• No results found

INHOUD VOORW OORD I. PROLOOG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INHOUD VOORW OORD I. PROLOOG"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

5 7 13

13

16 19 23 27 28 31 34 38 40 42 47 49 51

54

54 55

64 69 73 74 76 79

81

81 82

INHOUD

V O O R W O O R D I. PRO LOO G

II. DE ZO E K T O C H T N A A R RIJKDOM

II. 1 Inleiding

11.2 De expansionistische strategie 14

11.3 De Verenigde Oost-Indische Compagnie 11.4 De West Indische Compagnie

11.5 De voortdurende kapitaaltekorten van de compagnieën 11.6 Het octrooi en de mercantilistische strategie

11.7 De doelstellingen van de W IC s

11.8 De handelsnetwerken voor de retour- en driehoekshandel 11.9 Goederenstrom en en geldstromen

11.10 Het belang van de kolonie Brazilië, toen Nieuw-Holland II. 11 Het belang van de kolonie Nieuw-Nederland

11.12 Het belang van de winstgewesten Curaçao en St. Eustatius 11.13 De Amsterdamse effectenbeurs in de 17e en 18e eeuw II. 14 De ondergang van de nieuwe WIC

II.16 Conclusies

III DE IN R IC H T IN G V A N DE SU R IN A A M SE PLANTAGE- EC O N O M IE

III. 1 Inleiding

111.2 De kolonie Suriname en haar uiteenlopende eigenaars

111.3 Amsterdam: het m iddelpunt van de wereldeconomie ten tijde van de plantage-economie

111.4 De handelspolitiek van de stad Amsterdam 111.5 Het Franse colbertisme

111.6 De Amsterdamse geld- en kapitaalmarkt in de 16c tot en m et de 18 e eeuw 111.7 De Amsterdamse kapitaalmarkt en de kolonie Suriname

111.8 Conclusies

IV KOLONISATIE EN DE G E D W O N G E N MASSALE M IGRATIE V A N A FR IK A N E N N A A R DE “N IE U W E W ERELD”

IV. 1 Inleiding

IV.2 Suriname: een Nederlandse creatie

491

(2)

IV. 3 De kolonisatie van Suriname van de 17e tot en m et de 19e eeuw 84 IV.3.1 Plantageondernemers en de arbeid van tot slaaf gemaakten 88 IV. 3.2 Plantagedirecteuren, blankofficieren en adm inistrateurs 92 IV.4 De massale gedwongen migratie van Afrikanen naar de ‘Nieuwe Wereld’ 93 IV. 5 Het aandeel van Nederlandse kooplieden in de slavenhandel 96 IV. 6 De totale omvang van de massale gedwongen migratie van tot slaaf

gemaakte Afrikanen 104

IV.7 Slavenhandel, zakelijke dienstverleners en economisch gewin 109 IV. 8 Het Afrikaanse aandeel in de slavenhandel en de kwaliteitsnorm 114

IV. 9 De prijzen van de tot slaaf gemaakten en de winsten 117

IV. 10 De veroordeling in 2001 van kolonialisme, slavenhandel en slavernij 119

IV. 11 Conclusies 120

V. DE BEELD VO RM ING V A N DE ARM LASTIGE KOLONIE

SU RINAM E

1 2 2

V I Inleiding 122

V.2 De “deleted opinions” over de kolonie Suriname 122

V.3 J. Wolbers heeft in zijn klassieker nauwelijks aandacht voor de rol van de

koopliedenbankiers 126

V.4 R. van Lier laat de Caribische dimensie buiten beschouwing 127

V.5 R. Panday gelooft de auteur Fermin niet 129

V.6 P. Emm er wijzigt zijn standpunt uit 1974 over een ereschuld van Nederland aan 131

Suriname in 2000 en 2003. 131

V.7 J. van der Voort: sterke overwaardering van het financieringsinstrument fonds­

of negotiatieleningen 144

V.8 G. Oostindie onderzoekt twee plantageondernemingen over een bepaald tijdvak intensief en trekt conclusies voor de gehele plantage-economie 148

