• No results found

Promotie-onderzoek naar financiële problematiek onder reclasseringscliënten. Gercoline van Beek Hogeschool Utrecht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Promotie-onderzoek naar financiële problematiek onder reclasseringscliënten. Gercoline van Beek Hogeschool Utrecht"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Promotie-onderzoek naar financiële

problematiek onder reclasseringscliënten

Gercoline van Beek Hogeschool Utrecht

(2)

Presentatie

• Achtergrond onderzoek

• Doel onderzoek

• Methoden

• Bevindingen

• Implicaties

2

(3)

Achtergrond

NAAM PRESENTATIE3

(4)

Achtergrond • Financiële problematiek belemmert terugkeer naar de maatschappij.

Praktijk

Vooruitgang op andere domeinen wordt vaak tenietgedaan door complexe schuldsituaties.

Ondersteuning ontbreekt vaak.

Reclasseringswerkers missen handvatten voor begeleiding.

Literatuur

Financiële problematiek is een criminogene factor.

Weinig bekend over interactie tussen schulden en criminaliteit en onderliggende factoren.

Elk jaar keren ongeveer 30.000 gedetineerden terug vanuit gevangenschap naar de samenleving.

De reclassering houdt op een deel van hen toezicht om recidivekansen te verminderen en maatschappelijke re-integratie te bevorderen.

In de praktijk van het reclasseringswerk werd geconstateerd dat reclasseringswerkers bij het toezichthouden met hun cliënten veelal vooruitgang boeken op levensdomeinen zoals wonen, werk en relaties, maar dat deze vooruitgang vaak wordt tenietgedaan door complexe schuldsituaties waarin cliënten verkeren.

Deze schulden verhogen mogelijk het recidiverisico, omdat ze het leven ontregelen en stress veroorzaken.

Zonder hulp is slechts een enkeling in staat de schuldenlast op te lossen en hebben cliënten vaak geen uitzicht op een schuldenvrije toekomst.

In theorie kunnen ze gebruik maken van reguliere schuldhulpverlening, maar in de praktijk kunnen ze daarvan om allerlei redenen vaak geen gebruik maken.

Reclasseringswerkers missen in de dagelijkse praktijk handvatten om cliënten te begeleiden bij financiële problematiek en bij gebrek aan een eenduidige methodische aanpak zoeken zij hun eigen weg.

Ook vanuit de nationale en internationale literatuur en de onderbouwing van het

risicotaxatie-instrument van de reclassering, de RISc, is financiële problematiek bekend als criminogene factor en is er dus onderbouwing voor het feit dat er samenhang tussen financiële problematiek en delictgedrag is, maar is weinig bekend over de interactie tussen schulden en criminaliteit en de factoren die daarbij een rol spelen.

4

(5)

Kortom, financiële problematiek bleek een belangrijk probleem te zijn onder

reclasseringscliënten waarbij ondersteuning veelal mist en zowel de praktijk als de theorie vroegen dus om onderzoek dat meer inzicht biedt in de complexiteit van financiële

problematiek onder reclasseringscliënten en dat werkers bovendien concrete handvatten kan bieden om cliënten beter te begeleiden bij financiële problematiek.

Daar kwam nog iets bij: In 2014 is vanuit het lectoraat Werken in Justitieel Kader samen met het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht het onderzoeksrapport

‘Gevangen in schuld’ gepubliceerd.

Daarin werd geconcludeerd dat veel cliënten van de reclassering inderdaad in complexe schuldsituaties verkeren maar handvatten inderdaad veelal ontbreken.

In reactie op ‘Gevangen in schuld’ heeft de reclassering middels een Tweede Kamer-motie in 2016 opdracht gekregen nader onderzoek te doen naar de problematiek en methodieken te ontwikkelen voor begeleiding van cliënten met financiële problemen.

Dat vormde de concrete aanleiding voor dit onderzoek.

(6)

Doel

NAAM PRESENTATIE5

5

(7)

Doel • Doel: Inzicht samenhang financiële problematiek en delictgedrag + handvatten voor de praktijk

• Onderzoeksfocus: Directe en indirecte verbanden tussen financiële problematiek en delictgedrag

Omvang, aard, ernst en prevalentie financiële problematiek

Achtergrondfactoren financiële problematiek

Wisselwerking financiële problematiek en delictgedrag

Handvatten voor de praktijk

Doel van dit onderzoek was dan ook meer inzicht te creëren in de samenhang tussen schulden en delictgedrag en zo bij te dragen aan de ontwikkeling van handvatten voor reclasseringswerkers en andere forensisch sociale professionals om cliënten zo goed mogelijk te begeleiden bij financiële problematiek.

