Wft Schadeverzekeringen particulier
Begeleidingsdag 2 - antwoorden en uitwerkingen
2 - Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Antwoorden en uitwerkingen 3
1.1 Entreetoets - antwoorden 3
1.2 Casus Melle (Professioneel gedrag) - antwoorden 9
1.3 Casus John (Professioneel gedrag) - antwoorden 11
1.4 Casus Erik & Marijke (Wonen) - antwoorden 13
1.4.1 Bijlage ‘Voorwaarden woonhuisverzekering) 20
1.4.2 Bijlage ‘Inboedelwaardemeter’ 21
1.5 Casus Fred en Ciel (Aansprakelijkheid en rechtsbijstand) - antwoorden 22
1.6 Casus Hannie (Zorg en ongevallen) - antwoorden 28
1.6.1 Bijlage ‘Ledematentaxatie’ 34
Hoofdstuk 1 Antwoorden en uitwerkingen
1.1 Entreetoets - antwoordenVraag 1
Wat is een voorbeeld van kwalitatieve aansprakelijkheid?
A. Aansprakelijkheid van ouders voor kinderen < 14 jaar.
B. Groepsaansprakelijkheid.
C. Aansprakelijkheid voor eigen daden.
Antwoord vraag 1
Het juiste antwoord is: aansprakelijkheid van ouders voor kinderen < 14 jaar. (A)
Toelichting &Tips
De ouders van kinderen jonger dan 14 jaar zijn risico aansprakelijk voor de gedragingen van deze kinderen, ook al valt de ouders niet te verwijten.
Kwalitatieve aansprakelijkheid oftewel risicoaansprakelijkheid wil zeggen dat je aansprakelijk bent op grond van je kwaliteit of hoedanigheid, in dit geval je hoedanigheid als ouder van een kind. De verschillende vormen van aansprakelijkheid worden uitgelegd in deel 6, vermogensbeschermende verzekeringen.
Toetsterm 1c.5
Vraag 2
Welke twee beweringen zijn juist ten aanzien van de restitutieverzekering en de naturaverzekering?
A. Bij een restitutieverzekering selecteert de zorgverzekeraar de zorgaanbieders en bij een naturaregeling niet.
B. De premie voor een restitutieverzekering is meestal hoger dan van een naturaverzekering.
C. Een restitutieverzekering wordt alleen gevoerd door zorgverzekeraars die een landelijke dekking bieden.
D. Bij een naturaverzekering maakt de zorgverzekeraar afspraken met zorgaanbieders over prijzen en daardoor is de premie van een naturaverzekering lager.
E. Een naturaverzekering wordt alleen gevoerd door de zorgverzekeraars die een landelijke dekking bieden.
Antwoord vraag 2 De juiste antwoorden zijn:
-de premie voor een restitutieverzekering is meestal hoger dan van een naturaverzekering. (B)
-bij een naturaverzekering maakt de zorgverzekeraar afspraken met zorgaanbieders over prijzen en daardoor is de premie van een naturaverzekering lager. (D)
Toelichting & Tips
Bij een restitutiepolis is de premie inderdaad meestal hoger dan bij een naturapolis. Bij de naturaverzekering heeft de verzekeraar (prijs) afspraken met de zorgverlener gemaakt en daardoor is de premie lager. Bij een restitutieverzekering heeft de verzekerde vrije zorgkeuze en daarom is de premie hoger. In deel 7, Zorg- en ongevallenverzekeringen lees je meer over de natura- en de restitutiepolis.
Toetsterm 1c.16
4 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Vraag 3
Saskia (19 jaar) is net afgestudeerd als verpleegkundige. Ze heeft vlakbij haar werkplek een appartement gehuurd en ze gaat het ouderlijk huis verlaten. Ze neemt contact op met Mark, Adviseur Schadeverzekeringen particulier, en vraagt hem welke verzekeringen ze nodig heeft. Mark snapt dat Saskia niet veel geld te besteden heeft, maar uit het klantprofiel blijkt dat Saskia haar bezitsrisico’s graag zoveel en zo goed mogelijk wil verzekeren.
Welke reactie van Mark is professioneel en juist?
A. Mark bespreekt met Saskia de verzekeringsmogelijkheden en welke verzekeringen het beste bij Saskia passen.
B. Mark adviseert Saskia om een standaard inboedelverzekering te sluiten en voor de eventuele bijzondere bezittingen nog een aanvullende verzekering te sluiten.
C. Mark adviseert Saskia, omdat ze weinig geld te besteden heeft, om alleen een inboedelverzekering met een beperkte dekking en een heel laag verzekerd bedrag te sluiten.
Antwoord vraag 3
Het juiste antwoord is: Mark bespreekt met Saskia de verzekeringsmogelijkheden en welke verzekering(en) het beste bij Saskia passen. (A)
Toelichting & Tips
Mark kan het beste met Saskia de verzekeringsmogelijkheden bespreken en bespreken welke verzekeringen het beste bij Saskia passen. Op basis van het klantprofiel van Saskia geeft Mark advies. Het is belangrijk dat hij samen met Saskia onderzoekt wat ze het belangrijkste vindt: een lage premie of een goede dekking. Door de verzekeringsmogelijkheden en de verzekeringen te bespreken kan Mark de prioriteit van Saskia ontdekken. Indien nodig confronteert hij haar met eventuele tegenstrijdigheden. In het deel adviestraject, lees je meer over de kwaliteiten van de adviseur.
Toetsterm 3c.1
Vraag 4
Een woonhuisverzekering is gesloten met een jaarlijkse premiebetaling op 1 juni. Op 1 mei wordt het verzekerd bedrag verhoogd met € 24.000. Bereken de te betalen suppletiepremie tot aan de eerstkomende hoofdpremievervaldag als de premievoet 2‰ is, de poliskosten € 10 en de assurantiebelasting 21% bedraagt.
Antwoord vraag 4
Het juiste antwoord is: € 16,94.
Toelichting & Tips
De bij te betalen premie bedraagt € 24.000/1.000 x 2 = € 48 per jaar en dus voor een maand € 4 en daarbij komen
€ 10 poliskosten + 21% assurantiebelasting is totaal € 16,94. Als er iets verandert in de situatie van de klant, kan dit er toe leiden dat de verzekering en daarmee de premie wordt aangepast.
Als adviseur moet je kunnen berekenen wat een klant moet bijbetalen (suppletiepremie) of wat een klant terugkrijgt (restitutiepremie). In de rekenmodule staat uitgebreid beschreven hoe deze berekeningen moeten worden uitgevoerd.
Toetsterm 2f.4
Vraag 5
Leo en Susan hebben via Vincent, Adviseur Schadeverzekeringen particulier een woonhuis-, inboedel- en AVP verzekering gesloten. Vincent ontvangt een kerstkaart van Leo en Susan met daarop een foto van een prachtig oud maar een beetje slecht onderhouden grachtenpand. Op de kaart staat ‘hier gaan wij klussen in het nieuwe jaar’.
Welke reactie van Vincent is juist en professioneel?
A. Vincent neemt direct contact op met Leo en Susan om na te vragen wanneer ze het pand gaan kopen of al gekocht hebben en dan een afspraak maken om de gewijzigde risico’s te inventariseren en analyseren.
B. Vincent stuurt Leo en Susan een kaartje of een berichtje sturen om ze te feliciteren met hun droomhuis en vraagt of hij het pand moet verzekeren.
C. Vincent neemt direct contact op met Leo en Susan om het nieuwe adres op te vragen zodat dit nieuwe adres aangetekend kan worden op de bestaande verzekeringen.
Antwoord vraag 5
Het juiste antwoord is: Vincent neemt direct contact op met Leo en Susan om na te vragen wanneer ze het pand gaan kopen of al gekocht hebben en dan een afspraak maken om de gewijzigde risico’s te inventariseren en analyseren. (A)
Toelichting & Tips
Vincent kan het beste direct contact opnemen met Leo en Susan om na te vragen wanneer ze het pand gaan kopen of al gekocht hebben en dan een afspraak maken om de gewijzigde risico’s te inventariseren en analyseren.
Het is belangrijk dat een adviseur adequaat reageert op wijzigingen in de persoonlijke situatie van de klant. Zo zorgt hij ervoor dat de klant optimaal blijft verzekerd. Uiteraard is de klant zelf ook verantwoordelijk om belangrijke wijzigingen door te geven. Dit staat ook in de voorwaarden en als de klant hieraan niet voldoet, loopt hij risico dat bij schade er een lagere dekking of zelfs geen dekking is. Dit ontslaat jou als adviseur echter niet van het nemen van initiatief op het moment dat een wijziging jou, op welke manier dan ook, bereikt. In het deel Adviestraject lees je meer over de kwaliteiten van een adviseur in relatie tot het beheerproces.
Toetsterm 3d.2
Vraag 6
Op 14 januari 2018 is tijdens een storm de dakkapel op de woning van Jaap beschadigd. De woning is met garantie tegen onderverzekering verzekerd op een woonhuisverzekering (dekking UGV+) met een verzekerd bedrag van
€ 375.500. De werkelijke waarde van de woning bedraagt op het moment van schade € 400.000. Het veelgebruikte eigen risico bij storm, 2‰ van de verzekerde som met een minimum van € 225 en een maximum van € 450, is van toepasing. Jaap schakelt een bouwbedrijf in om de dakkapel provisorisch te laten maken en om een opgave te laten maken van de geschatte reparatiekosten. De kosten van het tijdelijk dichtmaken bedragen € 125 en de schade aan de dakkapel bedraagt € 2.295 .
