- 1 -
AKTE VAN STATUTENWIJZIGING VAN STICHTING GEREFORMEERD VOORTGEZET ONDERWIJS OOST-NEDERLAND
2017.507172.2 IMT/M0
Op acht en twintig december tweeduizend zeventien verscheen voor mij, mr. INA MARIEKE BUIT-TIMMER, toegevoegd notaris, hierna te noemen: notaris, bevoegd om akten te passeren in het protocol van
mr. THEODORUS ALEXANDER RITSEMA, notaris, gevestigd te Zwolle:
Gabry Johanna Marina Oom-van der Woldt, geboren te Apeldoorn op zeventien juli negentienhonderd drieënzeventig, kantooradres Burgemeester Roelenweg 11, 8021 EV Zwolle.
De comparante verklaarde dat het College van Bestuur van de stichting:
STICHTING GEREFORMEERD VOORTGEZET ONDERWIJS OOST NEDERLAND, statutair gevestigd te gemeente Zwolle, kantoorhoudende Campus 5,8017 CB Zwolle, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40060269, hierna te noemen: de stichting, op een en twintig december tweeduizend zeventien heeft besloten om de statuten van de stichting geheel te wijzigen en om haar, comparante, te machtigen om de akte van statutenwijziging te doen passeren.
Van gemeld besluit tot statutenwijziging blijkt uit aan deze akte t ./. hechten notulen van gemelde vergadering.
De Raad van Toezicht van de stichting heeft de op grond van het bepaalde in artikel 11 lid 1 van de statuten van de stichting vereiste voorafgaande goedkeuring verleend voor de onderhavige statutenwijziging in een vergadering—
de dato veertien juni tweeduizend zeventien, welke goedkeuring blijkt uit aan ./. deze akte gehechte notulen.
De statuten van de stichting zijn laatstelijk gewijzigd bij akte op zeven december—
tweeduizend zeventien verleden voor mr. I.M. Buit-Timmer, toegevoegd notaris in het protocol van mr. Th.A. Ritsema, notaris gevestigd te Zwolle.
De comparante, handelend als gemeld, verklaarde vervolgens, dat de statuten van de stichting thans in hun geheel luiden als volgt:
STATUTEN:
Naam, zetel, definities Artikel 1
1. De stichting draagt de naam:
Stichting Gereformeerd Voortgezet Onderwijs Oost-Nederland.
2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Zwolle.
3. De stichting beoogt niet het maken van winst.
Grondslag Artikel 2
De stichting heeft als grondslag de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God. Daarbij onderschrijft zij de Drie Formulieren van Enigheid.
Doe Artikel 3
De stichting heeft ten doel:
a. het aanbieden en/of doen aanbieden van voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs, met inachtneming van de—
grondslag als bedoeld in artikel 2 van deze statuten;
b. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het sub a genoemde in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
- 2 - Benoembaarheidsvereisten
Artikel 3A
1 Om benoembaar te zijn als lid van één van de organen van de stichting als—
bedoeld in artikel 5 of als personeelslid in dienst van de stichting dient het desbetreffende lid of personeelslid zich in woord en gedrag persoonlijk te verbinden aan de gereformeerde identiteit van de school zoals verwoord in het geldende identiteitsdocument, zoals bedoeld in artikel 7 lid 6 sub d.
2 Indien een lid van een orgaan van de stichting of een personeelslid niet meer voldoet aan het gestelde in het voorafgaande lid is dit voldoende grond om het lidmaatschap van het orgaan van de stichting of de arbeidsovereenkomst te doen beëindigen.
Middelen Artikel
De stichting tracht dit doel te bereiken door:
a. het oprichten en instandhouden van één of meer scholen voor voortgezet onderwijs;
b. het onderhouden van relaties met andere rechtspersonen en instellingen die een bijdrage kunnen leveren aan realisatie van de doelstelling;
c. aanwending van alle andere middelen welke voor het doel van de stichting bevorderlijk kunnen zijn.