De hoofdvraag richtte zich daarom op de directe en indirecte verbanden tussen financiële problematiek en delictgedrag.

• Daarbij hebben we allereerst gekeken naar de omvang, aard, ernst en prevalentie van financiële problematiek onder reclasseringscliënten,

• vervolgens naar de achtergrondfactoren die een rol spelen bij deze financiële problematiek en ook de rol van de criminele voorgeschiedenis daarin,

• daarna zijn we dieper ingegaan op de wisselwerking tussen financiële problematiek en delictgedrag

• en tot slot is de slag naar de praktijk gemaakt, namelijk wat reclasseringswerkers en andere forensisch sociale professionals dan vervolgens nodig hebben om cliënten zo optimaal mogelijk te begeleiden bij financiële problematiek.

(8)

Methoden

NAAM PRESENTATIE7

7

(9)

Methoden • Systematisch literatuuronderzoek

• Dossieronderzoek incl.

risicotaxatie (250 dossiers)

• Interviews

Reclasseringswerkers (33) Cliënten (16)

• Casusstudie (5)

• Kwantitatieve studie

Om deze vragen te kunnen beantwoorden zijn vijf verschillende deelonderzoeken uitgevoerd.

Allereerst is een systematische literatuurstudie uitgevoerd om te kijken wat er in de literatuur al bekend is over de relatie tussen financiële problematiek en delictgedrag.

Daarna zijn vier empirische deelstudies uitgevoerd, landelijk binnen de drie

reclasseringsorganisaties die er in Nederland zijn, zo evenredig mogelijk verspreid over de verschillende regio’s.

Hierbij zijn 250 cliëntdossiers geanalyseerd inclusief de risicotaxatie.

Middels het dossieronderzoek hebben we gekeken naar de aard en omvang van de schuldenproblematiek onder deze doelgroep en de begeleiding die ze ten aanzien van de problematiek krijgen.

Daarna hebben we interviews gehouden met zowel reclasseringswerkers als -cliënten. Ik heb daarvoor gesproken met 33 werkers en 16 cliënten.

In de interviews is met name gefocust op de invloed die de financiële problematiek heeft op de doelgroep, de belemmeringen die worden ervaringen in de begeleiding ten aanzien van financiële problematiek en wat daarin nodig is.

In een casusstudie is verder uitgediept wat nu werkzame elementen zijn in de begeleiding van cliënten met financiële problematiek.

En middels een kwantitatieve studie is gekeken in hoeverre financiële problematiek voorspellend is voor recidive.

(10)

Bevindingen

NAAM PRESENTATIE9

9

(11)

Literatuurstudie • Sterke relatie tussen financiële problematiek en delictgedrag.

• Delinquentie vergroot het risico op financiële problemen.

• Financiële problemen zijn een risicofactor voor delictgedrag.

Zonder uitputtend en volledig te zijn enkele resultaten eruit gelicht:

In het literatuuronderzoek keken we dus naar wat er in de literatuur al bekend is over de relatie tussen financiële problematiek en delictgedrag.

Wat we daarbij zien is dat in de criminologische literatuur is van oudsher veel aandacht wordt besteed aan de invloed van socio-economische factoren zoals het al dan niet hebben van werk of inkomen op criminaliteit.

Hoewel individuele financiële problemen een betere indicator kunnen zijn voor

verslechtering van iemands financiële situatie dan socio-economische factoren hebben slechts enkele studies zich geconcentreerd op de rol van financiële problemen.

De weinige studies die er zijn laten zien dat er inderdaad een verband is tussen financiële problemen en delinquentie, maar er is weinig bekend over de richting van deze relatie of de factoren die deze relatie beïnvloeden.

De kern van het literatuuronderzoek was verder dat de literatuur inderdaad onderbouwing laat zien voor een sterke relatie tussen financiële problematiek en delictgedrag (ongeacht het type delinquentie), dat delinquentie het risico op financiële problemen vergroot en dat financiële problemen op hun beurt een risicofactor vormen voor delictgedrag, dus delinquenten met schulden hebben een groter risico op recidive en delinquenten die recidiveren hebben een groter risico op schulden.