V.9 A. van Stipriaan vraagt zich af: wat levert het op? 152

V.lO J. de Vries en A. van der Woude: kooplieden-bankiers hadden bepalende positie 157 V .ll H. van der Kuilen doet een poging om de onjuiste beeldvorming te versterken 161 V.12 De Postma Suriname Data Collection ondersteund stellingen over de migratie

van kapitaal 163

V.13 Conclusies 166

VI. DE PR O D U C T IE IN DE KOLONIE SU R IN A M E E N DE M IGRATIE V A N KAPITAAL N A A R N E D E R L A N D EN

DEELS N A A R E N G E L A N D 167

VI. 1 Inleiding 167

VI.2 De export uit de kolonie Suriname en de handel op de Amsterdamse goederenbeurs 168 VI.3 De productiestructuur in het tijdvak van de plantage-economie 174

VI.4 Export uit de bedrijfstak suiker 188

VI.5 Export uit de bedrijfstak koffie 195

VI.6 Export uit de bedrijfstak cacao 198

(3)

VI.7 Export uit de bedrijfstak katoen 202

VI.8 Export uit de bedrijfstak hout 202

VI.9 Export uit de bedrijfstak goud 203

VI. 10 Export uit de bedrijfstak balata 204

VI. 11 Export uit de bedrijfstak bauxiet 204

V I.12 Export van overige goederen 205

VI. 13 Totale im porten van goederen uit de kolonie Suriname in Nederland 205

V I.14 Conclusies 207

VII DE D IEN STEN SEC TO R IN DE PERIODE V A N DE

PL A N T A G E -E C O N O M IE IN SU RINAM E 209

VII. 1 Inleiding 209

VII.2 Hoofdlijnen van de maatschappelijke verhoudingen in Nederland (de

Republiek der Verenigde Provinciën) en in de kolonie Suriname 209 VII.3 Vijf Nederlandse bestuursperioden en bestuursstelsels in het tijdvak 213

1640 tot 1940 213

VII.3.1 De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1579-1795) 214

VII.3.2 De Bataafse Republiek (1795-1806) 217

VII.3.3. Het Koninkrijk Holland (1806-1810) 219

VII.3.4 De Franse Tijd (1810-1813) 221

VII.3.5 Het Koninkrijk der Nederlanden (1813 tot 1939/heden) 223 VII.4 De bestuurs- en beheersorganen in de kolonie Suriname 225

VII.5 De gouverneur en andere koloniale bestuurders 230

VII.6 De publieke diensten 232

VII.7 De openbare financiën in de kolonie Suriname 234

VII.8 Protectie, protectie en nog eens protectie 241

VII. 11 De particuliere dienstensector 244

VII.10.1 De omzet van de handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen 245 VII. 10.2 Reders verdienen aan contractarbeiders uit Brits-Indië en Java 247

V II.10.3 Verstrekte kredieten aan de plantageondernemers 252

VII. 10.4 De administratie en het beheer van de kredieten in Nederland 253 VII. 10.5 Betalingen van kooplieden-bankiers aan hun agendarissen 254 VII. 10.6 Betalingen aan adm inistrateurs en verleners van technische bijstand 254 VII.10.7 Betalingen aan reders voor vrachtkosten van de exportproducten 256 VII.10.8 Verzekering van exportgoederen van de plantageondernemingen 257

V II.10.9 Verkoopkosten van Surinaamse exportproducten 260

VII.10.10 Betalingen aan notariskantoren 262

V II.10.11 Betalingen aan de W IC’s 262

V II.10.12 Betalingen aan overige dienstverleners 262

VII. 10.13 Conclusies 263

VIII. HET ZU N D ER -R EK E N M O D EL 265

VIII. 1 Inleiding 265

(4)

VIII.2 De gevolgde m ethodiek 265 VIII.3 De crisis rond 1824 was als neerwaartse conjunctuur doorslaggevend 266

VIII.4 Het Zunder-rekenm odel 270

VIII.5. Conclusies 276

IX. ONBEHOORLIJK BESTU U R 279

IX. 1 Inleiding 279

IX. 2 De industriële revolutie in Europa en de invloed op de Surinaamse plantage-

economie 279

X.3 Onbehoorlijk bestuur van Nederlandse regeringen ten opzichte van de kolonie 284

Suriname 284

IX.4 De geplande welvaart van de Welvaartscommissie 287

IX.4. De bevindingen van het Suriname Studie-Syndicaat 291

IX. 5 De opkomst van de bedrijfstak goud 298

IX.6 De opkomst van de bedrijfstak balata 302

IX. 7 De opkomst van de bedrijfstak bauxiet 305

IX. 8 De beurskrach van Wallstreet en de invloed op de Surinaamse volkshuishouding 306 IX. 9 De sociaal-economische situatie aan het einde van de plantage-economie 309

