• No results found

Het Junior-docent project

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het Junior-docent project"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Het Junior-docent project

Informatie voor scholen

Inleiding

Tijdens het lesgeven de afgelopen jaren hebben we bij onszelf en collega’s gemerkt dat de kwaliteit van onderwijs het meest gedrukt wordt door het grote aantal leerlingen per docent, en des te meer nu we noodgedwongen (deels) afstandsonderwijs verzorgen. Tegelijk zijn er onder bovenbouwleerlingen en ex-leerlingen getalenteerde docenten in spe die (mede)scholieren zouden kunnen helpen.

Op het VAVO Joke Smit College (Amsterdam) zijn we daarom begonnen oud-leerlingen door trainingen en lesbezoeken op te leiden tot junior-docenten die docenten helpen met de persoonlijke en klassikale begeleiding van leerlingen. Deze junior-docenten helpen leerlingen met het maken van opdrachten in de klas, geven bijles, kijken na, helpen met het maken van lesmateriaal, geven soms een klassikale uitleg én kunnen inspringen als een docent plotseling uitvalt. Dit is een win-win-win-constructie: werklast van docenten wordt verlaagd, leerlingen krijgen meer persoonlijke hulp, talentvolle oud-leerlingen maken als junior-docent op een leuke en serieuze manier kennis met het onderwijs, en de schoolleiding heeft beschikking over een flexibele schil in het personeel.

Het afgelopen jaar zijn we zo enthousiast geraakt over de junior-docenten bij ons op school, dat we graag ook andere scholen willen helpen om een junior-docentenopleiding op te zetten in een vorm die bij de school past.

En wellicht ook op uw school. Om u een concreet beeld te geven van wat we aanbieden, hebben we in deze folder uiteengezet wat het junior-docentschap inhoudt, welke pakketten van opleidingstrajecten wij aanbieden, en welke aspecten belangrijk zijn om het project duurzaam te maken.

We hopen dat deze folder zoveel mogelijk nuttige informatie biedt. Ongetwijfeld komen er ook veel vragen bij u op. Schroom niet contact met ons op te nemen

(t.vandermeulen@rocva.nl, o.bles@rocva.nl).

Dank voor uw interesse en hartelijke groet,

Tim van der Meulen, Oskar Bles

(3)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 2 van 24

Inhoud van deze folder

Deze folder is opgebouwd in drie delen:

 In deel 1 geven we zo schematisch mogelijk een overzicht over de belangrijkste aspecten van het junior-docenttraject: de inhoud, de voordelen, de jaarplanning en de pakketten die we aanbieden.

 In deel 2 gaan we in op de selectieprocedure van junior-docenten: welke richtlijnen hanteren we, hoe ziet de procedure eruit, en welke hulp bieden wij (minimaal en maximaal) aan?

 In deel 3 zetten we de drie verschillende opleidingstrajecten (junior-docent, vakmentor, trainer) uiteen: wat houdt ieder traject precies in, waarom is het belangrijk en wat bieden we precies (minimaal en maximaal) aan?

Inhoudsopgave

INLEIDING ... 1

INHOUD VAN DEZE FOLDER ... 2

1. OVERZICHT VAN HET JUNIOR-DOCENTTRAJECT ... 3

1.1 OVERZICHT INHOUD JUNIOR-DOCENTTRAJECT ... 3

1.2 VOORDELEN JUNIOR-DOCENTTRAJECT OP EEN RIJTJE ... 4

1.3 JAARPLANNING JUNIOR-DOCENTTRAJECT ... 5

1.4 OVERZICHT MOGELIJKE PAKKETTEN ... 6

QUOTES ... 7

2. SELECTIE VAN JUNIOR-DOCENTEN ... 8

2.1 PROFIELSCHETS VAN EEN GESCHIKTE JUNIOR-DOCENT ... 8

2.2 SELECTIEPROCEDURE ... 8

WAT BIEDEN WIJ? ... 8

QUOTES ... 9

3. OPLEIDINGSTRAJECTEN ... 10

3.1 WERKWIJZE OPLEIDINGEN ... 10

3.1.1 Uitgangspunten opleidingstrajecten ... 10

3.1.2 Praktische modellen bij het opleiden ... 11

3.2 TRAJECT 1: OPLEIDINGEN VOOR JUNIOR-DOCENTEN ... 12

3.2.1 Vaardigheid: Individuele hulp voor leerlingen ... 12

Quotes ... 15

3.2.2 Vaardigheid: Klassikale hulp voor leerlingen ... 17

Quotes ... 18

3.3 TRAJECT 2: OPLEIDINGEN VOOR VAKMENTOREN ... 20

3.3.1 Vaardigheid: Begeleiden van junior-docenten ... 20

Quotes ... 21

3.4 TRAJECT 3: OPLEIDINGEN VOOR TRAINERS ... 22

3.4.1 Vaardigheid: Opleiden van junior-docenten ... 22

(4)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 3 van 24

1. Overzicht van het junior-docenttraject

1.1 OVERZICHT INHOUD JUNIOR-DOCENTTRAJECT

(5)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 4 van 24

1.2 VOORDELEN JUNIOR-DOCENTTRAJECT OP EEN RIJTJE

(6)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 5 van 24

1.3 JAARPLANNING JUNIOR-DOCENTTRAJECT

(7)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 6 van 24

1.4 OVERZICHT MOGELIJKE PAKKETTEN

Graag overleggen we met u welke combinatie van pakketten voor uw school gewenst en ideaal is. Hier staat slechts globaal de minimale en maximale inhoud van pakketten beschreven. Minimaal wil zeggen: ‘het minimale om iets op te leveren’. Maximaal wil zeggen: ‘het maximale dat wij zelf aan tijd kunnen investeren’. Verderop in de folder vindt u meer details. Bovendien maken we de precieze inhoud van ieder pakket graag samen met u op maat voor uw school.