Een conclusie van dit deelonderzoek is dan ook dat financiële problematiek en delictgedrag elkaar dus wederzijds lijken te beïnvloeden en versterken en financiële problemen dan ook

(12)

Dossieronderzoek

Veel problemen vinden hun oorzaak al in de (vroege) jeugd.

Complexe psychische en fysieke

gezondheidsproblemen spelen een belangrijke rol.

Zowel deze factoren als financiële problematiek zelf krijgen minimale aandacht.

Financiële begeleiding van reclasseringscliënten is minimaal.

Veel cliënten hebben een beperkte of niet- afgeronde opleiding, waardoor zij veelal geen baan vinden of behouden. Vaardigheden en gedrag spelen hierin een rol.

Gebrek aan werk is een risicofactor voor delictgedrag, soms direct door het ontbreken van structuur, soms indirect via het ontbreken van inkomsten. Verslaving kan dit gebrek aan inkomsten versterken en leiden tot schulden.

Andersom kan delictgedrag leiden tot het afbreken van een opleiding of baanverlies en zo leiden tot financiële problematiek en het stagneren van schuldenaanpak.

In de literatuur is er dus weinig bekend over de factoren die de relatie tussen financiële problematiek en delictgedrag beïnvloeden, dus daar is in het dossieronderzoek nader naar gekeken alsmede naar de begeleiding daarbij.

Ook bij de resultaten van het dossieronderzoek enkele kernpunten:

De kern van het dossieronderzoek was dat veel problemen van cliënten hun oorsprong al vinden in de vroege jeugd en dat dit ook geldt voor financiële problematiek.

Veel cliënten ervoeren in hun jeugd bijvoorbeeld een gebrek aan continuïteit, stabiliteit en affectie, wat heeft geleid tot mentale en gedragsproblemen als gevolg waarvan ze slechts beperkt opleiding volgden of niet in staat waren hun opleiding af te ronden of te werken of aan een baan te komen en geen stabiele inkomstenbron om van rond te komen hadden.

Hierin speelt ook een gebrek aan vaardigheden of gedragsproblematiek vaak een rol.

Verder bleek dat de meerderheid van de cliënten meerdere complexe psychische en fysieke gezondheidsproblemen of verslavingsproblemen kende die hun mogelijkheid om te werken en hun financiën te beheren negatief beïnvloedde.

Wat we verder zien is dat deze factoren elkaar wederzijds beïnvloeden.

Gebrek aan werk kan op zijn werk bijvoorbeeld belangrijke risicofactor vormen voor zowel financiële problematiek als delictgedrag, soms direct omdat cliënten structuur missen en daardoor in delictgedrag vervallen, soms indirect omdat het leidt tot een gebrek aan inkomsten.

Deze resultaten onderstrepen ook de beschermende rol van het hebben van werk.

Ook kan het andersom zo zijn dat delictgedrag het voltooien van een opleiding of het behouden van werk bemoeilijkt, wat de financiële problematiek op zijn beurt weer kan vergroten.

11

(13)

Dit zijn slechts enkele veelvoorkomende voorbeelden.

Ondanks dat deze factoren dus een belangrijke rol bleken te spelen bleek uit de dossiers dat reclasseringswerkers vaak geen aandacht besteden aan de relevantie hiervan voor financiële begeleiding.

In bredere zin bleek dat reclasseringswerkers niet op structurele basis aandacht besteden aan financiën, schulden en financiële begeleiding.

Vaak is bijvoorbeeld de schuldhoogte enkel ruw geschat of helemaal onbekend en is niet of niet volledig bekend bij welke schuldeisers er schulden zijn, waarin natuurlijk ook een grote rol speelt dat cliënten dit zelf vaak ook niet weten.

Bij de cliënten voor wie dit wel bekend is viel op dat cliënten vaak schulden hebben bij de schuldeisers die juist voor extra barrières zorgen voor terugkeer naar de maatschappij, zoals het CJIB en zorgverzekeraars.

Daarnaast viel op dat cliënten zelden structurele begeleiding krijgen ten aanzien van financiën.

Het type begeleiding dat het meest voorkomst is beschermingsbewind, maar dat is niet gericht op het cliënten weer leren zelf hun financiën te beheren en een legaal en voldoende inkomen te genereren en ook wisselt de kwaliteit van beschermingsbewindvoerders.

