• No results found

Laatste zorg na overlijden.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Laatste zorg na overlijden."

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Theorie bij..

Laatste zorg na overlijden.

Een scholing van Maria de Greef voor Zuster 055

(2)

Rigor Mortis

Tot circa 36 uur na het overlijden treedt in toenemende mate de rigor mortis, oftewel lijkstijfheid, in. Na circa 72 uur begint het lichaam van de overledene weer langzaam te verslappen. De rigor mortis bestaat door chemische veranderingen in de spieren waardoor deze als het ware verkrampen. Dit begint in de kleine spiertjes, bijvoorbeeld die in de huid en de vingers en breidt zich daarna uit naar de grotere spieren.

Er bestaan allerlei fabels over het dode lichaam, bijvoorbeeld dat het lichaam binnen een paar uur verzorgd móet worden omdat het daarna, vanwege de lijkstijfheid, niet meer verzorgd zou kunnen worden.

Het is lastig om een overledene met stijve armen een overhemd of een blouse aan te

trekken. Dit is echter betrekkelijk eenvoudig op te lossen door de onderarm zachtjes richting bovenarm te duwen. De arm buigt dan weer in de elleboog. Bij het schoudergewricht kun je hetzelfde doen. Dit betekent dat je de totale arm zachtjes naar boven duwt totdat de overledene de ‘handen in de lucht heeft’.

Temperatuur

Na het overlijden produceren de organen en spieren geen warmte meer en begint het lichaam af te koelen. Dit proces duurt enige tijd. De snelheid van afkoeling ligt tussen een halve en een hele graad per uur. Dit betekent dat een lichaam na 8 tot 36 uur is afgekoeld tot de omgevingstemperatuur. Dit hangt natuurlijk af van de hoogte van de

omgevingstemperatuur, de mate waarin de overledene is ingepakt in kleding en het gewicht van de overledene. Het zal duidelijk zijn dat de overledene, na de verzorging, beter niet met een dik dekbed kan worden toegedekt. Hoe gezetter de persoon, hoe langer het duurt voordat het lichaam volledig is afgekoeld. Het onderhuidse lichaamsvet fungeert namelijk als warmte-isolatiedeken. De temperatuur van het lichaam wordt gebruikt om bij lijkvinding een schatting te maken over het tijdstip van overlijden.

De afkoeling van het lichaam wordt heel vaak kunstmatig gestimuleerd doordat een lichaam in een gekoelde ruimte of op een koelplaat wordt gelegd. Een gekoelde ruimte in een

rouwcentrum of mortuarium is rond de +4 graden Celcius. Een koelplaat koelt tot -20 graden Celcius.

De hoogte van de luchtvochtigheid bepaalt de condensvorming en daarmee de ijsvorming op de koelplaat. De luchtvochtigheid is hoger in de winter dan in de zomer en stijgt wanneer er veel mensen rond een overledene zijn.

Als een overledene uit een gekoelde ruimte wordt gehaald om vervolgens te worden opgebaard in een rouwkamer met normale temperatuur, zal er condens ontstaan. Condens ontstaat namelijk op de grensvlakken van de temperatuurverschillen.

Concreet betekent dit dat het lijkt alsof er zweetdruppels op het gezicht van de overledene staan. Met een papieren zakdoekje kun je deze druppeltjes deppen. Ook op de rand van de kist en op een eventuele bril zal condensvorming ontstaan.

(3)

Als de luchtvochtigheid naar beneden wordt gebracht zal ook de condensvorming minder worden. Een airco haalt de luchtvochtigheid aanmerkelijk naar beneden.

Ontbinding van het lichaam

Bij ontbindingsverschijnselen spelen bacteriën een zeer voorname rol. In tegenstelling tot wat meestal wordt gedacht, komen de meeste bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de ontbinding, het lichaam niet binnen door de huid. Integendeel, de huid houdt lange tijd als een zekere barrière stand.

