• No results found

LITURGIE VOOR DE INTERNETKERKDIENST ZONDAG 11 APRIL 2021 AANVANG: UUR IN OUDENBOSCH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "LITURGIE VOOR DE INTERNETKERKDIENST ZONDAG 11 APRIL 2021 AANVANG: UUR IN OUDENBOSCH"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

LITURGIE VOOR DE INTERNETKERKDIENST ZONDAG 11 APRIL 2021

AANVANG: 10.00 UUR IN OUDENBOSCH

ORGELSPEL MEDEDELINGEN

ZINGEN: Psalm 118: 1 en 8

1 Laat ieder 's Heren goedheid prijzen, zijn liefde duurt in eeuwigheid.

Laat, Israël, uw lofzang rijzen:

Zijn liefde duurt in eeuwigheid.

Dit zij het lied der priesterkoren:

Zijn liefde duurt in eeuwigheid.

Gij, die de Heer vreest, laat het horen:

Zijn liefde duurt in eeuwigheid.

8 De steen, die door de tempelbouwers verachtelijk was een plaats ontzegd, werd tot verbazing der beschouwers ten hoeksteen door God zelf gelegd.

Dit werk is door Gods alvermogen, door 's Heren hand alleen geschied.

Het is een wonder in onze ogen.

Wij zien het, maar doorgronden 't niet.

VOTUM EN GROET

ZINGEN: Lied 218: 1, 3, 4 en 5

1 Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag.

Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag.

3 Dank U dat alle vogels zingen, dank U voor elke boom in bloei.

Dank U voor zoveel goede dingen, dank U dat ik groei.

4 Dank U voor steun in moeilijkheden, altijd ziet U naar mensen om.

Dank U voor vrienden en voor vreemden

die ik tegenkom.

5 Dank U voor alle mooie klanken, al wat ik zien en horen kan.

Dank U ? o God, ik wil U danken dat ik danken kan.

VEROOTMOEDIGING ZINGEN: Lied 302

(2)

1 God in den hoog' alleen zij eer en dank voor zijn genade,

daarom, dat nu en nimmermeer ons deren nood en schade.

God toont zijn gunst aan ons geslacht.

Hij heeft de vrede weergebracht;

de strijd heeft thans een einde.

2 U, Vader, U aanbidden wij, wij zingen U ter ere;

onwrikbaar staat uw heerschappij, voorgoed zult Gij regeren.

Gij hebt onmetelijke macht,

uw wil wordt onverwijld volbracht.

Die Heer is onze Koning.

3 O Jezus, die de Christus zijt, des Vaders Eengeboren,

Gij hebt ons van de toorn bevrijd en redt wie was verloren.

Gij, Lam van God, voor ons geslacht, verhoor ons roepen uit de nacht, erbarm U over allen.

4 O Heilge Geest, ons hoogste goed, ten Trooster ons gegeven,

heb dank dat Gij ons delen doet in Jezus' dood en leven.

Beveilig ons in alle nood,

blijf ons nabij in angst en dood, op U steunt ons vertrouwen.

Gebed

1e SCHRIFTLEZING: Psalm 40: 1- 11

401Voor de koorleider. Van David, een psalm.

2Vol verlangen heb ik op de HEER gewacht en hij boog zich naar mij toe,

hij heeft mijn roep om hulp gehoord.

3Hij trok mij uit de kuil van het graf, uit de modder, uit het slijk.

Hij zette mij neer op een rots, een vaste grond voor mijn voeten.

4Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze God.

Mogen velen het zien vol ontzag en vertrouwen op de HEER.

5Gelukkig de mens

die vertrouwt op de HEER

en zich niet keert tot hoogmoedigen, tot hen die verstrikt zijn in leugens.

6Veel wonderen hebt u verricht, veel goeds voor ons besloten, HEER, mijn God.

Niemand is te vergelijken met u!

Wil ik erover spreken, ervan verhalen, het is te veel om op te sommen.

(3)

7Offers en gaven verlangt u niet,

brand- en reinigingsoffers vraagt u niet.

Nee, u hebt mijn oren voor u geopend

8en nu kan ik zeggen: ‘Hier ben ik, over mij is in de boekrol geschreven.’

9Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, diep in mij koester ik uw wet.

10Wanneer het volk bijeen is,

spreek ik over uw rechtvaardigheid, ik houd mijn lippen niet gesloten, u weet het, HEER.

11Ik zwijg niet over uw goedheid,

maar getuig van uw trouw en uw hulp.

In de kring van het volk verheel ik niet hoe liefdevol, hoe trouw u bent.

VIDEO: Psalm 40: 3 en 4 https://www.youtube.com/watch?v=oVSkdrdLmLY 3 Het is geen offervuur wat U

behaagt,

Gij wilt, Heer, dat ik naar U hoor en zelf ontsluit Gij mij het oor:

Gij hebt alleen gehoorzaamheid gevraagd.

