• No results found

Van woordweb naar vakconcept. Studenten ontwerpen een taalgerichte lessenserie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Van woordweb naar vakconcept. Studenten ontwerpen een taalgerichte lessenserie"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ronde 2

Joke Morshuis (a) & David Stalpers (a), m.m.v. Rick de Graaff (b) (a) Hogeschool van Amsterdam

(b) Hogeschool Inholland Contact: j.morshuis@hva.nl

d.stalpers@inholland.nl

Van woordweb naar vakconcept. Studenten ontwerpen een taalgerichte lessenserie

1. Inleiding

De lerarenopleidingen van Inholland en de Hogeschool van Amsterdam laten hun stu- denten werken met de pijlers van Taalgericht Vakonderwijs: ‘context bieden’, ‘taalsteun aanbrengen’ en ‘interactie bevorderen’ bij de vaklessen. De generieke kennisbasis voor de lerarenopleiding stuurt daarbij ook op de begrippen ‘Dagelijkse Algemene Taalvaardigheid’ (DAT) en ‘Cognitief Academisch Taalgebruik’ (CAT).

Lerarenopleiders Joke Morshuis en David Stalpers bestudeerden, in het kader van hun onderzoek voor de Kenniskring Taaldidactiek, 20 taalgerichte lessenseries: 10 die door onder andere studenten wiskunde en biologie zijn ontworpen en 10 vakoverstijgende lessenseries van studenten Nederlands. Uit de analyses blijkt dat het studenten goed lukt om een variëteit aan woordwebben, schrijfkaders en interactievormen in te zetten, maar dat het koppelen aan vakinhoud vaak achterwege blijft. Ook valt op dat studen- ten Nederlands een taaltaak goed en zorgvuldig kunnen opbouwen, maar moeite heb- ben met het uitwerken van een vakconcept. Bij studenten wiskunde of biologie is dat omgekeerd: de vakconcepten leggen ze goed uit (‘hoekensom’, ‘zintuigen’), terwijl het opbouwen van taaltaken (schrijven en spreken over de stof ) onuitgewerkt blijft. Deze conclusie leidt tot de aanbeveling om bij het ontwerpen van geïntegreerde lessen en projecten samenwerking te zoeken tussen (zaak)vakdocenten en docenten Nederlands, met het oog op kwaliteitsverhoging, zowel op de lerarenopleiding als op de (vo- )school. In de workshop zien we een voorbeeld van een lesproject Economie en Nederlands voor 3-vmbo.

In de lessenserie Economie en Nederlands voor vmbo-3 tl, brengen de studenten nadrukkelijk interactie in. Het rondlopen en zoeken of de omschrijving op een kaart- je met ‘hoort bij BV / Eenmanszaak / VoF’, lokt natuurlijke interactie over de lesstof uit. Sommige kaartjes matchen zowel bij een BV als bij een VoF, dus inhoudelijk over- leg is nodig. Als de groepjes gevormd zijn, maken de leerlingen samen een tekstje met behulp van een schrijfkader. Eerder in de lessenserie is de voorkennis geactiveerd en de

28steHSN-CONFERENTIE

336

Conferentie 28_Opmaak 1 5/11/14 11:26 Pagina 336

(2)

alledaagse kennis over bijbaantjes gekoppeld aan ondernemingsvormen. Alle drie de pijlers van taalgericht vakonderwijs hebben zo een plek gekregen op een voor ons, onderzoekende lerarenopleiders, kwalitatief voldoende wijze.

Soms slaat de balans tussen taalopdracht en vakinhoud door naar de taaltaak en de opbouw en beoordeling ervan. Geïntegreerd onderwijs is echter meer dan een taalvaar- digheidsles waar een vakbegrip bij wordt gehaald. Vakstudenten stellen juist graag een vakconcept centraal, en letten in hun ontwerp minder op de opbouw van de taaltaak en de feedback op taaldoelen.