Alle bacteriën die normaal in het darmkanaal aanwezig zijn, spelen bij het ontbindingsproces een rol. Reeds tien uur na de dood zijn bijvoorbeeld colibacteriën uit de darmen aan te tonen in de nieren, lever, milt, gal en in het bloed. Kennelijk hebben die bacteriën zich dwars door de darmwand heen verspreid. De bacteriën vinden in vochtige eiwitrijke organen een goede voedingsbodem waarbij koolzuur, methaan en andere gassen zoals zwavelwaterstof zullen ontstaan. Wanneer deze eiwitten afgebroken zijn, treden er veranderingen in die oorspronkelijke 'voedingsbodem' op. Dit heeft weer groei van andere bacteriën tot gevolg en wel van bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de zogenaamde 'lijkenlucht'.

Verloopt de ontbinding snel, dan heeft dat vaak stinkende ontbindingsgassen ten gevolg, die overigens volkomen ongevaarlijk zijn! Een langzame ontbinding verloopt vrijwel reukloos.

Komt het lichaam na de laatste verzorging tot rust, dan neemt de ontbindingsgeur vaak af.

De geur van de overledene kan erg confronterend zijn voor naasten.

In het proces van vertering van het lichaam zijn een aantal fasen te onderscheiden. Meestal treden de tweede en volgende fasen pas in na de begrafenis.

De vertering zet het eerst en het hevigst in de buikingewanden. In de neus- en mondholte, slokdarm, maag, dunne- en dikke darm en endeldarm leven alle mogelijke micro-

organismen. Onder normale omstandigheden houdt ons lichaam deze micro-organismen in toom. Na overlijden zorgen deze micro-organismen voor afbraak van de buikorganen omdat alle afweer tot stilstand is gekomen. Afbraak van de lever en met name de galgangen kan al na 72 uur een grauwgroene verkleuring van de buikwand ter hoogte van de lever

veroorzaken.

Een tweede fase is dat er in de buikholte organisch gas gevormd wordt. Door de gasvorming zwelt de buik op.

Tegelijk met de gasontwikkeling verkleurt de huid blauwachtig en laat de opperhuid los van het onderhuidse bindweefsel als een serie steeds groter wordende blaren.

Door de afbraak van weefsels wordt gedurende het hele ontbindingsproces een grote hoeveelheid vocht geproduceerd. Het water dat een groot gedeelte uitmaakt van ons

lichaam (70%), moet immers bij de ontbinding vrijkomen. Op een gegeven moment wordt de buikwand doorbroken en loopt vocht naar buiten.

De moeilijkst afbreekbare weefsels zijn de beenderen en het vetweefsel. Het verteren van weefsel kan een probleem opleveren als er niet voldoende zuurstof aanwezig is. Dat is het

(4)

geval bij begraven in dichte leemgrond of bij het gebruik van kunststoffen kleding en niet afbreekbare hoezen. Het lichaamsvet kan dan worden omgezet in een gele wasachtige substantie die slecht afbreekbaar is. Dit scheikundige proces noemt men verzeping.

Vochtverlies

Door verdamping verliest een overledene vocht. Een koeling onttrekt extra vocht aan een overledene. De overledene ‘droogt in’. Dit houdt in dat de huid gladder wordt en dat rimpels soms verdwijnen waardoor een overledene ‘er jonger’ uitziet. Dit indrogen heeft tot de fabel geleid over het doorgroeien na overlijden van de nagels en de haren. Haren en nagels

groeien niet door, wel kan het lijken alsof ze langer zijn doordat de huid zich ‘terugtrekt’.

Soms willen naasten dat een overleden man de dag nadat de laatste verzorging heeft plaatsgevonden, nog een keer wordt geschoren. Dat is heel goed mogelijk.

Doordat de huid ‘krimpt’ is er kans dat de ogen na een aantal dagen weer licht open gaan.

Om dit te voorkomen kun je een crème gebruiken. Als je het gezicht van de overledene daarmee insmeert, blijft de huid wat soepeler. Smeer de crème ook op de huid bij de punten van de ogen. Daarnaast kun je deze crème ook gebruiken voor de lippen. Daarmee voorkom je dat de lippen heel droog en schilferig worden.

