Openbaar
Advies in de zaak 4528, D. van Geemen & Zn. B.V.
Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit:
mr drs. R.C. van Houten (voorzitter), mr R.E. Bakker, prof. dr. J.A.H. Maks en mw mr M.
Sikkens. De subcommissie werd bijgestaan door dr J.F. Appeldoorn (secretaris).
1. Inleiding en procedure
1. Bij besluit van 29 maart 2005 in zaaknummer 4528 (hierna: het besluit) stelde de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) vast dat D. van Geemen & Zn. B.V. (hierna: Van Geemen) een inbreuk heeft gemaakt op artikel 6, eerste lid, Mededingingswet (hierna: Mw) en artikel 81, eerste lid, EG.
12. Op grond van de vastgestelde overtreding van artikel 6, eerste lid, Mw en artikel 81, eerste lid, EG heeft de d-g NMa een boete opgelegd aan Van Geemen.
3. Van Geemen heeft op 5 november 2004 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de GWW-sector.
24. Tegen het besluit werd op 9 mei 2005 een bezwaarschrift ingediend.
3Aanvullende gronden werden op 1 juli 2005 ingediend.
45. Bij brief van 20 januari 2006 werd aan de partijen en de zaakbehandelaars bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit medegedeeld dat op 23 februari 2006 een hoorzitting zou plaatsvinden door de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (hierna: Adviescommissie). Op 23 februari 2006 vond deze hoorzitting plaats waarbij de partijen en vertegenwoordigers van de NMa werden gehoord door de subcommissie van de Adviescommissie bestaande uit: mr drs. R.C.
van Houten (voorzitter), mr R.E. Bakker, prof. dr. J.A.H. Maks en mw mr M. Sikkens.
De subcommissie werd bijgestaan door dr J.F. Appeldoorn (secretaris).
6. Het verslag van de hoorzitting werd op 10 april 2006 aan partijen rondgestuurd.
2. Bestreden besluit
7. Het besluit is als bijlage aan dit advies gehecht.
3. Bezwaren en beoordeling
Individuele omstandigheden / clementie
8. Van Geemen stelt dat de d-g NMa in het besluit onvoldoende rekening heeft gehouden met de individuele omstandigheden van Van Geemen.
59. In het bijzonder acht Van Geemen het onredelijk dat Van Geemen geen clementiekorting heeft gekregen ondanks het feit dat zij wel een aanbod tot medewerking heeft gedaan, waarbij zij ook heeft erkend de Mw te hebben overtreden. De omstandigheid dat Van Geemen geen schriftelijk materiaal kon indienen bij de NMa mag volgens haar niet tot gevolg hebben dat Van Geemen thans in dezelfde postitie verkeert als een onderneming die in het geheel geen aanbod tot
1
Prismanummer 4528/7.
2
Prismanummer 4528/1.
3
Prismanummer 4528/15.
4
Prismanummer 4528/23.
5
Rn. 16 e.v. van de aanvullende gronden.
Openbaar
1
Openbaar
medewerking aan de NMa heeft gedaan en niet heeft erkend dat zij de Mw heeft overtreden.
10. Subsidiair voert Van Geemen aan dat de verdergaande medewerking die Van Geemen heeft getoond als boeteverlagende omstandigheid in aanmerking dient te worden genomen.
611. Ter hoorzitting heeft de Raad
7toegezegd dit punt opnieuw te onderzoeken alvorens een besluit op bezwaar te nemen.
Beoordeling
12. De Adviescommissie acht de mate waarin Van Geemen zich heeft ingespannen om het onderzoek van de NMa te bevorderen een vorm van medewerking die als boeteverlagende omstandigheid dient te worden gekenschetst. Daarbij zijn twee bijzondere omstandigheden aan te wijzen. Ten eerste het feit dat Van Geemen in een vroegtijdig stadium op eigen initiatief heeft erkend de Mw te hebben overtreden. Ten tweede komt aan Van Geemen wellicht terzake van het niet verder aanvullen van het clementieverzoek een beroep op overmacht toe, zoals naar voren gebracht in de pleitaantekeningen.
813. Voor het overige dient het bezwaar te worden verworpen.
Fiscuskorting
14. Van Geemen veronderstelt dat de NMa informatie aan de Belastingdienst heeft doorgegeven conform het verzoek van Van Geemen, dit ondanks de afwezigheid van een positief clementiebesluit van de NMa.
15. Derhalve eist Van Geemen thans toekenning van de fiscuskorting.
16. In de zienswijze heeft de Raad toegezegd in het besluit op bezwaar de fiscuskorting te verlenen.
9Beoordeling
17. Nu de Raad volledig aan dit bezwaar tegemoet komt, behoeft dit geen verdere bespreking.
Slotoverweging
18. Voor zover bezwaren van Van Geemen niet aan de orde zijn gekomen ontberen zij zelfstandige betekenis dan wel acht de Adviescommissie deze onvoldoende geadstrueerd.
4. Slotsom en Advies
19. De bezwaren dienen te worden toegewezen en verworpen in voege als voormeld.
6
Zie de randnummers 15-25 van de pleitaantekeningen.
7
Als rechtsopvolger van de d-g NMa, Wet van 9 september 2005, Stcrt. 2005, 172.
8
Randnummer 13 van de pleitaantekeningen.
9