• No results found

9.01 Persoonlijke beschermingsmiddelen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "9.01 Persoonlijke beschermingsmiddelen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

9.01 Persoonlijke beschermingsmiddelen

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) beschermen werknemers tegen gevaren die hun veiligheid of gezondheid op het werk kunnen bedreigen. Door het niet of onjuist gebruiken van PBM kunnen werk- nemers schade oplopen aan de gezondheid. In de regel kan letsel met deze middelen worden voorkomen of beperkt. Hoewel werkgevers er naar moeten streven risico’s bij de bron weg te nemen, zijn PBM in het bouwproces vaak noodzakelijk.

Normen en regels

Arbowet

De Arbowet zegt dat persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gebruikt wanneer andere maat- regelen een gezondheids- of veiligheidsrisico niet of onvoldoende kunnen wegnemen. De andere maat- regelen, die eerst moeten worden nagegaan, slaan achtereenvolgens op:

- bronaanpak, door bijvoorbeeld een verouderde machine te vervangen;

- collectieve maatregelen, bijvoorbeeld door geluidsisolatie aan te brengen rondom een machine, die teveel lawaai maakt;

- individuele maatregelen, bijvoorbeeld door een werknemer een activiteit korter of in een andere, niet schadelijke ruimte te laten uitvoeren.

Als laatste maatregel komt pas de inzet van PBM aan de orde. PBM moeten dus niet worden gezien als een standaardoplossing voor alle problemen, maar als sluitstuk.

Op het gebied van PBM hebben werkgever en werknemer beiden in de wet vastgelegde verplichtingen (zie tabel 1).

Werkgever Werknemer

- Voeren van een PBM-beleid op basis van de RI&E - Doeltreffende en passende middelen gratis ter

beschikking stellen en op tijd vervangen - Voorlichting/training verzorgen

- Waar nodig draagplicht aangeven (door borden of stickers)

- Toezicht houden op juist gebruik - Tussentijdse inspectie uitvoeren

- Meewerken aan voorlichting en training over gebruik en onderhoud van PBM - Middelen op juiste wijze gebruiken - Middelen goed onderhouden, beheren en

opbergen

- Vermissing, tekortkomingen of beschadi- gingen onmiddellijk melden aan leiding- gevende

Tabel 1 Verantwoordelijkheden voor werkgever en werknemer met betrekking tot PBM

- Ingeleende werknemers worden in de wet gelijkgesteld met eigen medewerkers.

- Personen jonger dan 18 jaar mogen niet werken met schadelijke stoffen waarvoor het gebruik van PBM is voorgeschreven (behalve vanaf 16 jaar in het kader van een erkende beroepsopleiding en onder deskundig toezicht).

- De werkgever dient rekening te houden met de werknemer, indien het dragen van bepaalde PBM een te grote fysische of fysieke belasting met zich meebrengt (bijvoorbeeld adembeschermingsmiddelen bij astma- en copd-patiënten of handschoenen bij huideczeem). Ook moet hij een bedrijfsarts consulteren en in het algemeen dit aspect laten meenemen in het periodiek gezondheidskundig onderzoek van werknemers.

Productregelgeving

Fabrikanten of leveranciers van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn gebonden aan productveilig- heidseisen en gebruikseisen. Een middel moet doelmatig en passend zijn, zoals:

- geschikt om risico´s te vermijden zonder zelf een vergroot gevaar in te houden;

(2)

- bruikbaar zijn binnen de bestaande omstandigheden op de werkplek;

- voor de gebruikers goed hanteerbaar zijn.

PBM moeten zijn voorzien van een CE-markering. Deze markering wordt door de fabrikant aangebracht als het middel voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen uit de Europese Richtlijn Persoonlijke Beschermingsmiddelen (89/686/EEG) en vanaf volgend jaar de Europese Verordening Persoonlijke Beschermingsmiddelen (2016/425). Deze Verordening is op 21 april 2016 in werking ge- treden en vervangt gedurende een overgangsperiode van twee jaar op 21 april 2018 de Richtlijn PBM. In de nieuwe verordening zijn PBM onderverdeeld in drie categorieën: I PBM tegen lage risico’s, II tegen middelhoge risico’s en III tegen hoge risico’s. Al naar gelang de categorie waarin het product valt is een typekeuring door een aangewezen keuringsinstantie (Notified Body) verplicht (II en III).

