• No results found

Definitieve offerte regionale vestiging GR Cocensus

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Definitieve offerte regionale vestiging GR Cocensus"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Definitieve offerte regionale vestiging GR Cocensus

De gemeenten Alkmaar, Heerhugowaard, Castricum, Bergen,Langedijk, Heiloo, Graft De Rijp en Schermer hebben in de tweede helft van 2012 een intentieverklaring ondertekend om de

mogelijkheid tot samenwerking op het gebied van gemeentelijke belastingen nader te onderzoeken.

De voorwaarden bij de intentieverklaring zijn dat er gekoerst wordt op aansluiting bij een bestaande gemeenschappelijke regeling met een regionale vestiging en dat de samenwerking op 1 januari 2014 operationeel moet zijn.

Op 21 november 2012 is door Cocensus een offerte voor bovengenoemde gemeenten uitgebracht.

Op 11 december is op basis van een aanvullende notitie een aantal besparingsmogelijkheden tot een totaalbedrag van € 470.000 ingebracht, die in het bestuurlijk overleg is besproken.

Na deze periode hebben de gemeenten onderling overleg gevoerd over hoe om te gaan met de kosten van achterblijvende overhead en hoe deze kosten voor een deel zouden kunnen worden ingevuld in directe relatie tot de oprichting van een regionale vestiging.

Hoewel nog niet formeel bevestigd, heeft de gemeente Castricum zich terughoudend opgesteld, zowel ten aanzien van de offerte van Cocensus als met betrekking tot het overleg over de invulling van de achterblijvende overheadkosten. Anticiperend op het mogelijk terugtrekken van de gemeente Castricum en om het tijdstraject van aansluiting per 1 januari 2014 niet in gevaar te brengen, is in deze definitieve offerte geen rekening meer gehouden met de toetreding van de gemeente

Castricum tot de GR Cocensus. Het niet meenemen van de gemeente Castricum heeft geen effect op de bijdragen van de andere gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling. Hiermee wordt een toetreding van de gemeente Castricum niet per definitie uitgesloten, maar het is gezien de

omvangrijke operatie wel van belang om eind februari duidelijkheid te krijgen op het traject en een start te maken met het optuigen van een projectorganisatie.

In dit document treft u de definitieve offerte van de gemeenschappelijke regeling aan met

inachtneming van de aanvullende besparingen en exclusief de gemeente Castricum. De indeling van deze offerte is als volgt:

1. Inleiding pagina 2

2. Cocensus 2

3. Bestuur 4

4. Klantencontacten 4

5. Managementinformatie 4

6. Wet- en regelgeving 5

7. BAG 5

8. Software 6

9. Personeel 6

10. Huisvesting 7

11. Financiën: offerte 8

12. Desintegratiekosten 15

13. Planning 16

(2)

2

1. Inleiding

Voor de realisatie van een regionale vestiging onder de vleugels van de GR Cocensus is een offerte opgesteld. Op zich is dat een nieuw fenomeen voor Cocensus. Alvorens te komen tot de offerte is onderzocht welk huisvestingconcept hiertoe het meest geschikt is. Het is immers van groot belang om schaalvoordelen door uitbreiding van de gemeenschappelijke regeling te kunnen realiseren zonder dat daarbij de slagvaardigheid en kwaliteit van de uitvoering van de werkzaamheden op het gebied van de gemeentelijke belastingen verloren gaat.

Dat betekent dat in de offerte en de daarbij behorende toelichtingen een aantal sleuteltermen van belang zijn:

- flexibiliteit - continuïteit - kwaliteit - veiligheid - efficiency

In de navolgende hoofdstukken zullen deze termen terugkeren en nader worden toegelicht.

Wat betreft de offerte is ervoor gekozen om op transparante wijze inzicht te geven in de financiële huishouding van Cocensus. Met als vertrekpunt de huidige begroting 2013 van Cocensus is een doorberekening gemaakt naar het jaar 2014. Daarnaast wordt een meerjarenperspectief gepresenteerd, waarin voor alle deelnemers aan de GR, de huidige en de potentiële toetreders, aanvullende besparingen op de gemeentelijke bijdragen zijn verwerkt.

2. Cocensus

Cocensus is een gemeenschappelijke regeling die vanaf 1 januari 2007 de uitvoeringswerkzaamheden van de gemeentelijke belastingen verricht voor de gemeente Haarlem en de gemeente

Haarlemmermeer. In mei 2009 is de gemeente Hillegom toegetreden tot Cocensus; per 1 januari 2010 de gemeente Beverwijk en per 1 januari 2012 de gemeente Wormerland en de gemeente Oostzaan. In totaal bedient de GR een gebied van afgerond 380.000 inwoners (200.000 objecten).

Naast zaken als kwaliteitsverbetering en het wegnemen van kwetsbaarheid was een andere belangrijke reden voor de oprichting van Cocensus het realiseren van een substantiële

efficiencybesparing op de uitvoeringskosten. Bij de oprichting van Cocensus is aan de organisatie een pakket aan taakstellingen meegegeven. Tot nu toe zijn de jaarlijkse taakstellingen gerealiseerd.

Cocensus is een gemeenschappelijke regeling op het niveau van de gemeentelijke colleges.

Nadrukkelijk is gesteld, dat de GR een uitvoeringsorganisatie is. Feitelijk een back office. De

deelnemende gemeenten blijven daardoor altijd het eerste gezicht voor de inwoner voor wat betreft de lokale heffingen.

De uitvoeringswerkzaamheden betreffen de uitvoering van de wet WOZ (herwaardering), de aanslagoplegging, de afhandeling van bezwaar- en beroepschriften, de (dwang)invordering en de afhandeling van verzoeken om kwijtschelding. Cocensus verzorgt de contacten met de

Waarderingskamer, CBS, dataland en de gemeentelijke afnemers (belastingdienst en waterschap).

Daarnaast beschikt Cocensus over beleidscapaciteit die ingezet wordt (of kan worden) bij de voorbereiding, ondersteuning en opstelling van belastingverordeningen, de berekening van de gemeentelijke tarieven en voor bijdragen aan de gemeentelijke producten in het kader van de planning & control cyclus (begroting, voorjaarsnota, bestuursrapportage, najaarsnota en jaarrekening).

(3)

3

Vanaf medio 2009 is Cocensus ISO-gecertificeerd. In dat kader is niet zozeer het certificaat belangrijk, maar wel dat er een systematiek is ingevoerd om jaarlijks alle processen door te lichten. Intern door onze 12 auditoren en 1x per jaar extern in het kader van het behoud van de ISO-certificering.

