Vraag nr. 318 van 4 februari 2005
van de heer FRANS PEETERS
Grote Netebekken – Waterbeheersing
Het stroomgebied van de Grote Nete maakt deel uit van het Netebekken en kan verder onderver-deeld worden in het deelbekken van de bovenlopen Grote Nete, het deelbekken van het middengebied Grote Nete en het deelbekken van het benedenge-bied Grote Nete.
De gemeenten die geheel of gedeeltelijk gele-gen zijn binnen het stroomgebied van de Grote Nete zijn Balen, Geel, Ham, Hechtel-Eksel, Laakdal, Leopoldsburg, Lommel, Meerhout, Mol, Overpelt, Aarschot, Begijnendijk, Heist-op-den-Berg, Herstelt, Hulshout, Scherpenheuvel-Zichem, Tessenderlo, Tremelo, Westerlo, Berlaar, Herenthout, Nijlen, Putte en Lier.
De laatste jaren hebben zich zware overstromin-gen voorgedaan, waardoor talrijke valleigebieden onder water kwamen te staan. Bij regenval tijdens de zomermaanden worden de gemeenten zelfs geconfronteerd met overstromingsgevaar.
De overstromingen zijn het gevolg van :
− het niet meer ruimen van (verontreinigd) slib waardoor de bergingscapaciteit jaar na jaar daalt ;
− het niet tijdig, degelijk en frequent ruimen van kruid ;
− het niet onderhouden van dijken, waardoor er bij hevige regenval constant gevaar is voor dijk-breuken ;
− de toename van verharde oppervlakten en ver-snelde afvoer van hemelwater.
Omdat het water en bijgevolg ook het slib van de Grote Nete verontreinigd zijn met zware metalen, wordt de bodem van de percelen die bij overstro-ming onder water komen te staan ook met deze zware metalen verontreinigd.
Uit diverse rapporten is dit gebleken. Veel van deze percelen worden voor landbouwdoeleinden gebruikt en kunnen hiervoor niet meer aangewend worden wegens de vervuiling. Andere percelen zijn als moes- of siertuin in gebruik door particulie-ren.
Bij nieuwe wateroverlast is er op verschillende plaatsen nog altijd gevaar voor dijkbreuk. De zui-vering van de Molse en Scheppelijke Nete moet zo snel mogelijk gebeuren. Toch zou de veront-reiniging beperkt moeten blijven tot de huidige verontreinigde percelen en moeten de dijken onder-houden worden.
Naar aanleiding van de boven uiteengezette pro-blematiek, stelden enkele gemeenten de adminis-tratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal) in gebreke, zonder resultaat echter. 1. Welke dringende maatregelen neemt de minister
om de bergingscapaciteit van de Grote Nete te herstellen ?
2. Welke initiatieven worden genomen om een goed en duurzaam beheer van de dijken te bewerkstelligen ?
3. Welke stappen worden gezet om tijdig en fre-quent kruid te ruimen ?
4. Wat de sanering betreft van verontreinigde gronden : op welke termijn acht de minister dit realiseerbaar ?
5. Welke integrale aanpak wordt er uitgewerkt om in de toekomst bovenvermelde problemen te voorkomen ?
Antwoord
1. In opdracht van de afdeling Water werd een computermodelleringsstudie afgerond voor de vallei van de Grote Nete. In deze studie wer-den verschillende mogelijke scenario's bekeken onder meer om wateroverlast op welbepaalde plaatsen in de toekomst te voorkomen. Deze studie gaf aan dat geen dringende maatregelen noodzakelijk waren om de bergingscapaciteit in de vallei van de Grote Nete te herstellen. Toch worden in de vallei van de Grote Nete
(eco)hydrologische studie besteld die, gekop-peld aan de hydraulische modellering van de afdeling Water, erg precies zal weergeven wat de grondwatereffecten zullen zijn bij de realisa-tie van werken aan de waterloop die de berging van het gebied kunnen vergroten.
