• No results found

Eerste Kamer der Staten-Generaal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Eerste Kamer der Staten-Generaal"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Zitting 1975-1976 Nr. 140

13 655 Vaststelling van algemene bepalingen omtrent de straf- baarheid van rechtspersonen

GEWIJZIGD ONTWERP V A N W E T

W i j J u l i a n a , bij de gratie Gods, K o n i n g i n der N e d e r l a n d e n , Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

A l l e n , die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te w e t e n : Alzo W i j in o v e r w e g i n g g e n o m e n h e b b e n , dat het wenselijk is het W e t - boek van Strafrecht en het Wetboek van S t r a f v o r d e r i n g aan te v u l l e n met al- g e m e n e bepalingen o m t r e n t de strafbaarheid van rechtspersonen, waar- d o o r de t o e p a s s i n g van de strafwet doeltreffender kan zijn en tevens vele, o n - d e r l i n g verschillende, v o o r z i e n i n g e n in bijzondere w e t t e n o m t r e n t dit onder- w e r p k u n n e n v e r v a l l e n ;

Zo is het, dat W i j , de Raad van State g e h o o r d , en met g e m e e n overleg der Staten-Generaal, hebben g o e d g e v o n d e n en verstaan, gelijk W i j g o e d v i n d e n en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht w o r d t als v o l g t g e w i j z i g d : A

Artikel 14a, derde lid, vervalt.

B

A a n artikel 24c, eerste lid, w o r d t een volzin t o e g e v o e g d , luidende:

Indien de v e r o o r d e e l d e een rechtspersoon is, blijft dit bevel achterwege.

Artikel 5 1 , laatste lid, is van o v e r e e n k o m s t i g e toepassing.

C

Artikel 50a vervalt.

D

Artikel 51 w o r d t gelezen:

Strafbare feiten kunnen w o r d e n begaan d o o r natuurlijke personen en r e c h t s p e r s o n e n .

(2)

Indien een strafbaar feit w o r d t begaan d o o r e e n rechtspersoon, kan de s t r a f v e r v o l g i n g w o r d e n ingesteld en kunnen de i n de wet voorziene straffen en m a a t r e g e l e n , indien zij d a a r v o o r in a a n m e r k i n g k o m e n , w o r d e n uitge- sproken

1° tegen die r e c h t s p e r s o o n , dan w e l

2' tegen hen die tot het feit o p d r a c h t hebben gegeven alsmede tegen hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de v e r b o d e n g e d r a g i n g , dan w e l

3° tegen de onder 1°en 2° g e n o e m d e n t e z a m e n .

Voor de t o e p a s s i n g van de v o r i g e leden w o r d t met de rechtspersoon ge- lijkgesteld: de v e n n o o t s c h a p zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap en het d o e l v e r m o g e n .

E

Artikel 435b, t w e e d e l i d , vervalt.

F

In artikel 436a, derde lid, w o r d t in plaats van « w o r d e n haar beherende v e n n o t e n of bestuurders gestraft» gelezen: w o r d t deze gestraft

ARTIKEL II

In het W e t b o e k van S t r a f v o r d e r i n g w o r d e n de v o l g e n d e w i j z i g i n g e n aan- g e b r a c h t :

A

In artikel 2, eerste lid, w o r d t in plaats van «binnen welker rechtsgebied de verdachte w o o n t » gelezen: binnen welker rechtsgebied de verdachte w o o n - plaats heeft

B

Titel VI van het Vierde Boek vervalt. In plaats daarvan w o r d t een n i e u w e t i - tel i n g e v o e g d , l u i d e n d e :

TITEL VI

Vervolging en berechting van rechtspersonen

Artikel 528. Indien een s t r a f v e r v o l g i n g w o r d t ingesteld tegen een rechts- p e r s o o n , w o r d t deze t i j d e n s de v e r v o l g i n g v e r t e g e n w o o r d i g d d o o r de be- stuurder of, indien er meer bestuurders zijn, door één van hen. De v e r t e g e n - w o o r d i g e r kan bij g e m a c h t i g d e v e r s c h i j n e n .