Cocensus rapporteert maandelijks de aanslag- en opbrengstrealisatie (journalisering) en daarnaast via geconsolideerde managementrapportages (3x per jaar) de realisatie, de prognose en de ontwikkelingen op het gebied van de waardeontwikkeling, de opbrengsten heffingen, de bezwaarschriften, de kwijtscheldingsverzoeken en de openstaande vorderingen.

Het organogram van Cocensus ziet er als volgt uit:

De bijbehorende formatie luidt als volgt:

Directie en staf 6,83 fte

Bedrijfsbureau 5,00

Afdeling Gegevens en Applicatiebeheer 12,86

Afdeling WOZ 24,89

Afdeling Heffingen en Bezwaar 13,22

Afdeling Invordering 18,33

Totaal 81,13 fte

Het basismodel voor de inrichting van de organisatie zal niet wijzigen indien sprake is van uitbreiding van de gemeenschappelijke regeling met een regionale vestiging.

(4)

4

3. Bestuur

Cocensus kent een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). Het DB vergadert vijf keer per jaar. Twee van deze vergaderingen worden opgeschaald tot een AB-vergadering, met name om de jaarrekening en de begroting vast te stellen.

De vergaderingen kenmerken zich door slagvaardigheid en besluitvorming op basis van wederzijds vertrouwen. Het is nog niet voorgekomen, dat er besluiten zijn genomen op basis van het uitbrengen van stemmen.

Daarnaast vindt er eveneens vijf keer per jaar het opdrachtgeversoverleg plaats (OGO). Dat is een vergadering waarin de besluiten, de rapportages, de uitvoering van de dienstverlenings-

overeenkomsten e.d. worden besproken met de ambtelijke opdrachtgevers. Het OGO dient daarnaast als voorbereidingsoverleg voor de bestuursvergaderingen.

Cocensus is een gemeenschappelijke regeling op het niveau van colleges. De gemeenteraden van de gemeenten worden in staat gesteld om hun gevoelens te uiten bij de begroting en de jaarrekening van Cocensus, die in de regel worden aangeboden als bijgevoegde stukken bij de gemeentebegroting en de gemeenterekening.

In de huidige situatie bestaat de GR uit 6 gemeenten. Dat maakt het mogelijk om vergaderingen van het AB en DB indien gewenst samen te laten vallen. Indien de GR wordt uitgebreid met 6 gemeenten dan is het wellicht niet meer mogelijk om dit altijd gemakkelijk te realiseren. Dat betekent, dat mogelijk moet worden nagedacht om ter behoud van de slagvaardigheid een duidelijkere scheiding aan te brengen in de structuur en vertegenwoordiging van met name het Dagelijks Bestuur. Hiertoe zal in de nadere uitwerking in 2013 vorm aan gegeven dienen te worden.

4. Klantencontacten

Cocensus is een puur uitvoerende organisatie op het gebied van lokale heffingen. Uiteraard behoudt de gemeente de beleidsfunctie, maar er is ook voor gekozen om in de richting van de burgers het gezicht en de herkenbaarheid van de deelnemende gemeenten te behouden. Aanslagen zijn voorzien van de gemeentelijke logo’s en voor de eerstelijns opvang dienen burgers zich te wenden tot de gemeenten. Dat betekent dat op de belastingaanslagen de adressen van de gemeenten en de

telefoonnummers van de gemeenten worden vermeld. De medewerkers van de gemeenten (balie en call-centra) worden in de maand februari getraind door Cocensus. Voor complexere vragen wordt of doorgeschakeld naar Cocensus of worden terugbel- of tegenwoordig ook terugmail-afspraken (binnen 48 uur) gemaakt.

Een stap verder in de belastingprocessen worden de contacten met de burgers wel volledig door Cocensus verzorgd. Dus op uitspraken op bezwaarschriften, kwijtscheldingsverzoeken, aanmaningen, dwangbevelen e.d. staat het telefoonnummer van Cocensus.

Voor de gemeentelijke balie- of call-centre-medewerkers wordt een raadpleegfunctie in het belastingssysteem van Cocensus gefaciliteerd.

5. Managementinformatie

Cocensus verstrekt per gemeente maandelijks (op de 3/4e werkdag van de maand) een zogenaamd journaliseringsoverzicht, waarin opgenomen de verstuurde aanslagen en de gerealiseerde

opbrengsten per maand per belastingjaar. Hierdoor wordt er maandelijks aansluiting met de debiteurenstand verkregen. Immers de belastinggelden worden wel door Cocensus opgelegd, maar komen binnen op de gemeentelijke belastingrekening. Dat geldt ook voor de aanmaningskosten en kosten van dwanginvordering. Dit voorkomt geldstromen en renteverrekeningen.

(5)

5

Driemaal per jaar wordt er per gemeente een uitgebreide managementrapportage opgesteld, gericht op de uitvoering van de gemeentelijke belastingen over de (drie) lopende belastingjaren. Een

voorbeeld van een managementrapportage 2012 voor de gemeente Haarlemmermeer is als bijlage bij deze offerte gevoegd.

Een samenvatting van de managementrapportages, uitgebreid met de onderdelen personeel en financiën wordt gepresenteerd in de bestuursrapportage.

De accountantscontrole voor het onderdeel gemeentelijke belastingen vindt plaats bij Cocensus. De kosten van deze controle zijn opgenomen in de begroting van Cocensus. Door de accountant van Cocensus worden afspraken gemaakt met de gemeentelijke accountant voor de formele overdracht van het door de accountant van Cocensus te controleren deel. Daarnaast wordt het normenkader en controleprotocol van de betreffende gemeente gehanteerd als input voor de te controleren

werkzaamheden. Tot slot kan een gemeente of gemeentelijke accountant het verzoek indienen om specifieke onderdelen meer uitgebreid bij de controle te betrekken.

De afgelopen drie jaar en ook het komend jaar maakt Cocensus gebruik van de diensten van accountant Ernst & Young. De accountantscontrole bij Cocensus vindt plaats in de 3e week van januari. De jaarrekening wordt vastgesteld in de 2e week van februari.

6. Wet- en regelgeving

De verplichtingen van Cocensus om de van toepassing zijnde wet- en regelgeving te volgen, alsmede de aanwijzingen die zijn opgenomen in de gemeentelijke belastingverordeningen zijn vastgelegd in de Gemeenschappelijke regeling (GR), de Mantelovereenkomst en in dienstverleningsovereen- komsten (DVO’s) die voor alle individuele gemeenten zijn opgesteld en vastgesteld. De GR en de DVO zijn als afzonderlijke bijlagen bij deze offerte bijgevoegd.