Welk bedrag wordt vergoed?
Antwoord vraag 6
Het juiste antwoord is: € 1.970.
6 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Toelichting & Tips
Er is garantie tegen onderverzekering dus de schade komt in principe volledig voor vergoeding in aanmerking.
Ook de bereddingskosten komen voor vergoeding in aanmerking. Maar er geldt wel een eigen risico van 2‰
van de verzekerde som met een minimum van € 225 en een maximum van € 450. Het maximum bedrag is hier van toepassing en dus wordt er vergoed € 2.295 + € 125 - /- € 450 = € 1.970 . De berekeningen rondom schade- uitkeringen vind je terug in de syllabus rekenvaardigheden.
Toetsterm 2g.2
Vraag 7
De broers Sam (10 jaar) en Niels (8 jaar) krijgen ruzie. Sam gooit een steen tegen het hoofd van Niels. Niels heeft een flinke hoofdwond en loopt blijvend letsel op. Zijn bril is eveneens kapot. Is dekking voor de door Niels geleden schade op de gezinsaansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) die de ouders van Niels en Sam hebben afgesloten?
Wat is juist?
A. Er is geen dekking. Schade aan verzekerden onderling toegebracht is uitgesloten.
B. Hier is sprake van ‘sport en spel’ waarbij geen polisdekking is bij (een) letsel (schade).
C. Er is alleen secundaire dekking voor de letselschade.
Antwoord vraag 7
Het juiste antwoord is: er is alleen secundaire dekking voor de letselschade. (C)
Toelichting & Tips
Op de AVP is de materiële schade die verzekerden onderling toebrengen uitgesloten. De letselschade is secundair gedekt binnen de polisvoorwaarden. Meer over aansprakelijkheid kun je lezen in deel 6, vermogensbeschermende verzekeringen.
Toetsterm 2g.7
Vraag 8
Na een jarenlang verblijf als reporter in het buitenland, komt Titia weer in Nederland werken en wonen. Door al het geregel met de immigratiepapieren vergeet zij zich aan te melden bij een zorgverzekeraar. Pas vijf maanden na terugkomst meldt Titia zich aan.
Zijn hier nog gevolgen aan verbonden voor Titia?
A. Ja, Titia is verplicht om binnen vier maanden na aankomst een basiszorgverzekering af te sluiten. Van een boete is nog geen sprake, wel gaat de verzekering pas in op de dag van aanmelding.
B. Nee, dit heeft geen gevolgen voor Titia. Zij blijft binnen de toegestane termijn van aanmelding van vijf maanden en hoeft geen boete te betalen. De verzekering gaat in met terugwerkende kracht.
C. Nee, dit heeft geen gevolgen voor Titia. Zij blijft binnen de toegestane termijn van aanmelding van zes maanden en hoeft geen boete te betalen.
Antwoord vraag 8
Het juiste antwoord is: Ja, Titia is verplicht om binnen vier maanden na aankomst een basiszorgverzekering af te sluiten. Van een boete is nog geen sprake, wel gaat de verzekering pas in op de dag van aanmelding. (A)
Toelichting & Tips
CAK spoort onverzekerden op. Zodra er door bestandsvergelijking aan het licht komt dat een verzekeringsplichtige niet binnen vier maanden een zorgverzekering heeft afgesloten, dan ontvangt deze een brief van het CAK. Deze eerste brief komt pas nadat de periode van vier maanden is verstreken. Als er binnen drie maanden na deze eerste brief geen verzekering is gesloten, dan wordt er aan de verzekeringsplichtige een boete opgelegd van € 386,49.
De hoogte van deze boete is wettelijk bepaald. Als Titia al een brief heeft gekregen, zit ze nog in de periode van 3 maanden na deze brief en is ze dus geen boete verschuldigd. De verzekering van Titia kan niet ingaan met terugwerkende kracht op de dag dat de verzekeringsplicht ontstond, hij gaat dus in op de dag van aanmelding. De termijn van aanmelding geldt voor alle mensen die in Nederland komen wonen en werken. Werken in Nederland = verzekeren in Nederland, ook als je in het buitenland woont!!
Toetsterm 2e.12
Vraag 9
Welke van onderstaande omschrijvingen omschrijft het van toepassing zijnde criteria van het begrip ongeval binnen de ongevallenverzekering?
A. Een plotseling, van buitenaf, onafhankelijk van de wil van de verzekerde, rechtstreeks op het lichaam inwerkend geweld, welke geweldsuitwerking objectief medisch vast is te stellen en in één klap wordt veroorzaakt met letsel of dood tot gevolg.
B. Een plotseling, buiten de wil van de verzekerde, rechtstreeks op het lichaam inwerkend geweld, dat onverwacht is, met medisch vast te stellen letsel of dood tot gevolg.
C. Een van buitenaf, onafhankelijk van de wil van de verzekerde, op het lichaam inwerkend geweld met medisch vast te stellen letsel of dood tot gevolg.
Antwoord vraag 9
Het juiste antwoord is: Een plotseling, van buitenaf, onafhankelijk van de wil van de verzekerde, rechtstreeks op het lichaam inwerkend geweld, welke geweldsuitwerking objectief medisch vast is te stellen en in één klap wordt veroorzaakt met letsel of dood tot gevolg. (A)
Toelichting & Tips
Dit is de meest gebruikelijke definitie van een ongeval zoals die opgenomen is in een ongevallenverzekering. Het geweld dient in één klap dient op te treden en het geweld moet zich plotseling hebben voorgedaan, dat is een belangrijke vereiste. Meer over ongevallen lees je in deel 7, Zorg- en ongevallenverzekeringen.
Toetsterm 1c.18
Vraag 10
Gijs (40 jaar) vertelt aan zijn Adviseur Schadeverzekeringen particulier Bert, dat hij zijn autoverzekering bij een andere verzekeraar onder wil brengen, omdat de premie bij de huidige verzekeraar wel erg hoog is. Als Bert naar het aantal schadevrije jaren vraagt, zegt Gijs dat hij het daar niet over wil hebben. Hij wil graag opnieuw beginnen.
Wat is een juiste en professionele reactie van Bert op dit antwoord?
A. Bert maakt direct duidelijk aan Gijs dat hij altijd de waarheid moet spreken.
B. Bert neemt direct afscheid van Gijs als klant, omdat Gijs niet eerlijk blijkt te zijn.
C. Bert vraagt aan Gijs waarom Gijs dat zegt omdat het antwoord niet duidelijk is.
8 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Antwoord vraag 10
Het juiste antwoord is: Bert vraagt aan Gijs waarom Gijs dat zegt omdat het antwoord niet duidelijk is. (C)
Toelichting & Tips
Bert kan het beste meteen duidelijk zijn en direct aan Gijs vragen waarom Gijs dat zegt omdat het antwoord niet duidelijk is. Mogelijk probeert Gijs iets te verbergen rondom een slecht verlopen schadeverleden. Dit kan acceptatie van de verzekering in de weg staan. Het bewust niet naleven van de mededelingsplicht (artikel 7:928 BW) kan zorgen voor een lagere of zelfs géén uitkering bij schade.
1.2 Casus Melle (Professioneel gedrag) - antwoorden
Als Adviseur Schadeverzekering particulier ben je werkzaam bij een tussenpersoon. De markt die door jullie wordt bewerkt, is die van de (particuliere) klant met zijn verzekeringen.
Op enig moment ben je met Melle, een reeds bestaande klant, in gesprek over een door hem aangeschafte boot.
Omdat deze boot dusdanig bijzonder is, eist de pleziervaartuigenverzekeraar een taxatierapport. Melle baalt hier van, want het laten opmaken van een rapport betekent extra kosten.
Melle wil geen onnodige kosten maken. Later die week komt hij terug met een taxatierapport. Tijdens het overhandigen van het taxatierapport maakt hij de opmerking: “Met enig ritselwerk kom je toch een heel eind. Dat drukt lekker de kosten, in deze toch al dure tijd”.
Vraag 1
Hoe ga je hiermee om? Motiveer je antwoord.
Modelantwoord vraag 1
Omdat het niet de bedoeling is dat je meewerkt aan “ritselwerk”, vraag je wat Melle bedoelt. Als blijkt dat het rapport is opgemaakt door een niet-erkend taxateur, sluit je geen pleziervaartuigenverzekering af. Dit geef je in duidelijke bewoordingen aan. Daarnaast is het verstandig, uit hoofde van jouw zorgplicht, de klant te waarschuwen voor de gevolgen van een onjuiste opgave van zaken.
