• No results found

A continent-wide framework for local and regional stratigraphies Gijssel, K. van

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "A continent-wide framework for local and regional stratigraphies Gijssel, K. van"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A continent-wide framework for local and regional stratigraphies

Gijssel, K. van

Citation

Gijssel, K. van. (2006, November 22). A continent-wide framework for local and regional

stratigraphies. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/4985

Version:

Not Applicable (or Unknown)

License:

Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the

Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from:

https://hdl.handle.net/1887/4985

(2)

1. De belangrijkste tijd-stratigrafische eenheden in een terrestrische sedimentopeenvolging blijken de hiaten te zijn (dit proefschrift).

2. De stratigrafische betekenis van discontinuïteiten in de Kwartaire sedimentopeenvolgingen is jarenlang onderschat, terwijl juist hun karakter, hoewel dia-chroon, vaak de intensiteit van belangrijke geolo-gische gebeurtenissen weergeeft (dit proefschrift). 3. Op basis van het ‘event’-stratigrafische raamwerk (dit proefschrift) is de ouderdom van de speren van Schö- ningen waarschijnlijk 100.000 jaar jonger dan veronder-steld in Thieme (Nature, vol. 385, 1997, pp. 807-810). 4. In het megacyclus-concept van Kukla en Cilek (1996),

gebaseerd op de correlatie van de löss-eenheden in China en Midden-Europa, de klassieke glaciaties in Europa en de amplitudes in de zuurstofisotopenstrati- grafie, zouden de Weichselien-glaciatie, de L1-löss- sequentie en de zuurstofisotopenstadia 1 en 2 beter on-dergebracht kunnen worden in een aparte megacyclus (0) en niet inbegrepen in megacyclus 1 (dit proef-schrift).

5. De meest omvangrijke Pleistocene sequenties op het Europese continent zijn tijdens de koude klimaatpe-rioden afgezet en vormen de bouwstenen van de lokale en regionale stratigrafieën. 6. George Kukla was in 1975 de eerste die de ‘marklines’ in de löss-paleosolsequenties als terrestrische equiva- lenten van de terminaties in de mariene zuurstofisoto-penstratigrafie zag. 7. Als men de mens beschouwt als behorend tot de fauna zou de (Paleolithische) archeologie gezien kunnen worden als een bijzondere tak van de paleontologie. 8. De 56 jaren na Heden (1950) zijn slechts een fractie van de geschatte ouderdom van de aarde: 4,5 miljard jaren. 9. Als gevolg van de voortdurende ontwikkelingen in de informatietechnologie hoeven grootschalige compila-ties van gegevens en informatie geen levenswerken meer te zijn.

10. Randvoorwaarden bij modelleringen moeten verplicht in vette letters en in kapitalen worden afgedrukt ten-einde misinterpretaties van modeluitkomsten te voorkomen.

11. Gedegen aardwetenschappelijk onderzoek op basis van kennis en ervaring staat op gespannen voet met de tegenwoordige druk van tijd en geld, waarin vooral snelle resultaten verlangd worden. 12. Kennis is geen macht meer wanneer wetenschappers deze macht door geld (moeten) laten overschaduwen. 13. Het toenemend aantal publicaties met meer dan vijf

auteurs is waarschijnlijk eerder een gevolg van het toenemend belang van de citatie-index dan van meer interdisciplinair onderzoek. Stellingen behorende bij: VAN GIJSSEL, K. (2006): A continent-wide framework for local and regional stratigraphies; application of genetic sequence and event stratigraphy to the Middle Pleistocene terrestrial succession of Northwest and Central Europe. PhD-thesis, Leiden University, 119 p.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Thus, sequences refer to different Fennoscandian (FS) glaciation cycles, Central European (CE) loess accumulation phases and North Sea (NS) marine transgressions

Hoofdstuk 3 geeft een historisch en hedendaags overzicht van de stratigrafische indelingen voor het Midden-Pleistoceen, zoals die in Noordwest - en Midden-Europa in de

In seeking an overall framework for the Northwest and Central European terrestrial stratigraphy, relations between the different regional event­stratigraphical units and

Using the above-mentioned criteria is very helpful in explaining the fragmentary and repetitive nature of the Quaternary terrestrial record in terms of how depositional

Figure 4.3 Continent-wide and regional subdivision of Middle and Late Pleistocene subaerial periglacial synthems and sequences for Northwest and Central Europe.. Nomenclature

The oldest typical loess beds overlying the fluvial terrace sedi- ments are from the Middle Rhine type region. They are document- ed at Kärlich in the Middle Rhine

The recommendation in the last edition of the ISG (Salvador et al. 1994), to fix corresponding physical marker units as intervals between designated boundary stratotypes, only

Notwithstanding, the findings of flint artefacts at Pakefield in warm-stage deposits containing Mimomys savini does not neces- sarily contradict the conclusion made in