In de praktijk van Cocensus is geconstateerd, dat de kennis van lokale belastingen bij de aangesloten gemeenten vermindert of verdwijnt. En hoewel Cocensus zich puur richt op de uitvoering is gebleken dat de behoefte aan beleidsvoorbereiding of beleidsondersteuning is toegenomen. Dat betekent voor de huidige deelnemers aan de GR dat Cocensus intensief betrokken wordt bij het opstellen van de belastingverordeningen. Daarnaast volgt Cocensus alle ontwikkelingen op gebied van lokale heffingen bijvoorbeeld op het gebied van initiatieven of maatregelen van de rijksoverheid en alle relevantie jurisprudentie. Deze ontwikkelingen worden kortgesloten met de ambtelijk

opdrachtgevers van de aangesloten gemeenten.

7. BAG

Cocensus beheert niet de BAG uit voor haar deelnemende gemeenten. Uiteraard is Cocensus vanuit het WOZ-perspectief nauw bij de BAG betrokken en wordt een intensief beroep op Cocensus gedaan voor het koppelen van identificatie-eenheden aan adressen. Daarnaast voldoet Cocensus aan de gestelde voorwaarden voor het berichtenverkeer.

Er is wel een onderzoek gestart om vast te stellen in hoeverre ook in de bundeling van BAG-

activiteiten er voor de deelnemende gemeenten schaalvoordelen zijn te behalen door een deel van de BAG-werkzaamheden (met name gegevensbeheer) over te hevelen naar Cocensus.

Indien gewenst kan het uitvoeren van de BAG voor een specifieke gemeente in een afzonderlijk traject onderzocht worden.

(6)

6

8. Software

Cocensus maakt voor de heffing van belastingen en aanverwante zaken gebruik van het systeem van Gouw. Voor de waardering van objecten wordt momenteel gebruik gemaakt van GeoTax. Bij

toetreding van een gemeente aan de gemeenschappelijke regeling worden de gegevens

geconverteerd naar de applicaties van Cocensus. De kosten voor het conversietraject komen voor rekening van Cocensus, met uitzondering van kosten die mogelijk moeten worden gemaakt voor ontsluiting van de gegevens uit de bestaande gemeentelijke systemen. Deze kosten komen voor rekening van de gemeente.

Daarnaast beschikt Cocensus over een volledig geïmplementeerd Document Management Systeem (DMS). Het betreft het pakket Verseon van de firma Circle. Naast het feit dat daarmee documenten als bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken rechtstreeks digitaal in de work-flow van de belastingapplicatie kunnen worden gebracht, verzorgt Cocensus ook de archivering van genoemde documenten ten behoeve van haar deelnemende gemeenten. Hiertoe is een afzonderlijke

archiefverordening vastgesteld. Bij de aanschaf van het DMS is rekening gehouden met toekomstige ontsluiting van gegevens naar de gemeentelijke KCC’s (klanten-contact-centra).

9. Personeel

Het personeelsbestand van Cocensus bestaat grotendeels uit belastingmedewerkers van de aangesloten gemeenten. Ook de staf en het bedrijfsbureau is grotendeels gevuld met

(omgeschoolde) belastingmedewerkers. Het technisch ICT-beheer is door middel van een SLA (service level agreement) uitbesteed aan een externe partij.

Indien een gemeente toetreedt tot Cocensus dan mag het personeel van de betreffende gemeente, dat werkzaam was op het gebied van belastingen mee; dit met uitzondering van het management.

Voor het management geldt een sollicitatieplicht.

Zoals eerder gesteld in hoofdstuk 2 geldt dat het organisatiemodel van Cocensus niet zal veranderen na uitbreiding met een regionale vestiging. Cocensus ziet echter zeker ook mogelijkheden en nemen dit op als een inspanningsverplichting om huidige teamleiders of coördinatoren belastingen onder te brengen in de organisatie van Cocensus.

In de praktijk is gebleken, dat er bij de gemeenten zelf wel een vacature ontstaat voor ambtelijk opdrachtgever (vaak te combineren met andere verbonden partijen). Een functie die in een aantal gevallen is ingevuld door voormalige afdelingsmanagers. Voor de samenwerking tussen de

gemeenten en Cocensus is de ambtelijk opdrachtgever een sleutelfiguur, waarbij de kennis van zowel het werkveld van belastingen als de gemeentelijke organisatie een grote meerwaarde is.

Het opstellen van een sociaal plan, overleg met OR/GO e.d. is een aangelegenheid van de gemeente zelf. Indien gewenst kan Cocensus ondersteuning bieden bij dit proces.

Met de medewerkers worden plaatsingsgesprekken gevoerd teneinde een ieder zo veel mogelijk naar wederzijdse tevredenheid te plaatsen. Het mens-volgt-werk principe wordt zoveel mogelijk gevolgd, met dien verstande dat bij een grotere organisatie als Cocensus er op onderdelen sprake is van verdergaande specialisatie en er sprake kan zijn van mens-volgt-taakveld. Een voordeel van de grotere organisatie is daarbij, dat er meer doorgroeimogelijkheden binnen het vakgebied zijn voor medewerkers dan doorgaans bij de kleinere gemeentelijke organisaties.

Iedere medewerker die geplaatst wordt bij Cocensus behoudt de door haar/hem opgebouwde rechten.

(7)

7

Bij de toetredingen van respectievelijk Hillegom en Beverwijk heeft plaatsing altijd tot tevredenheid van zowel de werknemer als de werkgever plaats gevonden. Na introductie en het inwerken van de nieuwe medewerkers worden zo snel mogelijk POP-gesprekken ingepland.

Voor wat betreft de rechtspositieregeling wordt daar waar nog noodzakelijk de rechtspositieregeling van de gemeente Haarlem gevolgd. Op onderdelen heeft Cocensus al haar eigen regelingen. Een voorbeeld hiervan is de vervoersregeling, die uitgebreider is dan wat gemeenten normaliter aanbieden.

Cocensus is gestart met de invoering van Het Nieuwe Werken. Vrij vertaald het plaats- en tijdonafhankelijk werken. Hierdoor wordt het mogelijk voor medewerkers om zowel structureel (maximaal 2 dagen per week bij een volledig dienstverband) als incidenteel thuis te werken. Met de medewerkers is afgesproken dat Het Nieuwe Werken gedurende een jaar (tot 1 juli 2013) als Pilot wordt ingevoerd. Op basis van de ervaringen wordt een definitieve regeling ingevoerd.