(8)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 7 van 24

QUOTES

Quotes van junior-docenten

“Ik denk dat het heel goed is als er voor elk vak junior-docenten beschikbaar zijn, omdat ze een laagdrempeliger punt zijn voor leerlingen dan wanneer ze meteen de docent om hulp moeten vragen of bijles zouden moeten regelen.”

“Ik merk dat het heel prettig is voor de leerlingen als iemand ze helpt die een minder groot leeftijdsverschil met ze heeft.”

“Het verschil voor een leerling als een junior-docent helpt, is dat de hulp van een junior-docent misschien laagdrempeliger is. Een leerling durft sneller even om hulp te vragen, omdat wij vorig jaar ook leerling waren. We zijn daardoor soms iets toegankelijker.”

“Wij hebben als junior-docent de stof heel recent gehad - je herinnert je nog alles wat je zelf moeilijk vond. Dat helpt enorm om de barrière tussen leerling en docent te verkleinen.”

“Leerlingen zijn bij junior-docenten sneller open en eerlijk als ze dingen niet snappen of moeilijk vinden. Dan kan ik ze ook beter helpen.”

“Wat ik het leukste vind aan junior-docent zijn, is dat leerlingen dan na een tijd helpen eindelijk die klik krijgen bij wiskunde. Dat vind ik heel leuk om te kunnen delen.”

“Als voormalig leerling is het gek om nu aan de andere kant te staan. Het is heel leuk om de docenten nu van de andere kant te leren kennen.”

“Ik vind het heel erg leuk om leerlingen te helpen met dingen waar ik vroeger zelf mee zat.”

“Junior-docenten kunnen ook een nieuwe verse blik geven op het les geven op school.”

“De meeste junior-docenten zijn wat jonger, misschien wel dezelfde leeftijd als de leerlingen. Dan kun je misschien wat makkelijker een connectie aangaan met de leerling - het is wat laagdrempeliger. Leerlingen voelen zich misschien wel wat vrijer om een foutje te maken. Junior- docenten weten zelf ook nog goed hoe het is om leerling te zijn.”

“Een van de leukste dingen aan het junior-docent zijn, is het contact met andere junior-docenten.”

Quotes van vakmentoren

“Het junior-docentschap is een soort service vanuit de school. Het is niet zo makkelijk om een extra docent erbij te krijgen, maar een junior-docent is, zeker met deze begeleiding, echt een belangrijk extra paar handen voor mij als docent.”

(9)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 8 van 24

2. Selectie van junior-docenten

Junior-docenten hebben alleen meerwaarde als hun didactische kwaliteit uitmuntend is. Daarvoor is in de eerste plaats een selectie van geschikte oud-leerlingen nodig.

2.1 PROFIELSCHETS VAN EEN GESCHIKTE JUNIOR-DOCENT

Omdat we te maken hebben met een kleine organisatie, loont het niet om in de selectie keiharde eisen te hanteren. Wel helpt het om een aantal richtlijnen in het achterhoofd te houden bij het beoordelen van de geschiktheid van nieuwe junior-docenten.

Een geschikte junior-docent...

 … haalt goede cijfers (>7) voor het vak waarvoor hij/zij junior-docent wordt.

 … is sociaal vaardig en betrokken bij andere leerlingen in de klas.

 … toont (na vragen) interesse in het docentschap, wellicht ook op langere termijn.

 … kent bij voorkeur de docent al die zijn/haar vakmentor zou worden.

2.2 SELECTIEPROCEDURE

Het doel van de selectieprocedure is om geen enkel docenttalent te missen. Een succesvolle selectie begint met het tijdig onder de aandacht brengen van het junior-docentschap bij (i) de docenten (‘heb je getalenteerde leerlingen die in aanmerking komen voor…?’), en (ii) leerlingen (‘lijkt het jou leuk om volgend jaar naast je studie…?’). Na het verzamelen van geschikte kandidaten worden sollicitatiegesprekken gehouden om uiteindelijk te beslissen welke junior-docenten volgend jaar kunnen starten.

WAT BIEDEN WIJ?

Minimaal (ca. 2 uur) Maximaal (25 uur / 15 kandidaten)

 We maken samen met de

verantwoordelijke vanuit school een plan voor de selectieprocedure.

 We coördineren deze procedure geheel en verzorgen alle bijbehorende

communicatie naar potentiële junior- docenten, docenten, de schoolleiding en eventuele andere betrokkenen.

 We werken degene in die vanuit de school verantwoordelijk is voor de werving van junior-docenten.