Toelichting & Tips
Op het examen kom je bij vragen rondom professioneel gedrag regelmatig een vraag tegen die te maken heeft met mogelijke fraude. Gaat het om een schademelding, die onder verdachte omstandigheden wordt gedaan, ga je niet zelf op onderzoek uit en stel je geen aanvullende vragen. Je meldt dit aan de verzekeraar. Immers, mogelijk geef je anders een fraudeur de kans om bewijsmateriaal te verdoezelen. Gaat het om een verzekering in de aanvraagfase, dan stel je juist wel aanvullende en confronterende vragen. Je wil immers ontdekken of er echt sprake is van fraude of dat er een plausibele verklaring is. Als blijkt dat de klant ‘foute’ bedoelingen heeft, confronteer je hem met de gevolgen. Afhankelijk van zijn reactie en de ernst van de plannen sluit je eventueel de verzekering niet af en stel je ook de verzekeraar in kennis. Blijkt er een plausibele verklaring te zijn of komt de klant na jouw uitleg tot inkeer, dan kun je de verzekering alsnog afsluiten. Meer hierover kun je lezen in het hoofdstuk Professioneel Gedrag en Dilemma’s.
Toetsterm 4a.1
Vraag 2
Nadat hij jou het taxatierapport heeft overhandigd zegt Melle: “Nu ik hier toch ben, wil ik nog iets weten over de destijds afgesloten Excedentverzekering, voor het geval ik arbeidsongeschikt word”.
Wat moet voor jou duidelijk zijn voor jij hierop een reactie kan geven en welke reactie geef je dan eventueel?
Modelantwoord vraag 2
Na doorvragen blijkt dat het ritselen niets met fraude te maken heeft. Jouw klant kreeg korting op de factuur.
Omdat hij iets wil weten over de destijds door hem afgesloten Excedentverzekering, verwijs je hem door naar een collega-kantoor dat zich bezig mag houden met inkomensvoorzieningen. Je zegt dat jij conform de wetgeving alleen particuliere schadeverzekering mag behandelen.
10 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Toelichting & Tips
Het is belangrijk dat je als adviseur je grenzen kent en dat je tijdig doorverwijst naar collega’s. Dit is een van de eisen die ook door het CDFD aan een goede adviseur worden gesteld. In het examen kom je dan ook regelmatig vragen tegen waarin wordt getoetst of je weet waar je grenzen liggen. Houd daarbij altijd voor ogen voor welke beroepskwalificatie je examen doet en beantwoord vragen in het licht van deze beroepskwalificatie. Die kan afwijken van jouw daadwerkelijke beroepskwalificatie!
Toetsterm 4a.3
Vraag 3
Doordat Melle tevreden is over hoe alles is verlopen, vertelt hij aan een bevriende watersporter over de scherpe premie die hij heeft gekregen voor zijn pleziervaartuigenverzekering. Deze bevriende watersporter komt bij jou langs en vraagt waarom Melle deze scherpe premie heeft gekregen. De vriend heeft een vergelijkbare boot, maar is veel duurder uit.
Wat kan jij deze bevriende watersporter wel en niet vertellen?
Modelantwoord vraag 3
Wat je niet vertelt, is klantspecifieke informatie. Je vertelt niet waarom Melle deze scherpe premie heeft gekregen.
Je vertelt dus niks over het taxatierapport en/of over de gegevens van de boot en/of Melle. Wat je wel kunt zeggen, is dat iedere situatie uniek is en dat je graag met hem om tafel gaat zitten om te berekenen wat de premie wordt voor zijn boot.
Toelichting & Tips
Toetsterm 4a.2 gaat over de privacy van klanten. In de WBP worden strenge eisen gesteld om de privacy te waarborgen. Je geeft nooit klantspecifieke informatie aan derden. Mocht je per ongelijk toch informatie hebben gegeven over klant aan een derde, dan dien je de klant hiervan op de hoogte te brengen.
Toetsterm 4a.2
1.3 Casus John (Professioneel gedrag) - antwoorden
Je bent Adviseur Schadeverzekering particulier bij een bank. John, een jarenlange goede klant van de bank, belt jou op om een autoverzekering af te sluiten. Hij staat nu bij de dealer en wil zijn nieuwe auto liefst direct meenemen. Met John nog aan de telefoon, voer je de gegevens van de nieuwe auto in voor het acceptatiepakket van de autoverzekeraar.
Tijdens het invullen van de slotvragen komt aan het licht dat John anderhalf jaar geleden in aanraking is geweest met justitie. Hij vertelt eerlijk dat hij zes maanden rijontzegging heeft gehad in verband met rijden onder invloed.
Gevolg is dat je nu contact moet opnemen met de autoverzekeraar.
Vraag 1
John vraagt jou om meer dan een goed woordje te doen bij de acceptant van de verzekeringsmaatschappij als zijn rijontzegging voor acceptatieproblemen gaat zorgen.
Hoe ga jij om met deze situatie?
Modelantwoord vraag 1
Jij vertelt John dat je inderdaad verwacht dat dit problemen gaat opleveren, maar dat je een goed woordje voor hem doet vanuit jouw ervaring met hem als bankrelatie. Je zegt dat het heel verstandig van hem is geweest eerlijk te zijn. Verzwijging van deze gegevens kan vervelende gevolgen hebben in geval van schade.
Toelichting & Tips
De slotvragen op een aanvraagformulier geven de verzekeraar inzicht in het morele risico. Indien de door de verzekeraar gestelde vragen op het ingevulde aanvraagformulier door de aanvrager niet juist worden beantwoord, krijgt de verzekeraar een vertekend beeld van het risico van de aanvrager. Hierdoor aanvaardt de verzekeraar mogelijk een risico, dat hij misschien niet of niet onder normale voorwaarden zou willen accepteren. Het niet nakomen van de mededelingsplicht kan gevolgen hebben voor de voortzetting van de verzekering en voor een uitkering bij eventuele schade. Het is belangrijk dat je als adviseur de klant wijst op het belang van eerlijk beantwoorden van de vragen en op de gevolgen van eventuele verzwijging. Meer hierover kun je lezen in deel Algemeen van de syllabus en in Professioneel Gedrag en Dilemma’s.
Toetsterm 4a.1
Vraag 2
Jij hebt de acceptant van de autoverzekeraar weten te overtuigen. Die gaat over tot acceptatie. Het door de verzekeraar vereiste extra eigen risico voor cascoschades, is voor John geen probleem. De polis wordt door de verzekeraar opgemaakt. Jij weet dat je dit gesprek moet vastleggen in de systemen van de bank.
Wat mag je in het kader van de privacywetgeving vastleggen?
Modelantwoord vraag 2
In het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) mag je alleen vastleggen wat relevant is voor de dienstverlening aan de klant en voor de reconstrueerbaarheid van je advies. Je legt vast dat er een aanvraag is geweest die voor acceptatie besproken moest worden met de acceptant van de verzekeraar. Dit op basis van het gegeven antwoord op de slotvragen. Je legt hierover geen details vast. Tot slot vermeld je dat de verzekering is geaccepteerd met een extra eigen risico.
12 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Toelichting & Tips
Toetsterm 4a.2 gaat over de privacy van klanten. In de AVG worden strenge eisen gesteld om de privacy te
waarborgen. Dit gaat ook over de vastlegging in dossiers en de toegankelijkheid van klantinformatie voor anderen.
In 2016 is de wet ‘Meldplicht datalekken’ ingegaan. Daarin staat beschreven hoe er moet worden gehandeld als gegevens van klanten in handen van derden vallen. Deze wet geldt voor allerlei bedrijven die met kantgegevens werken. De Adviseur Schadeverzekeringen zakelijk krijgt te maken met bedrijven die zich tegen de financiële gevolgen van dit risico willen verzekeren.
Toetsterm 4a.2
Vraag 3
Wanneer je John enige tijd later spreekt, zegt hij jouw gedane inspanningen voor de autoverzekering bijzonder te waarderen. “Getuigt duidelijk van een Adviseur Schadeverzekering particulier met kennis en lef”, zegt hij. John vraagt na deze lovende woorden of je hem kan bijpraten over zijn pensioensituatie.
Hoe luidt jouw reactie op deze vraag?
Modelantwoord vraag 3
Je bedankt John voor het vertrouwen dat hij in jou heeft, maar zegt dat dit vraagstuk beter beantwoord kan worden door jouw collega, de Adviseur Pensioenverzekeringen. Je neemt vervolgens contact op met jouw collega om een afspraak te regelen.
Toelichting & Tips
Het is belangrijk dat je als adviseur je grenzen kent en dat je tijdig doorverwijst (toetsterm 4a.3) naar collega’s. Dit is een van de eisen die ook door het CDFD aan een goede adviseur worden gesteld. In het examen kom je dan ook regelmatig vragen tegen waarin wordt getoetst of je weet waar je grenzen liggen. Houd daarbij altijd voor ogen voor welke beroepskwalificatie je examen doet en beantwoord vragen in het licht van deze beroepskwalificatie.
Die kan afwijken van jouw daadwerkelijke beroepskwalificatie!