Bij de opstellen van de financiële offerte voor de regionale vestiging is rekening gehouden met de bestaande formatie van de betreffende gemeenten. In de bestaande organisatie van Cocensus wordt afgerond 15% van de formatie ingevuld door Directie, staf en Bedrijfsbureau (overhead). Met de uitbreiding van de Gemeenschappelijke regeling verwachten wij dat op het gebied van Directie, staf en Bedrijfsbureau de volgende aanvullende functies ingevuld dienen te worden:

- hoofd regionale vestiging

- medewerker secretariaat/facilitair regionale vestiging - medewerker/adviseur KAM (kwaliteitsmedewerker) - medewerker financiële administratie

- medewerker planning & control - medewerker HRM

De vacatures zullen in eerste instantie worden uitgezet bij de toetredende gemeenten.

10. Huisvesting

In 2012 is bij Cocensus geïnvesteerd in Het Nieuwe Werken (HNW) en het werken “in the cloud”.

Dat betekent dat het op dit moment mogelijk is om vrij vertaald waar ook ter wereld de

systeemconfiguratie en de applicaties van Cocensus te benaderen. De belangrijkste eis, die daaraan gesteld is, is het aspect veiligheid. In de praktijk betekent dit dat medewerkers naast gebruikersnaam en wachtwoord, via een token, dat telkenmale een unieke code genereert, kunnen inloggen als ware zij werkzaam bij Cocensus. De persoonlijke pc’s van de medewerkers zijn volledig geconfigureerd op de servers. Feitelijk is de pc’s op de werkplek niet veel meer dan een monitor met daarnaast een aansluitingsmodem voor de server.

Na inloggen zijn de medewerkers dan ook volledig werkzaam op de servers van Cocensus. Het maakt feitelijk niet uit of dat gebeurt via een pc, laptop of zelfs smartphone en het maakt ook niet uit of dat geschiedt via Microsoft of Apple. En het betekent ook dat zij dan gebruik maken van alle

beveiligingstools van Cocensus, zoals een virusscanner en een firewall.

Dit fenomeen heeft er toe geleid, dat Cocensus in 2013 nog een stap verder gaat en alle

servercapaciteit gaat hosten bij een datacenter. Dat heeft als voordeel, dat de apparatuur 24 uur per dag beschikbaar en beveiligd is en er een back-up garantie is bij eventuele calamiteiten.

Prioriteit in de huisvesting komt daarbij te liggen op een goede aansluiting via bijvoorbeeld Gemnet en een kantoor dat optimaal is voorzien van de mogelijkheid om gebruik te kunnen maken van het internet.

(8)

8

Dit concept zal ook worden toegepast bij de nieuwe huisvesting: goede aansluiting en optimale mogelijkheden om van het internet gebruik te kunnen maken. Een combinatie van deze technische mogelijkheden en het Nieuwe Werken betekent dat de regionale huisvesting uitermate geschikt is om het concept van flexwerkplekken en beperkte individuele kantoorruimte toe te passen.

Ook voor medewerkers die telefonisch bereikbaar moeten zijn is dit concept van toepassing. De huidige telefooncentrale is in 2013 afgeschreven en zal worden vervangen door een centrale waarin alle medewerkers de beschikking krijgen over een mobile telefoon, die is gekoppeld aan de centrale en derhalve is doorgeschakeld vanuit de vaste telefoonnummers.

Naast flexibiliteit en veiligheid geldt ook dat er op deze wijze besparingen kunnen worden gerealiseerd op de huisvesting. Dit concept wordt ook (gefaseerd in verband met lopende contracten) toegepast op de huidige vestiging van Cocensus in Hoofddorp, maar het spreekt voor zich dat met name ook de regionale vestiging zich daar uitermate goed voor leent.

In de financiële offerte is rekening gehouden met kosten van huur van een regionale vestiging van 1.000 vierkante meter en met de kapitaallasten van inrichting inclusief meubilair van een

investeringsbedrag van in totaal 400.000 euro. Deze kosten (kapitaallasten) zijn verdisconteerd in de offerte.

11. Financiën: offerte

Voor de toetreding van de 8 gemeenten is een berekening opgesteld voor de bijdrage per gemeente aan de gemeenschappelijke regeling. Daartoe is de huidige vastgestelde begroting 2013 van

Cocensus doorvertaald naar 2014.

Voor 2014 rust er op de GR een efficiencytaakstelling van 2% voor de huidige deelnemers aan de GR.

Deze besparing is derhalve meegenomen in het vertrekpunt voor de berekening van de bijdragen van de nieuwe deelnemers aan de GR.

Wij verwachten geen loonmaatregelen maar zijn wel uitgegaan van een inflatiepercentage van 1,75%

dat is toegepast op de materiële budgetten. Voor de begroting van Cocensus in zijn geheel betekent dit een stijging van de lasten van afgerond 0,5%.

Dus per saldo is als vertrekpunt de begroting 2013 genomen minus 2% efficiencytaakstelling plus 0,5% inflatiecorrectie. In totaal zijn de bijdragen van de huidige deelnemers en dus ook de nieuwe toetreders daarmee 1,5% lager dan in de begroting 2013.

Cocensus hanteert daarbij geen systematiek van kostprijzen per product, maar een integrale kostenbenadering. Er is derhalve ook geen sprake van eindafrekeningen voor meerwerk, tenzij de gemeente specifieke opdrachten aan Cocensus verstrekt.

Op de volgende pagina wordt de begroting 2014 gepresenteerd met daarbij de totale bijdrage van de nieuwe deelnemers aan de GR onder de noemer Dependance. Na een toelichting op de begroting 2014 van Cocensus volgt een meerjarenperspectief waarin de bijdragen van de individuele

deelnemers aan de GR worden gepresenteerd over de periode 2014-2018.

Vertrekpunt voor de berekeningen is het overnemen van alle huidige werkzaamheden die bij de afdelingen belastingen van de individuele gemeenten zijn ondergebracht.

Daarnaast geldt nadrukkelijk dat gemeenten “schoon”overgaan naar Cocensus. Dat betekent dat er geen werkvoorraden, anders dan normale werkvoorraden, over voorgaande jaren meer liggen.

Indien dat wel het geval is, zal per individuele gemeenten overlegd moeten worden over hoe en tegen welke kosten deze werkvoorraad kan worden weggewerkt.

