Actieverklaring ‘Huiplijn seksueel misbruik’
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Veiligheid en Justitie
(
maatschappelijke1
1j ontwikkeling voor iedereen‘IGROF P
1
Slachtofferhulp
N e d e r 1 a n d
Nederland
FEDERATIE jeugdzorg
nederLand
—
opuan
—Inspectie voor de Gezondheidszorg MinisterIe van Volksgezondheid.
Welzijn en Span
Insp&tie leugdzorg Minsterfe vanVolksgezondheid Welzijn en Sport
Actieverklaring ‘Hulplijn seksueel misbruik’
Van veel slachtoffers van seksueel misbruik vergt het moed om hulp te zoeken. En niet elk slachtoffer beschikt over de kennis om op de juiste plek hulp te zoeken. Vanuit de gevoelde urgentie om het slachtoffers van seksueel misbruik zo gemakkelijk mogelijk te maken het voorval te melden en hulp te zoeken, vormen de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie, Slachtofferhulp Nederland, Jeugdzorg Nederland, de Federatie Opvang, GGD Nederland, de MOgroep, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie ]eugdzorg een samenwerkingsverband. Voor de gewenste vereenvoudiging bij het zoeken van hulp is het niet relevant of het seksueel misbruik recent heeft plaats gevonden of in het verleden. Het maakt ook niet uit of het seksueel misbruik heeft plaatsgevonden (of plaatsvindt) in gezinsverband of daarbuiten. Het principe wordt:
‘waarvoor en waarheen je ook belt, je bent altijd aan het goede adres!’. De samenwerkingspartners communiceren actief over hun gezamenlijke initiatief.
Genoemde organisaties willen het mogelijk maken om slachtoffers die telefonisch (of in de nabije toekomst bijvoorbeeld via websites, chats of app’s) contact met hen opnemen, rechtstreeks door te geleiden naar de Organisatie die het beste is toegerust om de melder te woord te staan en te helpen. Daarmee wordt voorkomen dat een melder zelf opnieuw het initiatief moet nemen om contact te leggen met de organisatie die hem of haar het beste kan helpen.
Jeugdzorg Nederland, de Federatie Opvang, de MO-groep en GGD Nederland
Jeugdzorg Nederland, Federatie Opvang, MO-groep en GGD Nederland verbinden zich aan de in de toelichting bij deze verklaring beschreven doelstellingen en zullen eraan bijdragen dat de Bureaus Jeugdzorg (Advies- en Meldpunten Kindermishandeling: AMK’s) en de Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG’s) hun rol in het samenwerkingsverband vervullen zoals voorzien.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorg
De inspecties verbinden zich aan de in de toelichting bij deze verklaring beschreven
doelstellingen met dien verstande dat zij zich concentreren op meldingen/klachten over het functioneren van instellingen en het gedrag van professionals, teneinde na te gaan of de melding of klacht aanleiding is voor kwaliteitsverbetering of disciplinaire maatregelen.
Slachtofferhulp Nederland
Slachtofferhulp Nederland verbindt zich aan de in de toelichting bij deze verklaring beschreven doelstellingen en creëert, bovenop de bestaande mogelijkheden binnen het samenwerkingsverband, een hulplijn voor melders die de weg niet kunnen vinden in de beschikbare hulpverlening, of die zich niet willen richten tot de meest geëigende organisatie, bijvoorbeeld:
-
melders die vallen binnen de groepen slachtoffers die door de commissies Deetman en Samson zijn onderzocht;
-
melders die buiten deze categorieën vallen maar ook nergens anders terecht (menen te)
kunnen (bijvoorbeeld mensen die in het verleden te maken kregen met seksueel geweld
en die daar nu over willen praten, slachtoffers van seksueel misbruik in andersoortige
afhankelijkheidsrelaties dan bij huiselijk geweld, slachtoffers van geweld binnen de
commerciële sekssector);
-
melders die zich om welke reden dan ook niet willen vervoegen tot de plek die daarvoor het meest aangewezen is.
De ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, als opdrachtgever voor dit traject, en het Ministerie van Veiligheid en Justitie nemen de verantwoordelijkheid op zich datgene wat nodig is te doen om bovenstaande te helpen realiseren en om geconstateerde lacunes in beleid en (aansturing van) uitvoering te (doen) oplossen. Het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport is bereid daarvoor nu en in de komende jaren extra middelen beschikbaar te stellen.
Duur en vervolg
Deze Actieverklaring en bijbehorende toelichting heeft betrekking op de periode 2012 tot en met 2014. In deze periode kunnen ook andere relevante partijen zich bij het netwerk
aansluiten dan wel worden daartoe expliciet uitgenodigd.
Gezamenlijk houden de instellingen en departementen zicht op de uitvoering en besluiten zij
—
uiterlijk eind 2014
—over eventuele wijzigingen van de samenwerkingsafspraken.
