AFM Consumentenmonitor Q3 2009 Kredietwaarschuwingszin
GfK
Michel van der List Marcel Cools/ Niek Damen
Indeling Rapportage
Kredietwaarschuwingszin
2 Kennisvragen Kredietwaarschuwingszin 1 Onderzoeksverantwoording
Bijlagen
Onderzoeksverantwoording
1
4
Doel: in kaart brengen van ontwikkelingen in het financiële keuzegedrag van de Nederlandse financiële consument.
Veldwerkperiode: 13 t/m 26 oktober 2009.
Doelgroep: de Nederlandse bevolking (18+), waarbij een oversampling gehanteerd wordt van mensen die in de periode april 2009 tot en met september 2009 een hypotheek of lening hebben afgesloten.
Weging: De hypotheeksluiters en leningsluiters worden vergeleken met de niet-sluiters, waarbij de niet-sluiters een representatieve afspiegeling zijn van de Nederlandse 18+ bevolking. Deze groep is gewogen naar geslacht, leeftijd, opleiding en district.
Methode: online onderzoek, vooraf is het volledige panel gescreend om de sluiters van hypotheken en consumptieve kredieten gericht voor dit onderzoek te kunnen benaderen.
Steekproefomvang: De netto steekproef bevat 358 recente sluiters van een hypotheek, 229 sluiters van consumptieve kredieten en 451 personen die geen nieuw product hebben afgesloten.
Vragenlijst: De vragenlijst is door GfK Panel Services in samenwerking met de AFM opgesteld en afgestemd met de VFN (vereniging van financieringsondernemingen in Nederland;
http://www.vfn.nl/).
Belangrijk in het onderzoek zijn de vier soorten financieel beslissers, uitgelegd op de volgende slide.
Onderzoeksverantwoording -1-
5
In de rapportage die voor u ligt, komen termen voor verschillende typen financieel beslissers voor. De AFM onderzocht in een eerder stadium hoe Nederlanders financiële beslissingen nemen en concludeerde dat mensen van elkaar verschillen in de manier waarop deze beslissingen
genomen worden. Er zijn 4 typen, welke hieronder worden beschreven.
Beheersten verzamelen veel informatie over het financieel product dat zij willen aanschaffen.
Zij overwegen veel alternatieven, gaan door tot zij het juiste product hebben gevonden en nemen uiteindelijk zelf de beslissing, zonder financieel adviseur.
Ambitieuzen proberen graag nieuwe producten uit en mijden risico’s hierbij niet. Zij hebben luxe en rendement als drijfveer voor hun besluiten en steken een gemiddelde hoeveelheid tijd in hun keuzeproces.
Gemaksgeoriënteerden stoppen weinig tijd in het bestuderen van financiële producten en vermijden hierbij risico’s. Zij hebben weinig vertrouwen in financieel adviseurs en kiezen vaak voor standaard producten.
Adviesgevoeligen laten hun beslissingen over aan anderen. Zij vertrouwen adviseurs
blindelings. Zij zijn niet geïnteresseerd in financiële producten en zijn niet per se op zoek naar het ideale product.
Voor meer informatie of om zelf te testen wat voor type financieel beslisser u bent, kunt u
terecht op www.afm.nl/besliswijzer
6
Verdeling type financieel beslisser
Opsplitsing steekproef in sluiters en niet-sluiters
‘Beheersten’ en ‘Adviesgevoeligen’ sluiten relatief veel hypotheken af en relatief weinig leningen.
‘Ambitieuzen’ sluiten relatief evenveel hypotheken en leningen af.
‘Gemaksgeoriënteerden’ sluiten relatief veel leningen af en relatief weinig hypotheken.
34
35
25
46
26
22
20
25
17
31
43
44
49
37
43
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Totaal
Beheersten
Ambitieuzen
Adviesgevoeligen
Gemaksgeorienteerden
Sluiters hypotheek Sluiters CK Niet sluiters
n = 1038
N=1038
N=225
N=255
N=138 N=420
7
Vertrouwen in kredietverstrekkers in algemene zin
In algemene zin hebben respondenten weinig vertrouwen in kredietverstrekkers. 59% geeft aan nauwelijks tot zelfs helemaal geen vertrouwen te hebben in kredietverstrekkers in
algemene zin.
Een meerderheid van de niet sluiters (66%) en sluiters van hypotheken (58%) heeft nauwelijks tot helemaal geen vertrouwen in kredietverstrekkers.