(9)

9 Begroting 2014 Cocensus definitief inclusief dependance

Jaarekening Begroting

2011 2012 2013 2014 Dependance Begroting 2014

na 1e burap Totaal

-BATEN

Bijdragen deelnemers GR

Haarlemmermeer 3.528.900 3.570.900 3.587.300 3.533.500 3.533.500

Haarlem 2.382.700 2.416.300 2.418.000 2.381.700 2.381.700

Beverwijk 792.800 764.300 754.300 743.000 743.000

Hillegom 362.700 352.300 335.400 330.400 330.400

Oostzaan 205.400 203.000 200.000 200.000

Wormerland 330.500 326.500 321.600 321.600

Dependance 3.916.400 3.916.400

Totaal bijdragen deelnemers GR 7.067.100 7.639.700 7.624.500 7.510.200 3.916.400 11.426.600

Overige

Dienstverlening opdrachtgevers 189.797 210.100 120.500 150.000 100.000 250.000

Dienstverlening derden 140.633

Bijdrage opdrachtgevers voor dwanginvordering 150.000 160.000 160.000 160.000 100.500 260.500

Opdrachten 111.000 100.000 150.000 50.000 200.000

Ontvangen rente BNG 2.690 500

Totaal Overige 483.120 481.600 380.500 460.000 250.500 710.500

TOTAAL BATEN 7.550.220 8.121.300 8.005.000 7.970.200 4.166.900 12.137.100

-LASTEN Personeel

Salarissen en sociale lasten 4.456.317 4.663.800 4.642.000 4.592.000 2.450.000 7.042.000

Woon-/werkverkeer 47.223 54.000 56.000 58.000 17.500 75.500

Opleidingen 59.472 94.000 93.000 92.000 49.000 141.000

Overig 62.890 35.600 44.400 45.300 28.000 73.300

Totaal Personeel 4.625.902 4.847.400 4.835.400 4.787.300 2.544.500 7.331.800

Huisvesting

Kantoor 374.533 284.400 300.000 300.000 155.000 455.000

Energie en water 120.536 96.400 100.000 100.000 52.000 152.000

Kapitaallasten* 109.961 105.900 101.900 101.900 55.000 156.900

Diensten 92.565 106.400 90.000 92.000 62.000 154.000

Totaal Huisvesting 697.595 593.100 591.900 593.900 324.000 917.900

Automatisering

Servers 171.594 165.600 126.000 126.000 45.000 171.000

Netwerk/infrastructuur 43.489 45.600 29.500 29.500 35.000 64.500

Pc's en randapparatuur 57.328 80.800 89.000 89.000 52.000 141.000

Belastingapplicaties 971.996 1.058.100 1.071.000 1.071.000 516.400 1.587.400

Kantoorapplicaties 70.132 154.300 159.200 159.200 90.000 249.200

Telefonie 100.412 115.500 106.000 106.000 45.000 151.000

Dienstverlening ICT 0 200.000 270.000 272.300 100.000 372.300

Aandeel WOZ (-/-) -314.000 -314.000 -314.000 -314.000 -314.000

Totaal Automatisering 1.100.951 1.505.900 1.536.700 1.539.000 883.400 2.422.400

Overige uitgaven

Diverse posten 681.543 654.800 617.000 627.000 380.000 1.007.000

Kapitaallasten bedrijfsmiddelen 2.642 2.500 1.000 0 0

Rente langlopende leningen 107.096 93.700 65.800 65.800 30.000 95.800

Rekening courant rente 3.372 1.900 0 0

Gecalculeerde rente -187.907 -179.500 -156.800 -156.800 -75.000 -231.800

Totaal Overige uitgaven 606.746 573.400 527.000 536.000 335.000 871.000

Uitvoering Wet WOZ

Budget inhuur capaciteit 179.125 160.000 120.000 120.000 70.000 190.000

Aandeel automatisering 314.000 314.000 314.000 314.000 314.000

Overige uitgaven 25.306 33.400 15.000 15.000 10.000 25.000

Totaal Uitvoering Wet WOZ 518.431 507.400 449.000 449.000 80.000 529.000

Dotatie egalisatievoorziening 65.000 65.000 65.000 65.000

TOTAAL LASTEN 7.549.625 8.092.200 8.005.000 7.970.200 4.166.900 12.137.100

Saldo 595 29.100 0 0 0 0

(10)

10

Toelichting begroting 2014 inclusief dependance.

Bijdragen deelnemers aan de GR

De bijdragen 2013 zijn verminderd met 2% efficiencytaakstelling en vermeerder met 0,5%

inflatiecorrectie. De aldus berekende bijdragen zijn het vertrekpunt geweest voor de totale bijdrage voor de nieuwe deelnemers in de regionale huisvesting.

Overige baten

De overige baten bestaan uit een drietal posten. Dienstverlening opdrachtgevers betreft

werkzaamheden, die de huidige deelnemers uitbesteden aan Cocensus. Het betreft hier bijvoorbeeld werkzaamheden op het gebied van handhaving zoals controles hondenbelasting of

toeristenbelasting, maar ook het uitbreiden van de werkzaamheden door achtergebleven heffingen of nieuwe heffingen bij Cocensus onder te brengen. De overige baten zijn voor 2014 met een bedrag van 100.000 vermeerderd. Het is niet per definitie noodzakelijk, dat dit bedrag gerealiseerd wordt via de nieuwe toetredende gemeenten. Verwacht wordt dat deze raming gerealiseerd kan worden, doordat een van de huidige deelnemers haar werkzaamheden op het gebied van parkeren gaat overdragen aan Cocensus.

Opdrachten Cocensus betreffen activiteiten die door Cocensus worden uitgevoerd, maar die geen rechtstreekse relatie hebben met belastingen. In de praktijk gaat het hier om werkzaamheden op het gebied van de BAG.

Overigens is het zo, dat ook aan de lastenkant rekening is gehouden met de werkzaamheden uit hoofde van dienstverlening of opdrachten. Mochten deze dus niet gerealiseerd worden, dan vormt dit geen risico voor de sluitende exploitatie.

Tot slot is onder de overige baten de post Bijdrage opdrachtgevers voor dwanginvordering opgenomen. Dit betreft de vastgestelde bijdrage van de deelnemende gemeenten voor

dwanginvordering. Achterliggende gedachte hiervoor is, dat de opbrengsten uit dwanginvordering (aanmaningskosten en beslagkosten) ten gunste komen van de deelnemende gemeenten. Echter de kosten worden gemaakt bij Cocensus, niet alleen voor de eigen deurwaarders, maar ook voor externe deurwaarders in het buitengebied. Deze bijdrage van de deelnemende gemeenten staat apart vermeld in de begroting van Cocensus omdat bij meerdere gemeenten de opbrengsten uit dwanginvordering niet onder het hoofdstuk belastingen in de gemeentelijke begroting/jaarrekening is verantwoord. Een specificatie van de bijdrage per gemeente treft u verder op in dit document.

Personeel

Bij de uitbreiding van Cocensus is rekening gehouden met een toename van de formatie met 40 fte, waarvan 6 fte uitbreiding van Staf en Bedrijfsbureau.

Het opleidingsbudget betreft 2% van de loonsom.

De overige personeelsuitgaven betreffen zaken als personeelsfeest, lief en leed en gedifferentieerd belonen.