 We helpen de schoolleiding bij het maken van een goede invulling van het contract van de junior-docenten

(10)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 9 van 24

QUOTES

Quotes van junior-docenten

“Ik merk dat het heel prettig is voor de leerlingen als iemand ze helpt die een minder groot leeftijdsverschil met ze heeft.”

“Het verschil voor een leerling als een junior-docent helpt, is dat de hulp van een junior-docent misschien laagdrempeliger is. Een leerling durft sneller even om hulp te vragen, omdat wij vorig jaar ook leerling waren. We zijn daardoor soms iets toegankelijker.”

“Ik zo junior-docentschap zeker aanraden - het is een superleuke baan! Het werk is heel leuk en leerzaam om te doen.”

“Ik vond het een hele eer om gevraagd te worden. Ik heb het idee dat ik mensen kan helpen nu en dat ik er ook mezelf mee kan helpen.”

“Ik was eerst wel een beetje bang dat ik dingen niet goed genoeg zou weten of dat ik het niet zou kunnen uitleggen. Nu weet ik dat dat vaak niet zo is, en zelfs als het een keertje lukt, vind ik het niet erg, maar zie ik het als een kans om van te leren.”

“Ik ben junior-docent geworden, omdat ik het leuk vind om mensen te helpen. Ik heb zelf ook bijles gehad van een junior-docent toen ik hier zelf op school zat, en ik had zelf best veel moeite met de bèta-vakken. Ik merkte dat het extra kunnen stellen van vragen en extra uitleg krijgen mij heeft geholpen toen. Ik wil nu ook andere leerlingen daarmee helpen.”

“Het junior-docent schap is niet een baan die je even snel ergens anders zou kunnen vinden. Het is iets unieks. Je leert wel echt andere vaardigheden dat als je ergens vakken vult.”

(11)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 10 van 24

3. Opleidingstrajecten

3.1 WERKWIJZE OPLEIDINGEN

3.1.1 Uitgangspunten opleidingstrajecten

In onze opleidingstrajecten hanteren we een aantal uitgangspunten:

 Hoe meer oefentijd, hoe beter.

Lesgeven is uiteindelijk een praktische vaardigheid, die je vooral leert door te doen. Ons streven is dus om de junior-docenten zo veel mogelijk te laten oefenen. Daarom bestaan onze trainingen vrijwel volledig uit rollenspellen met feedback, en behandelen we concrete, praktisch toepasbare modellen (zie een voorbeeld hieronder) in plaats van abstracte achtergrondtheorie. Daarom staat ook de dagelijkse begeleiding van de vakmentor in de praktijk centraal.

 Hoe meer begeleiding, hoe beter.

Oefenen is alleen effectief als er zinvolle feedback komt op de oefening. Ons streven is daarom om alle junior-docenten regelmatig persoonlijke feedback te geven. Daarvoor werken we in groepstrainingen in principe met niet meer dan vier junior-docenten per trainer, en proberen we regelmatig individuele (bij)lesbezoeken te doen.

 Hoe basaler, hoe beter.

Er zijn oneindig veel interessante werkvormen, maar de basis van lesgeven is al flink moeilijk om onder de knie te krijgen. En zonder die basis komen die andere werkvormen niet van de grond. In de trainingen willen we daarom uitgebreid de tijd nemen om in te gaan op de belangrijkste basisvaardigheden voor het lesgeven. Zie de rest van de folder voor een uitgebreidere uitleg waarom we juist deze vaardigheden van belang vinden en waarom in deze volgorde.

 We nemen altijd de tijd voor reflectie en feedback.

We vinden het noodzakelijk zelf het best mogelijke voorbeeld te geven in het vragen en verwerken van feedback. Het is ons uitgangspunt om bij iedere training (in groep of individueel) de tijd te nemen kritische feedback te vragen aan de junior-docenten, en binnen afzienbare tijd serieus te verwerken en terug te koppelen. We creëren zo een cultuur waarin iedereen zich welkom voelt kritisch en creatief bij te dragen.

 We maken het junior-docenttraject samen tot een succes.

De kracht van het junior-docenttraject zit net zo goed in de band van junior-docenten onderling als groep, en de band tussen vakmentor en junior-docent, als in de inhoud van het traject. We zorgen daarom dat in iedere bijeenkomst uitgebreid ruimte is voor bijpraten en gezelligheid. Bovendien willen we zelf het best mogelijke voorbeeld geven wat betreft tijdige en grondige communicatie.

 De trainingen zijn bij voorkeur fysiek maar kunnen prima digitaal.

Voor alle groepstrainingen hebben we zowel een fysiek als digitaal plan klaar liggen.

Woorden, hoe mooi ook, kunnen de praktijk nooit volledig weerspiegelen. Daarom bieden wij graag aan dat u een of meerdere trainingen (fysiek of digitaal) bijwoont om de werkwijze zelf mee te maken en de sfeer te proeven.

(12)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 11 van 24

3.1.2 Praktische modellen bij het opleiden

Om junior-docenten de verschillende didactische vaardigheden bij te brengen trainen we aan de hand van praktische modellen met tips. Die modellen hebben we samengesteld op jarenlange ervaring en op didactische literatuur. Een voorbeeld van zo’n model is onderstaand model voor de laatste stap, stap 3, van het ‘scaffolden’ (zie verderop): reflecteren. Al onze modellen zijn zo gemaakt dat ze zo concreet en toepasbaar mogelijk zijn in de praktijk, en dat we er in trainingen en bij lesbezoeken zo letterlijk mogelijk op kunnen terugkomen. Door die duidelijke structuur en hoge toepasbaarheid blijven de stappen goed hangen, en kunnen we pittige vaardigheden in korte tijd grondig aanleren.