Toetsterm 4a.3
1.4 Casus Erik & Marijke (Wonen) - antwoorden
Bij deze casus hoort de bijlage ‘Voorwaarden woonhuisverzekering’ (te vinden achter deze casus)
Erik (48 jaar) woont samen met Marijke (33 jaar). De twee kinderen uit een eerder huwelijk van Marijke van 8 en 5 jaar wonen bij Marijke en Erik. Erik werkt fulltime en Marijke werkt parttime in loondienst. Erik verdient € 2.500 netto per maand en Marijke verdient € 1.100. Erik heeft uit een eerder huwelijk een zoon Stefan van 17 jaar; Stefan woont ook bij Erik en Marijke. Stefan studeert nog, maar heeft als hobby optreden als DJ. Hij heeft uitgebreide apparatuur ter waarde van € 35.000. De apparatuur staat in het huis van Erik en Marijke, hij neemt regelmatig apparatuur mee naar optredens.
Erik en Marijke wonen in een oude boerderij die Erik de afgelopen jaren zelf volledig heeft opgeknapt. De herbouwwaarde van de boerderij is ongeveer € 1.250.000. De totale woonoppervlakte van de woning bedraagt 300 m2.
De moeder van Marijke is 3 weken geleden overleden. Marijke heeft als enig kind de woning van haar moeder geërfd. Deze woning is nu niet meer bewoond en staat te koop voor een bedrag van € 750.000. Daarnaast heeft Marijke een enorme verzameling lijfsieraden van haar moeder geërfd ter waarde van € 55.000.
Verzekeringen
Erik en Marijke hebben hun verzekeringen ondergebracht bij een tussenpersoon. Omdat ze niet zo tevreden zijn, willen ze overstappen naar een andere tussenpersoon. Ze hebben een afspraak met een Adviseur Schadeverzekeringen particulier.
Vraag 1
De Adviseur Schadeverzekeringen particulier vult samen met Erik en Marijke een inboedelwaardemeter in. Hij heeft alleen een inboedelwaardemeter van 2016 en de indexcijfers van 2016 (141,4) en 2018 (142,7). Wat moet het verzekerd bedrag zijn volgens de inboedelwaardemeter, uitgaande van het indexcijfer van 2018?
Antwoord vraag 1 Antwoord: € 152.027.
INBOEDELWAARDEMETER 2016 Naam verzekeringnemer Erik en Marijke
Leeftijd hoofdkostwinner 36 t/m 50 jaar: 29 punten
Huishouden (echtpaar/samenwonend): 10 punten
Netto maandinkomen hoofdkostwinner € 2.001 tot en met € 3.000 17 punten Oppervlakte woning 191 m² tot en met 300 m²: 23 punten
Totaal aantal punten: 79 x € 1.013: € 80.027(A) Eventuele bijtellingen (voor zover niet apart verzekerd):
Bedrag boven € 12.000 aan audio/visuele apparatuur: € 23.000
Bedrag boven € 6.000 aan lijfsieraden: € 49.000
Totaal bijtellingen € 72.000 (B).
De geschatte totale waarde van de inboedel : A + B = € 152.027.
14 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2
Een indexcijfer geeft de (procentuele) verandering van een waarde weer ten opzichte van het basisjaar. Het basisjaar van de indexcijfers voor inboedels is het jaar 1993. Dat jaar heeft daarom het indexcijfer 100 gekregen. We zien dat 1999 het indexcijfer 112,9 heeft gekregen. Dit betekent dat de gemiddelde waarde van inboedels in 1999 ten opzichte van 1993 12,9% hoger was. Het vermenigvuldigingsbedrag wordt jaarlijks volgens het indexcijfer aangepast. Dit gebeurt door het bedrag van het oude jaar te delen door het indexcijfer van dat oude jaar en de uitkomst te vermenigvuldigen met het indexcijfer van het nieuwe jaar: bedrag oude jaar / indexcijfer oude jaar x indexcijfer nieuwe jaar, dus: € 1.004 / 141,4 x 142,7 = € 1.013.
Tijdens het examen kan je worden gevraagd om de inboedelwaarde te berekenen met behulp van een inboedelwaardemeter of om een inboedelwaardemeter af te lezen.
Toetsterm 2e.1
Vraag 2
Erik en Marijke sluiten een inboedelverzekering op extra uitgebreide voorwaarden met een verzekerd bedrag van
€ 150.000 (om doorrekenfouten te voorkomen) en met mee verzekering van de sieraden en de audioapparatuur.
De inboedelverzekeraar hanteert onderstaande premiepromillages.
Regio Extra uitgebreid Allrisk
1 € 1,55 € 1,85
2 € 2,10 € 2,40
3 € 3,15 € 3,65
4 € 2,40 € 2,75
5 € 3,10 € 3,50
Voor extra waarde bijzondere inboedelzaken:
-Bij lijfsieraden per € 1000 boven standaard verzekerd bedrag (€ 6.000): 15‰.
-Bij audio/video per € 1000 boven standaard verzekerd bedrag (€ 12.000): 2,10‰.
Erik en Marijke wonen in regio 3 en kiezen voor de extra uitgebreide dekking. De poliskosten bedragen € 8,50.
Hoeveel bedraagt de jaarpremie?
Antwoord vraag 2
Het juiste antwoord is: € 1.529,80.
Toelichting & Tips Berekening
(€ 150.000,/ € 1000) x € 3,15 = € 472,50
Extra lijfsieraden (€ 55.000 - / - € 6.000) / € 1000 x € 15 = € 735 Audio apparatuur (€ 35.000 - / - € 12.000) / € 1000 x € 2,10 = € 48,30
Totaal € 1.255,80
Poliskosten € 8,50
€ 1.264,30 x
Assurantiebelasting 21%
Totaal € 1.529,80
Erik en Marijke wonen in regio 3 en ze kiezen de Extra Uitgebreide dekking. De bijbehorende premie is daarmee
€ 3,15. Deze premie wordt berekend over het totale verzekerde bedrag dus ook over de sieraden en de audio/
visuele apparatuur. Immers, brand etc. aan deze zaken is gewoon gedekt op de inboedelverzekering. Uitsluitend voor het diefstalrisico betalen ze hier bovenop nog een extra premie, mits de waardes uitkomen boven de genoemde bedragen. De premie is per € 1.000 verzekerd bedrag, oftewel een promillage. De poliskosten en de assurantiebelasting komen nog bovenop de totale premie. In de rekenmodule kun je nog eens nalezen hoe je om moet gaan met promillages.
Toetsterm 2e.2
Vraag 3
Marijke vindt de premie voor de lijfsieraden wel erg hoog en wil de extra dekking toch niet sluiten. De Adviseur Schadeverzekeringen particulier adviseert een kluis aan te schaffen en bij afwezigheid de sieraden daarin op te bergen. Daar zien Erik en Marijke het nut niet van in, want ze hebben een inbraakalarm aangelegd. De adviseur legt uit waarom het wel zinvol is om de sieraden toch in een kluis op te bergen.
Welke uitleg van de adviseur is juist?
A. Als de sierraden in een kluis zijn opgeborgen gaan ze bij brand minder snel verloren.
B. Als de sierraden in een kluis zijn opgeborgen, wordt er minder snel ingebroken.
C. Als de sierraden niet in een kluis liggen zijn ze niet te verzekeren.
Antwoord vraag 3
Het juiste antwoord is: als de sieraden in een kluis zijn opgeborgen gaan ze bij brand minder snel verloren. (A)
Toelichting & Tips
De preventiemaatregel die Marijke en Erik al hebben getroffen richt zich op het diefstalrisico. Het plaatsen van de sieraden in een kluis is eveneens een preventiemaatregel voor het diefstalrisico, maar daarnaast is het ook een preventiemaatregel voor het brandrisico. De alarminstallatie beperkt het brandrisico helemaal niet. Door de plaatsing in de kluis wordt er in principe niet minder snel ingebroken, maar is de kans wel minder groot dat de sieraden ook buit worden gemaakt.
Toetsterm 2b.2
Vraag 4
Erik heeft een tractor gekocht; de tractor is WA verzekerd. Erik heeft met de tractor bij een boerderij in de omgeving hooi opgehaald. Op de openbare weg veroorzaakt Erik op 1 maart 2018 schade aan een lantaarnpaal.
Erik heeft jaren geleden een B-rijbewijs gehaald. De categorie T is hierop nog niet bijgeschreven. De verzekeraar stelt dat Erik geen geldig rijbewijs heeft en wil het uitgekeerde schadebedrag op Erik verhalen.
Kan de verzekeraar de uitbetaalde schadevergoeding verhalen op Erik?
A. Nee, want Erik heeft een geldig rijbewijs als hij binnen 10 jaar na 1.7.2015 de T-categorie bij op zijn rijbewijs laat bijschrijven.
B. Ja, want Erik heeft geen geldig rijbewijs; het B-rijbewijs staat niet gelijk aan een T-rijbewijs.
C. Ja, want Erik heeft geen geldig rijbewijs omdat hij per invoeringsdatum van het T-rijbewijs, het T rijbewijs bij had moeten laten schrijven op zijn rijbewijs.
16 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Antwoord vraag 4
Het juiste antwoord is: nee, want Erik heeft een geldig rijbewijs als hij binnen 10 jaar na 1.7.2015 de T-categorie bij op zijn rijbewijs laat bijschrijven. (A)
Toelichting & Tips
Voor personen van 18 jaar of ouder die voor 1 juli 2015 beschikten over een B-rijbewijs, wordt het T-rijbewijs automatisch bijgeschreven als ze dat rijbewijs laten verlengen binnen 10 jaar na 1 juli 2015. Voor het T-rijbewijs hoeft dan géén aanvullend examen gedaan te worden.