In de oogbol kan, door vochtverlies, na een aantal dagen een ‘deukje’ zichtbaar worden. Om dit aan het zicht te onttrekken worden door sommige verzorgers standaard oogkapjes gebruikt. Deze worden op de oogbol, onder het ooglid geplaatst.

Er kan veel vocht zitten in maag en/of longen. Daardoor bestaat het gevaar van vochtverlies uit mond en/of neus. Als een overledene een opgezette buik heeft, dien je hier extra alert op te zijn. Vroeger gebruikte men wel vette watten om de anus ‘op te stoppen’. Inmiddels heeft men dit als algemene richtlijn losgelaten. Als de ontbinding in de buik snel verloopt, moet het vocht ergens naar toe. Als het vocht niet via de onderkant het lichaam kan verlaten, gaat het vanzelf naar boven.

Als men dit gevaar ziet aankomen, gebruikt men vaak flufstroken of ander absorberend materiaal. Deze worden met een lang pincet in keel en neus gedaan waardoor deze uitgangen worden geblokkeerd. Het vocht zal dan de weg ‘naar beneden’ kiezen.

Een drastischer methode is het uitzuigen van de maag met een speciale pomp. Dit kan door iemand worden gedaan die daar ervaring mee heeft.

Wanneer er vocht uit de anus blijft komen, is het verstandig iets te doen. Je kunt de anus dan opstoppen met vette watten of je kunt flufstroken gebruiken.

Verkleuringen van de huid

Een overledene wordt bleek in het gezicht doordat, nadat de bloedsomloop is gestopt, het bloed wegtrekt uit het gezicht. Als het bloed in de aderen tot stilstand is gekomen, zakt het door de zwaartekracht door de aderwanden heen naar de laagst gelegen delen. Dat is meestal in het achterhoofd, de rug, de schouders en de achterzijde van de benen. Hierdoor ontstaan lijkvlekken, ook wel livor mortis genoemd. Dat zijn donkerrode tot blauwpaarse vlekken die vrij snel na het overlijden zichtbaar kunnen worden. De eerste uren na het ontstaan van lijkvlekken kan men het bloed nog wegmasseren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer de oren en hals donkerrood of blauwpaars kleuren. Bij het verzorgen van een overledene kunnen naasten nogal eens schrikken van lijkvlekken. Leg dan rustig uit dat dit

(5)

een normaal verschijnsel is en dat dit geen negatieve consequenties heeft voor het opbaren.

Ook vingertoppen kunnen paars kleuren in de loop van het opbaringsproces. Handen worden namelijk vaak zo neergelegd dat de vingertoppen het laagste punt vormen.

Een aandachtspunt is om altijd te zorgen dat het hoofd van de overledene iets hoger wordt gelegd dan de rest van het lichaam. Dit om verkleuring te voorkomen.

Als de huid blauw en later groen gaat kleuren is dat een teken dat de ontbinding volop in werking is. Meestal wordt dit het eerst zichtbaar op de buik. Maar dat is niet waarneembaar omdat de meeste overledenen gekleed opgebaard worden. Wees waakzaam als je

verkleuringen rond mond en/of neus waarneemt.

De laatste verzorging

Het is belangrijk om te weten of de arts al is geweest om de dood vast te stellen. Als dit niet het geval is, mag je niet met de laatste verzorging beginnen!

Praktische voorbereiding

Voorkom rugklachten door het bed, indien mogelijk, op de juiste hoogte te stellen. Bij een bed van de thuiszorg laat je de zijkanten naar beneden vallen en de ‘papegaai’ haal je uit de standaard. Als een bed heel erg laag is, werk dan bij voorkeur op je knieën. Minimaliseer de momenten dat je met een gebogen rug staat. Spreek daar ook de naasten, als dat enigszins mogelijk is, op aan.

Als iemand in een tweepersoonsbed is overleden, zal een van de verzorgers op de knieën op het bed moeten gaan zitten. Stem dit af met de naasten.