Een tweede overstromingsgebied kan gerea-liseerd worden tussen de Grote Nete en de Rijloop. Dit werd reeds besproken met de stad Geel op 20 oktober 1998 en 14 november 2000. Recentelijk keurde de Vlaamse minister voor Ruimtelijke Ordening een BPA (bijzonder plan van aanleg – red.) goed te Geel/Oosterlo waar-bij een gedeelte van dit actief overstromingsge-bied ruimtelijk werd verankerd.
2. Allereerst is het zo dat het stroomafwaartse deel van de Grote Nete ingedeeld is bij de bevaar-bare waterlopen en dat het beheer hier dus gebeurt door de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ). Het Sigmaplan – dat gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 17 december 2004 – zal worden geactualiseerd, zal hier allicht de basis vormen voor de verdere beslissingen terzake.
Wat het gedeelte beheerd door de afdeling Water betreft, is het zo dat momenteel de con-sensus groeit om langs de Grote Nete (trouwens bijna volledig EU-habitatrichtlijngebied) in de toekomst vooral te focussen op de hoofdfunc-tie natuur. Dit komt onder meer terug in het ontwerp van gemeentelijk structuurplan Geel waarin het volgende staat vermeld: "De val-lei van de Grote Nete vormt een grote eenheid (natte) natuur waar natuur de hoofdfunctie is. Dit zal zich o.a. uiten in een aangepast waterbe-heer (o.a. beperktere ruiming)."
In het kader van het natuurinrichtingsproject Malesbroek dat momenteel wordt onderzocht door de VLM, zal allicht ook een verdere visie op dit gebied worden uitgewerkt.
3. Op plaatsen waar dit noodzakelijk is, wordt door de afdeling Water kruid geruimd, jaarlijks worden hiervoor via de onderhoudsbestekken middelen uitgetrokken. Hierover wordt trou-wens ook overleg gepleegd met de lokale over-heden.
Zo werd in de Molse Neet vorig jaar twee keer geruimd (een eerste maal rond 15/6 en een tweede maal kort na de bouwvakantie) en wer-den ter hoogte van Scheps een aantal boompjes die de waterafvoer hinderden, afgekapt.
Slibruimingen zijn in de vallei van de Grote Nete momenteel niet echt aan de orde, te meer omdat de uitgevoerde modelleringsstudie heeft uitgewezen dat (zeer dure) slibruimingen in de Grote Nete, de Molse Nete en de Grote Laak in het kader van de overstromingsproblema-tiek niet nodig zijn. Zoals aangegeven in mijn beleidsnota, zal de prioritering van de sanerin-gen in het Netebekken mee worden bekeken bij de opmaak van de bekkenbeheerplannen. Voor het Netebekken zal het duidelijk zijn dat de aandacht hierbij in eerste instantie zal gaan naar de belangrijke vervuiling in de Grote Laak en de Molse Neet.
4. Na de grote overstromingen van september 1998 trad de Grote Nete buiten haar oevers in juli 2000, na een zeer natte maand juli, in Geel/ Wilders, dit wil zeggen na de samenvloeiing van de Molse en Grote Nete. De stad Geel bestelde na deze overstromingen een indicatief bodem-onderzoek bij het PIH (Provinciaal Instituur voor Hygiëne – red.). De afdeling Water beschikt enkel over gegevens van het onderzoek anno 2000.
In de vallei van de Grote Laak - eerste catego-rie.
De afdeling Water beschikt wel over een goed-gekeurd oriënterend bodemonderzoek voor de vallei van de Grote Laak. Vrijwel alle percelen die grenzen aan de Grote Laak zijn opgeno-men in het register van verontreinigde grond (OVAM). De verontreinigingsgraad en het aan-tal parameters zijn veel hoger in de vallei van de Grote Laak dan in de vallei van de Grote Nete. In een oeverstrook van 15 meter langs de Grote Laak werd een begrazingsverbod ingesteld van de oeverzone (15 meter). Na het uitvoeren van een BBO, waarbij de verontreinigingspluim wordt afgeperkt, zal pas uitspraak kunnen gedaan worden over het saneringsplan van de vallei van de Grote Laak.