Figuur 1: praktisch model over stap 3 van het scaffolden: reflecteren

(13)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 12 van 24

3.2 TRAJECT 1: OPLEIDINGEN VOOR JUNIOR-DOCENTEN

Afgelopen jaren hebben we ervaren dat oud-leerlingen een enorm potentieel hebben als het op lesgeven aankomt: ze kunnen zich goed inleven in de belevingswereld van leerlingen, beheersen de stof goed maar weten ook nog waar ze zelf moeite mee hadden. Tegelijk heeft een niet-opgeleide junior-docent nauwelijks meerwaarde: hun uitleg van de stof is vaak warrig, ze stellen onhandige vragen voor de groep en ze zeggen de antwoorden op opdrachten voor in plaats van dat ze de leerling zelf achter het antwoord laten komen.

We bieden daarom twee trajecten aan:

1) Vaardigheden m.b.t. individuele hulp voor leerlingen.

2) Vaardigheden m.b.t. klassikale hulp voor leerlingen.

Per traject beschrijven we:

 Wat de junior-docent leert.

 Welke taken de junior-docent hiermee kan uitvoeren.

 Per taak hoe de junior-docent van toegevoegde waarde kan zijn voor docenten en leerlingen.

 Een overzicht van de minimale en maximale begeleiding die wij bieden, wat die begeleiding concreet inhoudt, en hoeveel tijd die kost. Uiteindelijk kunnen we in overleg een passend pakket samenstellen voor uw school.

3.2.1 Vaardigheid: Individuele hulp voor leerlingen

Wat leert de junior-docent?

Junior-docenten leren hoe ze een leerling effectief individueel kunnen helpen bij het maken van opgaven door middel van de techniek scaffolding: door de juiste vragen te leren stellen, achterhalen ze waar de leerling vastloopt, zorgen ze ervoor dat de leerling de opdracht vervolgens zelf kan oplossen, en reflecteren ze op het leerproces na afloop van iedere opgave. Junior-docenten kunnen gemaakt werk nakijken op zo’n manier dat ze zinvolle, concrete feedback geven die de leerling kan implementeren.

Waarom behandelen we deze vaardigheden?

Leerlingen lopen bij het maken van opdrachten vaak vast omdat ze ongestructureerd werken, niet omdat ze te weinig kennis hebben. Het is in zo’n geval zinloos om als docent uit te leggen wat het juiste antwoord is: de leerling weet het antwoord maar loopt de eerstvolgende vraag weer vast. Door middel van scaffolding helpt de junior-docent de leerling om zijn aanpak te structureren, zodat hij de opdracht zelf kan oplossen. Leerlingen hebben veel baat bij regelmatige goede feedback op hun werk, maar door tijdsgebrek bij docenten is de feedback vaak te summier, en wordt het bovendien zelden nog besproken, als er al tijd is voor feedback op huiswerk.

(14)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 13 van 24

Welke taken kan de junior-docent nu uitvoeren?

 Leerlingen persoonlijk helpen in de les met het maken van opdrachten

 Bijles geven

 Nakijken

Hoe is de junior-docent hierbij van toegevoegde waarde voor leerlingen en docenten?

 Helpen in de les

In de les is vaak te weinig tijd om leerlingen individueel te helpen met hun vragen, wat een enorme belemmering kan zijn voor hun leerproces, zowel inhoudelijk als qua motivatie. Eén of meerdere junior-docenten in de klas die leerlingen één op één goed verder kunnen helpen, maken een groot verschil. Bovendien zijn allerlei vormen van differentiatie tijdens de les ineens mogelijk, omdat er meer persoonlijke begeleiding is.

 Helpen met nakijken

Het ontbreekt docenten vaak aan de tijd om leerlingen (grondig) van feedback te voorzien op hun huiswerk, terwijl juist regelmatige tussentijdse feedback essentieel is voor een continu leerproces.

Junior-docenten die kunnen helpen met nakijkwerk, maken het ineens mogelijk leerlingen tussendoor beter te volgen en begeleiden, om regelmatiger formatief te toetsen met succes, en om te signaleren bij welke leerlingen extra hulp nodig is.

 Bijlessen geven

Sommige leerlingen redden het niet met reguliere lessen alleen. Bijlessen buiten school zijn ook nog eens kostbaar en daardoor veelal meer een ‘ongelijkmaker’ dan een ‘gelijkmaker’. Junior-docenten, die in dienst zijn van de school, kunnen waar nodig kosteloos bijles geven. Ze zijn verbonden aan de school en docent, zodat we de bijlessen perfect kunnen laten aansluiten op de lessen op school.

(15)

© Annemarijn Brouwer, Tim van der Meulen, Oskar Bles – 2021 Pagina 14 van 24

Wat bieden wij aan?