Zet een bak met water klaar. De temperatuur van het water wordt bepaald door wat de naaste prettig vindt. Dat kan weer bepaald worden door wat de overledene altijd prettig vond. Zorg voor een stapel handdoeken en washandjes. Een wat grotere handdoek kan handig zijn voor het bedekken van een deel van het lichaam. Voorkom dat iemand steeds om de overledene heen gaat lopen door van tevoren goed af te spreken wie ‘wast’ en wie

‘droogt’. Overigens kun je een washandje ook aan de andere verzorger geven zonder om de overledene heen te lopen.

Als je zelf handschoenen aan doet, leg dan kort uit waarom je dat doet. Je kunt de naasten voorstellen ook handschoenen te gebruiken. Het spreekt voor zich dat, als je ervoor kiest een schort te gebruiken, deze schoon en gestreken is en niet al te onvriendelijk aandoet.

Werkwijze

Soms zijn de ogen nog open. Vraag aan de naasten of een van hen ze zelf wil sluiten. In de meeste gevallen is dat niet moeilijk. Soms willen de ogen niet helemaal dicht of gaan ze gedurende de volgende dagen steeds iets verder open. Als je vermoedt dat dit gaat gebeuren kun je na de laatste verzorging natte wattenschijfjes op de ogen leggen en die wattenschijfjes zachtjes aandrukken. De kans is dan groot dat de ogen gesloten blijven.

Een andere mogelijkheid is om een stukje vloeipapier op de oogbol te leggen en de oogleden daarover heen te trekken. Doordat het papier vocht opneemt, blijft het oog vaak wel

gesloten. Nog een stap verder is om een oogkapje op de oogbol te leggen. Er zijn huidkleurige en transparante oogkapjes. Meestal moeten die op maat worden geknipt.

Aan de buitenzijde van het oogkapje zitten kleine puntjes waarop het ooglid vast blijft zitten.

(6)

Een tweede reden om oogkapjes te gebruiken is om te voorkomen dat na een aantal dagen er zichtbaar een kuiltje in de oogbol ontstaat.

Een van de eerste aandachtspunten is het eventuele kunstgebit. In verband met de verstijving van de kaak, is het belangrijk het gebit zo snel mogelijk in te doen (eerst het boven- en vervolgens het ondergebit). Overigens is het natuurlijk wel een vraag òf het kunstgebit ingedaan moet worden. Soms is iemand door een ziekteproces zodanig

vermagerd, dat het gebit niet meer past. Als iemand wekenlang geen gebit in heeft gehad, kan het letterlijk een raar gezicht zijn om dat dan weer in te doen.

Om het lichaam te kunnen wassen zullen eerst de kleren uit moeten worden gedaan. Als de armen al wat stijf zijn geworden komen de naasten soms al snel met de suggestie om het pyjamajasje of het T-shirt 'open te knippen'. Jij kunt dan aangeven dat dit niet hoeft omdat straks immers nog een 'moeilijker' kledingstuk zoals een overhemd of blouse, zal moeten worden aangetrokken. Praktisch gezien creëer je meer 'ruimte' door beide armen tegelijk langs het hoofd omhoog te leggen.

Als de overledene decubituspleisters heeft tegen doorliggen, is het aan te bevelen deze gewoon te laten zitten. De reden daarvoor is dat de huid onder die pleisters uiterst kwetsbaar is.

Lange tijd was de theorie gangbaar dat het aan te bevelen was om met zeep te wassen vanwege de lekkere geur. De zeep mocht niet worden afgespoeld. Later mocht er juist geen zeep gebruikt worden omdat dat de beschermingslaag van de huid van de overledene aantast.

Of je bij het wassen zeep gebruikt, hangt wat ons betreft vooral af van de gewoonte die de overledene in dat verband had en wat de naasten prettig vinden.

Na het wassen van het onderlichaam kun je het ondergoed aan doen met daarin een inlegger. Deze inlegger is bedoeld voor een enkel druppeltje urine of ontlasting.

Standaard is de sluitspier dicht. Door de lijkstijfheid wordt de sluitspier gefixeerd.