16
15
10
20
43
43
38
46
37
38
46
31
4
4
5
2
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Totaal
Sluiters hypotheek
Sluiters CK
Niet sluiters
Helemaal geen vertrouwen Nauwelijks vertrouwen Een beetje vertrouwen Veel vertrouwen Heel veel vertrouwen
n = 1038
N=1038
N=229 N=358
N=451
Kennisvragen Kredietwaarschuwingszin
2
9
Kredietwaarschuwingszin
Voor meer informatie over de kredietwaarschuwingszin:
http://www.afm.nl/kredietwaarschuwing
• Ingevoerd per 1 april 2009
• Doel van deze waarschuwing is het verhogen van het bewustzijn van consumenten over de gevolgen van lenen.
• De waarschuwing (de combinatie van zin en symbool) mag niet zelf worden vormgegeven, er moet gebruik gemaakt worden van het materiaal van de AFM.
• De waarschuwingszin is niet verplicht voor hypotheken
(achtergrondinformatie: hts://www.afm.nl/marktpartijen/default.ashx?Documentld=12016)
10
Spontane bekendheid met kredietwaarschuwingszin (1)
Niet recente sluiters zijn relatief vaker onbekend (17%) met de waarschuwing.
Personen in de leeftijd van 55+ zijn relatief vaker onbekend (19%) met de waarschuwingszin.
Huishoudens met een hoog inkomen zijn relatief minder vaak onbekend (8%) met de waarschuwing.
65
68
64
63
22
21
27
20
13
11
9
17
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Totaal
Recente sluiter hypotheek
Recente sluiter lening
Geen recente sluiter
Ja Ik heb de zin wel eens gehoord, maar ik ben de zin vergeten Nee, weet ik niet
n = 1038
11
Spontane bekendheid met kredietwaarschuwingszin (2)
Hoog opgeleiden zijn relatief vaker bekend (71%) met de waarschuwingszin
Respondenten die geen vertrouwen hebben in de kredietverstrekkers zijn relatief minder vaak (57%) bekend met de waarschuwingszin.
65
58
64
71
22
23
24
18
13
19
12
11
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Totaal
Opl Laag
Opl Midden
Opl Hoog
Ja Ik heb de zin wel eens gehoord, maar ik ben de zin vergeten Nee, weet ik niet
n = 1038
12
Juiste en (meest voorkomende) onjuiste interpretatie van de verplichte waarschuwingszin kredietverstrekkers
Circa 90% van de respondenten die spontaan dachten te weten wat de waarschuwingszin van kredietverstrekkers is hadden het juist. Circa 10% had het onjuist waarbij de meest
genoemde zin was ‘In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst.
90
10 0
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Juist Onjuist
n = 672
In het verleden behaalde
rendementen bieden geen
garantie voor de toekomst.
13
Geholpen bekendheid met kredietwaarschuwingszin
Relatief veel respondenten zijn bekend met de waarschuwingszin (92%).
Respondenten met een beetje vertrouwen in de kredietverstrekkers zijn relatief minder vaak (89%) bekend met de waarschuwingszin.
92
4 3
Ja Nee
Weet ik niet
n = 1038
14
Bekendheid kredietwaarschuwingszin via type medium
Recente sluiters van een lening zijn relatief vaker bekend met de waarschuwingszin via krant/tijdschrift of internet. Niet recente sluiters zijn relatief minder vaak bekend met de waarschuwingszin via de radio.
Gemaksgeoriënteerden zijn relatief minder vaak bekend met de waarschuwingszin via internet (19%) en radio (33%).
Respondenten in de leeftijd van 55+ zijn relatief minder vaak bekend met de waarschuwingszin via internet (17%) en radio (34%). 25-34 jarigen zin relatief vaker bekend (49%) met de
waarschuwingszin via radio.
39
90
27
42 39
90
25
47 47
92
37
46 35
90
24
37
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
In de krant of een tijdschrift
Op TV
Op internet
Op de radio
Totaal Recente sluiter hypotheek Recente sluiter lening Geen recente sluiter
15
Bekendheid kredietwaarschuwingszin via type medium
Lager opgeleiden zijn relatief minder vaak bekend met de waarschuwingszin via
krant/tijdschrift, internet en radio. Hoger opgeleiden zijn relatief vaker bekend met de waarschuwingszin via krant/tijdschrift en radio.
Respondenten met veel vertrouwen in de kredietverstrekkers zijn relatief vaak (60%) bekend met de waarschuwingszin via de radio.