Minimaal (15 uur / 4 junior-docenten) Maximaal (60 uur / 4 junior-docenten) Basistrainingen

 3 trainingen

 4 uur per training

 Op de partnerschool

 Maximaal 4 junior-docenten per trainer

Basistrainingen

 3 trainingen

 4 uur per training

 Op de partnerschool

 Maximaal 4 junior-docenten per trainer (Bij)lesbezoeken

 10x per junior-docent per jaar

 Uitgebreide inhoudelijke feedback

 Focus op concrete verbeterpunten

 Contact met vakmentor over begeleiding

Persoonlijk leertraject

 Voor iedere junior-docent een persoonlijk leerplan

 Focus op instelling/houding/karakter

 Feedback na lesbezoek ingepast in bredere ontwikkeling junior-docent

 Driemaal per jaar uitgebreide reflectie op persoonlijke ontwikkeling

Welke kwaliteit kunt u verwachten?

Met het minimale pakket kunnen we de basale didactische vaardigheden aardig bijbrengen, maar blijft de kwaliteit van de (bij)lessen en het nakijken sterk afhankelijk van het instapniveau van de junior- docent.

Met het maximale pakket kunnen we ervoor zorgen dat alle junior-docenten de basale didactische vaardigheden goed en blijvend ontwikkeld hebben. We hebben dan de gelegenheid individuele moeilijkheden aan te pakken.

(16)

Pagina 15 van 24 Quotes

Quotes van leerlingen

“Ik durf sneller vragen te stellen aan een junior-docent dan aan een gewone docent, omdat de junior- docent toch dichter bij je staat”

“De junior-docent vraagt op het einde altijd wat ik van de opgave heb geleerd. Dat helpt me om concrete tips mee te nemen.”

“Als een junior-docent het uitlegt, dan weet diegene hoe het was om het eerst niet te weten en daarna wel.”

Quotes van junior-docenten

“Ik heb geleerd dat ik niet zomaar kan aannemen bij een opgave wat de leerling fout doet of niet weet, maar dat ik eerst goed moet doorvragen naar het echte probleem.”

“Ik krijg ook nog steeds tips waar ik wat aan heb, zoals bij de training vandaag (3 feb) over het in stukjes hakken van een vraag om een leerling een goed antwoord te laten geven. Elke week merk ik dat ik er zekerder sta en met een beter gevoel weg ga.”

“De leerlingen gaven mij zelf als feedback om uit mezelf wat vaker op ze af te stappen, zonder dat zij zelf hun vinger op steken. (...) Ik zal het dit blok gewoon lekker proberen en kijken hoe dat in de praktijk voelt.”

“Ik ben beter geworden in leerlingen zo zelfstandig mogelijk een probleem laten oplossen. In plaats van een vraag simpelweg te beantwoorden zoals in het begin van dit jaar, probeer ik leerlingen zo zelfredzaam mogelijk te maken door ze vragen terug te stellen en zelf te laten nadenken.”

“Wat ik zelf het nuttigste vond om tot nu toe te leren, is dat je in plaats van meteen uit te leggen er eerst achter probeert te komen wat nu écht de vraag is: waaróm snapt een leerling iets eigenlijk niet? Ik denk dat ik dat ook voor heel veel andere dingen kan gebruiken.”

“Je moet gaan nadenken hoe iemand anders denkt. Dus niet alleen maar ‘dit is voor mij heel logisch’, maar als iemand het niet begrijpt, moet je echt gaan bedenken ‘waarom begrijpt ie het niet? Waar gaat het fout?’”

“Ik heb echt geleerd om wanneer iemand een vraag heeft, echt eerst te proberen te begrijpen wat de vraag is, want vaak is het niet helemaal duidelijk wat iemand precies bedoelt.”

“Tijdens de trainingen leer je heel goed om echt door te vragen tot het probleem, zodat je doelgericht goed zo’n vraag kunt aanpakken. Ik wist van tevoren niet dat al die technieken erachter zaten, en vind het wel heel leuk om dat geleerd te hebben en merk ook dat ik dat goed in de praktijk kan toepassen.”

“Na zo’n bijles merk je vaak dat iemand best wel opgelucht is en dat het toch wel meevalt, dat het niet zo moeilijk is als gedacht. Dat is een heel fijn gevoel voor mij als junior-docent.”

“de meeste junior-docenten zijn wat jonger, misschien wel dezelfde leeftijd als de leerlingen. Dan kun je misschien wat makkelijker een connectie aangaan met de leerling - het is wat

(17)

Pagina 16 van 24 laagdrempeliger. Leerlingen voelen zich misschien wel wat vrijer om een foutje te maken. Junior- docenten weten zelf ook nog goed hoe het is om leerling te zijn.”

“Ik kan wat ik geleerd heb ook goed toepassen in het dagelijks leven, bijvoorbeeld als ik iets uitleg aan een klasgenoot. Dan weet ik nu veel beter hoe ik het kan uitleggen op een manier die zij ook begrijpen.”

Quotes van vakmentoren

“[Je] feedback [op leerlingwerk] wordt gewaardeerd door de leerlingen, dus dat betekent dat je dat goed onder controle hebt. (...) Enkele leerlingen heb ik helemaal ‘los gelaten’ in de zin van dat [naam junior-docent] die volledig begeleidt. Heel erg fijn!”

[op reflectieformulier van junior-docent] “Ga zo door. Ik vind je een heel fijn persoon, contact verloopt soepel en ben blij je erbij te hebben.”

