden daardoor alle elementaire regels van de parlementaire democratie geschonden en wordt machtsmisbruik gepleegd.

De confessionele partijen, de VVD en ook de uit de regering getreden DS'70 slaan een hoge toon aan. Zij eisen, zij het in verschillende toonaarden, de voortzetting van een Biesheuvel- beleid en willen ook nu reeds allerlei maatregelen doorzetten die door Biesheuvel c.s. aan de orde zijn gesteld. In het bij- zonder geldt dit voor het afdwingen van loonmatiging in een

"sociaal contract". Voor de toekomst eisen de VVD en ook DS'70, dat de oude combinatie van voor de zomer weer her- steld zal worden. De KVP doet haar best om alle mogelijk- heden nog open te houden en spant zich in om steeds meer concessies aan de Biesheuvel-lijn te verkrijgen van de in haar richting lonkende PvdA-leiders als Den Uyl en Vondeling.

Om een ontwikkeling naar de wil van rechts te bevorderen, slaken zij tegelijkertijd allerlei kreten over het gevaar van on- regeerbaarheid van ons land, over de risico's van voortdurende crises e.d. Maar in wezen gaat het daarbij om hun klacht dat rechts niet meer op de beproefde en de ondernemers zulke 426 reuzenwinsten opleverende wijze regeren kan. Dat is de achter-

(3)

grond ook van alle plannen om het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging af te schaffen en op de een of andere manier een districtenstelsel in te voeren. Bij alle verhalen over de vorming van een minderheidskabinet na de komende ver- kiezingen wordt steeds weer dit plan betrokken en verdediging ervan genoemd als een voorwaarde om zo'n kabinet een tijd- lang te laten zitten. Hoe gevaarlijk zulk een gang van zaken zou zijn, behoeft geen verder betoog!

Bij hun optreden ten gunste van de Biesheuvel-politiek maken de rechtse partijen gebruik van de tegemoetkomende houding die de richting-Den Uyl in de PvdA, tezamen met D'66 en PPR, inneemt. Den Uyl slooft zich daarbij uit in het aan- dragen van verontschuldigngen ten aanzien van het PvdA- congres van begin oktober. Ook bij de Algemene Beschouwin- gen zei hij, zoals reeds eerder in verscheidene t.v.-interviews, dat hij "ongelukkig" was met de door dit congres genomen besluiten, die hij trouwens zonder meer naast zich heeft ge- legd.

Op het PvdA-congres zijn vanuit een aantal afdelingen zeer concrete voorstellen gedaan ten aanzien van de bewapening, de atoomwapens en de NAVO. Met grote meerderheid werd een amendement aangenomen, dat luidde: "Het eenzijdig ver- wijderen van kernwapens van Nederla.ndse bodem past in een beleid dat gericht is op het verbreken van vicieuze cirkels om het klimaat van de ontwapeningsbesprekingen te verbeteren.

In dat kader wordt er ook naar gestreefd dat de NAVO ver- klaart nooit als eerste kernwapens te gebruiken". In een ander amendement, waarin de NAVO zelf aan de orde werd gesteld en gewezen werd op het optreden van fascistische regimes in Portugal en Griekenland, heette het: "Wanneer over vier jaar deze democratiseringseisen niet gerealiseerd zijn, treedt Neder- land uit de NAVO".

Den Uyl en zijn medestanders lieten deze besluiten vallen; zij werden buiten het program van PvdA, D'66 en PPR gelaten, waarmee de PvdA de verkiezingen ingaat, en beriepen zich bij hun sabotage op D'66-figuren die deze besluiten "onaanvaard- baar" hadden genoemd. Onder de druk van dreigingen van

"aftreden" en partijchaos moest het PvdA-congres toen een program slikken, dat in zulke hoofdvraagstukken van vrede en veiligheid volledig voorbij ging aan de besluiten van het congres.

Het program waarmee de PvdA, tezamen met D'66 en de PPR te voorschijn is gekomen, houdt verder een afwijzing in van een verlaging van de NA VO-bewapeningsuitgaven; het berust in de aanwezigheid van kernwapens in Nederland en propageert een bestedingsbeperking, terwijl de neo-kolonialisti- sche zogenaamde ontwikkelingshulp een grote plaats is toe- gediend. Dit laat zien, dat er op grondslag van dit program op beslissende punten geen sprake kan zijn van een progressief beleid.

Ook bij de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer is

dit gebleken. Terwijl premier Biesheuvel met een beroep op 427

(4)

428

"internationale solidariteit" (dus met het in Vietnam oorlog- voerende Amerika, met Portugal, Griekenland en Turkije, zo constateerde de CPN-fractievoorzitter Marcus Bakker) de zware bewapeningsuitgaven en hun voortdurende stijging ver- dedigde en zich heftig keerde tegen een CPN -motie, waarin over een drastische vermindering van militaire uitgaven wordt gesproken en verlangd werd geen besluiten te nemen over de aanschaf van nieuw bewapeningsmateriaal, keerde Van Mierlo van D'66 zich eveneens tegen de CPN-motie, omdat hij heel anders denkt over een vermindering van de defensiekosten.

Ook Den Uyl keerde zich met een formele redenering tegen de CPN-motie.

Onderdanigheid ten aanzien van de NAVO en de eisen van de EEG is een slechte raadgever als het gaat om het Neder- landse belang. De zusterpartij van de KVP in West-Duitsland, de CDU-CSU van Barzei en Strauss, probeert om bij de ko- mende verkiezingen die ongeveer tegelijkertijd met de onze worden gehouden, de leiding van Brandt over te nemen en om dan nog onbeschaamder op te reden voor de inwilliging van de Westduitse imperialistische eisen in EEG en NAVO. Een reden temeer, om op te houden met het gefleem ten aanzien van de KVP, waarin Schmelzer en Luns de Westduitse leiding altijd braaf volgen.

Er moet wat Nederland betreft in ons land een begin gemaakt worden met veiligheid en ontwapening, gepaard aan sociale vooruitgang en uitbreiding van de democratie. Vandaar dat de CPN tijdens de Kamerdebatten niet alleen sprak over de militaire uitgaven, maar terzelfdertijd ook optrad tegen de schandalige vonnissen tegen VVDM-bestuurders die de groet- dag in het leger organiseerden. Het democratische recht op meningsuiting in het leger en het afschaffen van verouderde vormen en begrippen worden door de CPN krachtig nage- streefd, zoals vele eisen van de jonge generatie.