2. Analyses van de taalontwikkelende lessenseries

De analyses van 20 lessenseries laten zien dat studenten veel vormen van context, taal- steun en interactie toepassen in hun ontwerpen. In het didactisch repertoire van de gemiddelde student van de lerarenopleiding Nederlands (HvA) en zaakvakken (Inholland) treffen we veelvuldig ‘woordwebben’, ‘mindmaps’, ‘werken in duo’s’,

‘schrijfkaders’, ‘schema’s,’ ‘memoryspellen’ en ‘matchingsopdrachten met kaartjes’.

Studenten ontlenen de werkvormen aan de theorie van Taalgericht Vakonderwijs , het congruent opleiden of modelling tijdens colleges. De prototypen ‘taalgerichte lesbrie- ven’ (SLO 2009) worden graag geraadpleegd om inspiratie uit op te doen en verschil- lende werkvormen worden uitgeprobeerd en op hun effect nabesproken.

We kunnen na analyse en beschrijving van de onderwijseenheden over taalgericht wer- ken constateren dat we een uitgevoerd curriculum (Van den Akker 2003) zien dat is voorzien van gerichte opdrachten voor studenten om lessen te ontwerpen waarin vak- concepten centraal staan en de leerlingen hulp krijgen bij het ontwikkelen van CAT.

Hebben wij, lerarenopleiders, de doelen uit de Kennisbasis bereikt en kan iedere start- bekwame docent taalgericht ontwerpen en lesgeven? Nog niet. Over de daadwerkelij- ke uitvoering van de ontworpen lessen en over de kwaliteit van die uitvoering kunnen we weinig zeggen. Over de ontwerpen meer. De analyses van de lessenseries geven inzicht in de kwaliteit van de interventies die studenten voorstellen. We vinden het van belang om bij die analyses niet alleen te letten op kwantiteit (zitten er wel voldoen- de vormen van interactie in deze serie?), maar om er ook de kwaliteit van de interven- tie bij te betrekken. Die kwaliteit is ook een aspect bij de feedback en beoordeling van de lessenseries. Zo is het aanleggen van een woordenlijst na een (vak)leestekst een goede eerste stap. Maar als het de bedoeling is dat de leerlingen die woorden straks kennen en kunnen gebruiken, of dat ze de tekst beter begrijpen nadat ze de betekenis van de woorden hebben opgezocht, is het nodig om met die woorden aan de slag te gaan, of ten minste de tekst te herlezen. Vakstudenten moeten leren dat het maken van een woordenlijst niet veel meer oplevert dan… een lijst met woorden.

12. En verder nog…

337

12

Conferentie 28_Opmaak 1 5/11/14 11:26 Pagina 337

(3)

Er is dus ook aandacht nodig voor de kwaliteit van de interventie. Om die kwaliteits- slag te realiseren, zijn er criteria toegevoegd aan het beoordelingsmodel (Stalpers 2013). Deze omschrijving van kwalitatief goede interventies geeft studenten en docen- ten die lessen ontwikkelen houvast. Een voorbeeld uit de beoordelingsrubric:

Taalsteun in het leerlingmateriaal

Taalsteun leidt daadwerkelijk tot draagt in enige mate draagt niet of een beter begrip en/of bij aan begrip en / nauwelijks bij aan

of productie begrip en / of productie De geboden taalsteun productie van vaktaal /

is effectief algemene schooltaal

bv. een verwerkings- bv. een woordweb bij bv. uitsluitend opdracht bij de de start van de les, vakvragen bij de tekst opgezochte betekenissen zonder verdere

waarin aandacht is verwijzing voor de gebruikte

vaktaal / algemene schooltaal

3. Conclusies en aanbevelingen

Studenten Nederlands en vakstudenten hebben elk hun eigen focus en blinde vlek als zij een geïntegreerde lessenserie ontwerpen. Waar vakstudenten als vanzelf de vakcon- cepten centraal zetten in hun educatieve ontwerp, maken studenten Nederlands van elke vakoverstijgende lessenserie het liefst een uitgebreid project Nederlands met – vooruit – een paar vaktermen erin. De inmiddels verschenen brochures ‘Werken aan vaktaal’ van SLO (2013) laten zien hoe studenten en zittende docenten samen kun- nen werken en het ontwerpproces het best kunnen beginnen bij de selectie van vak- concepten.