[op reflectieformulier van junior-docent] “Wat mij betreft verloopt de samenwerking soepel. We hebben twee-wekelijks een afspraak waarin we bespreken hoe het gaat en hoe we verder gaan. Je bent goed bereikbaar en neemt je werk serieus.”

[vakmentor in gesprek met junior-docent] “Ik krijg veel van leerlingen terug dat ze jouw feedback waarderen. Dat vind ik heel fijn. (...) Ik krijg nu steeds meer vragen om feedback van leerlingen.”

(18)

Pagina 17 van 24 3.2.2 Vaardigheid: Klassikale hulp voor leerlingen

Wat leert de junior-docent?

Junior-docenten leren hoe ze een effectieve klassikale uitleg geven of filmpje maken: gestructureerd, voor de leerlingen relevant en interactief.

Welke taken kan de junior-docent nu uitvoeren?

 Lesfilmpjes maken, bv. i.h.k.v. ‘Flipping the Classroom’

 Stukjes uitleg van de docent overnemen

 Volledige lessen overnemen, bv. bij uitval docent door ziekte.

Hoe is de junior-docent hierbij van toegevoegde waarde voor leerlingen en docenten?

 Lesfilmpjes maken

Goede lesfilmpjes kunnen veel bijdragen aan het effectiever maken van een les. Ze kunnen ingezet worden om de leerlingen alvast van voorkennis te voorzien, of dienen juist als naslag. Leerlingen kunnen filmpjes in hun eigen tempo bekijken, zodat verschillen in leertempo minder belangrijk worden dan in een fysieke les. In de les kan meer tijd voor andere aspecten van het lesgeven worden uitgetrokken, zoals individuele begeleiding bij opdrachten of groepswerk - zeker in coronatijd van belang.

In alle gevallen is het maken van een filmpje geen sinecure: hoe houd je het interessant, kort en krachtig, interactief, en hoe maak je het met eenvoudige technische middelen? We behandelen met junior-docenten de belangrijkste vaardigheden die dat mogelijk maken.

 Stukjes klassikale uitleg of hele lessen overnemen

Het kan docenten en schoolleiding enorm veel ruimte geven als junior-docenten (stukken) les kunnen overnemen, bijvoorbeeld bij ziekte of vertraging van docenten, bij tijdelijke uitval, of bijvoorbeeld zodat de docent meer tijd en aandacht kan schenken aan enkele individuele leerlingen. Zonder voorbereiding en training is goed en interactief klassikaal lesgeven vrijwel onmogelijk, in onze ervaring.

Uitleg wordt dan al snel warrig, te snel, te langzaam, saai, te veel vanuit de docent, te weinig vanuit de leerlingen, etc. Het is daarom zeer waardevol als een goed getrainde junior-docent wél een klassikale uitleg van hoge kwaliteit kan geven. De besproken vaardigheden (structureren, relevant maken, interactief zijn) liggen bovendien ten grondslag aan alle vormen van klassikaal lesgeven, zoals ook het geven van directe instructie bij opdrachten.

(19)

Pagina 18 van 24

Wat bieden wij?

Minimaal (20 uur / 4 junior-docenten) Maximaal (90 uur / 4 junior-docenten) Basistrainingen

 4 trainingen

 4 uur per training

 Op de partnerschool

 Maximaal 4 junior-docenten per trainer

 d.m.v. rollenspellen en feedback op filmpjes

Basistrainingen

 4 trainingen

 4 uur per training

 Op de partnerschool

 Maximaal 4 junior-docenten per trainer

 d.m.v. rollenspellen en feedback op filmpjes

Lesbezoeken

 10x per junior-docent per jaar

 Uitgebreide feedback

 Focus op concrete verbeterpunten Tussentijdse trainingen

 1 - 5x per junior-docent per jaar

 d.m.v. rollenspellen en feedback

 Focus op uitleggen die op dat moment in de klas relevant zijn

Persoonlijk leertraject

 Voor iedere junior-docent een persoonlijk leerplan

 Focus op instelling/houding/karakter

 Feedback na lesbezoek ingepast in bredere ontwikkeling junior-docent

 Driemaal per jaar uitgebreide reflectie op persoonlijke ontwikkeling

Welke kwaliteit kunt u verwachten?

Met het minimale pakket kunnen we de basale didactische vaardigheden aardig bijbrengen, maar blijft de kwaliteit van de klassikale uitleg en de filmpjes sterk afhankelijk van het instapniveau van de junior- docent. De junior-docent kan in principe een stukje van de uitleg van de docent overnemen.

Met het maximale pakket kunnen we ervoor zorgen dat alle junior-docenten de basale didactische vaardigheden goed en blijvend ontwikkeld hebben. We hebben de gelegenheid individuele moeilijkheden aan te pakken. De junior-docent kan hele uitleggen en lessen overnemen.

Quotes

(20)

Pagina 19 van 24 Quotes van vakmentoren

“Een weekje nadat je je discussieles had gegeven kwam ik een leerling tegen en die zei tegen me dat hij het wel erg leuk had gevonden, echt wat anders dan anders.”

“De reden dat ik zit na te denken hoe je in mijn les ook meer klassikaal kunt presenteren, is omdat je dat heel goed ligt. Je bent supersympathiek voor de klas, en vandaag hebben we ook gezien dat je heel fijn omgaat met vragen en antwoorden van leerlingen.”