Al met al laat het dossieronderzoek dus zien dat de kern van financiële problemen complex en diepgeworteld is en dat reclasseringswerkers vaak beperkte informatie hebben over de financiële situatie van cliënten.

Ook laat het onderzoek zien dat schulden niet alleen een aparte risicofactor vormen voor delictgedrag, maar dat schulden en delictgedrag zijn gerelateerd via andere risicofactoren:

Andere levensdomeinen zoals gebrek aan inkomen, beperkte of niet afgeronde opleiding en mentale en fysieke gezondheidsproblemen, interfereren sterk met elkaar en vergroten het risico op zowel schulden als delictgedrag.

(14)

Interviews

Financiële problematiek onder cliënten is groot, sterk verweven met de andere levensdomeinen en hangt sterk samen met delictgedrag: Het heeft een negatieve invloed op het leven van cliënten en belemmert resocialisatie.

Het niet aanleren van competenties in de jeugd is een kernpunt. Ook verslaving, psychische problematiek, gedragsproblematiek en sociale en culturele factoren spelen een belangrijke rol.

Financiële problematiek belemmert vaak effectieve begeleiding door de stress die het cliënten oplevert, de benadering van instituties en het ontbreken van randvoorwaarden.

Reclasseringswerkers missen vaak effectieve methoden om cliënten adequaat te begeleiden bij financiële problematiek.

Oplossingen zitten volgens werkers én cliënten in verbeteringen op macro-, meso- én microniveau.

Onder meer is meer kennis over effectieve methoden en meer samenwerking met specialisten rondom schulden vanaf de start van het reclasseringstraject nodig.

Metabevinding: Reclasseringswerkers voelen zich niet zelden even machteloos als de cliënt en vinden het moeilijk oplossingen te noemen.

De interviews met reclasseringswerkers en cliënten bevestigden het beeld dat de eerdere deelonderzoeken lieten zien.

Ook hierin werd een beeld geschetst van grote en veelvoorkomende financiële problematiek die een sterke invloed heeft op zowel het leven van cliënten als op het reclasseringstraject specifiek, omdat het veel stress veroorzaakt en daardoor op meerdere manieren

resocialisatie belemmert.

Veel reclasseringswerkers benoemden ook dat de oorzaak van financiële problemen vaak al ligt in het nooit hebben geleerd om om te gaan met financiën in de jeugd en andere problematiek die vaak al op jonge leeftijd voorkomt, waardoor cliënten vaak ook minder vaardigheden hebben om te herstellen uit lastige situaties, zoals life events.

Verder zijn veelgenoemde oorzaken ook verslaving, psychische problemen en gedragsproblemen en sociale en culturele factoren.

Begeleiding van cliënten met financiële problematiek blijkt in de praktijk bovendien vaak lastig omdat ze veel stress ervaren van de schulden en ook niet altijd flexibiliteit en

maatwerk ervaren in de benadering vanuit organisaties en praktische randvoorwaarden die nodig zijn om stappen te zetten in het aanpakken van financiële problematiek, zoals een uitkering en huisvesting, niet zelden ontbreken.

Daarnaast bleek ook uit de interviews dat reclasseringswerkers zich vaak machteloos voelen in de begeleiding van cliënten met financiële problematiek.

Ze worstelen met handelingsverlegenheid, onder meer rondom de samenwerking met schuldhulpverlening en zien veelal beperkte begeleidingsmogelijkheden.

12

(15)

Interviews

“Het begint al ver voordat ze bij me binnenkomen. Dat hele patroon van inadequaat omgaan met heel veel dingen op meerdere leefgebieden, competenties die te maken hebben met opvoeding, leren, IQ, leidt uiteindelijk vroeg of laat tot delictgedrag. Er is een algeheel onvermogen of onmacht in het omgaan met het ingewikkelde leven dat een rode draad is in iemands leven.”

“De machteloosheid die jij voelt, ervaar ik ook.”

“Ik moet ook voor mijn cliënten niet laten blijken dat ik er zelf soms ook wel eens moedeloos van word. De ene collega is er meer in thuis dan de ander. […] Ik vind het ook een vak apart en dat zeg ik ook tegen de cliënten. Maar ik zeg ook: “Joh, die schuldhulp, dat is echt deskundigheid. Ik ga zorgen dat je op de goede plek komt.” En dan maar hopen dat het een goede plek is. Ik heb er wisselende ervaringen mee, maar er is geen ander instituut, dus dan doen we het maar.”

