Maar iedereen, d.ie aldus geroepen
is, is
daarom nog geenwaar Christenl want:
o.
Velen ond.er d.e roeping God.s komentot
Christusr maarzijn niet
bekeerd"tot
Christus, hebben nietsvan de
$enad.e enhet
levenvan
Christus;gelijk
de gast,Matth.22,
die als Christuszijne
d.ienstknechten uitzond.,om zijne
gastenter bruiloft
te d.oen komen, inkwam op de noodiging van Christus, schoonhlj
geen bruiloftskleed. aan had., vers 11,dat is:
nietsvan
de genade en gerechtigheid,van
Jezus Christus.ó.
Velen,die
onder de nood.igingvan het
Evangelie zijntkomen tot Chrisbus en vallen
naderhand. nochtans
van
Christus af, geljjk Judas en
Demas, 2 Tim. 4
: 10.
Daarwordt
gezegd,Joh. 6 :66, dat, toen
Christus eenleer
pre- dikte, welke zijn discipelen niet beviel, vele va.n zijn d.iscipelenIlem
verlieten enniet
meer met Hem wandelclen.Indien dan velen zijn onder
deuiterlijke
roeping God.salleen,
of
indien velen, dietot
Christus komen,niet
bekeerdzijn
tob Christus, maarvan llem
afvallen, dankan
iemandvan
God geroepen en nochtans maarbljna
een Christen zijn.15.
Iemandkan
den Geest God.s hebben en nochtans maarbljna
een Christenzijn. Bileam
hatl"den
Geest Gods, dienhij
ontvangen had om Israël te zegenen, Num. 24 : 2. Bilearn zag IsraëI, wonend.ein
hunne tenten, en de Geest des Ileerenkwam op hem. Judas
eveneens,want hij wierp door
d"enGeest de duivelen
uit; hij
'was eenvan
hen,tlie tot
Christus kwamen en zeid.en: ,,Ileere, ookzijn
de duivelen ons onder-worpen." Zoo
ook Saul,1
Sam. 10:10.
Ziet, een hoop pro-feten
ontmoetten hem, en de Geest Godskwam op
hem enhij
profeteerde onder dezelve.Maar
glj zult
zeggen:kan
iemand. den Geest Gods hebben en nochtansmaar bijna
eenChristen àjn9 De Schrift
zegtimmers:
,,Zooiemand den
Geestvan
Christusniet
heeft, d.iekomt
hemniet toe,t' Bom. 8
:9. Hieruit volgt, dat
wiedien heeft, de Zijne
is.fk
antwoord.:Daar is
een deelachtigzijn van
den Gees[,hetwelk
eenonfeilbaar
bewljsis, dat wlj heiligen zijn;'te
weten, waar de Geest een krachtttad,ig overwinnentl beginsel
van
genad.e en heiligmakingis,
vernieuwendehet hart
waat 68de Geest een machtig werker is, d,er ziele
in
hare zwakheden tehulp
komend.e, Bom.8 :
26; waat de Geest z6ó is,dat Hij er
zijne woningheeft
voor eeuwig, Joh. 14:26.Maar ieder die den Geestheeft, heeft
clien immers niet op deze wijze,want:
a.
Iemand.kan
den Geest voor eentijd
hebben, doch nietvoor
al,ti,jd;de
Geestkan in
een mensch wezen. en evenwelniet in
hem wonen.De
Geestis,
waarI[j
woont, maarHij
woont niet overal, waar
IIij
is;Hij
isin
allen, maarHij
woont alleenin
de heiligen. Een geveinsd.e mag d.en Geest een t{jcLhebben,
maar hij heeft Ilem niet
altoos.ó.
Iemand ,,ka,n d.en Geest hebben, en evenwel niet geborenzijn uit
d.enGeest":
ied.erwaar
Christenis
geborenuit
den Geest. Een geveinsde mag de gaven d.es Geestes hebben, maar niet de genaden. De Geestlan in hem wezen, bij wljze van ver- lichting, maar nietbij
wijze van heiligmaking;tot
overtuiging, maarniet tot
bekeering. Schoon hij veel gewone genad.en mag hebbenten
bate van and.eren, evenwel kan hij geen b{jzondere genad.e hebbenten bate van
zichzelven, hoewelzijne
be- l{jdenis geestelijkis, zijn
toestand nochtansis
vleeschelijk.c. Iemand ,,kan
den Geest slechts hebben,als
een Geestrler
dienstbaarheid.":op
welkewljze
d.e Geestin
vele men- schenwerkt.