Voordat je met het aankleden begint is het aan te raden de nagels te knippen en eventuele baardgroei te scheren. Doe dit in nauw overleg met de naasten. Sommige mensen hadden bijvoorbeeld altijd wat langere nagels of stoppels.

Een overledene verzorgen en aankleden gebeurt wat ons betreft altijd met minimaal twee personen. In de beschrijving van de laatste verzorging gaan we uit van één persoon aan beide lange zijden van het bed.

Het kleden van een overledene vergt bepaalde handelingen waarbij de overledene gedraaid moet worden. Het is belangrijk om dit zo min mogelijk te doen.

Zorg dat alle kledingstukken klaarliggen. Soms ligt wel het juiste pak of de favoriete jurk klaar, maar vergeet men dat de overledene ook onderkleding en sokken aan´moet´.

Allereerst worden hemd en onderbroek aangetrokken. Deze zijn meestal van een dusdanige stof dat de overledene niet hoeft te worden gedraaid (anders zie werkwijze onder het kopje

‘draaien’ op de volgende bladzijde). Een bh is een kledingstuk dat niet gemaakt is voor een

(7)

liggende houding. Dat neemt niet weg dat veel naasten er toch voor kiezen om de overledene wel een bh aan te doen, om de kleding compleet te laten zijn.

Daarna worden alle kledingstukken voor het bovenlichaam eerst via de´voorzijde

aangetrokken’. Later, als het lichaam gedraaid is, kan de kleding aan de achterzijde van het lichaam worden rechtgetrokken.

Een manier die het aandoen van een blouse, (over)hemd, jasje enz. vergemakkelijkt, is het volgende.

Je legt het kledingstuk ‘ondersteboven’ op de buik van de overledene. Dit betekent dat de binnen- en/of voorzijde van het kledingstuk op de buik ligt. Tevens ligt de halsboord van het hemd of de jurk op de onderbuik.

Vervolgens ga je met jouw hand door het uiteinde van de mouw (beginnend bij de polsboord) en pakt de hand van de overledene. Zo trek je de mouw over de arm van de overledene heen.

Je schuift de mouw zover mogelijk naar de schouder en legt de arm voorzichtig omhoog langs het hoofd. Hierdoor krijg je ruimte om het kledingstuk over het hoofd te doen.

Een persoon houdt de boord van het kledingstuk open en de ander tilt het hoofd van de overledene er doorheen.

Zonder de overledene te draaien probeer je het kledingstuk zover mogelijk onder de schouders door te trekken. Door middel van jouw hand onder de oksel van de overledene naar de schouder te schuiven, kun je het hemd vast te pakken. Je kunt niet aan alle kledingstoffen even hard trekken, dus pas op.

Zo zorg je dat kledingstukken voor het boven lichaam´klaarliggen´voordat je de overledene gaat draaien. Als het kan is het handig dat een persoon aan de ene kant van het bed gaat staan om de overledene naar zich toe te draaien. De andere persoon kan dan aan de rugzijde van de overledene de kledingstukken recht trekken. Vaak is één keer draaien niet genoeg omdat de overledene met de zijkant op zijn/haar kleding ligt. Door de overledene nog een keer de andere kant op te draaien kunnen alle kledingstukken op de juiste plaats getrokken worden.

De kledingstukken van het onderlichaam zijn een stuk makkelijker. Een broek, een rok een panty of maillot worden, bij voorkeur met twee ‘pijpen’ tegelijkertijd, over de benen heen gerold of getrokken. Er is ruimte voldoende om het kledingstuk onder het beengedeelte van het lichaam te krijgen. Om het kledingstuk onder de billen te trekken kun je het beste het volgende doen:

• Met de ene hand pak je de overledene onder de hiel vast.

• Met de andere hand neem je de broekriem of rokboord.

• Door de benen in een vlotte beweging bij de hiel op te tillen komen de billen iets omhoog. In diezelfde beweging trek je met je andere hand de broek of rok onder de

‘opgetilde’ billen.