Respondenten met veel vertrouwen in de eigen kredietverstrekker zijn relatief vaak bekend met de waarschuwingszin via krant/tijdschrift (51%) en internet (41%).
39
90
27
42 33
94
20
35 38
90
31
42 45
88
28
49
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
In de krant of een tijdschrift
Op TV
Op internet
Op de radio
Totaal Opl Laag Opl Midden Opl Hoog
16
Houding tegenover verplichting van kredietwaarschuwingszin
Respondenten die geen vertrouwen hebben in de kredietverstrekkers zijn relatief vaker (57%) zeer positief over de verplichting van de waarschuwingszin.
1
1
1
0 2
2
4
2
13
11
15
14
37
37
40
36
47
49
41
49
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Totaal
Recente sluiter hypotheek
Recente sluiter lening
Geen recente sluiter
Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief
n = 1023
17
Houding tegenover verplichting van kredietwaarschuwingszin (2)
Respondenten in de leeftijd van 55+ zijn relatief vaker zeer positief over de verplichting van de waarschuwingszin.
Respondenten die geen vertrouwen hebben in de kredietverstrekkers zijn relatief vaker (57%) zeer positief over de verplichting van de waarschuwingszin.
1
1 1 2 3
2 3 2 2
13 16
13 15 12 11
37 35
39 38 37 35
47 46
45 42 47
53
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Totaal 16-24 jaar 25-34 jaar
35-44 jaar 45-54 jaar 55+ jaar
Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief
n = 1023
18
Stelling 1: de kredietwaarschuwingszin zet aan tot denken
Niet recente sluiters zijn het relatief minder vaak oneens (6%) met de stelling dat de waarschuwingszin aanzet tot denken.
2
2
2
2 9
11
12
6
16
15
14
17
49
50
49
48
24
22
23
26
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Totaal
Recente sluiter hypotheek
Recente sluiter lening
Geen recente sluiter
Volledig mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Volledig mee eens
n = 1038
Gem. 2.16
Gem. 2.20
Gem. 2.20
Gem. 2.11
19
Stelling 1: de kredietwaarschuwingszin zet aan tot denken (2)
35-44 jarigen zin het relatief minder vaak volledig eens met de stelling dat de
waarschuwingszin aanzet tot denken. Respondenten van 55+ zijn het juist relatief vaker volledig eens met de stelling en relatief minder vaak oneens.
Respondenten die geen vertrouwen in de kredietverstrekkers hebben zijn relatief vaker (35%) volledig eens met de stelling.
2 2
1 2
4 1
9 12
10 13 7 6
16 12
18 18 17 13
49 48
52 49 47
47
24 25
20 17 25
33
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Totaal 16-24 jaar 25-34 jaar
35-44 jaar 45-54 jaar 55+ jaar
Volledig mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Volledig mee eens
n = 1038
Gem. 2.16
Gem. 2.19
Gem. 2.20
Gem. 2.34 Gem. 2.18
Gem. 1.94
20
Stelling 2: de kredietwaarschuwingszin ziet er uit als een verplichte mededeling
25-34 jarigen zijn het relatief vaker eens (49%) met de stelling.
Laag opgeleiden zijn het relatief minder vaak eens (35%) met de stelling.
2
1
1
2
14
12
16
16
26
25
24
26
42
47
39
40
16
15
19
16
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Totaal
Recente sluiter hypotheek
Recente sluiter lening
Geen recente sluiter
Volledig mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Volledig mee eens
n = 1038
Gem. 2.43
Gem. 2.38
Gem. 2.41
Gem. 2.48
21
verplichte mededeling (2)
‘Ambitieuzen’ zijn het relatief vaker eens met de stelling dat de waarschuwingszin er uitziet als een verplichte mededeling. ‘Gemaksgeoriënteerden’ zijn het relatief minder vaak eens met de stelling.
Respondenten die geen vertrouwen in de kredietverstrekkers hebben zijn relatief vaker volledig eens (23%) met de stelling.
2
2
1
1
3
14
14
11
17
17
26
26
23
25
31
42
41
52
40
32
16
18
12
16
18
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Totaal
Beheersten
Ambitieuzen
Adviesgevoeligen
Gemaksgeorienteerden
Volledig mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Volledig mee eens
Gem. 2.43
Gem. 2.40
Gem. 2.37
Gem. 2.47
Gem. 2.56
n = 1038
22
Stelling 3: de kredietwaarschuwingszin spreekt mij aan
Recente sluiters van een hypotheek zijn het relatief minder vaak volledig eens met de stelling dat de waarschuwingszin aanspreekt. Recente sluiters van een lening zijn het relatief vaker eens met de stelling.
