1
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (wijzigingen voortvloeiend uit het energierapport 2011)
VOORSTEL VAN WET (26-01-2012)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele wijzigingen aan te brengen in de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet die verband houden met beleidsmatige aankondigingen in het Energierapport 2011;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
De Elektriciteitswet 1998 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. aansluiting: één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering
onroerende zaken, waaronder begrepen enige verbinding tussen een net en een ander net dat niet beheerd wordt door dezelfde netbeheerder of eigenaar;.
B
Aan artikel 16, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
q. zijn netten te beschermen tegen mogelijke invloeden van buitenaf.
C
Na artikel 16d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 16da
Onze Minister kan een netbeheerder een bindende aanwijzing geven in het kader van de bescherming van de netten tegen een mogelijke invloed van buitenaf, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel q.
D
2
Artikel 31c wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.
2. Het eerste lid, tweede volzin, komt te luiden: Indien de hoeveelheid op het net ingevoede elektriciteit groter is dan 5000 kWh betaalt de leverancier voor het meerdere een redelijke vergoeding.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Indien een afnemer als bedoeld in het eerste lid, een vereniging van eigenaren als bedoeld in artikel 112 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is, berekent de leverancier, in afwijking van het eerste lid, de meterstand ten behoeve van de facturering en inning van de leveringskosten van die afnemer door de aan het net onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het net ingevoede elektriciteit zonder maximum. Indien deze afnemer meer elektriciteit invoedt op het net dan onttrekt aan het net betaalt de leverancier voor het meerdere een redelijke vergoeding.
E
In artikel 41, eerste lid, wordt na “worden bevorderd” ingevoegd: en rekening houdend met het belang van voorzieningszekerheid, duurzaamheid en een redelijk rendement op investeringen.
F
In artikel 41e, tweede lid, wordt na “worden bevorderd” ingevoegd: en rekening houdend met het belang van voorzieningszekerheid, duurzaamheid en een redelijk rendement op investeringen.
Artikel II
De Gaswet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdeel m, komt te luiden:
m. aansluiting: één of meer verbindingen tussen een gastransportnet en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder begrepen enige verbinding tussen een gastransportnet en een ander gastransportnet dat niet beheerd wordt door dezelfde netbeheerder of eigenaar;.
B
3
Na artikel 8a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8b
Onze Minister kan een netbeheerder, een gasopslagbedrijf of een LNG-bedrijf een bindende aanwijzing geven in het kader van de bescherming van zijn gastransportnet, onderscheidenlijk zijn gasopslaginstallatie of zijn LNG-installatie, tegen een mogelijke invloed van buitenaf, bedoeld in artikel 10, negende lid.
C
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van het derde lid, onderdeel a, wordt “, en” vervangen door een puntkomma.
2. Aan het slot van het derde lid, onderdeel c, wordt de punt vervangen door een puntkomma.
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. gas te weren dat niet voldoet aan de invoedspecificaties, opgenomen in de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 11.
4. Aan artikel 10 wordt lid toegevoegd, luidende:
9. Een netbeheerder, een gasopslagbedrijf of een LNG-bedrijf heeft tot taak zijn gastransportnet, onderscheidenlijk zijn gasopslaginstallatie of zijn LNG-installatie te beschermen tegen mogelijke invloeden van buitenaf.
D
Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt onderdeel 3°.
2. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van een punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel m, een onderdeel toegevoegd, luidende:
n. gas te bewerken, te behandelen of te mengen teneinde te voldoen aan de
afleverspecificaties, opgenomen in de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 11, tenzij dit van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet redelijkerwijs niet kan worden gevergd;
E
In paragraaf 2.1. Technische eisen voor aansluiting op een gastransportnet wordt een artikel ingevoegd, luidende
Artikel 11
4
Gas dat op het gastransportnet wordt ingevoed of door netbeheerders op exit- punten wordt afgeleverd, voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen eisen, welke eisen kunnen verschillen naar energie-inhoud, drukniveau en regio.
F
In artikel 81, eerste lid, wordt na “worden bevorderd” ingevoegd: en rekening houdend met het belang van voorzieningszekerheid, duurzaamheid en een redelijk rendement op investeringen.
G
In artikel 82, tweede lid, wordt na “worden bevorderd” ingevoegd: en rekening houdend met het belang van voorzieningszekerheid, duurzaamheid en een redelijk rendement op investeringen.
Artikel III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,