Organen Artikel 5
De stichting kent als organen:
- het College van Bestuur, zoals omschreven in artikel 6;
- de Raad van Toezicht, zoals omschreven in artikel 8.
Bestuur Artikel 6
1. Het bestuur van de stichting is opgedragen aan het College van Bestuur, onder toezicht van de Raad van Toezicht.
2. Het College van Bestuur bestaat uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal van ten hoogste drie leden. Uitsluitend natuurlijke personen—
zijn benoembaar tot lid van het College van Bestuur.
3. De Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat de leden van het College van Bestuur.
4. De Raad van Toezicht stelt het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van de leden van het College van Bestuur vast.
5. Bij ontstentenis of belet van een lid van het College van Bestuur, worden diens taken waargenomen door de andere leden casu quo het andere lid van het College van Bestuur.
Bij ontstentenis of belet van alle leden van het College van Bestuur, wordt het College van Bestuur waargenomen door één of meer personen die daartoe door de Raad van Toezicht, al dan niet uit zijn midden, worden benoemd.
6. Het College van Bestuur verstrekt de Raad van Toezicht gevraagd en ongevraagd alle informatie omtrent alle onderwerpen de stichting betreffende die voor een goed functioneren van de Raad van Toezicht naar het oordeel—
van de raad nodig of dienstig zijn.
7. Voor het aanvaarden van een nevenfunctie heeft een lid van het College van Bestuur de goedkeuring nodig van de Raad van Toezicht. De criteria voor het al dan niet verlenen van deze goedkeuring zijn vastgelegd in een reglement.
8. De Raad van Toezicht kan de werkwijze van het College van Bestuur nader regelen in een bestuursreglement.
- 3 - Bevoegdheden College van Bestuur, vertegenwoordiging
Artikel 7
1. Met inachtneming van het bepaalde in en krachtens deze statuten, is het College van Bestuur belast met het bestuur van de stichting.
2. De bevoegdheid van het College van Bestuur omvat mede het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registerzaken, alsmede het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenares verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van derde verbindt, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 6.
3. De stichting wordt vertegenwoordigd door het College van Bestuur, alsmede door de voorzitter tezamen met een lid van het College van Bestuur.
4. Een lid van het College van Bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de daaraan verbonden onderneming of organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de Raad van Toezicht.
5. Het College van Bestuur kan één of meer door hem benoemde functionarissen schriftelijk machtigen de stichting te vertegenwoordigen.
Doorlopende machtigingen dienen te berusten op een nadere regeling in het bestuursreglement als bedoeld in artikel 6 lid 8.
6. Het College van Bestuur behoeft voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht voor besluiten strekkende tot:
a. vaststelling van de begroting en het jaarverslag van de stichting;
b. aanvraag van faillissement van de stichting en van surséance van betaling;
c. vaststelling van het strategisch meerjarenbeleidsplan van de stichting;
d. vaststelling van het identiteitsdocument en van een eventueel to formuleren periodiek identiteitsplan, waarin algemene richtlijnen worden gegeven, die door de organen van de stichting en de leden van die organen dienen te worden nageleefd;
e. wijziging van de statuten, tot fusie van de stichting en ontbinding van de stichting, waaronder begrepen bestemming van een eventueel batig saldo;
f. bestuursoverdracht, fusie of splitsing van onder de stichting ressorterende onderwijsinstellingen en/of het stichten of sluiten van vestigingen;
g. de oprichting van een nieuwe rechtspersoon alsmede de vaststelling van de statuten van een nieuwe rechtspersoon;
h. het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registerzaken, alsmede het sluiten van overeenkomsten—
waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenares verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling—
voor een schuld van derde verbindt.
i. het doen van uitgaven buiten de begroting boven een door de raad van—
toezicht bepaald bedrag.
Op het ontbreken van voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht in de hiervoor sub h bedoelde gevallen kan door of tegen derden beroep worden gedaan.
Bevoegdheden Raad van Toezicht
- 4 - Artikel 8
1. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de gang van zaken binnen de stichting. De Raad van Toezicht kan het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. Bij zijn taakuitoefening richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van dc stichting en de met haar verbonden onderwijsinstelling(en).