Huisvesting

Zoals eerder vermeld is bij de huisvesting uitgegaan van een uitbreiding van 1.000 vierkante meter en een investeringsbudget van 400.000 euro.

De diensten betreffen zaken als koffie/thee-voorziening, schoonmaak, beveiliging e.d.

Automatisering

De diverse posten voor automatisering spreken voor zich. Uitgangspunt voor de berekeningen zijn de uitbreiding van de GR, waarbij rekening is gehouden met het nieuwe huisvestingconcept.

(11)

11

Het onderdeel aandeel WOZ is niets anders dan een verschuiving binnen de exploitatie van ICT- kosten naar het hoofdstuk uitvoering Wet WOZ teneinde de kosten voor de WOZ nader te kunnen specificeren.

Overige uitgaven

Onder deze post zijn de uitgaven voor zaken als porti, druk- en copieerwerk, accountantscontrole, abonnementen e.d. ondergebracht. De huidige kosten zijn daarbij geëxtrapoleerd naar uitbreiding van de GR.

Daarnaast is onder de overige uitgaven de financiering van Cocensus verantwoord. Dit leidt tot een voordelig resultaat in de exploitatie omdat het rentepercentage, dat wordt gehanteerd voor de kapitaallasten (5%) hoger is dan de daadwerkelijke rente op de kapitaalmarkt.

Uitvoering wet WOZ

Voor de uitvoering van de wet WOZ is een afzonderlijke post opgenomen. Naast de verrekening ICT is hier het inhuurbudget verantwoord. Dit budget is alleen beschikbaar voor externe inhuur in het kader van piekwerkzaamheden met betrekking tot de WOZ (taxatie- en bezwaarcapaciteit).

Externe inhuur op andere vakgebieden binnen Cocensus dient in principe gefinancierd te worden via vacatureruimte.

Bij de berekening van het inhuurbudget 2014 zijn de huidige uitgaven van externe inhuur door de nieuwe toetredende gemeenten betrokken.

Bijdragen per gemeente en meerjarenperspectief

Op de volgende pagina wordt de uitwerking per individuele gemeente gepresenteerd.

In meerjarenperspectief heeft Cocensus een inspanningsverplichting om voor haar deelnemende gemeenten een ombuiging te realiseren van jaarlijks 2%.

Deze ombuigingen worden in de periode 2014-2018 gerealiseerd door een aantal ontwikkelingen.

Ten eerste levert het nieuwe huisvestingsconcept besparingen op. Ten tweede is er met name in 2017 sprake van vrijval van kapitaallasten. Dit betreft initiële investeringen van Cocensus bij de oprichting, die feitelijk niet meer vervangen behoeven te worden. Ten derde is beperkt rekening gehouden met een afname van de personeelslasten, waarbij natuurlijk verloop uitgangspunt is. De argumentatie hiervoor is, dat zoals gesteld alle medewerkers van de afdelingen belastingen net zoals bij de huidige deelnemers overgaan naar Cocensus, maar dat door toenemende automatisering de capaciteitsbehoefte wel afneemt. Indien dit door natuurlijk verloop gerealiseerd kan worden, dan zal de formatie worden teruggebracht.

(12)

12 Meerjarenperspectief 2014 2018 Cocensus definitief inclusief dependance

Begroting Begroting

2013 2014 2015 2016 2017 2018

-BATEN

Bijdragen deelnemers GR

Haarlemmermeer 3.587.300 3.533.500 3.462.800 3.392.200 3.321.500 3.250.800

Haarlem 2.418.000 2.381.700 2.334.100 2.286.400 2.238.800 2.191.200

Beverwijk 754.300 743.000 728.100 713.300 698.400 683.600

Hillegom 335.400 330.400 323.800 317.200 310.600 304.000

Oostzaan 203.000 200.000 196.000 192.000 188.000 184.000

Wormerland 326.500 321.600 315.200 308.700 302.300 295.900

Alkmaar 1.383.200 1.355.500 1.327.900 1.300.200 1.272.500

Heerhugowaard 923.800 905.300 886.800 868.400 849.900

Bergen 548.000 537.000 526.100 515.100 504.200

Langedijk 445.600 436.700 427.800 418.900 410.000

Heiloo 387.600 379.800 372.100 364.300 356.600

Graft - de Rijp 126.800 124.300 121.700 119.200 116.700

Schermer 101.400 99.400 97.300 95.300 93.300

Totaal bijdragen deelnemers GR 7.624.500 11.426.600 11.198.000 10.969.500 10.741.000 10.512.700

Overige

Dienstverlening opdrachtgevers/efficiencybesparingen 120.500 250.000 250.000 250.000 250.000 250.000

Opdrachten 100.000 200.000 200.000 200.000 200.000 250.000

Bijdragen opdrachtgevers dwanginvordering 160.000 260.500 260.500 260.500 260.500 260.500

Totaal Overige 380.500 710.500 710.500 710.500 710.500 760.500

TOTAAL BATEN 8.005.000 12.137.100 11.908.500 11.680.000 11.451.500 11.273.200

-LASTEN Personeel

Salarissen en sociale lasten 4.642.000 7.042.000 6.942.000 6.842.000 6.842.000 6.742.000

Woon-/werkverkeer 56.000 75.500 75.500 73.500 71.500 69.500

Opleidingen 93.000 141.000 139.000 137.000 137.000 135.000

Overig 44.400 73.300 73.300 73.300 73.300 73.300

Totaal Personeel 4.835.400 7.331.800 7.229.800 7.125.800 7.123.800 7.019.800

Huisvesting

Kantoor 300.000 455.000 430.000 430.000 440.000 440.000

Energie en water 100.000 152.000 152.000 152.000 159.000 159.000

Kapitaallasten* 101.900 156.900 146.900 136.900 91.900 81.900

Diensten 90.000 154.000 154.000 154.000 154.000 154.000

Totaal Huisvesting 591.900 917.900 882.900 872.900 844.900 834.900

Automatisering

Servers 126.000 171.000 166.000 161.000 156.000 131.000

Netwerk/infrastructuur 29.500 64.500 62.000 59.500 57.000 54.500

Pc's en randapparatuur 89.000 141.000 135.000 129.000 123.000 117.000

Belastingapplicaties 1.071.000 1.587.400 1.583.500 1.543.700 1.368.000 1.364.300

Kantoorapplicaties 159.200 249.200 243.200 237.200 231.200 225.200

Telefonie 106.000 151.000 147.000 126.000 122.000 118.000

Dienstverlening ICT 270.000 372.300 379.000 385.900 395.000 403.000

Aandeel WOZ (-/-) -314.000 -314.000 -314.000 -314.000 -314.000 -314.000

Totaal Automatisering 1.536.700 2.422.400 2.401.700 2.328.300 2.138.200 2.099.000