De gebeurtenissen die zich in de afgelopen maand op politiek gebied in ons land hebben voorgedaan, bevestigen dat ver- sterking van de CPN bij de komende verkiezingen een eerste vereiste is om tot werkelijke veranderingen te komen. De communistische partij is in staat om een diepgaande invloed op het politieke leven uit te oefenen. Dit vloeit voort uit haar positie binnen de arbeidersklasse van ons land, vooral in de grote industriegebieden, maar ook uit de toenemende kracht van de communistische denkbeelden onder studenten en andere lagen van de werkende bevolking.

De gang van zaken rondom het PvdA-congres heeft bovendien uitgewezen, dat de CPN als enige partij met haar program en haar activiteiten consequent en eensgezind zal optreden voor het onmiddellijk atoomvrij maken van ons land, voor ver- mindering van de militaire uitgaven, voor een politiek van democratie, vrede en veiligheid en voor een beter bestaan!

(5)

Achtergronden rond benoeming

van mgr. Gijsen

De beroering rondom de in januari van dit jaar benoemde mgr. dr. J. Gijsen tot bisschop van Roermond is nog altijd niet verstomd. Gijsen, die rector van een rusthuis was, heeft zich inmiddels - zoals velen bij zijn benoeming al vooruitzegden - bij tal van gelegenheden doen kennen als uitgesproken conservatief.

Het is daarbij steeds duidelijker geworden, waarom het Vati- caan Gijsen aanwees buiten de door het bisdom Roermond zelf opgestelde kandidatenlijst om. Deze hoogst ongebruikelijke stap van het Vaticaan is in augustus immers gevolgd door de opschorting van de landelijke pastorale raad, een orgaan van leken en priesters, waar ook de bisschoppen deel van uitmaken.

Dit ingrijpen van Rome in de ontwikkelingen binnen de Neder- landse katholieke kerk bracht de gemoederen opnieuw danig in beweging.

De autoriteit van de kerkelijke gezagsdragers wordt de laatste tijd meer en meer ter discussie gesteld en allerlei groeperingen doen zich daarbij gelden. De diepgaande maatschappelijke ont- wikkelingen oefenen hun invloed uit op alle lagen van de bevolking en laten uiteraard ook de gelovigen niet onberoerd.

Oude opvattingen raken overleefd, er wordt aangedrongen op veranderingen, zowel in de maatschappij als in kerkelijke ge- bruiken.

Er is sprake van een gespannen situatie in de katholieke kerk.

Dit heeft dan ook niet alleen betrekking op de intern kerke- lijke toestand en de eigenmachtige ingrepen van de behoud- zuchtige krachten, maar raakt tevens vele maatschappelijke problemen.

Dat de benoeming van Gijsen met dit laatste in verband staat blijkt wel uit zijn geruchtmakende uitlatingen tegen abortus, waarmede hij zich in het politieke leven mengde. Zijn op- treden ligt in de lijn van de kwalijkste intolerantie en ge- wetensdwang, zoals die door vele katholieke gezagsdragers door de eeuwen heen op uiteenlopend gebied werd uitgeoefend en zoals men die ook verder kan verwachten van figuren als Gijsen en Simonis, de bij zijn benoeming ook al omstreden bisschop van Rotterdam.

Op zichzelf is het nauwelijks als een toeval te beschouwen, dat een conservatief als Sirnorris werd benoemd in Rotterdam - waar giganten van de multinationale concerns zijn ge- vestigd en waar nauwe bindingen lopen naar West-Duitsland -en dat een conservatief als Gijsen op de bisschopszetel kwam in Limburg, dat aan West-Duitsland grenst en een NAVO- hoofdkwartier onder leiding van de Duitse generaal Von Bennecke herbergt.

Het reactionaire politieke klerikalisme is in de Europese ge- schiedenis geen nieuwe verschijning. De bourgeoisie, die aan-

vankelijk in de feodale duisternis als een klasse met verlichten- 429

(6)

de ideeën verscheen, begon in het midden van de negentiende eeuw in een aantal Westeuropese staten politieke verenigingen en partijen te vormen op religieuze basis. Zij gebruikte deze voor het behoud van haar maatschappelijke macht.

Men mag er de ogen niet voor sluiten, dat in de huidige tijd het politieke klerikalisme in een aantal ontwikkelde kapitalis- tische landen een beslissende invloed heeft op het uitvoeren van de politiek van het staatsmonopolisme.

Een van de landen in West-Europa, waar dit politieke klerika- lisme een grote omvang heeft aangenomen, is de Westduitse Bondsrepubliek. De CDU/CSU speelde als klerikale partij bij het herstel van de positie van het Westduitse monopoliekapitaal een overheersende rol en Barzei en Strauss drukken ook nu hun stempel op de ontwikkelingen.

In de CDU zijn ook protestantse groeperingen opgenomen (oud-minister van oorlog Schröder is hiervan een der voor- naamste vertegenwoordigers), maar het zijn vooral de katho- lieke groeperingen, die de boventoon voeren.

Om de CDU/CSU weer aan het regeringsroer te helpen heeft de conservatieve rooms-katholieke kerk de zogenaamde neutra- liteit, die zij sinds 1969 voorgaf in te nemen, weer openlijk laten varen.

De Duitse bischoppen en het Centraal Comité van Duitse katholieken hebben hun activiteiten ten gunste van de CDU/

CSU wat aangepast. Het "Gij zult CDU/CSU stemmen", dat vroeger klonk, is nu vervangen door verklaringen, dat "het zedelijk welzijn in gevaar is" en dat er sprake zou zijn van een "verontrustend voortschrijden van een sociaal-schadelijk gedrag". Dat past wonderwel in de uitspraken, die Barzei en Strauss rondstrooien. Zo bazuint Barzei rond, dat "deze staat niet in orde is".

De CDU/CSU heeft niet alleen steun van deze nauw verholen stemdwang van de conservatieve gezagsdragers in de katho- lieke kerk, maar hun miljoenen verslindende verkiezings- campagne wordt gefinancierd door leden van de economische raad van de CDU, waar namen prijken van de concerns Krupp, Siemens, Flick, e.a.

Tegenwoordig is een reactionaire katholieke ideologie het richt- snoer voor talrijke invloedrijke politici. Hun activiteiten worden zowel door de gezamenlijke belangen van het kapita- lisme ingegeven, als ook door de doeleinden van deze of gene groepering van het monopoliekapitaal en door de doeleinden van de heersende kringen van afzonderlijke kapitalistische staten.