De Geest d.er d,ienstbaarheidnu
,,is een werkingvan
den Heiligen Geestdoor
deWet,
overtuigende de con- sciëritievan
zond.e envan
denvloek
derWet,
en werkend.ein
cleziel nlJk
eenbevatting van
dentoorn
God.s, d.at de gedachtenvan
God.zijn
zíel verbaasd maken."Deze Geest
kan zijn, en is
d.ikwijls, Zonder zaligmakende genad.e; dewerking van
dezen Geest wasin
Ka,inenJud,as.Iloewel
niemand"den
Geest der aannemi,ng ontvangt, tenzijhij eerst ontvangt den Geest der dienstbaarheid,, evenwel
ontvangen velen den Geest der
di,enstbaarheid,, die
nooit
ontvangen den
Geest der aanneming.
d.
Iemand. ,,kan d.en Geest Gods werkendein
zich hebben, en nochtanskan hij
clien wed"erstaan."Daar wordt
gezegd"van de Joden, dat z$,,wederspannig waren,
en Zljn
HeiligenGeest verzochten." Dezelfde zonde werd. hun kinderen
ten
laste gelegcl, Hancl. 7 :5L: ,,Gij
hard.nekkigen en
onbe-
sned.enen van hart
en ooren, altijcl wed,erstaat gij d.en Heiligen
69
()eest,
gelijk uwe vaders, alzoo ook gij." Een
huichelaar hehoud.t d.en Geest zoolang niet, totdat hij
doorbreekttot
wedergeboorte
en
aanneming,maar bluscht
d.e bewegingen d.aarvanuit,
waard.oorhij
eeuwiglijk misdraagt.e.
Iemand. ,,kan d.en Geest hebben, en nochtans die onver- geeflijke erfzondedoen": hij kan
denIleiligen
Geest hebben en evenwel d.e zonde tegen clenlleiligen
Geest begaan: neen, niemandkan
deze zond.e zond.igen, als d.ie er eenigszins mede behept is.Een waar
geloovigeheeft
zooveelvan tle werking
van dien Geestin
zich, ctathij
d.ie zondeniet kan
begaan: ,,Dieuit
God. geborenis, zondigt niet,tt te
weten d"e ,,zond.e d.es d.oods"l want die word.t d.aarmede bedoeld,l
Joh.5
:16-18.
De vleeschelijke practicale zondaar
kan
die zond.eniet
d.oen;want
hij
is vleeschelijk en wellustig, d.en Geestniet
hebbend.e.Die
deze zonde doenzal, moet iets van
den Geest hebben, welken d.e huichelaar heeft,gelijk
gezegd. word.t,Ilebr. 6
: 4:,,Dat hij
denl{eiligerr
Geest cleelachtigis." En hij
alleen isin staat om te zondigen tegen tLen Heiligen
Geest.
Zoo
dan,indien
iemand den Geestkan
hebbenvoor
eentijcl
enniet
altoos; inclien iemand. den Geestkan
hebben enniet
geborenzijn uit den
Geest;intlien hij clen Geest kan
hebben, alleen als een
Geest d.er
d.ignstbaarheid.; ind"ien
iemand. den Geest in
zich werkend"e kan
hebben en evenwel
begaan d.ie onvergeeflijke zond.e, zoo kan
iemand den Geest
Gocts hebben en
nochtans maar
,,b{jna een Christen ziin)' 16. ,,Iemand kan geloof
hebben en
nochtans maar ,bijna
een Christan zijn)' ,,De
steenachtige aard.e' (dat zijn
toe-
hoord.ers, welke een steenachtige aard.e geUik zljn)
geloofclen
voor
een tijd," Luk.8 :13. Er wordt
gezegd, in Joh. 2:23:
,,Dat
velenin
den Naamvan
Christus geloofd.en," maardat
Christus zelve, hen,,niet
durfd"evertrouwen." Iloewel zlj in
Christus vertrouwd.en, wild.e Christus hen evenwelniet
ver-trouwenl
en rraarom? Omd.atHij
,,hen allen kende))1vs.24.Hij wist, dat
zetot
aan d.enwortel
verd.orven waren, niet- tegenstaand.ehun geloof; men kan al clat geloof
hebben, áoodat,,,men bergen kan verzetten, en nochtans niets wezen,tt1 Cor.