“Ik vind het ook wel spannend om me bezig te houden met financiën. Je bent toch altijd wel een beetje bang voor welke beerput je opentrekt. Wat komt er allemaal bovendrijven en waar begin je? Omdat je dat niet weet, verwijs je door; wat ook maakt dat het stukje financiën misschien een beetje ondergeschoven is. En natuurlijk probeer je wel informatie te winnen, te monitoren hoe het gaat, maar soms denk ik: Het zou wel handig zijn als ik als toezichthouder zelf net iets meer kennis had over bepaalde zaken.”

(16)

Casusstudie

Vanaf het begin van het traject echt integraal samenwerken.

• Hangt erg op de persoon van de

professional, cliënt en samenwerkingspartner.

Omdat de interviews in de kern een somber beeld schetsten van complexe problematiek voor zowel cliënt als werker waarbij ook werkers zich vaak machteloos voelden is in het casusonderzoek verder ingezoomd op wat nu effectieve, werkzame elementen zouden kunnen zijn in de begeleiding van cliënten met financiële problematiek.

Wat ook daar weer, net als bij de interviews, als heel belangrijk element uit kwam was dat het helpend is wanneer de verschillende bij de cliënt betrokken professionals vanaf het begin van het traject echt integraal samenwerken en dan is het nodig dat samenwerken verder gaat dan af en toe even een update van de stand van zaken bij elkaar opvragen.

Daar begint het mee, maar is het is ook echt belangrijk daarin vroegtijdig samen op te trekken en elkaars expertise in te schakelen.

Daarnaast blijkt wat werkt ook echt samen te hangen met de persoon van de professional, de samenwerkingspartner en de client, bijvoorbeeld diens motivatie en zelfredzaamheid, wat dit direct ook een heel moeilijke factor maakt om te beïnvloeden.

14

(17)

Kwantitatieve studie

• Financiële problematiek is een gemiddelde voorspeller voor delictgedrag, met name voor delicten waarbij het om het direct vergaren van inkomsten gaat (vermogens- en drugsdelicten).

In de kwantitatieve studie hebben we met name gekeken in hoeverre financiële problematiek nu recidive voorspelt.

Op basis van de risicotaxatiegegevens en de aanvullende dossierdata die we ook voor het dossieronderzoek hebben gebruikt hebben we een schaal ontwikkeld met diverse items rond financiën, dus items rond inkomen en schulden, items rond de relatie tussen financiële problematiek en delict gedrag en items rond de begeleiding ten aanzien van financiën.

Vervolgens hebben we gekeken in hoeverre deze schaal voorspellend is voor delictgedrag en daarbij hebben we onderscheid gemaakt naar ernst van de recidive en type delict en dan zowel naar hoe goed de schaal het voorkomen daarvan voorspelt als de duur tot de recidive en we hebben ook gekeken naar welke items dan met name voorspellend zijn.

De kern van de bevindingen is dat financiële problematiek inderdaad een voorspeller, weliswaar een gemiddelde voorspeller is, maar dat het wel degelijk een indicatie geeft, met name als het gaat om delicten waarbij het om het direct vergaren van inkomsten gaat, zoals vermogens- en drugsdelicten. Het gaat dus niet zozeer erom bijvoorbeeld iemand iets aan doen, maar echt om het verkrijgen van geld.

Vooral de items rond of iemand in het verleden schulden heeft gehad en of de reclasseringswerker de financiën van een cliënt inschat als criminogene factor waren voorspellend.

Deze inzichten kunnen professionals helpen om de rol van financiën bij recidive beter in te

(18)

Implicaties

NAAM PRESENTATIE16

16

(19)

Implicaties

Financiële begeleiding is breder dan alleen financieel inzicht.

Aandacht voor financiële situatie als potentiële risicofactor voor recidive is nodig.

Structureel uitvragen en registreren van financiële situatie is essentieel.

Complexiteit schuldensysteem en negatieve gevolgen voor juist deze doelgroep.

Financiële problematiek benaderen in samenhang met andere levensdomeinen.

Belang van kennis, vaardigheden, training en facilitering ten aanzien van begeleiding bij financiële problematiek door forensisch sociale professionals (eventueel belegd bij

specialisten).

Systematisch met andere professionals samenwerken rondom schulden.