Mijn God, ik draag uw wetten, om op uw wil te letten,

gedurig bij mij om.

Het boek schrijft over mij.

Gij hoorde hoe ik zei:

'O Here, zie, ik kom!'

4 Ik breng de blijde boodschap van uw recht

aan al wie U zijn toegedaan, dat zij uw wonderen verstaan in 't woord dat Gij mij op de lippen legt.

Ik spreek dat woord met klaarheid, opdat uw trouw en waarheid door elk begrepen wordt.

Heer, ik weerhoud mij niet, maar loof U in mijn lied met een blijmoedig hart.

2E SCHRIFTLEZING: Lucas 24: 13-35

Verschijningen; Jezus opgenomen in de hemel

13Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. 14Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. 15Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, 16maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. 17Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. 18Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’

(4)

19Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. 20Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten

veroordelen en laten kruisigen. 21Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. 22Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring

gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, 23vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. 24Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’ 25Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de

profeten gezegd hebben? 26Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ 27Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.28Ze

naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. 29Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en

zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. 30Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. 31Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik.

32Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ 33Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, 34die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon

verschenen!’ 35De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.

ZINGEN: LIED 646

1 De Heer is onze reisgenoot, Hij die ons zijn gezelschap bood en sprekend over kruis en graf geduldig tekst en uitleg gaf.

Zo valt een lange weg ons licht, de schrift opent een vergezicht

en brengt verdwaalden dicht bij huis, verloren zonen komen thuis.

3 De avond daalt, blijf bij ons Heer!

Hij zet zich aan de tafel neer

en breekt het brood en schenkt de wijn,

die gast, het moet de gastheer zijn!

4 Wij keren naar Jeruzalem,

ons brandend hart verneemt zijn stem, Hij deelt met ons het daaglijks brood, de Heer is onze reisgenoot.

VERKONDIGING

(5)

MEDITATIEF ORGELSPEL

ZINGEN: Lied 650: 1, 2, 3, 6 en 7 1 De aarde is vervuld

van goedertierenheid, van goddelijk geduld en goddelijk beleid.

2 Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen, zij gaat in alle nood

door heel het leven heen.

3 Zij daalt als vruchtbaar zaad tot in de groeve af

omdat zij niet verlaat wie toeven in het graf.

6 Het zaad der goedheid Gods, het hoge woord, de Heer, valt in de voor des doods, valt in de aarde neer.

7 Al gij die God bemint en op zijn goedheid wacht, de oogst ruist in de wind als psalmen in de nacht.

DANKGEBED- VOORBEDEN - ONZE VADER ZINGEN: Lied 657: 1 en 4

1 Zolang wij ademhalen schept Gij in ons de kracht om zingend te vertalen waartoe wij zijn gedacht:

elkaar zijn wij gegeven tot kleur en samenklank.

De lofzang om het leven geeft stem aan onze dank.

4 Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop.

Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt.

Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest.

In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest.

ZEGEN

ZINGEN: Lied 425 Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen van hier, uit dit huis

waar uw stem wordt gehoord, in Christus verbonden,

tezamen gezonden op weg in een wereld

Om daar in genade uw woorden als zaden te zaaien tot diep in het donkerste dal, door liefde gedreven, om wie met ons leven uw zegen te brengen

(6)

Voorganger: Bieneke de Waal

Ouderlingen van dienst:

Hanneke van der Vossen, Oudenbosch Kees Brouwers, Oud Gastel/Kruisland

Lectoren:

Arja van Dongen, Oudenbosch Wilma Welten, Oud Gastel/Kruisland

Organist: Ger Blok

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

20 Mozes zei tegen het volk: Wees niet bevreesd, want God is gekomen om u op de proef te stellen en opdat de vreze voor Hem u voor ogen staat, opdat u niet zondigt.. 21 Het volk

ORGELSPEL MEDEDELINGEN ZINGEN: Lied 505 1 In de nacht gekomen kind van hogerhand, licht in blinde ogen, licht dat zingend brandt, kom in onze dagen, kom in onze nacht,

Gelooft u dat u in uw verkiezing door deze gemeente door God zelf tot deze dienst bent geroepen!. Aanvaard u de heilige Schrift als enige regel van

Zingen: Opwekking 789 - Lopen Op Het Water 1. U leert me lopen op het water, de oceaan is weids en diep. U vraagt me alles los te laten, daar vind ik U en ik twijfel niet. De

“Ik zal de herder doden, en de schapen zullen uiteengedreven worden.” Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie voorgaan naar Galilea.’ Petrus zei tegen Hem:

32 Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ 33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar

In de wereld wordt het stil, als wij doen wat Jezus wil en gaan dienen als een knecht, zoals Hij ons heeft gezegd.

Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Na deze woorden toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde.. De leerlingen waren blij omdat ze de