Een aanzienlijk deel van de klerikale krachten wordt gevormd door de christendemocratische partijen, die nauwe banden met de katholieke geestelijkheid onderhouden. Niet alleen de CDU/

CSU in West-Duitsland oefent een enorme invloed uit op de binnenlandse en buitenlandse politiek. In Italië is dit even- eens het geval t.a.v. de christendemocratische partij, in Frank- 430 rijk zijn het de Gaullisten en in Nederland geldt dit - zoals

(7)

we dagelijks ervaren - voor de Katholieke Volkspartij, de KVP.

Geen monolitische eenheid Tot het katholieke geloof in de wereld behoren ongeveer 1,6 miljard mensen en in tal van staten wordt getracht door middel van bisschopsconferenties de politieke standpunten en bijvoorbeeld ook verkiezingen te beïnvloeden. De hogere gees- telijkheid bemoeit zich - en vaak niet zonder succes - met de politi~ke koers van de regeringen, die omgekeerd ook de hogere geestelijkheid voor hun doeleinden inschakelen.

Het zou echter onjuist zijn deze krachten van het klerikalisme als een monolitische eenheid voor te stellen. In klerikale kringen bestaan tegenstellingen, die zich van tijd tot tijd scherp toe- spitsen, zoals ook in Nederland aan de hand van de praktijk is gebleken. Deze toespitsing is een gevolg van de tegenstelling tussen de heersende kringen van diverse kapitalistische landen, zowel als van het voortschrijdende bewustzijnsproces onder de massa's en hun optreden.

Binnen de kerk in Nederland zijn het probleem van de colle- gialiteit van de bisschoppen en problemen van nationale en regionale pastorale raden, de democratie, de medezeggenschap van de gelovigen duidelijk in het centrum van de belangstelling gekomen.

Het is weliswaar een beperkt, maar toch duidelijk streven naar inspraak van de gelovige, een teken voor het feit, dat deze zich niet geheel meer wenst te verloochenen, zich niet meer geheel klakkeloos wenst te onderwerpen.

Dit betekent een afstappen van de individualistische moraal, in die zin, dat gelovigen er zelf verantwoordelijkheid voor moeten dragen, hoe zij hun sociale leven vorm gaan geven.

Dan beperkt de moraal zich niet meer tot kuisheid, stelen, moorden en geloven, maar moeten gelovige mensen zich ook bekommeren om problemen als uitbuiting, rassisme, oorlog, kolonialisme, imperialisme, lonen en sociale rechtvaardigheid.

Zij kunnen zich dan ook niet meer in volledige onafhankelijk- heid toevertrouwen aan de heersende machten.

Dat is een proces, dat reeds tientallen jaren in gang is, en w~.arin de katholieke kerk op haar manier heeft willen in- gnJpen.

Rerum Novarum (1891) was de eerste encycliek, waarin de kerk in haar achttienhonderd jaar lange geschiedenis de "sociale kwestie" aanroerde.

Een kleine groep mensen besefte in de 19de eeuw, toen de arbeidersbeweging begon op te komen, dat een kerk, die zich aan conservatieve en reactionaire standpunten vastklampte en altijd een heel historisch tijdperk tenachter was, zonder meer gescheiden zou worden van de armste en in aantal grootste groepen van de katholieke bevolking. Deze groep kon haar opvatting echter niet doorzetten. Aan alle encyclieken sinds

1891 - hoe "bewogen" soms ook sociale problemen werden 431

(8)

geformuleerd lag de gedachte ten grondslag de arbeiders aan de zijde van het kapitaal te krijgen en te houden, hen ertoe te dwingen het marxisme te verloochenen en de toevloed van de massa's, die eeuwenlang aan de katholieke ideologie en aan de katholieke organisaties gebonden zijn geweest, naar de rijen van de revolutionaire arbeidersbeweging, te verhinderen. De lijn van maatschappelijke deling in bezitters en niet-bezitters is ook voortgezet en neergelegd in de encycliek van Joannes de XXIII Mater et Magistra, een realiteit, die men moet onder- kennen, welke waarde men overigens ook aan het optreden in tal van vraagstukken van deze paus wil hechten.

Een realiteit is ook het streven van de rechts-extreme groepe- ringen van de hogere geestelijkheid om een actieve rol in de internationale politiek te spelen en zich tegen het getij van de vooruitgang te keren. Gericht op de belangen van de kerk en afgestemd op de met haar verbonden heersende machten in de kapitalistische landen, ontwikkelen deze katholieke ideologen eigen opvattingen over vraagstukken van oorlog en vrede, de nationale bevrijdingsbeweging, de Europese integratie. Men kan een zekere overeenkomst tussen vele van deze katholieke theorieën en de opvattingen over de buitenlandse politiek van de leidende imperialistische groeperingen vaststellen.

Ofschoon de katholieke concepties naar geest en karakter en tendentie in vele opzichten uiteenlopend zijn, gaan zij van een en dezelfde filosofie uit, waarin van tijd tot tijd - af- hankelijk van de concrete internationale toestand - deze of gene veranderingen worden aangebracht. Ook blijkt uit de praktijk, dat de opvattingen van de verschillende kerken en bewegingen uiteen kan lopen. De Amerikaanse kardinaal Speli- man had indertijd een beruchte faam voor zijn ondersteuning van de Amerikaanse agressie in Vietnam, maar de Nederlandse Pax Christibeweging - wat haar motieven ook zijn - stelt zich in dit opzicht genuanceerder op.

Westduitse invloeden In de recente ontwikkelingen binnen de Nederlandse katholieke kerk, met name waar het betreft de bisschopsbenoeming van Simonis en vooral van Gijsen en de benoemingen van de mede- werkers van deze laatste, zien wij duidelijke invloeden van Duitse zijde. Het is opvallend, dat deze Duitse invloed op religieus terrein gepaard gaat met het groeien van de Duitse invloed op economisch en militair gebied in West-Europa. Wij behoeven maar te wijzen op de krachtige positie van de mark, de groei van de Westduitse economie èn op het toenemend aantal hoge posten, die generaals van de Bundeswehr bezetten in het NAVO-apparaat.