Enkele implicaties die we tot nu toe onder meer uit het onderzoek kunnen halen zijn de volgende:

• Dat de samenhang tussen financiële problematiek en delictgedrag sterk is laat zien dat financiële begeleiding niet alleen op financieel inzicht moet zijn gericht, maar ook op de mate waarin financiële problemen een risico zijn voor andere problemen zoals

criminaliteit en dat in de begeleiding van delinquenten dus ook aandacht moet worden besteed aan financiële begeleiding.

• Dit onderstreept ook het belang van het tijdens de begeleiding meer aandacht besteden aan de financiële situatie van cliënten als potentiële risicofactor voor terugval. Dat betekent niet dat reclasseringswerkers en andere forensisch sociale professionals die ondersteuning volledig zelf moeten bieden, maar alleen al het structureel uitvragen en registreren van de financiële situatie van cliënten kan helpen om inzicht te krijgen in de omvang van het probleem en samen te werken met andere professionals die specifiek zijn gespecialiseerd in financiële begeleiding.

• Ook onderstreept het onderzoek op maatschappelijk niveau de complexiteit van het schuldensysteem en laat het zien dat de negatieve gevolgen van schulden juist voor deze doelgroep extra complex zijn omdat ze de weg uit de criminaliteit belemmeren.

• Verder laat het onderzoek zien dat financiële problematiek niet als aparte risicofactor moet worden benaderd, maar altijd in samenhang met de andere levensdomeinen,

(20)

belangrijk financiële problematiek als belangrijke factor mee te nemen in risicotaxatie- instrumenten.

• Ook is het belangrijk dat reclasseringswerkers kennis en vaardigheden hebben ten aanzien van financiële problematiek onder cliënten en daarin worden getraind en gefaciliteerd vanuit de organisatie. Het gaat dan onder meer om kennis over de aard, omvang en achtergrond van de schulden en de invloed ervan op het leven van cliënten en de mogelijkheden die er zijn om cliënten vanuit de rol als reclasseringswerker te begeleiden bij financiële problematiek. Dit kan eventueel zelfs worden belegd bij specifieke reclasseringswerkers.

• En tot slot, in lijn met de interviews en de casusstudie, laat het onderzoek zien dat systematische samenwerking rondom schulden nodig is, waarbij goede informatie- uitwisseling plaatsvindt en maatwerk kan worden geleverd en waarmee de continuïteit van zorg wordt versterkt. Schuldhulpverlening is een vak apart en reclasseringswerkers hebben vooral een regievoerende rol en moeten op alle levensdomeinen monitoren, wat betekent dat ze financiën niet volledig en alleen kunnen en hoeven aanpakken, maar wel laat het onderzoek zien dat het nodig is dat er direct vanaf de start van het

reclasseringstoezicht goed inzicht is in de problematiek en dat daarop ook direct wordt gehandeld, omdat dit anders resocialisatie kan belemmeren en recidive vergroten.

17

(21)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij de overgang van zorg en ondersteuning vanuit de Zvw en/of Wmo naar zorg vanuit de Wlz kunnen cliënten in de thuissituatie te maken krijgen met een terugval in uren zorg en/

Op het eerste gezicht geeft een grote meerderheid van de gemeenten wel aan voldoende compensatie te hebben ontvangen om de financiële effecten in 2020 te ondervangen. Soms is er

gemeenten, nutsbedrijven en sociale partners als Schuldhulpmaatje, lokale formulierenbrigades, Humanitas en het Nibud. Deze methode van Euro-Wijzer III richt zich specifiek op

Voor een 180 oriënterende bodemonderzoeken waarvoor een beschrijvend bodemonderzoek noodzakelijk is, werd het beschrijvend bodem- onderzoek tot op heden niet afgerond..

Nadat een groot aantal gemeenten heeft aangegeven dat er substantieel meer wordt uitgegeven aan jeugdhulp dan dat zij ontvangen voor deze taken, heeft het kabinet een onderzoek

Bij specifieke uitkeringen waarbij de minister heeft gekozen voor een verruiming van de decentrale beleidsvrijheid en voor een meerjarige verantwoording, constateren wij regelmatig

‘ De overheid heeft mensen jarenlang het idee gegeven dat ze vooral rechten hebben; zoʼn mindset verander je niet ineensʼ.. deze het individualisme

In deze folder van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) lees je welke stappen je kunt nemen en wat de AFM voor je kan doen.. Informatie over klachten over je pensioen vind je