Toetsterm 3d.2
Vraag 5
De verzekeraar hanteert de volgende tarieven voor de woonhuisverzekeringen:
Regio Extra uitgebreid AVBKO
1 € 0,65 € 0,75
2 € 0,74 € 0,80
3 € 0,95 € 1,00
4 € 0,80 € 0,85
5 € 0,92 € 0,98
Toeslagen
-Voor aanvullende dekking: 10% opslag -Voor dekking glas: € 30.
-Poliskosten € 10.
Hoeveel bedraagt de premie voor een extra uitgebreide gevaren dekking inclusief glas en de aanvullende dekking voor de woning van Erik en Marijke in regio 3 uitgaande van een verzekerd bedrag van € 1.150.000?
Antwoord vraag 5
Het juiste antwoord is: € 1.502,52.
Toelichting & Tips
Erik en Marijke kiezen weer voor de Extra Uitgebreide dekking met aanvullende dekking en glasdekking. Ze wonen in regio 3. De premie hiervoor is € 0,95 en voor de aanvullende dekking geldt een opslag van 10%, de glasdekking kost € 30.
De berekening is dan als volgt: (1.150.000/1000) x 0,95 = € 1.092,50 x 1,10 (opslag) = € 1.201,75 + € 30 (glas) =
€ 1231,75 + € 10 (poliskosten) = € 1241,75 x 1,21(assurantiebelasting) = € 1502,52. De opslag voor de aanvullende dekking bereken je niet over de glasdekking, dat is immers een vaste premie. Je berekent eerst alle premies, dan de poliskosten en dan pas de assurantiebelasting. Je kunt dit allemaal nog eens nalezen in de rekenmodule.
Toetsterm 2e.2
Vraag 6
Erik en Marijke vinden het invullen van de inboedelwaardemeter en de herbouwwaarde meter veel werk en de verzekerde bedragen zijn nu wel erg hoog. De schadeadviseur legt uit dat het invullen van de waardemeters veel voordelen voor Erik en Marijke heeft.
Het grootste voordeel is dat:
A. gedurende de eerste 5 jaar de waardemeters niet meer ingevuld hoeven te worden.
B. Erik en Marijke nu geen preventieve maatregelen hoeven te treffen.
C. de verzekeraar nu een garantie biedt tegen onderverzekering.
Antwoord vraag 6
Het juiste antwoord is: de verzekeraar nu een garantie biedt tegen onderverzekering (C)
Toelichting & Tips
De verzekeraar biedt nu inderdaad garantie tegen onderverzekering. Het ontslaat Marijke en Erik niet van de verplichting om preventieve maatregelen te treffen. Waardemeters worden over het algemeen opnieuw ingevuld bij schade, verhuizing en na 5 jaar.
Toetsterm 3c.3
Vraag 7
Op de inboedel- en woonhuisverzekering is de dekking tijdens verbouwing van de woning meestal beperkt tot:
A. brandschade, waterschade, diefstalschade na braak en diefstal schade.
B. stormschade, vliegtuigschade, waterschade en ontploffing.
C. brandschade, ontploffing, blikseminslag, vliegtuigschade en stormschade.
Antwoord vraag 7
Het juiste antwoord is: brandschade, ontploffing, blikseminslag, vliegtuigschade en stormschade. (C)
Toelichting & Tips
Tijdens de verbouwing van een woning zijn er extra risico’s waardoor de dekking van de verzekeraar wordt beperkt. Dit vind je terug in de voorwaarden van de meeste verzekeraars.
Toetsterm 1c.9
Vraag 8
Marijke neemt telefonisch contact op met de Adviseur Schadeverzekeringen particulier omdat de fiets die zij van een vriendin geleend had, gestolen is. Marijke had de fiets op slot bij een winkel neergezet en toen ze terugkwam van boodschappen doen was de fiets verdwenen. Welke reactie(s) van de adviseur is (zijn) professioneel en juist?
A. Er is géén dekking op jullie AVP omdat schade aan goederen van anderen die je geleend of gehuurd hebt niet meeverzekerd is .
B. Heeft de eigenaar van de fiets een rijwielverzekering? Die verzekering biedt wellicht dekking.
C. Jij bent niet aansprakelijk en daarom is er geen dekking op de AVP.
D. Er is dekking op de AVP omdat jij aansprakelijk bent en in deze situatie is schade aan geleende goederen wel verzekerd.
E. Er is dekking op jullie inboedelverzekering omdat schade aan van anderen geleende goederen meeverzekerd is.
18 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Antwoord vraag 8
De juiste antwoorden zijn:
-heeft de eigenaar van de fiets een rijwielverzekering? Die verzekering biedt wellicht dekking. (B) -jij bent niet aansprakelijk en daarom is er geen dekking op de AVP. (C)
Toelichting & Tips
Marijke is niet aansprakelijk omdat zij de fiets op slot had gezet en dus zorgvuldig gehandeld had. Omdat zij niet aansprakelijk is er ook geen dekking op de AVP. Op de eventuele rijwielverzekering van de eigenaar is dekking als aangetoond kan worden dat de fiets op slot stond.
Toetsterm 2c.4
Vraag 9
Marijke heeft bij de woonhuisverzekeraar nog niet gemeld, dat haar moeder is overleden en dat zij als wettige erfgenaam nu eigenaresse geworden is van de woning. (gebruik bijlage ‘Voorwaarden woonhuisverzekering’))
Welke van onderstaande beweringen zijn juist? ( let op: drie antwoorden zijn juist) Marijke:
A. kan het beste de woonhuisverzekering beëindigen en een nieuwe verzekering op haar eigen naam sluiten.
B. moet de woonhuisverzekering binnen 90 dagen opzeggen.
C. hoeft het overlijden van haar moeder en de eigendomsovergang niet direct te melden, maar wel binnen 90 dagen.
D. kan het beste niets bij de verzekeraar melden, dan loopt de dekking ongewijzigd door.
E. moet binnen 2 maanden na het overlijden van haar moeder de leegstand van de woning melden bij de verzekeraar.
F. kan het beste contact opnemen met de verzekeraar en overleggen op welke wijze en met welke dekking de verzekering op haar naam kan worden voorgezet.
Antwoord vraag 9 De juiste antwoorden zijn:
-hoeft het overlijden van haar moeder en de eigendomsovergang niet direct te melden, maar wel binnen 90 dagen. (C)
-moet binnen 2 maanden na het overlijden van haar moeder de leegstand van de woning melden bij de verzekeraar. (E)
-kan het beste contact opnemen met de verzekeraar en overleggen op welke wijze en met welke dekking de verzekering op haar naam kan worden voorgezet. (F)
Toelichting & Tips
Het is belangrijk dat je als adviseur polisvoorwaarden kunt lezen. Ook op het examen kan je worden gevraagd om bepaalde zaken op te zoeken in de polisvoorwaarden. Goed lezen is van belang en op die manier is het mogelijk om de juiste antwoorden te selecteren.
Toetsterm 3d.1
Vraag 10
Veronderstel dat Marijke geen actie heeft ondernomen in verband met de woonhuisverzekering en dat vijf weken na het overlijden van haar moeder inbrekers proberen het pand binnen te komen. Er is veel braakschade aan het pand.
Vergoedt de verzekeraar de schade aan het pand?
A. Neen, want er is alleen dekking voor brand, blikseminslag, ontploffing, storm en vliegtuigschade.
B. Ja, er is nog twee maanden volledig dekking.
C. Neen want Marijke is geen verzekerde op de polis.
Antwoord vraag 10
Het juiste antwoord is: neen, want er is alleen dekking voor brand, blikseminslag, ontploffing, storm en vliegtuigschade. (A)
Toelichting & Tips
In de polisvoorwaarden staat dat in alle gevallen de dekking teruggebracht wordt naar een dekking voor brand, blikseminslag, ontploffing, storm en vliegtuigschade. Niet de termijn is hier dus doorslaggevend, maar de beperking van de dekking.
Toetsterm 2c.2
20 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 1.4.1 Bijlage ‘Voorwaarden woonhuisverzekering)
Artikel 7 Welke informatie is noodzakelijk bij wijziging van het risico/verhuizing
7.1 U bent verplicht ons zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 2 maanden na de risicowijziging, schriftelijk te informeren over:
-het niet meer permanent bewoond zijn of de leegstand van het woonhuis; Wat bedoelen wij met ’permanente bewoning/leegstand’
-Een woonhuis wordt als permanent bewoond beschouwd als er in de regel iemand dag en nacht, vakanties daargelaten, op geoorloofde wijze in de woning aanwezig is. Wij gaan ervan uit dat een woning die niet aan deze omschrijving voldoet, leeg staat.
-een wijziging van bouwaard, dakbedekking, bestemming of gebruik van het gebouw;
-In al deze gevallen zullen wij de premie en voorwaarden zo nodig herzien.
-In al deze gevallen wordt de dekking beperkt tot brand, blikseminslag, ontploffing, storm en luchtvaartuigen.