De rechter kan de persoonlijke v e r s c h i j n i n g van een bepaalde bestuurder b e v e l e n ; hij kan alsdan zijn m e d e b r e n g i n g gelasten.

Artikel 529. Indien de s t r a f v e r v o l g i n g w o r d t ingesteld tegen een rechts- p e r s o o n , geschiedt de uitreiking van gerechtelijke m e d e d e l i n g e n aan de plaats w a a r het bestuur zitting of kantoor h o u d t of aan de w o o n p l a a t s van het h o o f d van het bestuur, dan w e l , indien het bestuur geen h o o f d heeft, bij een van de bestuurders.

Betreft de uitreiking een gerechtelijk schrijven als bedoeld in artikel 585, dan is artikel 587, t w e e d e en derde lid, van o v e r e e n k o m s t i g e toepassing.

Artikel 530. De artikelen 528 en 529 zijn van o v e r e e n k o m s t i g e toepassing bij de v e r v o l g i n g en berechting van een v e n n o o t s c h a p zonder rechtsper- s o o n l i j k h e i d , maatschap of d o e l v e r m o g e n .

(3)

ARTIKEL III

1. Artikel 36avan de Auteurswet 1912 vervalt.

2. Artikel 35 van de Handelsregisterwet 1918 vervalt.

3. Artikel 13 van de Vuurwapenwet 1919 vervalt.

4. Artikel 7, vierde lid, van de Handelsnaamwet vervalt.

5. De Wet op het Levensverzekeringbedrijf 1922 wordt als volgt gewij- zigd:

a. artikel 68, tweede lid, vervalt;

b. artikel 70, tweede lid, wordt gelezen: Het laatste lid van artikel 68 is te dezen van toepassing.;

c. artikel 71, tweede lid, wordt gelezen: Het laatste lid van artikel 68 is te dezen van toepassing.

6. Artikel 15 van de Wet op de economische delicten vervalt.

7. Artikel 162 van de Beroepswet vervalt.

8. Artikel 35 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen vervalt.

9. Artikel 36 van de Wet op de kansspelen vervalt.

10. Artikel 5 van de Wet tot wering van ongewenste handwapenen ver- valt.

ARTIKEL IV

1. Artikel 43 van de Wet op de lijkbezorging vervalt.

2. Artikel 23, tweede lid, van de Bioscoopwet vervalt, alsmede het cijfer 1 voor het eerste lid.

3. Artikel 9, vierde lid, van de Brandweerwet vervalt.

4. Artikel 30 van de Wet bescherming bevolking vervalt.

5. Artikel 109 van de Wet op de noodwachten vervalt.

6. Artikel 22 van de Wet verplaatsing bevolking vervalt.

7. Artikel 10 van de Wet van 10 juli 1952, Stb. 407, ter verzekering van het beschikbaar blijven van goederen voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstan- digheden, vervalt.

8. Artikel 29 van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag vervalt.

9. Artikel 9 van de Zondagswet vervalt.

ARTIKEL V

Artikel 149, tweede lid, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs ver- valt.

ARTIKEL VI

1. Artikel 7 van de Wet Voorloopige Voorzieningen Bouwkassen (Stb.

1946, G 331 (vervalt.

2. De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

a. de artikelen 74 en 79 vervallen;

b. artikel 86, tweede lid vervalt, terwijl het cijfer 1 voor het eerste lid ge- schrapt wordt.

3. De Algemene wet inzake de douane en de accijnzen wordt als volgt ge- wijzigd:

a. artikel 194vervalt;

b. artikel 199, eerste lid, vervalt, terwijl het cijfer 2 voor het tweede lid van dat artikel geschrapt wordt;

c. artikel 200 vervalt;

(4)

d. artikel 206 t w e e d e lid, vervalt, t e r w i j l het cijfer 1 v o o r het eerste lid ge- schrapt w o r d t .