Duidelijk tekent de expansiedrift van het Westduitse kapitaal zich af. De CDU/CSU van Strauss en Barzei zijn de ver- tegenwoordigers van de meest agressieve kringen van het Duitse imperialisme en hun chauvinistische en revanchistische cam- 432 pagnes roepen herinneringen op aan de tijd voor de tweede

(9)

wereldoorlog. Dat geldt trouwens ook voor de wijze, waarop zij misbruik maken van de instituties van de kerk en de officiële religieuze hiërarchie inschakelen bij hun "kruistochten" tegen

"het bolsjewisme".

De rol van het Vaticaan vóór de tweede wereldoorlog is in dat opzicht ook tekenend geweest en het is zeker op zijn plaats deze episode, zij het kort, in herinnering te brengen. Eén naam keert daarbij telkens weer terug: de naam van Pacelli, de latere paus Pius XII. Als pauselijk nuntius eerst in München en later in Berlijn was Pacelli ten nauwste met de Duitse politiek verbonden, was hij een van de drijvende factoren bij het inschakelen van katholieke kringen in Duitsland voor een

"politiek van antibolsjewisme" onder de vlag van de "ver- dediging" van het christendom.

Op de pauselijke troon verheven, bleef Pacelli dit uitgangs- punt trouw. Met de naam van Pacelli is de dertigjarige oorlog van het Vaticaan tegen het communisme verbonden. Op 13 maart 1933 (men lette op de datum) riep de voorganger van Pacelli op de pauselijke troon alle niet-communistische machten op tot gemeenschappelijke strijd tegen het bolsjewisme.

Pacelli zelf was toen staatssecretaris, of om het populair te zeggen minister van buitenlandse zaken van het Vaticaan.

Van vele zijden wordt aan de hand van documenten weerlegd dat het Vaticaan in de tweede wereldoorlog neutraal zou zijn geweest. Zo is er bijvoorbeeld de kerstboodschap van 1942 van paus Pius XII, waarin de aan de zijde van het Hitierleger strijdenden "als vrijwillige kruisvaarders van een nieuwe en edelmoedige maatschappij" werden beschreven.

De katholieke kerk beschikt, zoals bekend, reeds lang niet alleen over een wijdvertakt net van confessionele instituties, maar heeft ook invloed in niet kerkelijke en maatschappelijke organisaties.

In 1949 meende kardinaal De Jong in het vierde deel van zijn Handboek der Kerkgeschiedenis, dat de kracht van de kerk in Duitsland gemeten kon worden aan het aantal katholieken, dat de paascommunie ontving, het aantal seculiere priesters, man- nelijke en vrouwelijke kloosterlingen, leden van de Katholische Verein, de Katholieke vrouwenbond, de Katholische Jugend Deutschlands, het Katholische Jungmannerverband, de Katho- lische Gesellen, het Reicbsverband Katholischer Arbeiter- und Arbeiterinnenverein, de Christliche Gewerkschaften en het aantal katholieke universiteitsprofessoren.

Door deze doororganisering van de kerk, kwam zij hand in hand te staan met de katholieke partij, met de vakbeweging en het bedrijfsleven. Een verschijnsd overigens, dat niet alleen voor Duitsland geldt, maar ook voor landen als Italië, Frank- rijk en voor Nederland.

De benoeming van Gijsen en Simonis tot bisschop duidt erop, dat belangrijke krachten binnen de kerk en binnen de katho- lieke partij (Luns) terug willen naar de situatie, zoals we die kenden in de vijftiger jaren met het mandement, naar de situatie

van strikte gehoorzaamheid van de gelovigen aan de opvattin- 433

(10)

gen van de kerkelijke gezagsdragers, in het geval Gijsen dan de gezagsdragers in Roermond.

Het afkondigen van het mandement in 1954 viel samen met de eerste aanzet tot herbewapening van West-Duitsland, waar Adenauer de scepter zwaaide en alle registers opentrok om verloren posities van het Duitse imperialisme te herstellen.

Het mandement, een banvloek tegen vooruitgang en al wat socialistisch dacht, heeft de ontwikkeling niet kunnen remmen en raakte in vergetelheid.

De benoeming van Gijsen is een ingreep op instignatie vanuit West-Duitsland, een ingreep die dient om "orde op zaken te stellen" tegenover ideeën, die hier onder het katholieke be- volkingsdeel leven. En opvallend is, dat deze ingreep plaats- vindt op een moment, dat Bonn een overheersende positie in Europa opeist, zich in het internationale politieke leven met zijn imperialistische eisen doet gelden en zo opnieuw als een potentiële bedreiging van het onafhankelijke bestaan van Ne- derland verschijnt.

Dat er krachten zijn, die zich aan dit Westduitse streven onder- geschikt willen maken, werd duidelijk toen de KVP-minister Van Agt op aandrang vanuit Bonn de drie van Breda wilde vrijlaten.

Reeds langere tijd blijkt er ook sprake te zijn van inmenging door hoge kerkelijke autoriteiten vanuit West-Duitsland: als inspirators van Gijsen worden genoemd de reactionaire kardi- naal Höffner en de prelaat van Essen, dr. Fittkau. Tijdens de Diocesane Pastorale Raad van het Bisdom Roermond op 29 januari jl., werd deze openlijke inmenging door mgr. P.

Odijk (later door Gijsen ontslagen) op de volgende wijze onder woorden gebracht: "Toen in september 1971 in Duitsland het artikel verscheen van dr. Gerhard Fittkau, Die 'Neue Kirche' in der Sicht eines holländischen Bischofskandidaten, heeft ons bisdom hierop aanstonds krachtig gereageerd. In een uitvoerig commentaar werd, onder verstrekking van objectieve gegevens, gewezen op de tendentieuze berichtgeving van dr. Fittkau en de door hem gehanteerde zeer onkritische en onverantwoorde- lijke verdachtmaking van personen. Dit commentaar werd door mgr. Moors gezonden aan dr. Fittkau, aan kardinaal Alfrink in Rome ten behoeve van zijn contacten met de Duitse bis- schoppen tijdens de bisschoppensynode, en aan kardinaal Höffner en de Duitse bisschoppen die deelnemen aan de regel- matige contactbijeenkomsten met het Nederlandse episcopaat.

Noch van dr. Fittkau, noch van de Duitse bisschoppen heeft mgr. Moors hierop enige reactie ontvangen. Dat wil zeggen, dat noch dr. Fittkau, noch de Duitse bisschoppen het nodig vonden op het commentaar in te gaan en zelfs niet de beleefd- heid in acht namen om mgr. Moors (de afgetreden bisschop in wien plaats Gijsen werd benoemd) te antwoorden." (Archief van de Kerken-no. 10-11.)