De belangrijkste veranderingen door de verordening PBM zijn:

- Het toepassingsgebied wordt verbreed, omdat de uitsluiting van producten voor particulier gebruik ter bescherming tegen hitte, vocht en water wordt geschrapt. De lijst van categorie-III-producten is herzien en er zijn producten aan toegevoegd, zoals gehoorbescherming en (motorketting-)zaagkleding.

- De eisen voor bijgeleverde documenten en de geldigheid en procedure van keuringen zullen wijzigen.

Zo zal bijvoorbeeld de verklaring van overeenstemming altijd meegeleverd moeten worden en zal de geldigheidsduur voor CE-certificaten 5 jaar zijn voor de PBM-categorieën II en III.

- De nieuwe verordening is van toepassing op alle vormen van aanbod, dus ook op online verkoop.

- De verordening is in lijn gebracht met het Nieuw Wetgevend Kader (NWK) waardoor algemeen wijzigin- gen in het Europees beleid worden overgenomen. Hierdoor is de rol van markttoezicht aangescherpt en zijn niet alleen de fabrikant en zijn wettelijke vertegenwoordiger verantwoordelijk, maar ook importeurs en distributeurs.

Zoals gezegd is de nieuwe Europese wetgeving geen richtlijn maar een verordening. Dit betekent dat de tekst niet opgenomen wordt in nationale wetgeving, maar direct van kracht is in alle Europese lidstaten.

Alle lidstaten moeten hun bestaande nationale wetgeving intrekken.

Gebruikershandleiding

Ieder persoonlijk beschermingsmiddel moet vergezeld gaan van een duidelijke gebruikershandleiding, met onder meer informatie over:

- naam en adres van fabrikant of importeur;

- EU-conformiteitsverklaring (met ingang van 21 april 2018);

- naam en adres van aangewezen keuringsinstantie (voor PBM-categorieën II en III); - de wijze waarop en de mate waarin het bescherming biedt tegen risico´s op de werkplek;

- de wijze van aanpassen aan de individuele gebruiker;

- afstemming van het middel wanneer er meer dan één middel tegelijkertijd moet worden gebruikt (bij- voorbeeld bril en stofmasker of helm en gehoorbescherming);

- de voorschriften voor opslag, reiniging en onderhoud;

- controle op doelmatig gebruik.

Keuringen en certificaten PBM

- Fabrikant/leverancier (Warenwetbesluit PBM/Verordening PBM): tijdens de overgangsperiode zullen typekeuringscertificaten op basis van de huidige richtlijn 89/686/EEG uitgegeven vóór 21 april 2018 nog tot 21 april 2023 geldig zijn. Vanaf 21 april 2018 kunnen nieuw op de markt gebrachte PBM’s worden gecertificeerd volgens de nieuwe verordening en vanaf 21 april 2019 is dit verplicht.

- Werkgever/gebruiker (Arbobesluit): hoe vaak PBM gekeurd moeten worden, hangt af van het soort beschermingsmiddel en de intensiteit van het gebruik ervan. Voor verschillende middelen gelden wettelijke bepalingen, zoals de keuring van valbescherming. Concrete aanwijzingen hierover dienen in de gebruiksaanwijzing te staan. Het is aan te bevelen om vast te leggen welke keuringen worden uitgevoerd voor welke middelen, door wie, wanneer en aan de hand van welke criteria (voor VCA- gecertificeerde bedrijven is dit een verplichting; frequentie eenmaal per jaar, met motivering van eventuele afwijking indien minder; keuring door een voldoend opgeleid deskundige). Ook de gebruiker zelf moet regelmatig de goede staat en de maximale houdbaarheid controleren.

(3)

Praktische invulling

De werkgever stelt een beleid op met betrekking tot PBM, waarin de volgende aspecten aan de orde komen.

Keuze van PBM

Bij de keuze van PBM is het van belang dat de gebruiker inspraak heeft. Het draagcomfort blijkt voor een gebruiker namelijk van doorslaggevend belang.

Belangrijke andere aspecten bij de keuze zijn:

- ernst van het gevaar (op basis van de RI&E);

- tijdsduur en frequentie van blootstelling;

- kenmerken van de werkplek;

- afstemming tussen de verschillende te gebruiken middelen.

Verstrekken van PBM

- Regel bij de verstrekking van PBM:

· wie de uitgifte verzorgt;

· wie de instructie verzorgt na uitreiking; sommige middelen, zoals bepaalde adembeschermings- middelen, vereisen een vaardigheidstraining;

· hoe en door wie de regelmatig terugkerende voorlichting over persoonlijke beschermingsmiddelen wordt gegeven met inbegrip van de controle of werknemers bij de start van het werk nog in het bezit zijn van de benodigde middelen.