Wij sluiten ons daar bij aan. Het vakconcept ’hoekensom’ centraal zetten en verbin- den met alledaagse kennis gaat een student wiskunde beter af dan zijn collega Nederlands. Een taaltaak opbouwen en van feedback voorzien is de specialiteit van de taaldocent. Samenwerking tussen taal- en vakstudenten in de lerarenopleiding leidt tot producten waarin leerlingen de vakconcepten helder en correct kunnen verwoorden in gesproken en geschreven taal. Een rubric met geëxpliciteerde criteria voor goede vor- men van context of taalsteun, ten behoeve van een beter begrip en gebruik van vaktaal en -kennis, kan richting geven aan het ontwerpen van taalgerichte lessen.

28steHSN-CONFERENTIE

338

Conferentie 28_Opmaak 1 5/11/14 11:26 Pagina 338

(4)

Referenties

Hajer, M. & T. Meestringa (2009). Handboek Taalgericht Vakonderwijs. Bussum:

Coutinho.

HBO-raad (2011). ‘Generieke Kennisbasis Tweedegraads lerarenopleidingen’.

Platform Taalgericht Vakonderwijs (2009). Dertien prototypen van taalgerichte lessense- ries voor het voortgezet onderwijs. Enschede: SLO. Online raadpleegbaar op:

www.taalgerichtvakonderwijs.nl/publicaties.

Stalpers, D. (2013). Rubric voor vakovestijgende lessen en projecten. Hogeschool van Amsterdam: interne publicatie.

Thijs, A. & J. van den Akker (red.) (2009). Leerplan in ontwikkeling. Enschede: SLO.

Van den Akker, J. (2003). ‘Curriculum perspectives. An introduction’. In: J. van den Akker, W. Kuiper & U. Hameyer (eds.). Curriculum landscapes and trends.

Dordrecht: Kluwer Academic Publishers, p. 1-10.

Van Dijk, G., M. Hajer, R. Scharten & B. de Vos (2013). Werken aan vaktaal bij de exacte vakken. Enschede: SLO.

12. En verder nog…

339

12

Conferentie 28_Opmaak 1 5/11/14 11:26 Pagina 339

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ongestructureerd: Er ligt op voorhand nog niet vast wat en hoe waargenomen moet worden Participerend: Onderzoeker maakt deel uit van de groep die hij

Zowel bij staal als goud (en dat zijn maar twee voorbeelden uit vele, wordt er nooit van kunst- stof gesproken hoewel de stoffen wel kunstmatig zijn verkregen... Dan de

Om de cumulatieve impact van de hier bovenstaande jaarlijkse kosten op de lange termijn winst te illustreren hebben we het resultaat berekend voor een periode van 10 jaar.. We gaan

Deze casus heeft aangetoond dat met het 4C/ID-model een kwalitatief goede cursus kan worden ontworpen die een ‘building block’ kan zijn voor (toekomstige) leerlijnen (i.e. reeks

Buiten het verdriet dat we hebben om de zieken en de mensen die we door dat virus voor altijd moeten missen zijn de economi- sche, sociale en maatschappelijke gevolgen die corona

Nadat er binnen het Platform Taalgericht Vakonderwijs prototypes van taalgerichte lessenseries waren gemaakt (Hajer, van der Laan & Meestringa 2010), kwam de vraag op

Wie op zoek is naar effectonderzoek, denkt in de eerste plaats aan studies waarin de resultaten van taalgericht vakonderwijs worden vergeleken met de prestaties van leer- lingen

We stopten in Portland, hoofdstad van Maine, maar het was zo lelijk en raar dat we beslist hebben om niet aan land te gaan en verder te varen naar Portsmouth.. Daar ook viel het een