Quotes van junior-docenten

“Van tevoren structuur in iets krijgen voor ik er aan begin doe ik van mezelf al, maar ik heb wel veel gehad aan de feedback van de trainingen over hoe die structuur dan niet alleen voor mijzelf maar voor iedereen helder en logisch is.”

“Vooral bij de training van de tweede filmpjes was voor mijn gevoel het “kwartje” gevallen waarom het aangeven van de structuur in je presentatie nou precies belangrijk is.”

“Ik vond het de eerste paar keer wel een beetje spannend om voor de klas te staan, maar ik heb ontdekt dat mijn klas superfijn en aardig is. Ik mag ook gewoon fouten maken.”

“Ik heb geleerd hoe je veel duidelijker kunt presenteren, en hoe je veel beter structuur kunt toevoegen aan bijna elk gesprek dat je voert. En ook hoe je bijvoorbeeld met je lichaam moet presenteren voor de klas, en hoe je de aandacht moet vasthouden.”

“(…) leuk om leerlingen te betrekken bij de uitleg. Juist als iemand er niets van lijkt te snappen.”

“(…) veel geleerd over filmpjes maken. Ik wist niet dat er zo veel bij kwam kijken - heel leuk om dat geleerd te hebben.”

(21)

Pagina 20 van 24

3.3 TRAJECT 2: OPLEIDINGEN VOOR VAKMENTOREN

Een vakmentor doet de dagelijkse begeleiding van de junior-docent en heeft als doel om de junior- docent optimaal te laten leren op dagelijkse basis. Dat houdt bijvoorbeeld in dat hij regelmatig meekijkt met en feedback geeft aan hem/haar, verantwoordelijkheden geeft en er in het algemeen voor zorgt dat de junior-docent zich betrokken voelt bij de school.

3.3.1 Vaardigheid: Begeleiden van junior-docenten

Wat leert de vakmentor?

Vakmentoren leren hoe ze een junior-docent effectief kunnen begeleiden. Hun opleiding bestaat uit:

 grondig kennisnemen van het opleidingstraject van de junior-docenten;

 intensieve begeleiding bij het geven van feedback, onder andere d.m.v. rollenspellen;

 hulp bij het maken van afwegingen zoals: welke verantwoordelijkheid geef ik wanneer aan de junior-docent, waar betrek ik de junior-docenten wel en niet bij.

Waarom behandelen we deze vaardigheden?

Junior-docenten kunnen alleen optimaal leren als ze intensieve feedback krijgen op het werk dat ze doen: wat gaat er goed, wat kan er beter en hoe kan het beter. Om de feedback effectief te maken voor de junior-docent, moet die voldoen aan twee voorwaarden:

 De feedback moet aansluiten op het opleidingstraject van de junior-docent. Op die manier kan de junior-docent de feedback plaatsen binnen het geheel van zijn opleiding en is er een goede aansluiting tussen training en praktijk.

 De feedback moet op een goede manier gegeven worden. Vaak zien we dat ongetraind gegeven feedback onduidelijk is, weerstand oproept bij de ontvanger, niet de belangrijkste punten bevat of überhaupt niet overkomt.

Door goede feedback daarentegen kan een junior-docent in korte tijd snel vooruit komen.

Om het werk voor junior-docenten leerzaam te houden, is het van belang dat de junior-docent op een passende manier wordt uitgedaagd. Te veel uitdaging zorgt ervoor dat de junior-docent overvraagd wordt en het plezier verliest in zijn taken omdat hij er niet op berekend is, te weinig uitdaging zorgt voor verveling en daardoor een minder goede uitvoering van zijn/haar taken. Wij kunnen helpen met het maken van een goede afweging in wat op een bepaald moment passende verantwoordelijkheden zijn voor de junior-docent.

Welke taken kan de vakmentor nu uitvoeren?

 Junior-docenten op een dagelijkse basis feedback geven

 Junior-docenten op het juiste moment meer verantwoordelijkheid geven

 Junior-docenten betrekken bij de schoolorganisatie

(22)

Pagina 21 van 24

Wat bieden wij?

Minimaal (10 uur / 4 vakmentoren) Maximaal (40 uur / 4 vakmentoren) Basistrainingen

 2 trainingen

 4 uur per training

 Op de partnerschool

 Maximaal 4 vakmentoren per training

 Deels d.m.v. rollenspellen

Basistrainingen

 2 trainingen

 4 uur per training

 Op de partnerschool

 Maximaal 4 vakmentoren per training

 Deels d.m.v. rollenspellen (Bij)lesbezoeken

 5x per vakmentor per jaar

 Uitgebreide feedback

 Focus op concrete verbeterpunten

Quotes

Quotes van vakmentoren

“Ik vind het heel erg leuk dat ik een junior-docent erbij had dit jaar, en dat ik haar dingen van het lesgeven kon laten zien.”

[op reflectieformulier van junior-docent] “Ik ervaar de samenwerking als open en soepel: je staat open voor suggesties en uitdagingen en je bent flexibel met afspraken. Je bereidheid om te leren is groot en dat is erg fijn om te zien en voor mij ook fijn om mee samen te werken.”