Overige uitgaven

Diverse posten 617.000 1.007.000 1.001.100 990.000 991.600 986.500

Kapitaallasten bedrijfsmiddelen 1.000 0 0 0 0 0

Rente langlopende leningen 65.800 95.800 95.800 90.800 85.800 80.800

Rekening courant rente 0 0

Gecalculeerde rente -156.800 -231.800 -231.800 -226.800 -221.800 -216.800

Totaal Overige uitgaven 527.000 871.000 865.100 854.000 855.600 850.500

Uitvoering Wet WOZ

Budget inhuur capaciteit 120.000 190.000 190.000 160.000 150.000 130.000

Aandeel automatisering 314.000 314.000 314.000 314.000 314.000 314.000

Overige uitgaven 15.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000

Totaal Uitvoering Wet WOZ 449.000 529.000 529.000 499.000 489.000 469.000

Dotatie egalisatievoorziening 65.000 65.000 0 0 0 0

TOTAAL LASTEN 8.005.000 12.137.100 11.908.500 11.680.000 11.451.500 11.273.200

Saldo 0 0 0 0 0 0 0

Meerjarenbegroting

(13)

13

Bij de berekening van de individuele bijdragen per gemeente is gebruik gemaakt van een

rekenmodel. In dat model zijn de belangrijkste factoren het aantal objecten, gesplitst naar woningen en niet-woningen, en de specifieke heffingen per gemeente. Daarnaast is ook gekeken naar de structuur van de gemeente.

Tot slot is gekeken naar het perspectief van de bijdrage per gemeente in relatie tot de nieuwe toetreders en in relatie tot de huidige deelnemers aan de GR.

De bijdrage voor dwanginvordering per gemeente kan als volgt worden gespecificeerd:

Specificatie bijdrage dwanginvordering per gemeente

gemeente bedrag

Haarlemmermeer 75.300

Haarlem 50.700

Beverwijk 15.800

Hillegom 7.000

Oostzaan 4.300

Wormerland 6.900

Alkmaar 39.800

Heerhugowaard 22.000

Bergen 12.800

Langedijk 11.400

Heiloo 9.500

Graft - de Rijp 2.700

Schermer 2.300

Totaal 260.500

De bijdragen per gemeenten ontwikkelen zich over de periode 2014-2018 als volgt:

N.B. de bijdragen zijn berekend op basis van loon- en prijspeil 2014 en afgezien van een eventueel accres. Het accres is gelegitimeerd door groei van de gemeenten en derhalve ook groei van de belastingopbrengsten.

Alkmaar Bijdrage Dwanginv. Totaal

2014 1.383.200 + 39.800 = € 1.423.000

2015 1.355.500 + 39.800 = 1.395.300

2016 1.327.900 + 39.800 = 1.367.700

2017 1.300.200 + 39.800 = 1.340.000

2018 1.272.500 + 39.800 = 1.312.300

(14)

14

Heerhugowaard Bijdrage Dwanginv. Totaal

2014 923.800 + 22.000 = € 945.800

2015 905.300 + 22.000 = 927.300

2016 886.800 + 22.000 = 908.800

2017 868.400 + 22.000 = 890.400

2018 849.900 + 22.000 = 871.900

Bergen Bijdrage Dwanginv. Totaal

2014 548.000 + 12.800 = € 560.800

2015 537.000 + 12.800 = 549.800

2016 526.100 + 12.800 = 538.900

2017 515.100 + 12.800 = 527.900

2018 504.200 + 12.800 = 517.000

Langedijk Bijdrage Dwanginv. Totaal

2014 445.600 + 11.400 = € 457.000

2015 436.700 + 11.400 = 448.100

2016 427.800 + 11.400 = 439.200

2017 418.900 + 11.400 = 430.300

2018 410.000 + 11.400 = 421.400

Heiloo Bijdrage Dwanginv. Totaal

2014 387.600 + 9.500 = € 397.100

2015 379.800 + 9.500 = 389.300

2016 372.100 + 9.500 = 381.600

2017 364.300 + 9.500 = 373.800

2018 356.600 + 9.500 = 366.100

Graft De Rijp Bijdrage Dwanginv. Totaal

2014 126.800 + 2.700 = € 129.500

2015 124.300 + 2.700 = 127.000

2016 121.700 + 2.700 = 124.400

2017 119.200 + 2.700 = 121.900

2018 116.700 + 2.700 = 119.400

Schermer Bijdrage Dwanginv. Totaal

2014 101.400 + 2.300 = € 103.700

2015 99.400 + 2.300 = 101.700

2016 97.300 + 2.300 = 99.600

2017 95.300 + 2.300 = 97.600

2018 93.300 + 2.300 = 95.600

12. Desintegratiekosten

Voor de toetredende gemeenten is er sprake van reorganisatie binnen de eigenlijke gemeentelijke organisatie. Uitbesteding van werkzaamheden leidt tot achterblijvende kosten, bijvoorbeeld op het gebied van niet meer bezette werkplekken, maar ook indien er sprake is van activa die nog niet volledig zijn afgeschreven. Daarnaast is het soms best lastig om na een reductie van formatie om te becijferen wat hiervan de invloed is op ondersteunende diensten, zoals bijvoorbeeld financiën, HRM, facilitair etc.

(15)

15

De praktijk van Cocensus bij toetredingen wijst uit, dat het een periode van 2 jaar kan duren alvorens de desintegratiekosten verdwenen zijn.

Ten principale komen de desintegratiekosten ten laste van de gemeenten zelf. Dat betekent niet, dat Cocensus niet probeert om met de gemeenten mee te denken teneinde oplossingen aan te dragen voor dit fenomeen. Daartoe zijn er wel enige mogelijkheden.

In de eerste presentatie van Cocensus is duidelijk gesteld, dat Cocensus zelf de regie wil voeren over de te betrekken huisvesting en de invulling van overhead-functies. Er kan daarbij geen sprake zijn van eenzijdig gedwongen winkelnering. Dat is ook niet te verkopen aan de huidige deelnemers aan de GR.

Wel is het zo, dat in de offerte voor een regionale vestiging posten zijn opgenomen, die alleen gekwantificeerd zijn, maar verder niet ingevuld.

Dat zijn de eerdergenoemde huisvesting van de dependance ende uitbreiding van de formatie van Cocensus met 6 fte aan overhead-functies.

Het is geen probleem als daar invulling aan wordt gegeven door de nieuw toetredende gemeenten.

Alleen zoals gesteld wil Cocensus wel de prijs-kwaliteit verhouding van te betrekken huisvesting kunnen beoordelen en als het gaat om de invulling van overhead-functies de geschiktheid van kandidaten kunnen beoordelen.