Artikel 8 Wat gebeurt er bij eigendomsoverdracht/ overgang van het belang
8.1 De verzekering eindigt om 24.00 uur op de dag waarop u het eigendom van het verzekerde woonhuis overdraagt aan een ander.
8.2 Bij overgang van het belang als gevolg van overlijden van verzekerde blijft de verzekering nog 90
dagen gelden. De verzekering loopt ook na de genoemde 90 dagen door onder voorwaarde dat de nieuwe belanghebbende(n) binnen deze 90 dagen na de overgang ons hiervan schriftelijk op de hoogte hebben gesteld en de nieuwe belanghebbende(n) door ons is/zijn geaccepteerd. De verzekering eindigt echter
onmiddellijk zodra de nieuwe belanghebbende het belang ergens anders heeft verzekerd. Na ontvangst van de kennisgeving van eigendomsovergang bij overlijden hebben wij het recht de verzekering te beëindigen. Als wij dat doen, geldt voor ons een opzegtermijn van 1 maand.
1.4.2 Bijlage ‘Inboedelwaardemeter’
Geldig t/m 31 december 2016
INBOEDELWAARDEMETER 2016
Naam verzekeringnemer ____________________________________
Adres ____________________________________
Postcode / Woonplaats ____________________________________
Polisnummer (indien bekend) ____________________________________
Leeftijd hoofdkostwinner punten
○ 35 jaar en jonger 22
○ 36 t/m 50 jaar 29
○ 51 t/m 70 jaar 39
○ 71 jaar en ouder 37
Aantal punten: _______
Samenstelling huishouden punten
○ Alleenstaande (met/zonder inwonende kinderen) 0
○ Echtpaar/samenwonende (met/zonder inwonende kinderen) 10 Aantal punten: _______
Netto maandinkomen hoofdkostwinner punten
○ Tot en met € 1.000 0
○ € 1.001 tot en met € 2.000 10
○ € 2.001 tot en met € 3.000 17
○ € 3.001 tot en met € 4.850 28
Aantal punten: _______
Oppervlakte woning punten
○ Tot en met 90 m² 0
○ 91 m² tot en met 140 m² 6
○ 141 m² tot en met 190 m² 18
○ 191 m² tot en met 300 m² 23
Aantal punten: _______
Totaal aantal punten: _______
x € 1.004 Subtotaal geschatte waarde inboedel : _______(A)
Eventuele bijtellingen (voor zover niet apart verzekerd)*):
○ Heeft u meer dan € 12.000 aan audiovisuele en computerapparatuur
Zo ja, welk bedrag boven de € 12.000? € __________
○ Heeft u meer dan € 6.000 aan lijfsieraden?
Zo ja, welk bedrag boven de € 6.000? € __________
○ Heeft u meer dan € 15.000 aan bijzondere bezittingen?
Zo ja, welk bedrag boven de € 15.000 € __________
○ Is het huurdersbelang meer dan € 6.000
Zo ja, welk bedrag boven € 6.000 € __________
____________
Subtotaal bijtellingen (B) € __________
De geschatte totale waarde van uw inboedel is
Tel A en B op € ___________
De inboedelwaardemeter is door mij naar waarheid ingevuld;
Plaats _________________________ Datum ____-____ 20..
Handtekening
*) De bedragen kunnen afwijken van de in de polisvoorwaarden gehanteerde bedragen.
2.
Toelichting bij de inboedelwaardemeter 2016 Algemeen
De inboedelwaardemeter van het Verbond van Verzekeraars is een hulpmiddel om op eenvoudige en objectieve wijze de globale waarde van een inboedel vast te stellen, met name voor het geval u een inboedelverzekering wilt afsluiten of wilt wijzigen.
Het puntensysteem van de inboedelwaardemeter is gebaseerd op uitkomsten van onderzoek naar de waarde van de inboedel van een groot aantal huishoudens in Nederland in 2007. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de inboedelwaarde vrij nauwkeurig kan worden vastgesteld aan de hand van de leeftijd en inkomen van de hoofdkostwinner, de samenstelling van het huishouden en de oppervlakte van de woning.
Let op:
1. De inboedelwaardemeter kan alleen worden gebruikt als het netto maandinkomen van de hoofdkostwinner maximaal € 4.850 bedraagt en/of het woonoppervlak niet groter is dan 300m².
2. De inboedelwaardemeter is alleen bedoeld als een hulpmiddel om de waarde van uw inboedel globaal vast te stellen; de uitkomsten kunnen daarom niet gelden als getaxeerde waarde in de zin van de wet. Daarnaast wordt geadviseerd om deze inboedelwaardemeter alleen te hanteren in combinatie met een verzekering met garantie tegen onderverzekering.
Netto maandinkomen hoofdkostwinner
Hieronder wordt verstaan: het totale netto maandinkomen van de hoofdkostwinner in het huishouden. Het inkomen kan bestaan uit loon, salaris, inkomen uit eigen bedrijf, pensioen, ontvangen alimentatie, AOW of andere sociale uitkeringen. Rente en inkomsten uit beleggingen worden niet meegerekend.
Oppervlakte woning
Hieronder wordt verstaan het binnenshuis aanwezige vloeroppervlak (lengte x breedte) van alle bewoonbare en/of beloopbare ruimtes van de woning, alsmede de buitenshuis aanwezige privé (berg) ruimtes, zoals schuur, garage en kelderbox.
Audiovisuele en computerapparatuur Hieronder vallen:
x beeld- en geluidsapparatuur;
x computerapparatuur: desktops, werkstations, servers, laptops, netbooks, note- books, tablets, etc.;
x bij bovenstaande apparatuur behorende randapparatuur en actuele software;
x gameconsoles en gamesoftware;
x geluids-, beeld- en informatiedragers: cd’s, dvd’s, usb-sticks, geheugenkaarten, harddisks, cd-/dvd-branders;
x telefoons: mobiel, smartphones, inclusief prepaid kaarten.
Lijfsieraden
Dit zijn sieraden, inclusief horloges, die zijn vervaardigd om op of aan het lichaam gedragen te worden en die geheel of ten dele bestaan uit edel- of ander materiaal, gesteente, mineraal, parels, (bloed)koraal of andere dergelijke materialen.
Bijzondere bezittingen
Hieronder worden waardevolle bijzondere bezittingen verstaan.
Denk hierbij aan bijvoorbeeld:
x verzamelingen;
x antiek;
x kunst;
x muziekinstrumenten.
Huurdersbelang
Onder huurdersbelang worden alle veranderingen en verbeteringen aan de huurwoning verstaan die door u als bewoner voor eigen rekening zijn aangebracht.
Hieronder vallen o.a. verbeteringen aan c.v., keuken- en sanitaire installaties, betimmeringen, parket- en tegelvloeren, schuurtjes en schuttingen.
Als u eigenaar bent van het huis of het appartement hoeft u dus niets in te vullen.
Geldig t/m 31 december 2016
22 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2
1.5 Casus Fred en Ciel (Aansprakelijkheid en rechtsbijstand) - antwoorden
Fred (42 jaar) en Ciel (46 jaar) zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Ze hebben 18 jaar geleden een huis gekocht voor € 275.000. Ciel en Fred hebben drie kinderen en twee honden en drie katten.
Geert is 16 jaar en schoolgaand en woont bij Ciel en Fred. Marieke is 17 jaar, studeert en woont op kamers in Utrecht. Stefanie is 21 jaar, zij woont met haar echtgenoot Jaap ( 21 jaar) en hun 4 jarige dochtertje Esmeralda bij Ciel en Fred in. Stefanie werkt 20 uur per week bij een banketbakker in de winkel en Jaap is werkloos.
Ciel en Fred hebben een 12 jaar oude auto waarvan iedereen binnen het gezin met een rijbewijs gebruik maakt.
Alle gezinsleden hebben een fiets. Jaap heeft een (7 jaar oude) scooter en Ciel heeft een e-bike. Fred is huisman en heeft geen inkomen. Ciel werkt als directiesecretaresse bij een advocatenkantoor.
Vraag 1
Welke aansprakelijkheidsverzekeringen zijn in deze situatie aan te bevelen? ( let op vier antwoorden zijn juist).
A. AVP met gezinsdekking voor alle genoemde personen.
B. WAM verzekering voor de auto.
C. AVP met gezinsdekking voor Jaap, Stefanie en Esmeralda.
D. AVP met alleenstaande dekking voor Marieke.
E. AVP met gezinsdekking voor Ciel, Fred, Geert en Marieke.
F. WAM verzekering voor de scooter.
Antwoord vraag 1 De juiste antwoorden zijn:
-WAM verzekering voor de auto. (B)
-AVP met gezinsdekking voor Jaap, Stefanie en Esmeralda. (C) -AVP met gezinsdekking voor Ciel, Fred, Geert en Marieke. (E) -WAM verzekering voor de scooter. (F)
Toelichting & Tips
De beide WAM verzekeringen (B en F) voor de motorrijtuigen zijn verplicht. Daarnaast is de AVP aan te bevelen.
Fred en Ciel en de beide inwonende kinderen (Geert en Marieke) kunnen op een AVP worden verzekerd.