Ook kardinaal Alfrink zelf ging in op de "Duitse kwestie" en liet, zij het in diplomatieke bewoording, geen twijfel bestaan 434 over de inmenging.

(11)

Voor de KRO-televisie, zei hij in antwoord op de vraag over de door Duitse bisschoppen uitgeoefende invloed: "Het is een veronderstelling, waarvan ik niet weet of het op waarheid berust. Wel is het waar, en daar doelt u waarschijnlijk op, dat een bepaalde Duitse monsignore zich nogal op een kwalijke manier uitgelaten heeft over de vermeende kandidaten van het kapittel.

Vraag: U bedoelt prelaat Fittkau.

Kardinaal: prelaat Fittkau, ja. In hoeverre dit invloed heeft gehad op de gang van zaken bij de benoeming van de nieuwe bisschop van Roermond, is mij niet bekend. Maar het is natuur- lijk wel mogelijk dat het invloed gehad heeft." (Archief van de Kerken- na. 10-11.)

Mgr. Gijsen zelf onderstreepte zijn verbindingen met het Duitse episcopaat door twee priesterstudenten naar het seminarie van het bisdom Keulen te sturen, een stap, die opnieuw de nodige beroering wekte.

Fundamentele tegenstelling Gijsen blijkt er op uit te zijn - en zijn recente uitlatingen en daden wijzen daar nadrukkelijk op - Limburg tot een soort bastion te maken, vanwaaruit de ontwikkelingen binnen de Nederlandse kerk en onder het katholieke bevolkingsdeel moeten worden teruggedraaid.

Het zou echter onjuist zijn te denken, dat de katholieke kerk zolang zij dat maar wil aan reactionaire standpunten kan blijven vasthouden. Juist hier wordt de diepgaande, funda- mentele tegenstelling, die het reusachtige "organisme" van de katholieke kerk verscheurt, zichtbaar. De kerk omvat niet alleen de Romeinse Curie en kerkelijke leiders van het type Gijsen en Simonis, maar ook hen, die zich uitsluitend uit hoofde van hun herkomst als tot haar behorend beschouwen.

In de bezettingsjaren begonnen zich in ons land, met name vooral in de katholieke zuidelijke provincies, veranderingen te voltrekken toen gelovige katholieken en andersdenkenden samen optrokken. Men was samengedrongen in één verzet, waarin men de grens van het aardse bestaan vlak bij wist.

Men kreeg niet alleen aandacht voor elkaars innerlijke leven en geloofsovertuiging, maar ook groeide het gesprek over de vraag hoe de na-oorlogse maatschappij eruit zou moeten zien.

De poging om door middel van standorganisaties en een nauwelijks verholen geestelijke dwang de katholieke gelovigen in hun isolement terug te drukken, mag zonder meer als mis- lukt worden beschouwd.

In bedrijven (ENKA als laatste voorbeeld!), in buurten, in steden en dorpen is sprake van een steeds grotere samen- werking van communisten, socialisten en gelovigen bij de be- hartiging van de belangen van de werkers. Scheidslijnen mogen dan wel op papier door behoudzuchtige figuren worden uit-

gedacht, de praktijk van de dag is anders. In deze dagelijkse 435

(12)

436

praktijk wordt stelling genomen tegen de verderfelijke politiek van de rechtse regeerders van het slag Biesheuvel, Nelissen en Schmelzer.

De druk van de massa's neemt toe en de mogelijkheden voor eenheid van actie zijn enorm groot. Het gaat er daarbij om deze eenheid te smeden in de strijd tégen de gevaarlijke machten, die naar oorlog drijven, en v66r maatschappelijke veranderingen, die een menswaardig bestaan mogelijk maken.

F. DRAGSTRA

(13)

Moderne natuurwetenschap en materialisme

- kritiek op een boek van Jacques Monod -

Inleiding De nieuwe kennis van de materie, door de moderne natuur- wetenschap voortgebracht, is zo omvangrijk en in veel op- zichten zo spectaculair, dat het lijkt alsof in het tumult van deze snelle vooruitgang de gevolgen voor het algemene denken over het hoofd zijn gezien. Ook in de arbeidersbeweging. Het is zaak deze achterstand weg te werken en deze studie wil daar een - naar omvang en inhoud - bescheiden poging toe doen.

Het is vrijwel ondoenlijk een diepgaande kennis van alle facetten van de moderne natuurwetenschap te bezitten. Er zal geprobeerd worden de grote lijnen te ontdekken.

Vaak wordt in discussie getreden met J aques Monod, hoog- leraar-directeur van het "Institut Pasteur" te Parijs en in 1965 winnaar van de Nobelprijs voor de fysiologie en de medicijnen.

Feitelijk verwierf hij deze onderscheiding met studies op het gebied van de moleculaire biologie (de wetenschap van levens- processen op moleculaire schaal).

Monod heeft in 1970 een boek geschreven, dat inmiddels in het Nederlands vertaald is: Toeval en onvermijdelijkheid, proeve van een natuurfilosofie van de moderne biologie. ,,_) Op het gebied van de moderne biologie zijn de laatste decennia grote ontdekkingen gedaan. Zo is aan de evolutietheorie van Darwin-welke als fenomeen rond de eeuwwisseling in weten- schappelijke kringen reeds aanvaard werd - nu een natuur- wetenschappelijk fundament gegeven. Er kunnen thans zelfs studies gemaakt worden van de evolutie van levensprocessen op moleculaire schaal.

Ook de sterrenkunde heeft prachtige nieuwe feiten aangetoond.

De sterrenhemel die zo statisch lijkt, is in werkelijkheid één en al beweging. Het bewijs van de universaliteit van fundamentele chemische processen is nagenoeg geleverd. Universaliteit moet dan zeer letterlijk worden genomen: het universum, het heelal, inbegrepen. Mogelijk wordt in de naaste toekomst de universa- liteit van levensprocessen bewezen!

Jaques Monod heeft een "nieuwe" natuurfilosofie gebouwd op de moderne biologie. Zijn hoofdconclusie is dat het verschijnen van de mens in het heelal op één lijn gesteld moet worden met het verschijnen van de Mount Everest of het onweer van gister- avond: puur toeval, wezenlijk onvoorzienbaar. Het universum was niet in verwachting van het leven en de biosfeer (het totale aardse milieu) evenmin van de mens.