2. De Raad van Toezicht ziet toe op de naleving van de wettelijke verplichtingen van het College van Bestuur en de naleving van de fungerende governancecode voor het voortgezet onderwijs. Tevens houdt de raad toezicht op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen van de stichting en de met haar verbonden onderwijsinstelling(en). Tevens wijst de Raad van Toezicht—
de accountant aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het—
Burgerlijk Wetboek.
3. De Raad van Toezicht is belast met het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden en de wijze waarop de kwaliteit van het toezicht is gewaarborgd in het jaarverslag.
4. De Raad van Toezicht van de stichting bestaat uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal van ten minste vijf natuurlijke personen.
5. Alle leden van de Raad van Toezicht, met uitzondering van één lid genoemd in lid 6 van dit artikel, worden benoemd door de Raad van Toezicht met inachtneming van het volgende:
a. de Raad van Toezicht stelt profielen vast met gewenste cornpetenties en deskundigheden voor de leden van de raad en voor de raad als geheel;—
b. de vacature wordt openbaar gemaakt, zodat een ieder kan reflecteren—
op de vacature. Bij het opstellen van een voordracht verantwoordt de Raad van Toezicht in hoeverre de voorgedragen kandidaten aan het profiel beantwoorden. Afwijkingen van het profiel worden uitdrukkelijk gemotiveerd.
6. De medezeggenschapsraad wordt in de gelegenheid gesteld om aan dc Raad van Toezicht een bindende voordracht te doen voor de benoeming van één lid van de Raad van Toezicht met inachtneming van het gestelde in artikel 3A en artikel 8, vijfde lid onder a en b, met uitzondering van dc verplichting om de vacature openbaar te maken.
7. Tot lid van de Raad van Toezicht zijn niet benoembaar: werknemers van de stichting en personen die in de voorafgaande periode van vijf jaren werknemer van de stichting zijn geweest.
8. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor de tijd van vier jaar, met dien verstande dat een tussentijds benoemde aftreedt op een tijdstip waarop het lid in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden. De Raad van Toezicht stelt een rooster van aftreden op, zodanig dat de aftreding geleidelijk zal zijn.
9. Aftredende leden van de Raad van Toezicht zijn maximaal twee maal herbenoembaar, met dien verstande dat de maximale benoemingstermijn niet langer dan acht jaren kan zijn.
10. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt:
a. door aftreden overeenkomstig het vastgestelde rooster van aftreden dan wel tussentijds op eigen verzoek;
b. door ontslag door de Raad van Toezicht wegens taakverwaarlozing of—
andere gewichtige redenen.
-5- 11. De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter en een vice-
voorzitter.
12. Elk der leden van de Raad van Toezicht heeft één stem. De Raad van Toezicht besluit bij gewone meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen, behoudens:
- bij de vaststelling van het bestuursreglement;
- bij het verlenen van de goedkeuring als bedoeld bij één der aangelegenheden sub fin het zesde lid van artikel 7.
In deze gevallen is een meerderheid van twee/derde der uitgebrachte geldige stemmen vereist.
13. De Raad van Toezicht kan in beginsel alleen geldige besluiten nemen indien ten minste een meerderheid van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Mocht dit ondanks deugdelijke oproeping niet het geval zijn, dan kan na ten minste één week doch uiterlijk binnen zes weken een nieuwe vergadering worden belegd, welke bevoegd is, ongeacht het aantal aanwezigen, besluiten te nemen over onderwerpen die op de vorige vergadering niet tot besluitvorming konden leiden.
14. Mochten in de Raad van Toezicht, om welke reden dan ook, één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende leden dan wel vormt het overblijvende lid, niettemin een rechtsgeldige Raad van Toezicht.
15. De vergaderingen van de Raad van Toezicht zijn niet openbaar, met dien verstande dat de leden van het College van Bestuur de vergaderingen van de Raad van Toezicht bijwonen en daar alle gevraagde inlichtingen geven,—
tenzij de Raad van Toezicht besluit om te vergaderen buiten aanwezigheid—
van het College van Bestuur.