Jaap, Stefanie en Esmeralda kunnen niet worden meeverzekerd op deze AVP omdat zij gehuwd zijn, daarom dienen zij een eigen AVP met gezinsdekking af te sluiten. Meer over de kring der verzekerden lees je in deel 6, Vermogensbeschermende verzekeringen.
Toetsterm 2c.4
Vraag 2
Welke andere vermogensbeschermende verzekeringen adviseer je in deze situatie? ( let op: twee antwoorden zijn juist)
A. Gezinsrechtbijstandsverzekering incl. motorrijtuig met dekking voor Ciel, Fred, Geert en Marieke.
B. Gezinsrechtbijstandsverzekering met dekking voor alle genoemde personen.
C. Gezinsrechtbijstandsverzekering met dekking voor Jaap, Stefanie en Esmeralda.
D. Gezinsrechtbijstandsverzekering incl. motorrijtuig met dekking voor Jaap, Stefanie en Esmeralda.
E. Alleenstaande rechtsbijstandverzekering voor Marieke.
Antwoord vraag 2 De juiste antwoorden zijn:
-gezinsrechtbijstandsverzekering incl. motorrijtuig met dekking voor Ciel, Fred, Geert en Marieke. (A) -gezinsrechtbijstandsverzekering incl. motorrijtuig met dekking voor Jaap, Stefanie en Esmeralda. (D)
Toelichting & Tips
Ook voor de rechtsbijstandverzekeringen geldt dat de kring van verzekerden de ouders + inwonende kinderen betreft, mits de inwonende kinderen ongehuwd zijn. Jaap, Stefanie en Esmeralda dienen dus ook een eigen rechtsbijstandverzekering af te sluiten. Uitwonende, studerende kinderen (mits ongehuwd) behoren overigens ook tot de kring van verzekerden op zowel de rechtsbijstandverzekering als de AVP.
Toetsterm 2c.4
Vraag 3
Stefanie en Jaap gaan scheiden. Na de scheiding wil Jaap ergens anders gaan wonen. Welke beweringen zijn juist?
Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A. Jaap heeft geen eigen AVP nodig als hij bij zijn ouders gaat wonen. De ouders dienen dan wel een AVP te hebben.
B. Jaap heeft een AVP met gezinsdekking nodig als hij in een huurappartement gaat wonen.
C. Jaap heeft een AVP met alleenstaandendekking nodig al hij in een huurappartement gaat wonen.
D. Jaap heeft een AVP alleenstaanden dekking nodig ongeacht of hij bij zijn ouders of in een huurappartement gaat wonen.
Antwoord vraag 3 De juiste antwoorden zijn:
-Jaap heeft geen eigen AVP nodig als hij bij zijn ouders gaat wonen. De ouders dienen dan wel een AVP te hebben. (A)
-Jaap heeft een AVP met gezinsdekking nodig als hij in een huurappartement gaat wonen. (B)
Toelichting & Tips
Jaap heeft géén eigen AVP nodig als hij bij zijn ouders gaat wonen en zij een AVP hebben. Hij is dan immers niet meer gehuwd en meeverzekerd op de AVP van zijn ouders. Als Jaap zelfstandig gaat wonen, moet hij een eigen AVP afsluiten. Gezinsdekking is dan de beste keuze, ook al woont hij alleen. Immers, hij is als ouder ook risicoaansprakelijk voor zijn dochter Esmeralda.
Toetsterm 2e.4
Vraag 4
In welke van onderstaande situaties is er sprake van persoonlijke aansprakelijkheid?
A. Esmeralda slaat haar vriendje Kees in het gezicht.
B. Jaap is dronken en valt tegen een geparkeerd staande auto.
C. Fred laat de hond van de buren uit en de hond bijt spontaan de postbode.
Antwoord vraag 4
Het juiste antwoord is: Jaap is dronken en valt tegen een geparkeerd staande auto. (B)
24 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Toelichting & Tips
Esmeralda kan niet zelf aansprakelijk zijn omdat ze jonger is dan 14. Kinderen tot 14 jaar zijn op basis van artikel 6:164 BW niet zelf aansprakelijk voor hun eigen gedragingen. Artikel 6:169 BW regelt de aansprakelijkheid van ouders of voogden voor hun kinderen. De buren zijn risicoaansprakelijk voor hun hond.
In art. 6:179 BW wordt de bezitter van een dier aansprakelijk gesteld voor de schade door dat dier toegebracht.
Het dient dan wel te gaan om schade verricht uit de ‘eigen energie’ van het dier. Het moet dus gaan om een zelfstandige gedraging van het dier. Jaap is zelf persoonlijk aansprakelijk voor zijn eigen gedrag en de gevolgen daarvan.
Toetsterm 1d.13
Vraag 5
Wat is het verschil tussen schuldaansprakelijkheid en risicoaansprakelijkheid?
A. Bij schuldaansprakelijkheid moet de veroorzaker aantonen, dat hij geen schuld heeft en bij risicoaansprakelijkheid moet de benadeelde de schuld van de veroorzaker aantonen.
B. Bij schuldaansprakelijkheid moet de benadeelde de schuld van de veroorzaker aantonen en dat moet de veroorzaker zelf doen bij risicoaansprakelijkheid.
C. Bij schuldaansprakelijkheid moet de benadeelde de schuld van de veroorzaker aantonen en dat hoeft hij niet te doen als er sprake is van risicoaansprakelijkheid.
Antwoord vraag 5
Het juiste antwoord is: bij schuldaansprakelijkheid moet de benadeelde de schuld van de veroorzaker aantonen en dat hoeft hij niet te doen als er sprake is van risicoaansprakelijkheid. (C)
Toelichting & Tips
Bij schuldaansprakelijkheid moet de benadeelde de schuld van de veroorzaker aantonen en dat is niet altijd eenvoudig. Aantonen van schuld gebeurt door het aantonen van TOOS: toerekening, oorzakelijk verband, onrechtmatige daad en schade. Hieraan moet voor de volledigheid nog de R van relativiteit worden toegevoegd.
In de syllabus, deel 6, Vermogensbeschermende verzekeringen, wordt hierover meer uitleg gegeven.
Toetsterm 1d.13
Vraag 6
Als Fred wil gaan jagen, is hij verplicht om te beschikken over een (1) ………. Deze wordt verleend door de (2) ……… van de woonplaats van de jager en wordt alleen afgegeven als de jager een (3) ………. heeft. Dit is geregeld in de (4)………… In deze wet staat dat de dekking moet lopen van (5) ……., het verzekerd bedrag moet minimaal (6) …..….bedragen. (7)……….. moet zijn eigen jachtakte (vergunning) en zijn eigen verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor jagers (AVJ) afsluiten. Jagen in het gezelschap van een aktehouder is ……….
toegestaan.
Antwoord vraag 6 Het juiste antwoord is:
1. Jachtvergunning.
2. Gemeente.
3. Aansprakelijkheidsverzekering voor jagers.
4. Wet Natuurbescherming .
5. 1 april tot 1 april.
6. € 1.000.000 7. Iedere jager.
8. niet
Toelichting & Tips
De aansprakelijkheidsverzekering voor jagers (AVJ) is een wettelijk verplichte verzekering op basis van de Wet Natuurbescherming (voorheen Flora- en Faunawet). Het jagersrisico kan worden meeverzekerd op de AVP of er kan en aparte AVJ worden afgesloten. Het verzekerd bedrag moet minimaal € 1.000.000 bedragen. Een AVJ van
€ 500.000 is dus niet toereikend om een jachtvergunning te verkrijgen. Een benadeelde heeft een rechtstreeks vorderingsrecht, dat wil zeggen dat hij rechtstreeks de AVJ-verzekeraar van de dader kan aanspreken. Eerder zagen we al dat ook de WAM een wettelijk verplichte verzekering is. Welke andere verplichte verzekeringen ken je?
Toetsterm 2e.10
Vraag 7
Voor Fred, Ciel, Geert en Marieke is een gezins aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) gesloten.
Geef aan of de onderstaande schades gedekt zijn op deze AVP. Ja of nee volstaat.
A. Fred rijdt met zijn auto een fietser aan.
B. Geert brengt met zijn fiets schade aan een auto toe.
C. De huishoudster van de familie veroorzaakt tijdens het ramen zemen schade aan een geparkeerde auto.
D. Ciel leent de scooter van Jaap en rijdt per ongeluk tegen een boom.
E. Marieke laat de hond van de buren uit en onderweg springt de hond spontaan tegen een toevallige voorbijganger aan die daardoor een scheur in zijn jas oploopt.
F. Fred en Ciel hebben ruzie. Fred wordt op een bepaald moment zo boos, dat hij bij Ciel de bril van de neus slaat.
Antwoord vraag 7
A. Fred rijdt met zijn auto een fietser aan - nee.
B. Geert brengt met zijn fiets schade aan een auto toe - ja.
C. De huishoudster van de familie veroorzaakt tijdens het ramen zemen schade aan een geparkeerde auto - ja.
D. Ciel leent de scooter van Jaap en rijdt per ongeluk tegen een boom - nee.
E. Marieke laat de hond van de buren uit en onderweg springt de hond spontaan tegen een toevallige voorbijganger aan die daardoor een scheur in zijn jas oploopt. - nee.
