Protestantse Gemeente te Wapenveld
Liturgie van de ochtenddienst
In de Petruskerk op de
Zondag Volk van Sion Tweede Advent 5 december 2021
09:30 uur
Liturgische kleur: PAARS
Volk van Jeruzalem, dat op de Sion woont, je hoeft geen tranen meer te storten.
Want hij zal zich over je ontfermen als je weeklaagt, hij zal antwoorden zodra hij je hoort.
Jesaja 30:19
Voorganger: Ds. I. Boersma– Prins Organist: Dhr. J. Smit Met medewerking van:
We Believe, begeleid door Aron Rozendal
Collectes:
Diaconie
zingen voor de dienst: "k Ben reizend naar die stad": 1,3 (We Believe met samenzang)
1. 'k Ben reizend naar die stad, waar Christus 't licht zal zijn, om eeuwig daar te zijn bij Hem, bevrijd van zorg en pijn.
Refrein:
Geen smart meer daar omhoog, geen smart meer daar omhoog, God zelf wist daar de tranen droog, geen smart meer daar omhoog.
3. Daar is de strijd voorbij, daar wacht de gloriekroon, daar vindt de ware strijder rust en God zelf is zijn loon.
Refrein:
Geen smart meer daar omhoog, geen smart meer daar omhoog, God zelf wist daar de tranen droog, geen smart meer daar omhoog.
Stilte om je voor te bereiden op de dienst Welkom en mededelingen
ORDE VAN DE DIENST
Aansteken van de tweede adventskaars
Een vlam die langzaam groter wordt vertelt een mooi verhaal.
Het licht van onze goede God schijnt voor ons allemaal.
Geloof maar dat Hij mensen ziet.
Een stem zegt: ‘Wees gegroet.’
Want God vergeet de mensen niet, Hij komt ons tegemoet.
Wij zingen staande ons Intochtslied: psalm 80:1 1. O God van Jozef, leid ons verder,
hoor ons en wees weer onze herder;
gij vuurkolom, straal gij ons toe.
Waak op, o Held, wij worden moe;
laat lichten ons uw aanschijn, Heer, doe ons opstaan en help ons weer.
Stil gebed, onze hulp en groet (wij gaan zitten)
inleidende woorden
Lied "zie ons wachten aan de stromen" 1,3 (We Believe met samenzang)
1. Zie ons wachten aan de stromen, aan de oever der rivier;
straks zal onze Bootsman komen, en wij varen af van hier.
refrein:
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d'eeuwigheid, Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
3. Reeds zien wij de gouden straten, van de hemelstad, zo schoon;
horen wij d'ontelb're schare
juub'lend juichen voor God's troon.
refrein:
Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d'eeuwigheid, Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.
Gebed om ontferming
Wij zingen Lied 442: 1 en 2 : Op U mijn Heiland blijf ik hopen 1. Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Verlos mij van mijn bange pijn!
Zie, heel mijn hart staat voor U open en wil, o Heer, uw tempel zijn.
O Gij, wien aarde en hemel zingen, verkwik mij met uw heilige gloed.
Kom met uw zachte glans doordringen, o zon van liefde, mijn gemoed!
2. Vervul, o Heiland, het verlangen, waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Ik wil in ootmoed U ontvangen, mijn ziel en zinnen zijn bereid.
Blijf in uw liefde mij bewaren,
waar om mij heen de wereld woedt.
O, mocht ik uwe troost ervaren:
doe intocht, Heer, in mijn gemoed!
Leefregel
Lied ‘Al de weg leidt mij mijn Heiland’ 1,2 (We Believe met samenzang)
1. Al de weg leidt mij mijn Heiland wat verlangt mijn ziel dan meer?
Zou ik immer aan Hem twijf'len, die mij voortleidt keer op keer?
Zoete troost en zaal'ge vrede heb ik steeds op zijn bevel:
'k Weet wat mij hier overkome, Hij maakt alle dingen wel.
'k Weet wat mij hier overkome, Hij maakt alle dingen wel.
2. Al de weg leidt mij mijn Heiland troost geeft Hij tot in de dood.
Als ik zwak ben in beproeving sterkt Hij mij met 't hemels brood.
Als mijn schreden soms gaan wank'len en mijn ziel van dorst versmacht,
geeft Hij mij het levend water, en vernieuwt mijn levenskracht;
geeft Hij mij het levend water, en vernieuwt mijn levenskracht.
Kindermoment
Projectlied op melodie van lied 444 Wij bidden om verhalen vol hoop en goede moed.
God laat zijn licht hier stralen, Hij komt ons tegemoet.
Een boek met mooie woorden met plaatjes en een lied:
Zo laat God van zich horen, want Hij vergeet ons niet Schriftlezing Jesaja 40:1-11
1 Troost, troost mijn volk, zegt jullie God. 2 Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan, omdat zij een dubbele straf voor haar zonden uit de hand van de HEER heeft ontvangen.
3 Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de HEER een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. 4 Laat el- ke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen.
5 De luister van de HEER zal zich openbaren voor het oog van al wat leeft. De HEER heeft gesproken!’
6 Hoor, een stem zegt: ‘Roep!’ En een stem antwoordt: ‘Wat zou ik roepen? De mens is als gras, teer als een bloem in het veld.