• Door de overledene nog een of twee keer te draaien trek je dan meestal alle kleding op zijn plaats.

(8)

• Zorg van tevoren dat een eventuele riem of ceintuur al in de daarvoor bedoelde lusjes zit.

• Daarna kunnen sokken en schoenen worden aangetrokken. Als naasten willen dat een overledene schoenen of sloffen aan heeft, geef dan aan dat ze dat beter meteen na het verzorgen kunnen doen. Door het liggen gaan de tenen vaak naar voren staan en is het soms moeilijker om na een paar dagen nog schoenen aan te trekken.

• Draaien

• Je zult de overledene af en toe moeten draaien om de kleding aan de rugzijde glad te trekken.

• Probeer daarbij het aantal keren dat je de overledene draait, tot een minimum te beperken. Bij het draaien kan er vocht uit de mond komen. Wees hier alert op bij de eerste maal draaien. Leg een handdoek of een celstof matje bij de mond en zorg dat de kleding niet bevuild wordt. Bij het draaien kan er nog een soort ‘zucht’ te horen zijn. Eerder zeiden we al dat het belangrijk is om naasten hierop te attenderen. Er kan nog een restje lucht in de longen zijn dat door het draaien vrijkomt.

Specifieke handelingen

Stoma

Een stoma is een kunstmatige uitgang van darmen of blaas.

Als er vocht zit in het stomazakje dien je dit zakje te verwijderen en een nieuw zakje te bevestigen.

Infuus

In een thuissituatie verwijdert de arts soms het infuus. Anders doe jij dat en plak je een pleister op het wondje.

Over de vraag of een infuus verwijderd dient te worden, zijn de meningen verdeeld.

Tegenstanders wijzen op de druk die achter de infuusnaald zit. Deze kan minimaal zijn maar ook erg groot. Eigenlijk is de enig veilige manier het hechten van de wond. Het is zeer

onverstandig om een infuus dat is ingebracht in de lies of net boven het sleutelbeen, zo maar te verwijderen! Met name op de ader in de lies staat grote druk. Het beste is op safe te spelen door dit infuus te laten zitten en het zorgvuldig af te plakken met gaas of een grote pleister. Een overledene die een infuus net boven het sleutelbeen heeft, kun je het beste een nacht laten liggen voordat je dat infuus verwijdert. De druk is er dan van af. Het beste is dan om om het vat te hechten, de draad vervolgens aan te trekken en dan met lijm te fixeren. Een andere mogelijkheid is het dichtdrukken van het vat met de duimen en dan er lijm inknijpen. Bij twijfel is het echter beter het infuus te laten zitten.

Blijft het wondje bloeden, dan is er sprake van stuwing. Dit betekent dat er nog druk staat op het bloedvat. In de hand is het bloeden te stoppen door de arm omhoog te houden. De hand heeft kleine bloedvaten.

In de arm wordt het infuus ingebracht in een grote ader. Wanneer hier stuwing ontstaat zul je een band vlak boven de elleboog aan moeten brengen. Hiervoor draai je stroken leukosilk, een soepele tape, strak om de bovenarm, zodat stuwing naar de onderarm wordt

voorkomen. Ook kun je op de wond een opgevouwen gaasje plaatsen en dit met leukosilk

(9)

strak omwikkelen. Wanneer er sprake is van veel stuwing, plaats je een rolletje gaasverband op de wond en dit omwikkel je met leukosilk.

Wanneer je een overledene moet verzorgen, bij wie de arm of de pols is omwonden met een gaasverband met daaronder een gaasrolletje, dan kun je dit het beste een paar uur zo laten zitten. Daardoor kun je een bloeding voorkomen. Verwijder je dit verband, dan behandel je het wondje op de bovenomschreven manier. Wanneer de plaats van het verband bij opba- ring niet in het zicht is, is het beter dit verband gewoon te laten zitten.

Bij bepaalde medische onderzoeken wordt een opening gemaakt in de lies. Komt de patiënt te overlijden dan zal de lies worden verbonden met een stevig verband met daaronder een verbandrol. Verwijder een dergelijk verband niet. De kans op een bloeding is groot.