''") Uitgave: A. W. Bruna en Zoon, Utrecht/Antwerpen. Prijs f 14,50. 437

(14)

Hij zegt dat wij ons eigen bestaan moeten gadeslaan als de winnaar van de staatsloterij zijn honderdduizend gulden. De afwezigheid van dit besef noemt hij de grote kwaal van deze tijd.

Iedereen die het tegendeel beweert, die het leven als logisch vervolg op eerdere evolutiestadia ziet, die er ernstig rekening mee houdt dat elders in het heelal levensprocessen tot ont- wikkeling zijn gekomen, beschuldigt hij van antropocentrisch denken 1) en animistische projectie. 2)

Hij doet een scherpe aanval op het dialectisch materialisme, de filosofie van het marxisme-leninisme. Hij ziet het dialectisch materialisme als een verlate toevoeging aan de sociale en econo- mische theorieën van Marx en Engels. Deze toevoeging zou tot doel hebben het marxisme een schijn van echte wetenschap te geven. Het dialectisch materialisme zou uitgevonden zijn om van te voren bedachte ethisch-politieke theorieën te recht- vaardigen.

Aan het eind van zijn boek pleit Monod dan ook voor een volstrekte scheiding van waarde- en kenniscategorieën. De kennis van natuurverschijnselen is objectief. De waardecatego- rieën moeten echter gezamenlijk worden afgesproken, daar moeten we met z'n allen in g e I o v e n.

Het is dan ook onvermijdelijk dat Monod het historisch mate- rialisme afwijst als een totale verwarring van waarde- en kenniscategorieën. Hij bepleit de afschaffing van de s o c i a - I i s t i s c h e i d e o I o g i e, die hij een bespotting van de wetenschap noemt.

Kort en goed: socialisme mag mooi zijn, maar met wetenschap heeft het niets te maken.

Voordat in een later artikel de discussie met Monod wordt aangegaan, met name op die punten waar hij de rechrvaardi- ging voor zijn theorieën tracht te vinden, is het nodig de nieuwe wetenschappelijke resultaten te bespreken. Monod be- perkt zich bij zijn uiteenzetting vrijwel tot de nieuwe resultaten van de moleculaire biologie. Er zijn echter ook andere vindin- gen die het inzicht in het gestelde probleem kunnen verdiepen.

Als leidraad voor de discussie kan het schema in fig. 1 dienst doen: het totaaloverzicht van de aardse evolutie.

De geboorte van een ster Zowel de dode als de levende materie op aarde is uiteindelijk opgebouwd uit ongeveer honderd verschillende soorten atomen of elementen. Atomen zijn zo klein dat ze onzichtbaar zijn, zelfs met een elektronenmicroscoop die een half miljoen keer vergroot. Bekende atomen zijn: stikstof, koolstof, zuurstof, ijzer, fosfor, zwavel, chloor en waterstof. Atomen hebben de eigenschap dat ze onder bepaalde, vaak weinig rigoreuze om- standigheden, combinaties met elkaar aangaan. Dan ontstaat 438 een molecuul.

(15)

0 lAREN

1

J.ooo.ooo.ooo

1.000.000.000

:J.ooo.ooo.ooo

"1.000.000.000

5.000./JOO.DDO

~SOCIALE EVOLUTIE

~---_BIOLOGISCHE EYOL.UTIE VAN DE MENS

\----_EERSTE ZOOGOJEREN

~ \ OUDSTE BEKENDE FOSSIELEN VAN

I

\ MEERCELLIGE ORGANISMEN

I I I

\

\

I I

\

}BIOl..OG ISCHE EVOLUTIE.

I

~~--EERSTE PRIMITIEVE LEVEN?

\

\

\

I

I

I

\

\ )CH EM ISC.HE EVOl-UTIE

I

I

(4~---0NTSTAAN VAN ZONNESTELSEL

Fl&.t

Suiker bv. is een molecuul dat bestaat uit zes koolstofatomen, zes zuurstofatomen en twaalf waterstofatomen, die op een zeer specifieke wijze aan elkaar verbonden zijn. Niet alle theo- retische combinaties van atomen leveren bestaanbare moleculen op. De eigenschappen van de verschillende atomen stellen daar grenzen aan.

Ook een suikermolecuul is onzichtbaar. In één schepje suiker zitten ongeveer 10.000.000.000.000.000.000.0 00 moleculen.

De vorming van nieuwe moleculen uit atomen of andere mole- culen is een normaal proces onder aardse omstandigheden.

Levende cellen doen dat aan de lopende band, maar ook tijdens 439

(16)

een verbrandingsproces vindt deze her-rangschikking van atomen plaats. Dit zijn chemische processen.

Hoe zijn atomen gevormd? IJzer kan men niet veranderen in goud. We hebben hier te maken met twee e 1 e m e n t e n die onder normale aardse omstandigheden onveranderlijk zijn. Toch moeten ze ooit een keer gevormd zijn. De k o s m i s c h e e v o 1 u t i e heeft deze elementen voortgebracht.

Het eenvoudigste atoom is waterstof. Het bestaat uit een kern met één proton, en één elektron dat om die kern zweeft. IJzer is veel ingewikkelder: de kern bestaat uit zesentwintig protonen en zesentwintig neutronen, met zesentwintig elektronen in banen rondom deze kern.

Protonen, neutronen en elektronen zijn op te vatten als zeer kleine pakketjes energie, die na samensmelting tot een atoom de eigenschappen krijgen van materie. Talloze andere feiten in de natuurwetenschap tonen aan dat de scheiding tussen energie en materie een arbitrair karakter heeft. Materie is te beschouwen als een c o m p 1 e x e r i n g v a n e n e r g i e . Einstein heeft de principiële gelijkwaardigheid van materie en energie in een formule uitgedrukt. Een kleine hoeveelheid stof heeft een onvoorstelbare energie-inhoud. Eén gram stof (ijzer, hout of wat dan ook) is gelijkwaardig aan de hoeveelheid energie, die nodig is om een gewicht van zestig miljoen kilo twee kilometer boven het aardoppervlak te verheffen.

Met de technieken van de kernsplijting en de kernfusie heeft de mens zich de kunst eigen gemaakt materie om te zetten in energie. 3) Niet alle soorten materie kan men laten "verdwij- nen", de ene soort is daarvoor meer toegankelijk dan de andere.

