• No results found

Contouren voor wijziging subsidieregeling extramurale behandeling i.v.m. omzetderving.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Contouren voor wijziging subsidieregeling extramurale behandeling i.v.m. omzetderving."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Contouren voor wijziging subsidieregeling extramurale behandeling i.v.m.

omzetderving.

Versie 16 juli 2020 – VWS, i.o.m. Zorginstituut, ZN en CAK

1. De Tijdelijke subsidieregeling heeft een eenvoudige PxQ-systematiek met de volgende rollen:

- Subsidieregeling is een ministeriële regeling. VWS stelt de subsidieregeling vast.

- Zorginstituut voert de subsidieregeling uit. Verstrekt subsidies aan zorgkantoren.

- Zorgkantoren zijn subsidieontvanger. ZN publiceert jaarlijks een apart inkoopkader en een modelovereenkomst voor de Wlz-subsidieregeling

2. De verantwoording van zorgaanbieders richting zorgkantoor over de uitgaven onder de subsidieregeling is niet in een apart declaratieprotocol geregeld. Het voorschrift zorgtoewijzing Wlz en declaratieprotocol Wlz 2020 zijn van toepassing op de

overeenkomsten voor (en de negentien prestaties in) de Wlz-subsidieregeling. Er is geen aparte accountantsverklaring nodig voor zorgaanbieders voor verantwoording van de negentien prestaties onder de subsidieregeling.

3. Zorginstituut en VWS stellen als gevolg van corona een aanpassing van de regeling voor:

- die proportioneel is en past binnen een subsidiesystematiek

- die eenvoudig uit te voeren en te verantwoorden is door zorgkantoren

- die voor zorgaanbieders niet leidt tot het inrichten van nieuwe administraties.

4. In navolging van de NZa-beleidsregel ‘SARS-CoV-2-virus’ nemen we februari 2020 als referentieperiode.

5. In navolging van de NZA-beleidsregel ‘SARS-CoV-2-virus’ nemen we de periode maart tot en met juni als maximale omzetdervingsperiode. Dit sluit aan op de omzetdervingsperiode voor de extramurale onderdelen van de langdurige zorg.

6. Hoewel het een subsidieregeling op grond van de Wlz betreft, gaat het om zorg die in de Zvw thuishoort. Hierover publiceerde het Zorginstituut een advies in 2016. Vanaf 2021 valt alle zorg onder de subsidieregeling onder de reikwijdte van de Zvw.

7. Bovenstaande rechtvaardigt om aansluiting te zoeken bij de compensatiepercentages die bij de Zvw worden gehanteerd. De subsidieregeling bestaat uit geneeskundige zorg geleverd door individuele behandelaars en geneeskundige zorg in groepen. Voor het te hanteren compensatiepercentage wordt aansluiting gezocht bij de

compensatiepercentages voor individuele behandelaars. Het te hanteren compensatiepercentage voor de subsidieregeling bedraagt 83%.

8. De continuïteitsbijdrage wordt dan ((X/29 x A) – B) x 83%. Waarbij:

- A de in euro’s uitgedrukte declaratie voor werkelijk geleverde zorg in februari is;

- B de in euro’s uitgedrukte daadwerkelijke geleverde zorg in de omzetdervingsperiode;

- X het aantal dagen van de omzetdervingsperiode (maximaal 122);

- en 83 % het compensatiepercentage.

9. De continuïteitsbijdrage kan door het zorgkantoor worden vastgesteld op aanvraag van een zorgaanbieder. Bij de NZa beleidsregel is rekening gehouden met

minimaliseren van administratieve lasten en extra verantwoordingseisen. Voor de oplossing in de subsidieregeling is het uitgangspunt van minimaliseren van

administratieve lasten ook uitgewerkt. Het zorgkantoor kan de hoogte van de

continuïteitsbijdrage volgens een rekenregel afleiden van de gedeclareerde werkelijk geleverde zorg.

(2)

10. Het zorgkantoor moet een aparte registratie bijhouden van de berekende

continuïteitsbijdragen. In feite is dat het excelbestand waarmee de bijdrage berekend wordt. Deze bijdrage maakt onderdeel uit van de door het zorgkantoor bij het

Zorginstituut in te dienen aanvraag voor de subsidievaststelling. De reeds benodigde accountantsverklaring omvat dan ook de continuïteitsbijdrage. Deze werkwijze minimaliseert de administratieve lasten.

11. De continuïteitsbijdrage wordt op verzoek van het zorgkantoor door het CAK aan de zorgaanbieder uitbetaald. Het zorgkantoor combineert dat met de betaalopdrachten (SB10-formulieren) voor de werkelijk geleverde zorg. In de betaalfase hoeven het CAK en het Zorginstituut het onderscheid niet te zien tussen betalingen voor werkelijk geleverde zorg en de continuïteitsbijdrage. Aan zorgkantoren die liever aparte betaalopdrachten aanleveren wordt gevraagd om per zorgaanbieder één betaalopdracht aan te leveren voor de continuïteitsbijdrage over de hele

omzetdervingsperiode.

12. De zorgkantoren blijven de maandelijkse monitor baseren op de gedeclareerde werkelijk geleverde zorg. Het Zorginstituut kan de continuïteitsbijdrage afleiden van het verschil tussen de monitor en de betalingen via het CAK.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

prestasievan skoolwisselaars geskenk word, is daar bykans nog geen on= dersoeke gedoen ten opsigte van die invloed wat skoolwis= seling het op die kind se

93 Om gebruik te kunnen maken van de subsidieregeling hebben cliënten voor alle prestaties, op uitzondering van de individuele behandeling door de specialist

Indien voor een of meer subsidieontvangers de subsidie op grond van het tweede lid wordt vastgesteld, verhoogt het Zorginstituut ambtshalve met de som van het verschil tussen de

Voor de manier waarop en onder welke voorwaarden zorgaanbieders in aanmerking komen voor een overeenkomst in het kader van de subsidieregeling EB maken zorgkantoren onderscheid naar

Voor de overheveling van alle multidisciplinaire behandeling naar de Zvw moet deze zorg functioneel worden omschreven (wat is de aandoening, welke interventies zijn er,

In hoofdstuk 5 duiden we de zorg verleend door de specialist ouderengeneeskunde en de arts voor verstandelijk gehandicapten en geven we antwoord op de vraag of deze zorg qua aard

De vervolgstappen van het Zorginstituut om te komen tot multidisciplinaire zorg- programma’s en het advies aan de NZa leveren bouwstenen voor definitieve besluitvorming over

De subsidie wordt slechts verhoogd indien het op grond van het bedrag dat de subsidieontvanger in de periode van 1 januari tot en met 30 april van het jaar waarvoor de subsidie