IX. 10 Conclusies 310

X. DE “W IE D E R G U T M A C H U N G ” 311

X.1 Inleiding 311

X.2 Waarom nu (pas) aankomen m et een “W iedergutm achung”? 312

X.3 Rechtsherstel, ofwel reparaties 315

X.3 Compensatiegelden, “tegemoetkoming” voor de plantageondernemers 316

X.4 Weer een gemiste kans voor een nieuw begin 321

X.5 Het fasenplan voor de “W iedergutmachung” 325

X.6 Restituties voor de sociaal-economische uitmergeling 332

X.7 Reparaties voor het hum ane leed in de plantage-economie 334

X.8. De Surinaamse Maskaderi 338

X.8.1 De Pyleno, o f de Ymakere 339

X.8.2 De Maafa 343

X.8.3 De staatscommissie voor de afschaffing van de slavernij van 1853 347

X.8.4 Nederlands best bewaarde geheim in de West 353

X.8.5 De “Deesh Doer Ghatna” en de “Pebenbunnuh” 355

X.9 De reparatiebeweging is wereldwijd op gang gekomen 357

X.10. Een berekeningsmethode voor Surinaamse compensatiegelden 364

X.10.1 Compensatiegelden voor de Pyleno, ofwel de Ymakere 365

X.10.2 Compensatiegelden voor de Maskaderi 365

X.10.3 Compensatiegelden voor de m arrons 367

X.10.4 Compensatiegelden voor de Nederlandse boeren, “boeroes” 367 X.10.5 Compensatiegelden voor de nazaten van de Chinese contractarbeiders 368 X.10.6 Compensatiegelden voor de Deesh Doer Ghatna en de Pebenbunnuh 369 X.11 Samenvatting van de sociaal-economische restituties en compensatiegelden voor

494

(5)

371 371

374

374 374

376 111 379 379 379 384

385 391 481

hum aan leed

X.12 Conclusies

XI. VIER CA SU SSEN TERZAKE REPARATIES

XI. 1 Inleiding

XI.2 De Joodse gemeenschap komt in actie tegen Zwitserse banken

XI.3 Zaak Nr. CV 6-4849 (ERK) (MDG), samengevoegd m et CV 96-5161 en CV 97-461

XI.4 Compensatiegelden voor dwangarbeiders uit de Tweede Wereldoorlog XI.5 Waarom reparaties noodzakelijk zijn: de stellingen van David Horowitz en

com m entaar vanuit een Surinaams perspectief aangevuld m et twee veelgestelde vragen-

XI.6 Conclusies

XII. EPILOOG BIJLAGEN

LITERATUURLIJST

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Programmaplan voor Centrum Barneveld komt t/k naar de raad in juli 2020.. Deel 2: Hoe we dit te faciliteren komt in de Notitie Parkeerregulering

The Contracting Party shall pay the Registration and marketing Fee (hereinafter “Registration and marketing fee”), a stall fee for the Exhibition Area used (hereinafter “Stall

- Niet op andere wijze gespecificeerd; NO(A)EC - Geen waarneembaar (negatief) effect op concentratie; NO(A)EL - Geen waarneembaar (negatief) effect op Level;

dan is enkel de afbraak van de dekvloer en de vloerbedekking nodig De isolatie wordt dan op de behouden draagvloer aangebracbt en afgewerkt met een nieuwe dekvloer en

H 2 O staat als oxidator (standaard elektrodepotentiaal = -0,83V) boven Al als reductor (stan- daard elektrodepotentiaal = -1,67V) en er kan dus een redoxreactie optreden tussen

Oneens, als een deel van de recirculatiestap wordt afgetapt, komt er nog steeds azijnzuur de thermoreactor in, en zal het zich nog

*garen om de naald, steek de naald in de volgende steek, omslag en haal het garen door, omslag en haal het garen door de 2 eerste lussen op de naald* herhaal 5x in dezelfde

Zeer relevant (Het is heel prettig op deze actieve wijze nog meer ervaring op te doen met de experientiele technieken. Het is erg fijn en leerzaam te oefenen, feedback te krijgen en