Uranium laat bv. gemakkelijk een deel van z'n materie in energie veranderen. Met de vordering van de wetenschap zullen ongetwijfeld talloze andere elementen zich aan dit proces laten onderwerpen.

De kosmische evolutie leert dat de meer ingewikkelde atomen onder invloed van zeer hoge temperaturen uit eenvoudige zijn gemaakt. Zo wordt bij 13.000.000 graden Celcius waterstof omgezet in helium, het op één na eenvoudigste element. Dit proces, waarbij een deel van de materie wordt omgezet in energie, vindt op de zon plaats. De zon brandt dan ook op kernenergie. Voor de vorming van ijzer is een temperatuur van honderden miljoenen graden nodig. Alle ijzeratomen, ook die een essentiële rol spelen bij het vervoer van zuurstof in menselijk bloed, zijn ooit in centra van zeer hete sterren, zeer veel heter dan de zon, gevormd. De sterren zijn de energie- fabrieken en de produktiecentra van elementen in het heelal.

De mens is niet louter een produkt van chemische en biologische evolutie op aarde, maar ook een produkt van kosmische evolutie.

Onze zon is één van de vele sterren in het melkwegstelsel. De melkweg bestaat uit ongeveer 100.000.000.000 sterren. In het heelal strekken zich, zover het oog van de sterkste telescoop 440 kan reiken, miljoenen andere sterrenstelsels uit. Het totale

(17)

aantal sterren is minstens het produkt van deze op zich al gigantische getallen.

De sterrenstelsels liggen ver uiteen. Het stelsel M 31, in het sterrenbeeld Andromeda (van de melkweg!) net met het blote oog zichtbaar, ligt op een afstand van 2.200.000 lichtjaren 4) van de aarde. De diameter van de melkweg is 80.000 licht- jaren. De "vreemde" sterrenstelsels bewegen alle met grote snelheden van ons af. Hoe groter de afstand, hoe groter ook de snelheid. Op grond hiervan is de theorie van het uitdijende heelal ontwikkeld.

De ouderdom van het heelal wordt geschat op tien miljard jaar, ongeveer twee maal zo oud als ons zonnestelsel. De materie in het heelal bestaat voor 76 procent uit waterstof, het een- voudigste atoom, en voor 23 procent uit helium, het op één na eenvoudigste atoom. De bijna honderd andere bekende elemen- ten, die op zich allemaal zwaarder zijn dan waterstof en helium, maken slechts voor één procent deel uit van de kosmische materie. Niet alleen op grond hiervan wordt verondersteld, dat de ingewikkelder elementen in de tijd gesynthetiseerd worden door sterren die in evolutie zijn. Sterren hebben een "leven", zijn eindig in de tijd. Waar worden zij geboren?

Een sterrenstelsel bestaat niet louter uit sterren. In het stelsel worden bv. ook donkere wolken, nevels, van kosmisch stof en gas waargenomen. Uit deze nevels worden nu nieuwe sterren geboren door samenballing van de aanwezige materie. Men kan

Een sterrenstelsel dat dicht bij het onze (de Melkweg) ligt: M31. Dit stelsel is met het blote oog juist te zien door het sterrenbeeld Andromeda

heen. Men ziet op de foto nog twee andere, verder afgelegen stelsels. 441

(18)

op het ogenblik voorspellen waar in de melkweg nieuwe sterren zullen ontstaan.

Er zijn ongelooflijk jonge sterren in de melkweg: tien tot twin- tig miljoen jaar oud. Twintig miljoen jaar geleden liep er al een hele verzameling zoogdieren op aarde rond!

De zon is dus veel ouder, waarschijnlijk zo'n vijf miljard jaar.

Het is vrijwel zeker dat in ongeveer honderd miljoen jaar een donkere nevel van stof en gas in elkaar klapt, waarmee een nieuw zonnestelsel gevormd wordt. Dit ineenklappen gaat ge- paard met de vorming van pre-planetaire lichamen.

Van de kosmische evolutie is dus het volgende beeld te schep- pen. Door samenballing van donkere nevels ontstaan sterren.

In deze sterren worden door de zeer hoge temperatuur (ver- kregen uit de contractie-energie van de nevel) nieuwe elemen- ten gevormd, tot en met de meest ingewikkelde.

De nieuwe ster maakt een evolutie door en valt uiteindelijk geheel of gedeeltelijk uiteen in donkere nevels. Door dit proces worden de nevels verrijkt met steeds meer hogere elementen.

Er wordt verondersteld dat de zon een ster is van de derde generatie, d.w.z. zij is gevormd uit een nevel die reeds twee maal werd verrijkt met "nieuwe" elementen. In de zon zijn 60 van de ongeveer honderd elementen aangetoond. Het is waarschijnlijk dat ook de ontbrekende aanwezig zijn. Deze elementen kunnen niet door de zon zelf gemaakt zijn: deze ster is te klein, waardoor in het verleden onmogelijk de extreme temperaturen kunnen zijn ontwikkeld die nodig zijn voor de produktie van bv. ijzer.

Wc moeten de aarde beschouwen als een produkt van kosmisch stof en gas, waarbij één of ander proces de lichte gassen en materie voor een belangrijk deel heeft doen verdwijnen. De aarde is een concentratie van hogere, ingewikkelder elementen, het resultaat van kosmische evolutie.

Er zijn nog meer interessante facetten. Onderzoekingen van de laatste vijf jaar 5) hebben laten zien dat in de donkere nevels tal van vrij ingewikkelde chemische stoffen (moleculen) voor- komen. Deze moleculen, verbindingen van atomen, kunnen in de nevels bestaan omdat er zeer lage temperaturen heersen en er ook bescherming is tegen andere molecuulverwoestende effecten zoals hoog-energetische straling. Deze chemische stof- fen zijn d e z e 1 f d e als die, welke een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van leven op aarde.

Op z'n minst is hiermee aangetoond dat de chemie universeel is. De vorming van complexere chemische verbindingen uit kleinere moleculen of atomen is louter een functie van het fysische milieu: warmte, straling enz.

De kosmische nevels bevatten de voorlopers van suikers, ei- witten en nucleïnezuren, de belangrijkste chemische verbindin- gen die het leven karakteriseren. De conclusie dat in het heelal miljarden planeten zijn gevormd met dezelfde materiële uit- 442 gangspositie als de aarde, is vrijwel onvermijdelijk.