- Laat de werknemer een verklaring voor ontvangst tekenen bij uitgifte van de middelen. Op deze PBM- verklaring kan tevens de gegeven instructie worden gespecificeerd (over de werkzaamheden/situaties waarbij ze gebruikt moeten worden en het juiste gebruik en onderhoud van de middelen). Op blad 5 is een voorbeeld uitgewerkt. De ingevulde verklaringen dienen op een centraal punt te worden beheerd.

- PBM zijn in principe persoonsgebonden. Neem maatregelen om gezondheids- en hygiëneproblemen te voorkomen, indien meer personen van eenzelfde middel gebruik maken. Een persoonsgebonden pakket verlaagt de gebruiksdrempel aanzienlijk. Afhankelijk van de activiteit of de functie kunnen de pakketten verschillend zijn samengesteld.

- Voor bepaalde middelen geldt een maximale levensduur of een termijn voor tussentijdse inspectie, onder andere:

· veiligheidshelm;

· persoonlijke valbeveiliging;

· otoplastieken;

· sommige adembeschermingsmiddelen.

Men kan veel rompslomp voorkomen door deze middelen één keer per jaar visueel te (laten) inspecte- ren op gaafheid en goede werking. Dit kan bijvoorbeeld, na de nodige instructie van de leverancier, door de voorraadbeheerder worden gedaan (met uitzondering van otoplastieken en persoonlijke val- beveiliging door een daartoe opgeleid deskundige).

- Overige middelen worden hetzij periodiek verstrekt (bijvoorbeeld schoenen en kleding) dan wel ver- vangen na inlevering van de versleten of beschadigde middelen. Maak wel aantekening van opnieuw verstrekte middelen.

- Werknemers voor persoonlijke beschermingsmiddelen laten betalen bij vermissing is alleen verdedig- baar als hen nalatigheid kan worden verweten. Een goede opbergmogelijkheid op het werk, zoals afsluitbare kastjes, kan zoekraken voorkomen.

Gebruik

De effectiviteit van PBM hangt voor een groot deel af van het gebruiksgemak en goede instructie, maar ook van het toezicht. Voor gebruiksgemak is het van belang om te kiezen voor het meest geschikte pakket dat afgestemd is op de werkzaamheden, in plaats van een pakket met de grootste gemene deler aan middelen.

Het dragen van PBM stuit nogal eens op weerstand van de werknemers, omdat ze gauw als hinderlijk en niet noodzakelijk worden ervaren. Voorlichting over de gevaren waartegen ze bescherming bieden is hierbij van belang. Tevens moet het toezicht op het gebruik frequent worden uitgevoerd, zeker om zonodig te kunnen aantonen dat er een reden is om een sanctie op te leggen.

Een ander belangrijk aspect vormt de voorbeeldfunctie van leidinggevenden in het gebruik van de nood- zakelijke PBM.

(4)

Sanctiemogelijkheden

Wanneer een werknemer zich niet houdt aan aanwijzingen van de werkgever, kan de laatste disciplinaire maatregelen nemen. Een sanctieregeling is dan een optie. Wil een dergelijke regeling echter functioneren dan dient hij een betrouwbare basis te hebben, dus in goed overleg tussen werkgever en werknemers te zijn vastgesteld. Bovendien is zo´n regeling gebonden aan wettelijke regels.

De zwaarte van de sanctie kan variëren van een berisping tot ontslag. Het laatste is in dit verband een buitenproportionele maatregel. Een minder zware, maar ook ongebruikelijke sanctie is schorsing zonder behoud van loon. Een boeteregeling past beter bij overtredingen van arbovoorschriften. De criteria, waar- aan een evenwichtige boeteregeling moet voldoen, zijn omschreven in Abomafoon 1.24 (On)mogelijkheden van sanctiebeleid. Er kan ook worden gedacht over een beloningsregeling.

Verwijzing

- Europese Verordening Persoonlijke beschermingsmiddelen 2016/425 (volledig van kracht per 21 april 2018).

- Europese Richtlijn PBM 89/686/EEG (wordt ingetrokken op 21 april 2018).

- Warenwetbesluit PBM (inhoud vervalt per 21 april 2018, alleen nog verwijzing naar EV PBM 2016/425).

- Arbowet art. 3, 5, 8 en 11.