4. Artikel 50 van de Wet o p het schadeverzekeringsbedrijf vervalt.

5. Artikel 23 van de E f f e c t e n v e r n i e u w i n g s w e t vervalt.

6. Artikel 17 van de Wet b o d e m m a t e r i a l e n Noordzee vervalt.

ARTIKEL VII

Artikel 58 van de I n k w a r t i e r i n g s w e t vervalt.

ARTIKEL VIII

1. Artikel 62 van de Wet o p de Ruimtelijke O r d e n i n g vervalt.

2. Artikel 99 van de W o n i n g w e t vervalt.

ARTIKEL IX

1. Artikel 12, zesde lid, van de W e t Openbare V e r v o e r m i d d e l e n vervalt.

2. Artikel 2 0 f e r v a n de Telegraaf" en T e l e f o o n w e t 1904 vervalt.

3. Artikel 8, derde lid, van de Wet van 15 december 1917, S t b . 7 0 3 , h o u - d e n d e v o o r s c h r i f t e n o m t r e n t aanleg en i n s t a n d h o u d i n g van s p o o r w e g e n w a a r o p u i t s l u i t e n d met beperkte s n e l h e i d w o r d t v e r v o e r d , op w e g e n niet onder beheer van het Rijk, vervalt.

4. Artikel 4, derde lid, van de Wet van 1 n o v e m b e r 1924, Stb. 498, h o u d e n - de w e t t e l i j k e maatregelen tegen aantasting van metalen v o o r w e r p e n in den b o d e m d o o r z w e r f s t r o m e n , a f k o m s t i g van de spoorstaven van electrische spoor- en t r a m w e g e n , vervalt.

5. Artikel 18, zesde lid, van de Z e e b r i e v e n w e t vervalt.

6. Artikel 14, t w e e d e lid, t w e e d e v o l z i n , van de Wet o p de Zeevischvaartdi- p l o m a ' s 1935 vervalt.

7. Artikel 18, t w e e d e lid, t w e e d e v o l z i n , van de Wet op de Zeevaartdiplo- ma's 1935 vervalt.

8. Artikel 41 van de W e g e n v e r k e e r s w e t vervalt.

9. Artikel 19 van de Electriciteitswet vervalt.

10. Artikel 8, derde lid, van de M e e t b r i e v e n w e t 1948 vervalt.

11. Artikel 11, zesde lid, van de Postwet 1954 vervalt.

12. Artikel 69 van de Luchtvaartwet vervalt.

13. Artikel 22 van de V e r v o e r s n o o d w e t vervalt.

14. Artikel 18 van de H a v e n n o o d w e t vervalt.

15. Artikel 24 van de O n t g r o n d i n g e n w e t vervalt.

16. Artikel 7, vierde lid, van de Wet arbeids- en rusttijden zeescheepvaart vervalt.

ARTIKEL X

1. Artikel 8 van de Wet inzake het A g e n t s c h a p der Westeuropese Unie ver- valt.

2. Artikel 32a van de V o r d e r i n g s w e t 1962 vervalt.

3. Artikel 82 van de Kernenergiewet vervalt.

4. Artikel 39 van de M i j n w e t continentaal plat vervalt.

5. Artikel 63, vijfde, zesde en zevende lid, van de Wet op de Accountants- a d m i n i s t r a t i e c o n s u l e n t e n vervalt.

ARTIKEL XI

1. Artikel 85b/s van de Veewet vervalt.

(5)

geling omtrent het dragen der kosten van openbare verpachtingen en het uitloven van premiën bij openbare verkoopingen en verpachtingen, vervalt.

3. Artikel 6 van de Wet tot wering van besmettelijke ziekten bij knaagdie- ren vervalt.

4. Artikel 70, derde lid, van de Jachtwet vervalt.

5. Artikel 4, derde lid, van de Nertsen-Ziektenwet wordt gelezen:

Artikel 76 van de Veewet is van overeenkomstige toepassing.

6. Artikel 58 van de Visserijwet 1963 vervalt.

7. Artikel 6, derde lid, van de Wet van 1 augustus 1964, Stb. 363, houden- de regelen met betrekking tot de handel in antibiotica, hormoonpreparaten, thyreostatica en chemotherapeutica, bestemd of mede bestemd voor aan- wending bij dieren, vervalt.