Quotes van junior-docenten

“Het contact met mijn vakmentor is heel fijn… ik heb zelf ook wiskunde-les van haar gevolgd. Ik krijg veel vrijheid van haar, en we kunnen goed samenwerken.”

(23)

Pagina 22 van 24

3.4 TRAJECT 3: OPLEIDINGEN VOOR TRAINERS

Om het junior-docent-traject op school tot een duurzame constructie te maken, moeten er niet alleen junior-docenten en vakmentoren worden opgeleid, maar ook trainers die de junior-docentstructuur op school onderhouden: zij gaan de trainingen geven, voeren lesbezoeken uit, houden overzicht over hoe de junior-docenten ervoor staan, nemen de werving op zich en stemmen grotere plannen af met de schoolleiding. De trainers zijn verantwoordelijk voor het junior-docenttraject op school, en voor de duurzaamheid ervan: zij leiden later ook nieuwe trainers op. Kortom, de trainers hebben (idealiter) een coördinerende functie.

De opleiding van trainers heeft veel meer dan de andere opleidingen een gelijkwaardig karakter.

Immers, potentiële trainers zullen vaak ervaren docenten zijn, die wellicht ook al ervaring hebben met het coachen en opleiden van nieuwe collega’s.

3.4.1 Vaardigheid: Opleiden van junior-docenten

Wat leert de trainer?

Trainers leren hoe ze junior-docenten effectief kunnen opleiden. Concreet leren ze:

 effectief feedback geven, zowel in trainingen als bij lesbezoeken

 (groeps)trainingen voor junior-docenten organiseren en geven, fysiek en digitaal

 overzicht houden over de ontwikkeling van de junior-docenten

 contact onderhouden met alle betrokkenen bij het traject: de schoolleiding, vakmentoren en junior-docenten.

Waarom leert de trainer deze vaardigheden?

Wij blijven zelf waarschijnlijk niet langer dan het eerste jaar en dragen dus graag het coördineren van het junior-docenttraject tijdig over. Daarbij is het belangrijk dat de nieuwe trainers zelf helemaal achter de opleiding staan, zowel wat betreft de trainingen en de praktische modellen, als wat betreft de manier van feedback geven. We dragen onze expertise graag over en staan open voor eigen inbreng van de nieuwe trainers.

Welke taken kan de trainer nu uitvoeren?

 Organiseren en geven van de trainingen voor junior-docenten

 Feedback geven tijdens trainingen en lesbezoeken

 Organiseren en coördineren van de selectie van nieuwe junior-docenten

 Junior-docentstructuur op school monitoren, evalueren, duurzaam houden en verbeteren waar mogelijk op basis van eigen ervaringen en feedback van betrokkenen.

(24)

Pagina 23 van 24

Wat bieden wij?

Minimaal (10 uur / 2 trainers) Maximaal (60 uur / 2 trainers) Basistrainingen

 2 trainingen

 4 uur per training

 Op de partnerschool

 Maximaal 2 trainers-in-opleiding per trainer

 D.m.v. rollenspellen

Basistrainingen

 2 trainingen

 4 uur per training

 Op de partnerschool

 Maximaal 2 trainers-in-opleiding per trainer

 D.m.v. rollenspellen

Geleidelijk overdragen verantwoordelijkheid over trainingen en lesbezoeken

 Eerste trainingen en lesbezoeken doen wij, trainer-in-opleiding loopt mee

 Gedurende het jaar grotere rol in organisatie en geven training

 Uitgebreide feedback

 Focus op concrete verbeterpunten Na eerste jaar: jaarlijkse check

 2 keer per jaar meekijken met training

 In te plannen met de school

 Overleg met trainers van andere scholen om ervaringen ideeën en tips uit te wisselen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vier verschillende rechte lijnen worden getekend op een (oneindig groot) stuk papier. Het aantal punten waar twee of meer lijnen elkaar snijden wordt geteld. In de figuur hiernaast

• nadat Karin finishte maar voordat Lies finishte, kwamen nog precies twee anderen over de finish;.. • Marieke kwam niet als eerste over

• Je hebt voor deze opgaven 45 minuten de tijd. Een boekje ontstaat door 11 blaadjes op elkaar te leggen en het pak daarna door midden te vouwen. De pagina’s van het boekje worden

Hoeveel getallen van 3 cijfers (het eerste cijfer mag geen 0 zijn) zijn er met de eigenschap dat als je alle cijfers bij elkaar optelt de uitkomst groter is dan wanneer je alle

• Je hebt voor deze opgaven 45 minuten de tijd. Een pion staat op een speelbord dat bestaat uit tien velden genummerd 1 tot en met 10. De pion mag van het veld waarop hij staat

De eerste twee (1 en 2) verft ze rood, de volgende twee (3 en 4) wit, de daaropvolgende twee (5 en 6) blauw, dan weer twee rood, dan weer twee wit, dan weer twee blauw,

• Je hebt voor deze opgaven 45 minuten de tijd. Familie De Vrij rijdt over de Duitse autowegen naar een verre vakantiebestemming. Ze start met een volle tank. Bij een

Wat is het kleinste getal dat we kunnen verkrijgen door drie opeenvolgende positieve even getallen op te tellen, maar ook door vier opeenvolgende positieve even getallen op te