F. Fred en Ciel hebben ruzie. Fred wordt op een bepaald moment zo boos, dat hij bij Ciel de bril van de neus slaat - nee.
Toelichting & Tips
Uitsluitingen op de dekking van de AVP zijn o.a. schade veroorzaakt door of met motorrijtuigen. Ook opzet is uitgesloten, net als opzicht in bepaalde gevallen. Een huishoudster hoort wel tot de kring der verzekerden. De AVP van de buren dekt de schade veroorzaakt door de hond.
Toetsterm 1d.2 / 1d.3
26 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2 Vraag 8
Geef voor de onderstaande gevallen aan of er sprake is van opzicht èn of dekking is op een AVP. Schade aan ...
Opzicht Dekking
een met toestemming geleende fiets van een kennis.
een bij de Spoorwegen gehuurde fiets.
een zonder toestemming meegenomen fiets van de buren.
een met toestemming geleende bromfiets van een vriend.
de fiets van een bezoeker als de verzekerde die voor hem even verplaatst.
Antwoord vraag 8
Opzicht Dekking
een met toestemming geleende fiets van een kennis. Ja Ja
een bij de Spoorwegen gehuurde fiets. Ja Neen
een zonder toestemming meegenomen fiets van de buren. Ja Neen
een met toestemming geleende bromfiets van een vriend. Ja Neen
de fiets van een bezoeker als de verzekerde die voor hem even verplaatst. Neen Ja Toelichting & Tips
Opzicht is het onder je hebben van een zaak van een ander en het gebruiken alsof het je eigen zaak is. Schade voor zaken onder opzicht is in principe uitgesloten op de AVP, maar in de meeste AVP’s is een beperkte dekking voor opzichtschades opgenomen.
Als er wel dekking is voor een schade aan zaken onder opzicht, dan geldt een beperkt verzekerd bedrag
(bijvoorbeeld. € 10.000) en vaak een eigen risico (bv. € 50). Uitgesloten blijft de aansprakelijkheid voor schade aan zaken die een verzekerde onder zich heeft uit hoofde van huur, pacht, lease e.d. en voor schade aan zaken die een verzekerde onrechtmatig onder zich heeft.
Ook schade aan motorrijtuigen, (sta)caravans, vouwwagens, motor- en zeilvaartuigen en luchtvaartuigen is uitgesloten, net zoals schade als gevolg van verlies, diefstal of vermissing van geld, geldswaardige papieren, bank/
girobetaalpassen of creditcards, die een verzekerde of iemand namens hem/haar onder zich heeft.
Toetsterm 1d.2 / 1d.3
Vraag 9
Wat wordt in de rechtsbijstandverzekering verstaan onder ‘onvermogendekking’?
A. De kosten van juridische bijstand die de rechtsbijstandsverzekeraar op grond van de dekking betaalt.
B. Betaling van een schadevergoeding aan verzekerde indien de aangesproken wederpartij niet kan betalen.
C. Het handelen in het belang van verzekerde indien deze geestelijk niet zelf in staat is zijn belangen te verdedigen.
Antwoord vraag 9
Het juiste antwoord is: betaling van een schadevergoeding aan verzekerde indien de aangesproken wederpartij niet kan betalen. (B)
Toelichting & Tips
Wanneer de wederpartij een onrechtmatige daad pleegt en niet over de financiële middelen beschikt om de vordering van de verzekerde te voldoen, dan vergoedt de rechtsbijstandsverzekeraar tot een bepaald maximum deze uitstaande vordering op de aansprakelijke derde. Dit maximum staat in de polisvoorwaarden vermeld. We noemen dit de onvermogendekking.
Toetsterm 1d.15
Vraag 10
Op 1 januari 2018 sluit Jaap een gezinsrechtsbijstandverzekering. Hij meldt de volgende zaken bij zijn rechtsbijstandverzekeraar:
Op 2 februari 2018 krijgt Jaap een boete voor te snel rijden.
Op 15 januari 2018 krijgt Jaap de mededeling van zijn huisarts, dat deze een verwijzing naar de fysiotherapeut niet zinvol vindt. Na een lang gesprek verwijst de arts hem toch door. Jaap wil, dat de huisarts erkent, dat een verwijzing zinvol is.
Op 15 maart 2018 wordt Jaap aangereden door een onverzekerde automobilist.
Op 1 maart 2018 ontstaat een arbeidsconflict omdat Stefanie zo vaak te laat op haar werk verschijnt.
Op 14 maart 2018 wordt Jaap aansprakelijk gesteld door de buurman, omdat Esmeralda met haar fietsje tegen de geparkeerde auto van de buurman is gereden.
Geef voor bovenstaande situaties met ‘ja’ of ‘neen’ aan of er met succes een beroep op de gezinsrechtshijstandverzekering kan worden gedaan voor juridische bijstand.
Antwoord vraag 10
Op 2 februari 2018 krijgt Jaap een boete voor te snel rijden. Neen
Op 15 januari 2018 krijgt Jaap de mededeling van zijn huisarts, dat deze een verwijzing naar de fysiotherapeut niet zinvol vindt. Na een lang gesprek verwijst de arts hem toch door. Jaap wil, dat de huisarts erkent, dat een verwijzing zinvol is.
Neen
Op 15 maart 2018 wordt Jaap aangereden door een onverzekerde automobilist. Ja Op 1 maart 2018 ontstaat een arbeidsconflict omdat Stefanie zo vaak te laat op haar werk verschijnt. Neen Op 14 maart 2018 wordt Jaap aansprakelijk gesteld door de buurman, omdat Esmeralda met haar
fietsje tegen de geparkeerde auto van de buurman is gereden.
Neen
Toelichting & Tips
Verzekeringsmaatschappijen kenden van oudsher een wachttijd van drie maanden vanaf de ingangsdatum van de verzekering voor nieuwe zaken. Een trend is zichtbaar dat die regeling bij particuliere rechtsbijstandverzekeringen in de polisvoorwaarden is vervangen door de voorwaarde dat de schade door het conflict moet zijn ontstaan tijdens de looptijd van de verzekering. Uitgangspunt is natuurlijk dat nieuwe verzekerden niet pas een
rechtsbijstandsverzekering afsluiten op het moment dat ze al een conflict hebben of kunnen zien aankomen. Dan is er geen sprake meer van een onzekerheid dat een schade zich gaat voordoen.
Toetsterm 2c.4
28 - Wft Schadeverzekeringen particulier begeleidingsdag 2
1.6 Casus Hannie (Zorg en ongevallen) - antwoorden
Hannie (32 jaar) is gescheiden en woont met haar twee kinderen (Stijn 12 jaar en Eefje 14 jaar) in Groningen in een huurwoning. Hannie werkt 24 uur per week in loondienst bij een ziekenhuis als doktersassistente.
Hannie ontvangt van haar ex-man alimentatie voor de verzorging van de kinderen. De ex-man van Hannie bemoeit zich totaal niet met de (opvoeding van de) kinderen; de kinderen zijn dus altijd bij Hannie. Hannie heeft het financieel niet breed; haar inkomen is laag en de vaste kosten zijn hoog. De ex-man van Hannie betaalt de alimentatie vaak te laat en of helemaal niet.
Verzekeringen
Hannie heeft de volgende verzekeringen:
-aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) met gezinsdekking;
-inboedelverzekering;
-gezinsongevallenverzekering (rubriek A € 12.500 en rubriek B € 25.000);
-basiszorgverzekering (restitutiepolis met alleen het standaard eigen risico) en een aanvullende zorgverzekering voor zichzelf (excl. tandartskosten) en voor de kinderen.
Vraag 1
Zorgverzekeraars bieden naast de verplichte basiszorgverzekering (ZVW) ook aanvullende verzekeringen aan. Voor deze aanvullende verzekering geldt, dat:
A. De verzekeringnemer verplicht is om deze verzekering te sluiten en de verzekeraar verplicht is om iedereen te accepteren.
B. De verzekeringnemer niet verplicht is om deze verzekering te sluiten en de verzekeraar niet verplicht is om iedereen te accepteren.
C. De verzekeringnemer verplicht is om deze verzekering te sluiten en de verzekeraar niet verplicht is om iedereen te accepteren.
Antwoord vraag 1
Het juiste antwoord is: de verzekeringnemer niet verplicht is om deze verzekering te sluiten en de verzekeraar niet verplicht is om iedereen te accepteren. (B)
Toelichting & Tips
Voor de basiszorgverzekering geldt acceptatieplicht en verzekeringsplicht. Acceptatieplicht geldt niet voor de aanvullende verzekeringen. Aanvullende verzekeringen zijn voor de verzekeringnemer niet verplicht om af te sluiten (géén verzekeringsplicht). Tevens is het mogelijk om de aanvullende verzekeringen bij een andere zorgverzekering af te sluiten dan de basiszorgverzekering.
Toetsterm 2e.11
Vraag 2
Het Nederlandse zorgverzekeringsstelsel bestaat uit:
A. De Ziekenfondswet (ZFW), de Wet Langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo).
B. De Zorgverzekeringswet (ZVW), de Wet Langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning(
Wmo).
C. De Zorgverzekeringswet (ZVW) de Ziekenfondswet (ZFW) en de ziektewet (ZW).