7 Het gras verdort en de bloem verwelkt wanneer de adem van de HEER erover blaast. Ja, als gras is dit volk.’
8 Het gras verdort en de bloem verwelkt, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand.
9 Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet.
Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’
10 Ziehier God, de HEER! Hij komt met kracht, zijn arm zal heer- sen. Zijn loon heeft Hij bij zich, zijn beloning gaat voor Hem uit.
11 Als een herder weidt Hij zijn kudde: zijn arm brengt de lamme- ren bijeen, Hij vlijt ze tegen zijn borst, en zorgzaam leidt Hij de ooien.
Lied "De dorre vlakte der woestijnen’’: 1,2 (We Believe met samenzang)
1. De dorre vlakte der woestijnen Zal zich verblijden eindeloos;
de zandzee zal herschapen schijnen, want bloeien zal zij als een roos.
Van heil'ge vreugde zal zij beven, doortinteld van een heerlijk leven, dat nimmermeer verwelken zal.
Zij zal de wonderen des Heren
aanschouwen en zijn grootheid eren met jubelend triomfgeschal.
2. Versterkt dan nu de slappe handen, en zet hem vast, de wank'le voet!
Zegt tot wie zucht in pijn en banden:
"Wees sterk, vrees niet, heb goede moed!"
De Redder nadert ten gerichte;
van zijn aanbidd'lijk aangezichte straalt waarheid en barmhartigheid.
Hij zal u leiden en vergelden, de boeien breken, die u knelden, Hij, die u uit het diensthuis leidt.
Schriftlezing Lucas 1: 26-38
26 In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, 27 naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heet- te Maria en ze was nog maagd.
28 Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’
29 Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. 30 Maar de engel zei te- gen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst ge-
schonken. 31 Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. 32 Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. 33 Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’
34 Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb im- mers nog geen gemeenschap met een man.’ 35 De engel ant- woordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. 36Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap,
37 want voor God is niets onmogelijk.’ 38 Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.
Lied 464: 2, 3 en 4
2. Soms staat de hemel op een kier:
een bode van de Heer komt hier, verrast ons met een blij bericht, en zet de aarde in het licht!
3. Een engel spreekt een meisje aan,
hij groet haar, noemt haar bij haar naam:
God kiest jou als zijn liefste uit, voor Hem ben jij de ware bruid!
4. De hemel spreekt, Maria hoort, zij geeft zich over aan dat woord.
Daarom zal zij de moeder zijn van Gods geheim, een kindje klein!
Verkondiging
Lied 54. Liefste lied van overzee (melodie lied 286)
1. Waar de nacht de mensen houdt omvangen, willen wij ons keren naar het licht
dat door God in Christus is ontstoken, Morgenster die ons de dag bericht.
refrein:
Want dit licht is sterker dan het duister, waaruit ooit de dag werd opgericht.
Waar de schaduwen nog alom heersen keren wij de ogen naar dit licht!
2. Laten wij ook nu een kaars ontsteken als een teken dat de dood weerspreekt, als een licht voor wie de hoop verloren, als een licht waarbij de strijd verbleekt.
refrein:
Want dit licht is sterker dan het duister, waaruit ooit de dag werd opgericht.
Waar de schaduwen nog alom heersen keren wij de ogen naar dit licht!
Dankgebed en voorbeden
Lied ‘Scheepke onder Jezus’ hoede’(Joh de Heer #213) 1,3 (We Believe met samenzang)
1. 't Scheepke onder Jezus' hoede met de kruisvlag hoog in top, neemt, als arke der verlossing, allen, die in nood zijn, op.
refrein:
Al staat de zee ook hol en hoog, en zweept de storm ons voort,
wij hebben 's Vaders Zoon aan boord en 't veilig strand voor oog.
3. Arme zondaar, zie de kruisvlag wapp'rend langs de oceaan:
weet, de Heer is in het scheepje Kom! neem uw verlossing aan.
refrein:
Dies rijst een lied tot God omhoog, ruist vol een dankakkoord:
wij hebben 's Vaders Zoon aan boord en 't veilig strand voor oog.
Aandacht voor collecte
Wij zingen staande ons Slotlied: 439: 1 en 3 1. Verwacht de komst des Heren,
o mens, bereid u voor:
reeds breekt in deze wereld het licht des hemels door.
Nu komt de Vorst op aard, die God zijn volk zou geven;
ons heil, ons eigen leven vraagt toegang tot ons hart.
3. Een hart dat wacht in ootmoed is lieflijk voor de Heer,
maar op een hart vol hoogmoed ziet Hij in gramschap neer.
Wie vraagt naar zijn gebod en bidden blijft en waken, in hem wil woning maken het heil, de Zoon van God.
Zegen en gezongen Amen
0-0-0-0-0
MEDEDELINGEN ---
Volgende week zondag 12 december 2021 om 9:30 uur, gaat Ds. van Beusichem uit Hattem voor.
---
De geplande dienst vanavond om 19:00 uur, gaat i.v.m. de aangescherpte maatregelen helaas niet door.
---