8. Artikel 11 van de Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 vervalt.

ARTIKEL XII

1. Artikel 81 van de Ziektewet (Wet van 5 juni 1913, Stb. 204) vervalt.

2. In artikel 58, eerste lid, onder 1°, van de Arbeidsbemiddelingswet 1930 vervallen de woorden «en hij, die als lid van het bestuur van een rechtsper- soon er aan medewerkt of toelaat, dat de rechtspersoon arbeidsbemiddeling zonder winstoogmerk uitoefent zonder vergunning van Onze Minister».

3. Artikel 3a van de Rijtijdenwet 1936 vervalt.

4. Artikel 44 van de Kinderbijslagwet voor loontrekkenden vervalt.

5. Artikel 9, derde lid, van het besluit van 17 juli 1944, Stb. E 51, houdende regelen betreffende de arbeidsbemiddeling en de scholing, herscholing en omscholing, vervalt.

6. Artikel 9 van de Wet plaatsing minder-valide arbeidskrachten vervalt.

7. Artikel 48 van de Werkloosheidswet vervalt.

8. Artikel 8 van de Silicosewet vervalt.

9. Artikel 15, derde lid, van de Wet op de gevaarlijke werktuigen 1952 ver- valt.

10. Artikel 32 van de Hinderwet vervalt.

11. Artikel 30, derde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet vervalt, terwijl het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

12. Artikel 33 van de Emigratiewet vervalt.

13. Artikel 55 van de Organisatiewet Sociale Verzekering vervalt.

14. Artikel 14, vierde lid, van de Stoomwet vervalt.

15. Artikel 54 van de Algemene Ouderdomswet vervalt.

16. Artikel 65 van de Algemene Weduwen- en Wezenwet vervalt.

17. Artikel 40 van de Algemene Kinderbijslagwet vervalt.

18. Artikel 14, vierde lid, van de Wet arbeidsvergunning vreemdelingen vervalt.

19. Artikel 90 van de Ziekenfondswet vervalt.

20. Artikel 97 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ver- valt.

21. Artikel 72 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vervalt.

22. Artikel 59 van de Noodwet Arbeidsvoorziening vervalt.

23. Artikel 27, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, van de Wet betreffen- de verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling vervalt, terwijl het negende lid wordt vernummerd tot vijfde lid.

24. Artikel 11 van de Wet inzake gevaarlijke werktuigen vervalt.

25. Artikel 87 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet vervalt.

ARTIKEL XIII

1. Artikel 52 van de Pandhuiswet 1910 vervalt.

2. Artikel 45 van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 vervalt.

(6)

3. Artikel 38 van de W e t b u i t e n g e w o o n pensioen zeelieden-oorlogs- slachtoffers vervalt.

4. Artikel 30 van de M o n u m e n t e n w e t vervalt.

5. Artikel 39, derde lid, van de A r c h i e f w e t 1962 vervalt.

6. Artikel 31 van de Wet o p de b e j a a r d e n o o r d e n vervalt.

7. Artikel 27 van de N a t u u r b e s c h e r m i n g s w e t vervalt.

8. Artikel 25 van de W e t o p de o m r o e p b i j d r a g e n vervalt.

9. Artikel 7 van de Wet bedreigde u i t h e e m s e d i e r s o o r t e n vervalt.

ARTIKEL XIV

1. Artikel 9 van de Wet o p sera en vaccins 1927 vervalt.

2. Artikel 12 van de O p i u m w e t vervalt.

3. Artikel 18, t w e e d e l i d , van de Wet bevolkingsonderzoek o p tuberculose vervalt, alsmede het cijfer 1, v o o r het eerste lid.