- Arbobesluit art. 8.1 t/m 8.3.

- Arbo-informatieblad 49 Persoonlijke beschermingsmiddelen. SDU Uitgevers, Den Haag.

- CAO Bouwnijverheid.

- Abomafoon 1.24 (On)mogelijkheden van sanctiebeleid.

Datum: Maart 2017

Wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave

- Diverse wijzigingen in productregelgeving voor fabrikanten en leveranciers van PBM met de komst van de Europese Verordening PBM 2016/425. Deze gaat na een overgangstermijn de Europese Richtlijn PBM (89/696/EEG) vervangen. Gebruikers van PBM merken voorlopig nog weinig van de nieuwe regels.

Uitgave: Aboma bv Maxwellstraat 49 a Postbus 141 6710 BC Ede tel. 0318 69 19 20 www.aboma.nl

Heeft u naar aanleiding van deze informatie vragen, opmerkingen of verbetersuggesties, geef het aan ons door via

Abomafoon@aboma.nl Wij helpen u graag!

(5)

Bijlage PBM-verklaring

PBM-verklaring (voorbeeld)

Ondergetekende ……….……….………. Personeelsnummer ………..……….

verklaart hiermee de onderstaande persoonlijke beschermingsmiddelen te hebben ontvangen* : Veiligheidshelm Halfgelaatsmasker Kniebeschermers

Gelaatsscherm Stofmasker Brandwerende kleding

Laskap Verseluchtkap Vanggordel

Lasbril Persluchtmasker Klim- of leeflijn

Veiligheidsbril Zuurkleding Lijnklem

Ruimzichtbril Zaagbroek/-pak ……….……….

Zuurbril Doorwerkpak ……….……….

Gehoorkap Veiligheidsvest ……….……….

Otoplastiek Veiligheidsschoenen ……….……….

Volgelaatsmasker Veiligheidslaarzen ……….……….

*Aankruisen wat van toepassing is

Hij verklaart tevens dat hij op de hoogte is van de in het bedrijf geldende sanctie-/beloningsregeling en dat hij instructie heeft gehad over:

- de werkzaamheden waarbij deze middelen moeten worden gebruikt;

- het juiste gebruik en onderhoud van de middelen, die overigens eigendom blijven van de werkgever (behalve de middelen waarvoor de CAO-vergoeding wordt ingehouden);

- middelen die door bijvoorbeeld slijtage of beschadiging niet meer voor gebruik geschikt zijn;

deze kunnen bij ……….……….…………. worden ingeleverd tegen nieuwe;

- overige niet-persoonsgebonden middelen die op het werk beschikbaar en voldoende hygiënisch zijn, te weten:

n ……….……….………

n ……….……….………

n ……….……….………

n ……….……….………

n ……….……….………

Deze instructie is verzorgd door ………..……….

Tenslotte verklaart hij zich overeenkomstig de bovenstaande instructie te gedragen.

Handtekening werknemer Handtekening (gemachtigde van) werkgever

……….……….…………. ……….………..…….………….

Datum ……….…….…………. (Naam) ………..….……

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) geeft LCH aan wat zorgaanbieders nodig hebben?. Dit wordt uitgelegd in

Voor elke regio en voor Nederland als geheel wordt de behoefte gematcht met de beschikbare voorraad PBM.. Dit leidt tot een regionale toedeling

Veel zorgaanbieders merken dat het moeilijker is om aan beschermingsmiddelen te komen als gevolg van de uitbraak van COVID-19 (nieuwe coronavirus), bijvoorbeeld omdat leveranciers

Bij de half- en vol gelaatmaskers zijn er die alleen tegen stof gebruikt kunnen worden en niet bij gassen of dampen (deze hebben een inlegmechanisme voor de filterpatronen)..

In lid 2 wordt aangegeven dat ABM waarbij de omgevingslucht wordt gefilterd, niet geschikt zijn voor atmosferen waarin de concentratie groter is dan 1 volume procent (10.000 ppm).

 Bescherming van de drager tegen spatten en spuiten van bloed of andere lichaamsvochten, secreta en excreta..  Voorkomen van overdracht

Omdat reinigen en desinfecteren vaak niet mogelijk zal zijn op locatie, is er voor gekozen om na gebruik de herbruikbare persoonlijke beschermingsmiddelen in een andere zak te

Om kruisbesmetting van materiaal te voorkomen, is het advies om de gebruikte instrumenten in een andere zak te bewaren dan de herbruikbare persoonlijke