‘Adviesgevoeligen’ zijn het relatief minder vaak volledig oneens (7%) met de stelling.
Respondenten van 55+ zijn het relatief vaker volledig eens (19%) met de stelling. 25-34 jarigen zijn het relatief vaker oneens (26%) met de stelling.
Laag opgeleiden zijn het relatief vaker volledig eens (18%) met de stelling.
Respondenten die geen vertrouwen in de kredietverstrekkers hebben zijn relatief vaker volledig eens (21%) met de stelling. Respondenten met een beetje vertrouwen zijn relatief vaker neutraal (35%) met de stelling.
11
14
5
12
20
22
19
20
30
32
29
29
26
23
33
25
13
9
14
15
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Totaal
Recente sluiter hypotheek
Recente sluiter lening
Geen recente sluiter
Volledig mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Volledig mee eens
n = 1038
Gem. 2.91
Gem. 3.08
Gem. 2.70
Gem. 2.88
23
Interpretatie boodschap logo van de kredietwaarschuwingszin
Ruim 95% van de respondenten interpreteert de boodschap van het logo juist.
n = 1038
Enkele uitspraken:
“Aan de aflossing van een lening zit je jarenlang vast, die blijft je achtervolgen als een blok aan je been.”
“Aansporen tot nadenken over een eventuele lening.”
“Al wat je leent kost altijd extra.”
“Als je niet oppast heb je een zware last aan je vast zitten en ben je financieel geketend.”
“Dat het een blok aan je been kan zijn.”
“Dat het geld als een boeibal om je been heen komt en een last wordt als je leent.”
24
Belangrijkste nadeel van geld lenen of kopen op afbetaling
Top 4 (meest genoemde nadelen)
Recente sluiters van een lening noemen relatief vaker de redenen: ‘minder geld te besteden door kosten lening’, ‘lang vastzitten aan de lening’ en ‘meer terugbetalen dan lenen’ als belangrijkste nadelen van geld lenen en kopen op afbetaling. Recente sluiters noemen minder vaak de reden: ‘dat ik schulden heb’ als belangrijkste nadeel.
Respondenten met een beetjes vertrouwen in de kredietverstrekkers noemen relatief vaker (17%)
‘hogere maandlasten’ als nadeel. Respondenten met nauwelijks vertrouwen noemen relatief vaker (36%) het ‘hebben van een schuld’ als nadeel en respondenten met geen vertrouwen noemen ‘meer terugbetalen dan lenen’ relatief vaker (40%) als belangrijkste nadeel.
32
31
13
8
32
34
12
6
27
24
21
13
34
31
10
7
0 5 10 15 20 25 30 35 40
Dat ik meer terug moet betalen dan dat ik geleend heb
Dat ik schulden heb
Dat ik hogere maandlasten heb
Dat ik er lang aan vastzit
Totaal Recente sluiter hypotheek Recente sluiter lening Geen recente sluiter
n = 1038
25
Down 5 (minst genoemde nadelen)
16-24 jarigen noemen relatief minder vaak (21%) ‘meer terugbetalen dan lenen’ als
belangrijkste nadeel. Deze groep noemt wel relatief vaker (41%) het ‘hebben van schulden’
als belangrijkste nadeel van geld lenen of kopen op afbetaling. Respondenten van 55+
noemen relatief minder vaak (4%) het ‘lang vastzitten aan de lening’ als belangrijkste nadeel.
Respondenten met een laag inkomen noemen relatief vaker (11%) het ‘lang vastzitten aan de lening’ als belangrijkste nadeel. Respondenten met een hoog inkomen noemen deze reden juist relatief minder vaak (5%).
6
5
2
2
2
7
4
2
2
2
5
8
1
1
1
5
4
4
2
4
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Dat het product kapot kan voor het afbetaald is Dat ik minder geld kan besteden door de kosten van
de lening
Dat de kosten kunnen tegenvallen
Ik vind dat er geen nadelen zijn
Een ander nadeel
Totaal Recente sluiter hypotheek Recente sluiter lening Geen recente sluiter
n = 1038
26
GfK Panel Services Benelux
GfK Panel Services Benelux, Division the Netherlands Middellaan 25
5102 PB Dongen
Tel: +31-(0)162 384 000 Fax: +31-(0)162-384 001 Website: http://www.gfk.nl
GfK
is al meer dan 25 jaar actief op de financiële markt. Een team van onderzoekers die zich louter bezig houden met onderzoek op de financiële branche is bij alle onderzoeken
betrokken.