13:2,
70
Tegenwerping.
Maar hoekan
d.it wezenr d.at iemandhet
geloof zou hébben en nochtans maarbijna
een Christenzijn? Belooft
d.elleere
Christushet leven en
d.e zaligheidniet aan alle
geloovigen?Staat er niet, ilat
heb Evangeliegepredikt moet
word,enaan ,,alle
creaturen,en die
geloofd.zal hebben, zalig zal worden,tt
Mark.
16 : 16.A n
t
w o or d. Ofschoon het waar is,
hetgeen de
Ileere
Christus daar
zegt, d.at wie gelooft
zalíg zal word.en, zoo is
het ook waar,
dabvelen die
geloovennimrner de
zaligheid zienzullen; want
Simon de tooveuaar geloofde,ja
Jakobuszegt: ,rde d.uivelen gelooven ook en zij sitlcleren." Nu, niemand.
zal
zeggendat
dezen zalig zullen worden.Gclijk het waar is wat de Àpostel
zegt,,2
Thess.3
:22,,Ilet
geloof is niet aller,tt alzoo is het ook waar, dat velen het geloof hebben, die erniet het minst beter om zijn. .
Gij moet
d.erhalve weten,dat er
tweeërlei geloovenzijn:
Een
bijzonderen
zaligmakend. geloof ;Een
gewoonen niet
zaligmakend geloof.Ien
eerste.Daar is
een zaligmakend.geloof, dat
word.tgenoemd.:
,,het geloof
d.erwerkingen Gods," Col. 2
: L2.Het is
eenwerk van
God.s eigen Geestin
d.e ziel.Ilet is
een geloof, hetwelk zich geheel verlaat en ned.erwerpt op Christup,tot verkrijging van
genade, heerlijkheid, vergeving en vred.e, heiligmakingen
heerlijkmaking.Het is
een vereenigde claadvan
d.e gansche ziell
verstand,wil en
genegenheden, alleswerkt
samenom
deziel te
ver- eenigen-met een
algenoegzamenZaltgmaker. Het is een
geloof, tLat
het hart reinigt
enzijne
in+loeiïngheeft in
alle and.ere genaden, gevend.e cliekracht
en leven, Hancl. 15 : 9.Zoo wie
nu dit
geloof heeft, is inderd.aad. een Christen;tlit is ,,het geloof der uitverkorenen Gods," Tit. 1
:1.
Maar:Ten tweeile.
Er
is ook eell- geu)oon gelool, niet zaligmakende;een verwelkend.
en tijclgeloof; er is
zoowel een geloof van Bimon ilen tootsenaar, alser
een geloof van Simom Petrus ísz d.e een geloofd.e en .was evenwel,,in
d.e galle d.er bitterheid.en
samenknoopingder
ongerechtigheid.,t' Hancl.-8
: 10, ver- gelekenmet vers 23, en
had.meer navolgers dan
Bimon Petràs:het
geloof der meeste menschenzal ten
laatsteniet
7L
beter
gevonden word.endan dat van
Si,mon d,en tootsenaar.\Yant:
a. IJet
geloofvan
de meestenis maar
een ti,jd,geloof; het d.uurtlloor
eent[jil
en danI'ersterft het
en gaatte niet;
hetware en
zaligmakendgeloof (hetwelk het geloof der uit-
r-erkorenen Gods is),
kan niet
stervenlhet kan
missenin
d.euitwerking,
maarniet in
de hebbel{jkheid;het
sapkan
welniet
wezenin
dentak,
maar het isin
den wortel. Iemantl kan eenvergankelijk
geloof hebben,en verloren
gaan.à. Er is
een geloof,dat
algemeengaat
enniet
bijzonder,gelijk er
een algemeen en bljzonder aoorwerp des geloofs is, zoo is er ook een algemeen en bijzoncler geloof.Het
algemeen voorwerp des geloofsis
de ganscheSchriftuur; het
bijzondervoorwerp
des geloofsis
Christusin de belofte. Velen nu
hebben een algemeen geloof, om
alles aan te
nemen wat in
cle
Schrift
geschrevenis, die
nochtansniet
hebben eenbij-
zond.er geloof,om die
bijzondere toepassingte
maken van Jezus Christusin de
belofte.De
duivelen en verworpelingen kunnen de waarheden d.erSchriftuur
gelooven, en hetgeen beschrevenis van
Christus' ldd.en en sterven voor d.e zondarenl maar daarzijn
weinigen, die zich verzegelenin
de wond.en van Christus, en door Zijne striemen genezingvoor
hunne ziel halenc. Er is
eeá geloof,dat
zeteltin het
verstand., maar nietin
denwil; dit
is een zeer gewoon geloof ; daar zijn velen, d.iede Waarheid toestemmen.