Voor huisvesting is in de offerte een bedrag van € 324.000 opgenomen. Een deel daarvan bestaat uit investeringen, een deel variabel gekoppeld aan de bezetting en een deel betreft puur de huur van het gebouw. Voor personeel in overheadfuncties (Staf en Bedrijfsbureau) is uitgegaan van 6 fte. Deze functies zijn niet ingevuld en daarvoor zal dus een wervingstraject moeten worden opgestart.

In het overleg tussen de gemeenten is gesproken over de verdeling en invulling vanhuisvestig en personeel door de toetredende gemeenten. In de becijferingen is rekening gehouden met de invulling van een bedrag van € 175.000 voor huisvesting en € 250.000 voor formatie.

Mogelijk dat dit bedrag nog iets hoger uitkomt, afhankelijk van de omvang van de dependance en de specifieke invulling van de formatie. Uiteraard wordt een hoger bedrag aan invulling teruggegeven aan de betreffende gemeenten ter dekking van de achterblijvende overhead-functies.

Cocensus wil alleen maar zeker zijn van de juiste prijs, kwaliteit of competenties.

Het is aan het bestuurlijk overleg van de nieuwe gemeenten om hier afspraken over te maken.

Cocensus maakt op voorhand geen afspraken met individuele gemeenten; dat is uiteraard wel mogelijk na instemming van alle toetredende gemeenten.

Tot slot is er het project zelf. De begroting is opgesteld op basis van reële aannames, maar er blijft de inspanning om kritisch de vinger aan de pols te houden teneinde de kosten te beheersen. Dat zal altijd in samenspraak gaan met nieuwe toetreders en kan mogelijk tot incidentele of structurele voordelen leiden. Aangezien Cocensus werkt op basis van kostendoorberekeningen vloeien voordelen terug aan de deelnemende gemeenten.

(16)

16

13. Planning

Cocensus heeft ter voorbereiding van de mogelijke toetreding en regionale huisvesting al een concept-projectplan opgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat zoveel mogelijk van de werkzaamheden geschiedt door inbreng van of eigen of gemeentelijke expertise.

In hoofdlijnen gaat het om:

Een stuurgroep Een projectgroep

Een werkgroep Personeel en organisatie Een werkgroep facilitair, inclusief ICT Een werkgroep dienstverlening

Cocensus is uiteraard bereid om capaciteit voor de stuurgroep, projectgroep en de werkgroepen te leveren, en indien gewenst ook deze groep voor te zitten of te trekken. Aandachtspunt daarbij is wel een goede projectsecretaris als kloppend hart en verbindende schakel. Het zou mooi zijn indien deze vanuit een gemeentelijke organisatie geleverd kan worden, met name ook vanwege de brugfunctie naar gemeentelijke besluitvorming.

Daarnaast wordt in overweging gegeven om een klankbordgroep gevuld met medewerkers op te richten teneinde de betrokkenheid van de medewerkers te vergroten.

Voor de medezeggenschap wordt geadviseerd om een BOR (Bijzondere OR) en BGO (Bijzonder GO) in te stellen. Indien dat het geval is willen vertegenwoordigers van de OR van Cocensus hier graag in participeren.

Een projectenbudget kan in overleg met de toetredende gemeenten worden vastgesteld.

Een eerste voorzichtige raming luidt als volgt:

- projectsecretariaat 50.000

- klankbordgroep, personeelsactiviteiten 20.000

- externe expertise 30.000

- voorbereiding huisvesting, infrastructuur 50.000

Totaal 150.000

Hierbij geldt dat het projectsecretariaat mogelijk op goedkopere wijze vervuld kan worden en dat de externe expertise een optie is voor deelnemende gemeenten voor een vorm van second opinion.

Al naar gelang van de invulling is Cocensus bereid om te participeren in het projectenbudget op basis van 50%, waarbij voor de externe expertise een voorbehoud wordt gemaakt in die zin, dat deze ingezet wordt voor het collectieve belang van het project.

De kosten van voorbereiding huisvesting komen in principe voor rekening van Cocensus, echter mocht het project uiteindelijk niet doorgaan dan kunnen de kosten worden gedeclareerd bij de betreffende gemeenten.

(17)

17

Op basis van ervaringen met toetredingen zijn er vier zaken die de planning bepalen en derhalve het kritieke pad vormen:

- de bestuurlijke besluitvorming (de definitieve GO-beslissing) - de conversie

- het bereiken van een sociaal akkoord - het betrekken van nieuwe huisvesting

Na ondertekenen van de intentie-overeenkomst heeft het traject van toetreding met inbegrip van bovengenoemde kritieke componenten een doorlooptijd van 10 maanden. Dat is een krap traject en dat vraagt om zakelijke en snelle besluitvorming op moment dat knopen moeten worden

doorgehakt. En dat betekent ook, dat deelactiviteiten binnen het project naast elkaar moeten worden opgepakt en niet altijd op elkaar kunnen wachten.

Uiterlijk half maart dient de projectplanning, de projectstructuur, de afstemmingsmomenten en de bemensing van de diverse werkgroepen bekend te zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De overige uitgaven kennen een voordeel van bijna 10,000 euro op de betaalde rente. Daarnaast is er een klein nadeel van per saldo 9.000 euro te melden op het onderdeel diverse

In algemene zin wordt bij het samenstellen van de begroting 2016, en daarmee ook bij het meerjarenperspectief, rekening gehouden met de prognose gericht op de

Conform afspraak ontvangt Cocensus een bijdrage uit de opbrengsten dwanginvordering voor zover het aanmaningskosten en dwangbevelkosten betreft, van de opdrachtgevende

Voor de begroting 2015 en voor de periode 2016-2018 kan deze ombuigingstaakstelling worden gerealiseerd als gevolg van de uitbreiding van de GR Cocensus per 1 januari 2014 met

en de UGR 2019, dienen de Gemeenschappelijke Regelingen de kadernota met ingang van begrotingsjaar 2020 uiterlijk 15 december 2018 aan te bieden zodat de raad de gelegenheid

Advies Een positieve zienswijze af te geven op de jaarstukken 2016 en Cocensus opdracht te geven om vanaf de jaarrekening 2017 het EMU-saldo op te nemen en een overzicht op te

Op 16 maart 2016 zijn de jaarstukken 2015 ontvangen van de gemeenschappelijke regeling Cocensus zoals deze op 9 maart 2016 zijn vastgesteld door het Algemeen Bestuur..

Conform uw verzoek hebben wij zowel in jaarrekening 2015 als in de begroting 2017, die beide inmiddels al aan uw college zijn aangeboden, de kengetallen opgenomen, zoals die in de