Binnen financieel onderzoek bij GfK zijn er twee ingangen die GfK kiest bij het uitvoeren van onderzoek: continu onderzoek (in bijvoorbeeld het TOF onderzoek) en maatwerk- onderzoek. Bij dit laatste type onderzoek kunnen specifieke onderzoeksvragen worden
beantwoord met een gericht onderzoek, bijvoorbeeld gebaseerd op kennis die in het TOF onderzoek is opgedaan over bezit van financiële producten of financieel
beslissingsgedrag van consumenten. Op deze manier is informatie die GfK kan leveren voor veel bedrijven die actief zijn op of aan de zijlijn van de financiële dienstverlening
onmisbaar.
Bijlagen
28
Vragenlijst waarop rapportage is gebaseerd (1)
1. Sinds 1 april 2009 zijn alle verstrekkers van kredieten - dus partijen waar u een Lening kunt afsluiten -verplicht om een waarschuwingszin in hun reclame-uitingen op te nemen. Deze zin moet de consument waarschuwen voor de nadelige gevolgen van een lening. Weet u welke waarschuwingszin hier wordt bedoeld?
Ja, namelijk de volgende waarschuwingszin: ...
Ja, ik heb de zin wel eens gehoord, maar ik ben de zin vergeten
Nee, weet ik niet
29
Vragenlijst waarop rapportage is gebaseerd (2)
2. De waarschuwingszin waarop in de vorige vraag gedoeld werd, is als volgt:
"Let op! Geld lenen kost geld.“
Heeft u deze zin wel eens in een reclame-uiting gezien of gehoord?
Ja
Nee
Weet ik niet
3. In wat voor soort reclame-uiting heeft u deze waarschuwingszin dan wel eens gezien of gehoord?
In de krant of een tijdschrift
Op TV
Op internet
Op de radio
Ergens anders, namelijk...
Weet ik niet meer
30
Vragenlijst waarop rapportage is gebaseerd (3)
4. Hoe staat u tegenover het feit dat de overheid financiële ondernemingen verplicht om deze waarschuwingszin op te nemen in reclames waarin een lening wordt aangeboden?
Zeer negatief
Negatief
Neutraal
Positief
Zeer positief
Weet ik niet
5. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen over de waarschuwingszin
"Let op! Geld lenen kost geld."? Op schaal van 1 tot 5 waarbij 1=Volledig mee eens en 5= Volledig mee oneens
• De waarschuwingszin zet aan tot denken over nadelige gevolgen van lenen
• De waarschuwingszin ziet er uit als een verplichte mededeling
• De waarschuwingszin spreekt mij persoonlijk aan
31
Vragenlijst waarop rapportage is gebaseerd (4)
6. Hieronder ziet u nogmaals de waarschuwingszin met daarnaast een symbool. Kunt u me aangeven wat volgens u de boodschap is van dit symbool? (open vraag)
7. Wie, denkt u, wil(len) u via deze zin en dit symbool iets duidelijk maken? (open vraag)
8. Wat is voor u het belangrijkste nadeel van geld lenen of iets kunnen kopen wat later pas hoeft te worden betaald?
Dat ik minder geld kan besteden door de kosten van de lening
Dat ik hogere maandlasten heb
Dat ik er lang aan vastzit
Dat ik meer terug moet betalen dan dat ik geleend heb
Dat ik schulden heb
Dat de kosten kunnen tegenvallen
Dat het product dat je met de lening koopt kapot kan gaan voordat je klaar bent met afbetalen
Ik vind dat er geen nadelen zijn
Ander nadeel, namelijk ...
32
Vragenlijst waarop rapportage is gebaseerd (5)
9. Kunt u aangeven hoeveel vertrouwen u heeft in onderstaande instanties/ personen?
U kunt dit doen op een schaal van 1 tot 5 waarbij 1=Helemaal geen vertrouwen en 5=Heel veel vertrouwen
• De financiële markt in Nederland
• Financieel toezicht in Nederland
• Banken en verzekeraars in Nederland
• Kredietverstrekkers in het algemeen
• (Indien sluiter CK) uw eigen kredietverstrekker
• Financiële adviseurs in het algemeen
• (Indien aanwezig) uw eigen financieel