Katheter

Een katheter kan op een eenvoudige wijze verwijderd worden.

Voordat je dat gaat doen is het raadzaam om nog even op de blaas te drukken. Komt er geen urine meer, dan mag je ervan uitgaan dat er daarna ook niks meer komt. Werk altijd met handschoenen en leg een matje onder de overledene. Bij het verwijderen van de katheter kunnen er natuurlijk altijd druppels urine meekomen.

Door een spuitje te zetten op het losse uiteinde van de katheter, kun je de lucht uit het ballonnetje halen waarmee de katheter vast zit in de blaas. Je kunt de katheter dan langzaam uit het lichaam verwijderen. Knip het slangetje niet door want dan spuit, onder druk, de zoutoplossing eruit die het ballonnetje op z’n plaats houdt. Wel kun je door het slangetje dicht te drukken met duim en wijsvinger en dan te knippen, de zoutoplossing in kleine hoeveelheden weg laten lopen. Je kunt ook eerst een knoop leggen, het slangetje dichtdrukken met duim en wijsvinger en dan het slangetje doorknippen, ook dan kun je de zoutoplossing gedoseerd weg laten lopen.

Pacemaker / ICD

Soms heeft een overledene een pacemaker of ICD. Afhankelijk van een aantal zaken zal deze al of niet uit het lichaam moeten worden verwijderd. In geval van een crematie moet de pacemaker worden verwijderd.

Onderhuidse insulinepomp

Sommige diabetespatiënten hebben een onderhuids aangebrachte insulinepomp. In deze pomp zit een klein batterijtje. In geval van een crematie zal deze verwijderd moeten worden.

Mogelijkheden om de ontbinding te vertragen.

In Nederland passen we een aantal methodes toe om de ontbinding te vertragen en het lichaam tussen overlijden en uitvaart zo goed mogelijk te houden.

Koelen: op een koelplaat, met een bedkoeling, in een gekoelde kamer of koelcel

Thanatopraxie: oftewel: lichte balseming. Een invasieve behandeling die door specialisten wordt uitgevoerd. De ontbinding kan hiermee tot tien dagen worden stilgezet.

(10)

Bio Sac: een alternatief product: actieve koolstof dat in zakjes op de buik van de overledene gelegd wordt. Alternatieve methodes zoals graszoden, koffiedik, etherische oliën.

De wet schrijft niet voor dat een lichaam geconserveerd moet worden. De naasten kunnen dus ook kiezen om niets te doen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gezien het grote verschil tussen de Philips Oralix en de andere geteste, grotere tandheelkundige röntgenap- paraten is het duidelijk, dat in het opzicht van oppervlakte-exposie

Als de bloedva ten in de huid w ijder worden, stroom t er meer (warm) bloed door de huid en neem t de warm tea fgi f te toe.. 3 Een dikke vacht van haren of veren komt alleen

(Een historisch verhaal speelt zich af in het verleden. Het kan een verzonnen of een waargebeurd verhaal zijn. In een verzonnen verhaal beleeft een hoofdpersonage avonturen; op

• hydrateert de getroffen huidzone, herstelt de vochtbalans en vermindert de intensiteit van vroege symptomen van door radiotherapie veroorzaakte huidreacties zoals rode,

Als de pleisters door een assistente worden verwijderd, kan deze zien of er al een reactie te zien is.. De assistente vertelt alleen of er een reactie is, maar niet voor

De vakgroep dermatologie gebruikt voornamelijk de folders van de Nederlandse Vereniging voor dermatologie en Venerologie, klik op de link voor informatie over corticostroïden voor

De overgang tussen de opperhuid en de lederhuid heeft een golvend karakter in de jonge huid waardoor de huid elastisch is.. In de verouderde huid is die

„Dit jaar hadden we het voor- deel dat ik de kans kreeg om met Broederlijk Delen op inleefreis naar de Filippijnen te trekken”, vervolgt Van Peteghem.. „Daar zag ik met eigen ogen