16. Indien alle leden van de Raad van Toezicht komen te ontbreken, benoemen de voorzitter van het Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen, een vereniging, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40409395 en de voorzitter van Verus, Vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs, een vereniging, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40407267 in gezamenlijkheid een commissie van drie personen, die de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht als bedoeld in lid 5 van dit artikel zullen uitoefenen. Dit gebeurt met inachtneming van de eisen zoals verwoord in Artikel 3A.
17. De Raad van Toezicht regelt zijn eigen werkzaamheden in een "Reglement - Raad van Toezicht". De inhoud van het Reglement Raad van Toezicht mag—
niet in strijd zijn met de statuten
18. De Raad van Toezicht kan aan één of meer van zijn leden een niet bovenmatig vacatiegeld toekennen. Overigens ontvangen de leden van de—
Raad van Toezicht geen vergoeding voor hun functie; kosten welke zijn gemaakt in de uitoefening van hun functie worden aan de leden van de Raad van Toezicht vergoed.
19. Een lid van de Raad van Toezicht neemt niet deel aan de beraadslaging en—
de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de daaraan verbonden onderneming of organisatie. Wanneer hierdoor geen besluit van—
de Raad van Toezicht kan worden genomen, is de Raad van Toezicht daartoe alsnog bevoegd, onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
Boekjaar en jaarstukken Artikel 9
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het College van Bestuur van de stichting is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van al hetgeen verder de financiën—
van de stichting betreft op zodanige wijze boek te houden dat daaruit te allen tijde de rechten en plichten van de stichting kunnen worden gekend.
3. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Daaruit worden door het College van Bestuur een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken vergezeld van het jaarverslag en een rapport van een registeraccountant, waarin verslag wordt uitgebracht aan de Raad van Toezicht, binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar aan de Raad van Toezicht ter goedkeuring worden aangeboden.
De jaarstukken worden door het College van Bestuur, na verkregen goedkeuring, v66r één juli na afloop van het boekjaar vastgesteld.
4. Het College van Bestuur is verplicht de in de vorige leden bedoelde bescheiden zeven jaren lang te bewaren.
Statutenwijziging Artikel 10
1. Het College van Bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen, mits hiertoe de—
voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht is verkregen.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
3. Het College van Bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het openbaar register, gehouden door de Kamer van Koophandel.
Ontbinding en vereffening Artikel 11
1. Het College van Bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden mits hiertoe de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht verkregen is.
2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
3. De vereffening geschiedt door het College van Bestuur, tenzij bij het liquidatiebesluit andere vereffenaars zijn aangewezen.
4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register bedoeld in artikel 10.
5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
6. Een eventueel batig saldo van het vermogen van de ontbonden stichting na—
vereffening wordt aangewend ten behoeve van een fiscaal erkende Algemeen Nut Beogende Instelling als bedoeld in artikel 5b Algemene wet inzake rijksbelastingen met een soortgelijke doelstelling.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende tien jaren berusten onder de in leeftijd jongste vereffenaar, tenzij bij het besluit tot ontbinding een andere (rechts-)persoon—
daartoe werd aangewezen.
Slotbepaling Artikel 12
In alle gevallen waarin deze statuten niet voorzien, beslist het College van Bestuur binnen de kaders van de wet.
SLOT
De cornparante is mij, notaris, bekend.
Van de verklaring van de comparante heb ik, notaris, in Zwolle op de datum aan—
- 7 - het begin van deze akte gemeld deze akte opgemaakt.
De zakelijke inhoud van deze akte heb ik medegedeeld en toegelicht aan dc comparante.
De comparante heeft verklaard voor het tekenen van deze akte kennis te hebben genomen van de inhoud van deze akte en daarmee in te stemmen.
Vervolgens heb ik deze akte beperkt voorgelezen en hebben de comparante en ik deze akte onmiddellijk daarna ondertekend.
(Volgt ondertekening).
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
