• No results found

Naar aanleiding van het bestuderen van de regiovisie, de presentatie en tijdens de discussie daaropvolgend zijn de volgende punten en vragen aan de orde gekomen: 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Naar aanleiding van het bestuderen van de regiovisie, de presentatie en tijdens de discussie daaropvolgend zijn de volgende punten en vragen aan de orde gekomen: 1"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning Secretariaat: p/a Omloop 28, 7391 PM Twello

E-mailadres info@clientenraad-voorst.nl Website www.clientenraad-voorst.nl

Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Voorst, H.W. Iordensweg 17, 7391 KA TWELLO.

Betreft: advies Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling 2020-2024 Twello, 17 maart 2020 Geacht College,

In haar vergadering van 18 februari 2020 heeft de CMO een presentatie gekregen over de voorstellen voor nieuw regionaal beleid. Gezien de korte termijn waarop de concept-visie beschikbaar was, heeft de CMO helaas geen mogelijkheid gehad om informatie in te winnen bij ervaringsdeskundigen en/of hun vertegenwoordigers. Onze reactie op de regiovisie bestaat vooral uit vragen om verheldering.

Naar aanleiding van het bestuderen van de regiovisie, de presentatie en tijdens de discussie daaropvolgend zijn de volgende punten en vragen aan de orde gekomen:

1. Vanuit onze ervaringen met cliënten kwam o.a. ouderenmishandeling (bij dementie) aan de orde. Vaak is er dan sprake van een multi-problem situatie. Zo’n situatie moet als zodanig herkend worden en opgepakt worden door, in onze gemeente, het MNV.

2. In de visie wordt gemeld dat het op dit moment ontbreekt aan integrale sturing en overleg, op vrijwel alle niveaus. Hoe gaat onze gemeente, i.c. het MNV, hier mee om?

3. In de uitvoeringsagenda wordt voorgesteld een regionale werkgroep in te richten die een voorstel voor integrale sturing zal uitwerken, met als einddatum 2022. Is het mogelijk dat dit voor onze gemeente eind 2020 gereed te hebben?

4. Veilig Thuis is als organisatie afhankelijk van ‘krachtige lokale teams’. Is het MNV hierop voldoende toegerust?

5. In de visie wordt opgemerkt dat er ‘vaak financiële problemen’ ontstaan bij de uitstroom uit de vrouwenopvang. Dit heeft een directe relatie met het armoedebeleid. Heeft de gemeente Voorst hier ervaring mee en hoe wordt zo’n probleem opgelost?

6. De visie pleit voor een gefaseerde ketenzorg: veiligheidsplan, gevolgd door risico gestuurd en herstel gerichte acties. De CMO acht dit een belangrijke en goede handelwijze. Is de gemeente hierop al ingespeeld? Is er al sprake van inbedding in de reguliere samenwerking tussen professionals? Zijn de relevante zorgaanbieders voldoende op de hoogte en capabel?

7. Ons is onduidelijk wat de volgende actie behelst: ‘Onderzoek de mogelijkheid om het bestuurlijk opdrachtgeverschap van de MDA++

onder te brengen in het Veiligheidshuis’. Hoe is of wordt de MDA++ lokaal ingebed? Welke consequenties en gevolgen voor de cliënten heeft dit?

8. Voorgesteld wordt om ‘in te zetten op bewustwording bij professionals van wettelijke en morele verantwoordelijkheden om te handelen bij huiselijk geweld’. Op welke wijze denkt u dit te doen? Denkt u hierbij vooral aan brede, schriftelijke bekendmaking van de vernieuwde meldcode, of bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten van in aanmerking komende professionals?

9. Het regionale beleidsdocument spreekt ook over lokale ‘aandachtsfunctionarissen’ in de ambtelijke organisatie. Hoe is dit op dit moment in onze gemeente georganiseerd en is er collegiaal overleg en intervisie met collega’s van andere gemeenten?

10. Welke voorliggende voorzieningen zijn momenteel beschikbaar bij actielijn 1: Eerder en beter in beeld? Welke partners leveren welke uitvoeringscapaciteit als onderdeel van de basisdienstverlening?

11. Voorgesteld wordt een zgn. waakvlamcontact te borgen als onderdeel van het veiligheidsplan. Wat is precies de rol en taak van het

‘duurzaam waakvlamcontact’?

12. gesproken wordt over de noodzaak voor ‘een goede samenwerkingsrelatie tussen Moviera, de lokale teams en Veilig Thuis’ bij vrouwenopvang. Geldt hierbij ook het beginsel van integrale regie?

13. In actielijn 3 wordt voorgesteld: ‘stimuleer vernieuwing, zoals het (vernieuwde) traject ‘Take a break’ ‘. Dit traject richt zich op de instandhouding van de thuissituatie, na een periode in een opvanghuis. Wij begrijpen dat dit een zinvol doel kan zijn, maar vragen ons af of dit in het algemeen gestimuleerd moet worden. Hoofddoel en uitgangspunt moeten immers zijn een duurzame veilige situatie te realiseren voor de cliënt.

14. Voor slachtoffers van seksueel geweld wordt voorgesteld dat tijdig hulp beschikbaar is, ‘bij voorkeur binnen 7 dagen’. Wij achten deze termijn te vrijblijvend en met name veel te lang. Deze situatie zijn altijd een vorm van crisis. Als er hulp gevraagd wordt, dient er onmiddellijk hulp beschikbaar te zijn.

15. Wat wordt verstaan onder ‘niet-acuut seksueel geweld’?

16. In het kader van ‘Financieel Veilig ouder worden’ leveren partners uitvoeringscapaciteit als onderdeel van de basisdienstverlening’.

Om welke partners gaat het en welke acties ondernemen zij?

17. Gestreefd wordt naar een integrale aanpak mensenhandel, w.o. ook loverboys worden verstaan. Wij dringen aan op concrete samenwerking tussen de betrokken zorgcoördinatoren. Onderzoek naar de mogelijkheden daartoe is o.i. te vrijblijvend.

Tot een nadere toelichting zijn wij gaarne bereid.

Hoogachtend,

Fred van der Vegte, Harrie Mulder,

Voorzitter Secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er werd aangetoond dat de Argusvlin- der in het warmere microklimaat van de Kempen meer zou moeten investeren in een derde generatie, terwijl in de koe- lere Polders nakomelingen

Dit heeft ertoe geleid dat we hebben gekozen voor Limburg, waar de GGD trekker is, en geen ziekenhuis betrokken is; Amsterdam, waar geen CSG is, maar wel een vorm is gevonden

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Om invulling te geven aan die verantwoordelijkheid zijn goede afspraken tussen gemeenten en opvangorganisaties over kwaliteit van hulp en opvang aan slachtoffers van

In vergelijking met het basisscenario van de voorgaande studie zijn de bemestingen en gewasopbrengsten in het MINAS-scenario op zowel grasland als op maïsland op droge zandgrond

In theorie zal er zeker sprake zijn van een relatie van maisteelt met bodemdaling, maar deze heeft dan vooral betrekking op de teeltwijze en niet direct op het gewas mais..

Dat kan voor jou als ouder vragen meebrengen, waar je zelf ook niet zo snel het antwoord op weet. Je kind heeft nood aan begrip

lion in S. Thou shalt not covet another man's possessions honestly come by. \Vhy do es England issue a note to the world, affirming her respect for natio- nality