4. Artikel 25 van de G r o n d w a t e r w e t W a t e r l e i d i n g b e d r i j v e n vervalt.

5. Artikel 48 van de W a t e r l e i d i n g w e t vervalt.

6. Artikel 3 1 , derde lid, van de Wet o p de G e n e e s m i d d e l e n v o o r z i e n i n g vervalt.

7. Artikel 14 van de Wet op menselijk bloed vervalt.

8. Artikel 34, t w e e d e , derde, vierde en vijfde lid, van de Wet o p de para- medische beroepen vervalt, alsmede het cijfer 1, v o o r het eerste lid.

9. Artikel 24 van de Wet h y g i ë n e en v e i l i g h e i d z w e m i n r i c h t i n g e n vervalt.

10. Artikel 23 van de Wet h y g i ë n e kampeerplaatsen vervalt.

11. Artikel 95 van de Wet inzake de l u c h t v e r o n t r e i n i g i n g vervalt.

12. Artikel 22 van de W e t a m b u l a n c e v e r v o e r vervalt.

13. Artikel 45 van de N o o d w e t Geneeskundigen vervalt.

ARTIKEL X V

1. Deze w e t treedt in w e r k i n g met i n g a n g van de t w e e d e k a l e n d e r m a a n d na de d a t u m van uitgifte van het Staatsblad w a a r i n zij w o r d t geplaatst.

2. Strafzaken w a a r i n o p het t i j d s t i p v a n i n w e r k i n g t r e d i n g van deze w e t het instellen van een gerechtelijk v o o r o n d e r z o e k is g e v o r d e r d of een dagvaar- d i n g ter terechtzitting in eerste aanleg is uitgebracht, w o r d e n v o l g e n s de op dat tijdstip bestaande w e t t e l i j k e b e p a l i n g e n afgedaan.

3. In a f w i j k i n g van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel treedt A r t i - kel 1, o n d e r B, in w e r k i n g op het t i j d s t i p dat het bij Onze b o o d s c h a p van 25 april 1975 bij de T w e e d e Kamer der Staten-Generaal i n g e d i e n d e o n t w e r p van w e t tot herziening van de b e p a l i n g e n van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van S t r a f v o r d e r i n g betreffende de t e n u i t v o e r l e g g i n g v a n ver- m o g e n s s t r a f f e n (13 386) in w e r k i n g treedt.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal w o r d e n geplaatst, en dat alle ministeriële d e p a r t e m e n t e n , a u t o r i t e i t e n , colleges en a m b t e n a r e n , w i e zulks a a n g i a t , aan de n a u w k e u r i g e u i t v o e r i n g de h a n d zullen h o u d e n . Gegeven,

De Minister van Justitie,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een erkenning ITK als bedoeld in het eerste lid wordt verleend onder de voorwaarde dat de kwaliteitszorg uiterlijk twee jaar na de datum waarop de erkenning ITK in werking

In artikel 1b, eerste en tweede lid, wordt telkens “artikel 1a, vierde lid, onderdeel n” vervangen door “artikel 1a, vierde lid, onderdeel m”D. Artikel 1d, eerste lid, onderdeel

Een leerling die in het bezit is van een diploma vmbo in de theoretische leerweg kan de toelating tot het vierde leerjaar van het havo worden geweigerd, indien het eindexamen

Op basis van dit besluit dient degene een bouwwerk gebruikt, tenzij het betreft een gebruik uitsluitend als woonfunctie als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, van het Bouwbesluit

Indien de planmatige begeleiding en ondersteuning als verplichting is opgelegd, vergoedt het verantwoordelijk bestuursorgaan de kosten voor de planmatige begeleiding en ondersteuning

De coffeeshophouder ontdoet zich van de hennep of hasjiesj die op grond van artikel 7, tweede lid, ten behoeve van de beoordeling door klanten onverzegeld in de coffeeshop

In afwijking van artikel 3, eerste lid, voert een ander dan degene die een bevolkingsonderzoek door of vanwege de rijksoverheid aanbiedt of verricht en die het in artikel 2,

Het gaat om sancties als het gedeeltelijk opschorten, lager vaststellen, intrekken, terugvorderen of ten nadele van de ontvanger wijzigen van (een deel van) de bekostiging.