Ondertekend,
Jeugdzorg Nederland
/ / Directeur Utrecht,
(
.._—17-10-2012
Drs._W.A._Roobol Federatie Opvang
/
/1/c. Voorzitter Amersfoort,
f 17-10-20 12
Jan Laurier
MO-groep
o Directeur Utrecht,
28-09-2012 A.N. v. Beek
GGD Nederland
1/ Directeur Utrecht,
L/ 25-09-2012
Laurent de Vries Inspectie voor de
gezondheidszorg Inspectie Jeugdzorg
/___
-,
L
Gemma Tielen
Toelichting bij de Actieverklaring ‘Hulplijn seksueel misbruik’
Achtergrond en opdracht
In hun rapporten en berichten over onderzoek naar seksueel misbruik binnen de Rooms Katholieke Kerk respectievelijk in de jeugd- en pleegzorg, adviseren de commissies Deetman en Samson de Nederlandse regering te komen tot de inrichting van een centraal meldpunt voor alle slachtoffers van seksueel geweld’ en misbruik 2 . Dit uit zorg dat sommige
categorieën slachtoffers van dit type geweld nergens terecht kunnen. Bewindslieden en Tweede Kamer hebben zich bij die wens aangesloten. Ook slachtoffers van fysiek en psychisch geweld in de Rooms-l<atholieke Kerk en jeugd- en pleegzorg zouden bij zo’n meldpunt terecht moeten kunnen.
Vertegenwoordigers van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie, Slachtofferhulp Nederland, Jeugdzorg Nederland, GGD Nederland, de Federatie Opvang, de MOgroep, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie voor de Jeugdzorg hebben een samenwerkingsverband ontwikkeld om invulling te geven aan de wens van beide commissies en de Tweede Kamer. Zij hebben zich daarbij gericht op het uitwerken van een samenwerkingsverband waarmee:
-
een meldmogelijkheid ontstaat voor alle situaties van seksueel geweld zodanig dat,
-
iedereen zulke meldingen op een eenvoudige manier kan doen en,
-
maximaal gebruik wordt gemaakt van de bestaande, en nog verder te verbeteren, professionele capaciteit voor hulpverlening.
Wat wil het samenwerkingsverband?
Het idee van het nieuwe samenwerkingsverband, dat in eerste instantie zal bestaan uit Slachtofferhulp Nederland, de SteunpLinten Huiselijk Geweld, de Bureaus ieugdzorg (AMK’s) en de beide inspecties, maar open staat voor andere professionele hulpverleners, berust op twee pijlers:
1. Eén voor allen en allen voor één
Voor slachtoffers zou het niet nodig moeten zijn om (de weg naar) onze gespecialiseerde instellingen te kennen. Idealiter zou het nauwelijks uit moeten maken waar iemand terecht komt omdat de melder tijdens het contact dat hij/zij opneemt met één van de organisaties in het samenwerkingsverband, altijd en nog tijdens datzelfde gesprek, terecht komt bij de meest geschikte Organisatie uit het samenwerkingsverband volgens de redenering:
‘waarvoor en waarheen je dan ook belt, je bent altijd aan het goede adres!’ Op die manier
1Seksueel geweld=‘Iedere interactie waarin iemand
[.1
ertoe wordt gedwongen seksuele handelingen te ondergaan of uit te voeren. Onder dwang wordt verstaan iedere situatie waarin het slachtoffer niet het gevoel heeft te kunnen weigeren of zich aan de situatie te kunnen onttrekken. Dwang kan variëren van psychologische druk of chantage tot fysiek geweld.’Andere vormen van afhankelijkheid en machtsmisbruik, zoals economische afhankelijkheid, kunnen hieraan worden toegevoegd (Stichting Ambulante Fiom et al., 2006).
2Seksueel misbruik is een specifieke vorm van seksueel geweld. Het gaat dan om seksueel geweld in een afhankelijkheidsrelatie: familieleden, bekenden, leerkracht, trainer, werkgever of leidinggevende, hulpverlener of
verzorger, kortom iedereen van wie het slachtoffer in meerdere of mindere mate en op welke manier dan ook afhankelijk is en om die reden niet bij machte zich ferm te verzetten. Het kan gaan om duidelijk en agressief seksueel geweld, al dan niet gepaard gaande met andere vormen van fysiek of psychisch geweld, maar ook om meer subtiele vormen.
bestaat er (in technisch opzicht, maar ook in de beleving van de melder) én meldpunt, van waaruit medewerkers van verschillende instanties
—lokaal, regionaal of landelijk
-bereikbaar zijn. Doorgeleiding van de melder naar een andere organisatie in het netwerk gebeurt daarbij op eenzelfde manier als doorgeleiden naar een interne collega.
Deze werkwijze mag niet betekenen dat signalen over seksueel geweld voor het gemak ‘over de heg worden gekieperd’. Streven blijft dat melders met hun problemen rechtstreeks en zo dicht mogelijk bij hun eigen leefomgeving op de juiste plek terecht komen. Dat kan de huisarts zijn, het regionaal maatschappelijk werk, het plaatselijke Steunpunt Huiselijk Geweld, etc. In de communicatie moet daarop de nadruk liggen.
De voorgestelde werkwijze betekent dus onder andere, dat:
-
een melder nooit ‘koud’ wordt doorverwezen, maar wordt doorgeleid, tenzij hij/zij expliciet aangeeft anders te willen (de wens van de melder staat immers centraal),
-
de organisaties in het samenwerkingsverband beschikbaar zijn om meteen een melder over te nemen als deze terecht aan deze Organisatie is doorgeschakeld;
-
deze plek zo dicht mogelijk in de buurt is van waar de persoon zich bevindt of woont, tenzij de persoon dat juist niet wil.
2. Een vangnet voor elke situatie
Voor melders die nu nergens terecht kunnen, niet weten waar zij terecht kunnen of ergens anders terecht willen komen dan voor hen bedacht is, is een ‘vangnet’ beschikbaar. Het vangnet is gevestigd bij Slachtofferhulp Nederland (SHN) en is bestemd voor:
-
de slachtoffers in de categorie Deetman en Samson (voormalig seksueel misbruik in de kerk, in seminaries, internaten, tehuizen en jeugdzorginstellingen),
-