(19)

Ook de dode aarde was in evolutie Ons zonnestelsel heeft een ouderdom van ongeveer vijf miljard iaar. Ook de aarde. Het eerste primitieve leven dateert van naar schatting drie miljard jaar terug. Wat is er in die eerste twee miljard jaar gebeurd? De aarde heeft al die tijd niet be- wegingsloos zitten wachten tot h~t leven zou verschijnen. De eerste twee miljard jaar van het aardse bestaan heeft een

"chemische evolutie" te zien gegeven, een ontwikkeling van eenvoudige chemische stof in meer complexe verbindingen, die de voorbereiders van het leven zouden worden.

De aarde was in het eerste stadium zeer waarschijnlijk een levenloze, rotsachtige massa met een atmosfeer van waterdamp, waterstof, ammoniak en methaan. 6) De temperatuur was waar- schijnlijk niet zeer afwijkend van de huidige. De aarde stond echter wel bloot aan andere sterke energie-invloeden als kos- mische straling, veelvuldige vulkanische erupties, elektrische ontladingen enz.

Nabootsing van de vroege aardse omstandigheden in het labo- ratorium heeft geleerd, dat uit de oorspronkelijke atmosferi- sche gassen alle belangrijke basisstoffen voor het leven gemaakt kunnen worden.

Levende materie bestaat voor 99 procent uit de atomen kool- stof, zuurstof, stikstof en waterstof. Het is opmerkelijk dat de primitieve atmosfeer precies dezelfde atomen bevatte: zuurstof en waterstof in de moleculaire verbinding waterdamp, water- stof in moleculair waterstofgas, waterstof en stikstof in am- moniak, koolstof en waterstof in methaan.

De kenmerkende chemische stoffen in dierlijk weefsel zijn:

koolhydraten, vetten, eiwitten en nucleïnezuren. Dit zijn stuk voor stuk zeer grote en ingewikkelde verbindingen, die opge- bouwd zijn uit basisstoffen van eenvoudiger structuur. Zo zijn koolhydraten opgebouwd uit suikers; vetten uit glycerol en vetzuren; eiwitten uit een twintigtal aminozuren en nucleïne- zuren uit vier verschillende basiséénheden met verwante struc- tuur, met daartussen één soort suiker en fosforzuur.

De proeven met de primitieve atmosfeer hebben vijftien van de twintig aminozuren doen ontstaan, alle vier basiséénheden van nucleïnezuren en de grondstof voor suikers en vetten. Over het precieze mechanisme van de vorming wordt nog een discussie gevoerd, maar aan het feit van de vorming wordt niet meer getwijfeld.

Hiermee is een belangrijk probleem definitief opgelost. In de vo- rige eeuw immers werd principieel onderscheid gemaakt tussen organische en anorganische chemische verbindingen. Anorgani- sche stoffen maakten deel uit van d~ levenloze materie (keuken- zout, zwavelzuur enz.), terwijl voor de vorming van organische stoffen de tussenkomst van levende organismen noodzakelijk leek. Sommige, vaak zelfs prominente geleerden, waren van mening dat de mens nooit in staat zou zijn om uit anorgani- sche stof organische verbindingen te maken: alleen het levens- proces zelf was hiertoe in staat door middel van een buiten

de fysische en chemische werkelijkheid staande kracht. Mate- 443

(20)

rialistische denkers uit die tijd wezen erop dat levende orga- nismen zelf uit organische stof zijn opgebouwd en dat daarom de vorming van die stof aan het leven moest zijn voorafgegaan.

De Duitse chemicus Wöhler slaagde er in 1828 in uit anorgani- sche stoffen de organische verbinding ureum te synthetiseren.

Hiermee werd een begin gemaakt met het oplossen van de controverse over de vraag wat het eerst is ontstaan: de kip of het ei, de organische materie of het leven. Het is nu een onomstotelijk feit dat de organische materie er het eerst was en de nieuwe proeven hebben zelfs het ontstaan van de orga- nische basisstoffen van het leven onder de primitieve aardse omstandigheden aannemelijk gemaakt.

Reconstructie van het eiwit hemoglobine, de zuurstoftransporteur in het bloed. In het eiwit zijn ronde schijven zichtbaar. Dit zijn zgn. heem- groepen, met in het midden een ijzer-ion, waaraan de zuurstof gebonden wordt. De werking van hemoglobine is een gevolg van deze zeer specifieke ruimtelijke structuur. Deze structuur wordt bepaald door de volgorde van aminozuren in het eiwit. Door de ingewikkelde opvouwing is de lange ketting van aminozuren moeilijk meer te volgen.

Met het natuurlijk ontstaan van aminozuren, suikers e.d. is de vorming van leven nog geen open boek geworden. De honder- den aminozuren die men doorgaans in één eiwit aantreft, moe- ten zich nog via een chemische reactie aaneensluiten en het- zelfde geldt voor de componenten van koolhydraten, vetten, nucleïnezuren enz. Verder moet die aaneensluiting nog functio- neel zijn t.a.v. levensprocessen. Deze ontwikkeling hedt nu 444 echter niet meer de schijn van een wonder. Voor deze processen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

Door de muonen en andere eigenschappen van de shower heel nauwkeurig te meten kan worden bepaald waar de kosmische straling vandaan komt en welke energie deze heeft.. Door

Pagina | 20 zijn ontstaan omdat beide effecten elkaar niet meer tegenwerken: de temperatuur van de fotoversterkerbuis is nog hoog, maar de temperatuur van de atmosfeer is

Er kan hieruit dus geconcludeerd worden als er door twee of meer detectiestations deeltjes worden gemeten, dat het een hoogenergetische shower moet zijn geweest... Een model voor

Een kosmische lawine ontstaat wanneer de aarde wordt geraakt door kosmische straling, die bestaat uit elementaire deeltjes en atoomkernen met een hoge hoeveelheid energie3.

In deze situatie meten we in de seconde voor een bliksem meer showers dan erna: in de seconde voor de bliksem zit minstens één shower, de seconde erna kunnen dat er nul zijn. Als

Door de gegevens van een aantal watertanks met elkaar te combineren kan de oorspronke- lijke richting van de deeltjeslawine (en daarmee de richting van de kosmische straal) met

De benodigde de- tectoren staan op de daken van de scho- len en zijn gekoppeld in een netwerk met de naam HISPARc-Amsterdam; HI- SPARCstaat voor High School Project on