Zij
geloovenal
cle eigenschappen Gods,dat l{ij is
rechtvaarclig,heilig, w{js, getrouw,
goed,barmhartig,
enz., maar niettegenstaandedit
allesrusten
zijer niet in. Zíj
gelooven,dat
cle gebodenwaar zijn,
maat gehoorzamen zeniet; zij
gelooven, d.at de beloften waarz\jn,
maarzij
omhelzen noch beoefenendie; zij
gelooven, d.at de bedreigingenwaar zijn, maat zij
zoekenze niet te
ont-vlieden.
Dus tigt hun geloof in toestemming, maar niet in overgeving ;
zij
hebben geloofom
bekentenis.te doenvan
een oord.eel,maar
geengeloof om
d.euitvoering aan te nemen:
d.oorbewilliging leggen
zij
een fundament, maarnooit
bouwen zeer op door
toepassing.Zij
gelooven,dat
Christus Btierf; om72
degenen
die in Ilem
gelooven,zalig te maken,
nochtans geloovenzij niet jn
Christus,om
zalígte
word.en.O mijn
broed.ers! het is niet
een gelooaig hoofd, maar eengelóoaig
hart,
dab een Christenmaakt;
,,methet hart
gelooft menter
rechtvaardigheid," zonderdit
,,is ons geloofljdel
enwij zijn
nogin
onze zonden,"Rom.
10 : 10,1
Cor. 15 : 17.d. Er is
een geloof zond.erondervinding; velen
geloovenin
het Woord, op hooren zeggen,dat
het het Woord. Gods is, maarzlj
voeldennimmer
dekracht
enwerking
d.aarvanin hun hart
en consciëntie.Nu, wat nut is het, te
gelooven d.ewaarhed.en
van het
lMoord.,indien een
menschin
zijne consciëntie nooit dekracht
voelt van het Woord? IMat is het,te
gelooven de waarheidder
belofte, zoowij nooit
smakende
zoetigheid cler belofte9Wij zijn in clit opzicht, gelijk iemand, d.ie eens anders
beschrijving van
vreemd.e gewesten gelooft, maar zelf
d.ie
nooit heeft
d.oorreisd.,om er de
waarheid.van te wetenl
of ais
eenpatiënt, die
alles gelooftwat de dokter zegt
ennooit zijn
d.ranken proeft.Wij
gelooven 't'\Moord, omdat w{j hetniet kunnsl
tegenspreken; maarwij
hebben geen ond.er-vinding van
eenig zaligmakend goecl tloor het Woord. teweeg- gebracht, en zoozijn wij
maarbijna
Christenen.e. Br is
een geloof zonderverbrijzeling
clesharten,
geen vermogen hebbendeom het hart te
vermurwenen te
ver- zachten, en daarom is het geen waar geloof ;want
het minsteware
geloofis altijtt
gevoegd.met
een gebogenwil en
een gebrokenhart.
Í. Er is een geloof, dat het hart niet verandert;
geloof
zond.er wucht, brengt het
nieuwe schepsel niet in de
ziel,
maar laat
het in
een staat d.er zond.e en d.es doods. Dit
is een
geloof, d.at iemand wel
een goeti be{jd.er maakt,
m&ar geen
goed geloovige, hij
gelooft de IMaarheid., maar niet
geJijÉ ze
in
Jezusis; want dan
zouhet
hem transformeeren en ver- anrlerenin de
gelijkheid.van
Jezus,Ef. 4
:12. IIij gelooft,
d.at men veranderd. moet zljn,
om zalig te
word.en, nochtans
is hij niet
zaligmakend veranderd. doorhet
geloof.En
d.us,terwijl
and.eren gelooventot
zaligheicl,gelooft hij tot ver-
doemenisl ,,want zijn web
d.eugt niet tot kleecling en
met
en
met73