GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Beleidsplan
bruggen
periode 2019 - 2023
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ...3
1.1 VRAAGSTELLING ...3
1.2 VISIE EN DOEL ...3
1.3 WERKWIJZE ...4
1.4 LEESWIJZER ...4
2. KADERS EN REGELGEVING ...5
2.1 WEGENWET ...5
2.2 WONINGWET ...5
2.3 BOUWBESLUIT ...5
2.4 BURGERLIJK WETBOEK ...6
2.5 BESLUIT BEGROTING EN VERANTWOORDING ...6
2.6 OVERIGE WETGEVING ...7
2.6.1 Bestaande situatie en nieuwbouw ...7
2.6.2 Normen en richtlijnen ...7
2.6.3 Constructieve veiligheid bestaande bruggen ...8
3. HUIDIGE SITUATIE ...9
3.1 OPBOUW BRUGGENAREAAL ...9
3.2 HERWAARDEREN VAN BRUGGEN ...9
4. BELEID ...10
4.1 BEHEERVISIE ...10
4.2 BEHEERSTRATEGIE ...10
4.3 INSPECTIES ...13
4.4 CONSTRUCTIEVE VEILIGHEID BESTAANDE BRUGGEN ...13
5. FINANCIËN ...14
5.1 SCENARIO’S ...14
5.2 SCENARIO’S HIOR GEBIED ...15
5.3 SCENARIO’S OVERIGE BRUGGEN ...16
5.4 SCENARIO’S ...16
5.5 INSPECTIES ...16
5.6 KOSTEN CONSTRUCTIEVE VEILIGHEID BESTAANDE BRUGGEN ...16
5.7 GROOT ONDERHOUD ...17
6. CONCLUSIE ...18
6.1 BELEID ...18
6.2 FINANCIËN ...18
KOSTEN CONSTRUCTIEVE VEILIGHEID BESTAANDE BRUGGEN ...18
6.3 ADVIES. ...18
7. OVERZICHT BIJLAGEN ...19
1. INLEIDING
De gemeente Edam-Volendam is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en daarmee ook de bruggen binnen de gemeente. In het Burgerlijk Wetboek is de aansprakelijkheid van beheerders van openbare voorzieningen geregeld. De centrale gedachte is dat de beheerder
verantwoordelijk is voor het uitvoeren van voldoende onderhoud. Daarbij is hij bij geschillen verplicht aan te tonen dat inspectie en onderhoud met optimale zorg is uitgevoerd.
Met bruggen duiden we een verzameling voorzieningen in de openbare ruimte aan die het gebruik van die ruimte ondersteunen. Het gaat om technische constructies die nodig zijn voor een duurzaam gebruik van de ruimte. Bruggen zijn objecten die een kruising van (water)wegen onderling of met natuurlijke barrières mogelijk maken.
Dit beleidsplan over bruggen geeft een beeld van:
- te verwachten kosten in de komende 5 jaar;
- te hanteren onderhoudsniveau en frequenties;
- te behalen resultaten in de komende 5 jaar.
1.1
VraagstellingDe gemeente Edam-Volendam heeft ingenieursbureau Westenberg B.V. opdracht gegeven om een
beleidsplan voor de kunstwerken en een voor de havens op te stellen. Het doel van het beleidsplan is enerzijds te bepalen hoe de civiele kunstwerken op een duurzame en maatschappelijke kostenbewuste wijze beheerd kunnen worden. Hierbij is het uitgangspunt dat kapitaalvernietiging en onveilige situaties worden voorkomen.
Anderzijds is het doel om inzicht te geven in het huidige kwaliteitsniveau en de onderhoudskosten van het areaal.
1.2 Visie en Doel
Het doel van dit beleidsplan is enerzijds te bepalen hoe de bruggen op een duurzame en maatschappelijke kostenbewuste wijze beheerd kunnen worden. Hierbij is het uitgangspunt dat kapitaalvernietiging en onveilige situaties worden voorkomen. Anderzijds is het doel om inzicht te geven in het huidige kwaliteitsniveau en de onderhoudskosten van het areaal.
We willen dat de brug:
- veilig is;
- bedrijfszeker is (heel);
- lang meegaat (het voorkomen van kapitaalsvernietiging);
- schoon is (beeldkwaliteit).
Daarvoor is nodig dat:
- we kennis hebben van het ontwerp: We brengen het archief op orde;
- het reguliere onderhoud gestructureerd wordt uitgevoerd: Een beheerprogramma wordt hiervoor gebruikt. Het onderhoudsprogramma wordt van uit hier opgesteld;
- het achterstallig onderhoud wordt uitgevoerd;
- de slechte bruggen op korte termijn worden vervangen of gerenoveerd.
Hierbij willen we:
- verantwoord omgaan met het milieu;
- streven naar duurzaamheid.
1.3 Werkwijze
Om te komen tot dit beleidsplan voor de bruggen zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
Inventarisatie en doorrekenen scenario’s
Als voorbereiding op het invoeren van het onderhoud zijn er onderhoudsprojecten opgesteld waarbij is vastgesteld op welke prioriteit deze betrekking hebben. Als eerste zijn frequenties vastgesteld voor scenario 1, dit scenario dient als basis voor het vaststellen van een viertal nieuwe scenario’s (scenario 2, 3, 4 en 5) waarbij op basis van prioriteit andere accenten worden gelegd. Insteek bij het vaststellen van de scenario’s is dat er steeds een concessie wordt gedaan ten aanzien van het uit te voeren onderhoud. Vertaling van het voorgaande heeft geleid tot afnemende frequenties en het laten vervallen van onderhoudsprojecten.
Op deze wijze is vulling gegeven aan vijf vastgestelde beheerscenario’s welke als volgt worden gedefinieerd:
Scenario 1; Uitstekend;
Scenario 2; Goed;
Scenario 3; Redelijk;
Scenario 4; Matig;
Scenario 5; Slecht.
De gemeente Edam-Volendam heeft aangegeven voor het HIOR-gebied als zowel de overige bruggen binnen de gemeente een keuze te maken uit onderhoudsniveau 2 of 3. Aangezien het onderhoud op niveau 1 in sommige gevallen neerkomt op kapitaalsvernietiging en bij onderhoudsniveau 4 en 5 de functionaliteit en mogelijk de veiligheid in het geding kan komen.
Onderhoudsniveau 1, 4 en 5 worden daarom niet meer behandeld.
Scenario’s
Op basis van de scenario’s en inspectieresultaten worden de onderhoudsmaatregelen voor de periode 2019 - 2023 vastgesteld. Er worden dan meerjarenoverzichten gemaakt van correctieve en reguliere onderhoudsmaatregelen, vervangingsinvesteringen en kosten van inspecties.
Opstellen beleidsplan
De kaders van het beleid ten aanzien van beheer en onderhoud van de bruggen zijn na uitvoering van de vorige stappen geschreven. Het beleidsplan bruggen is opgesteld voor de periode 2019 - 2023.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden de kaders en regelgeving toegelicht. De gegevens van het areaal zijn samengevat in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het beleid. Hoofdstuk 5 beschrijft de onderhoudskosten met een beleidsadvies. De conclusie is nader beschreven in hoofdstuk 6.
De resultaten van de inspectie zijn vastgelegd in:
Dit beleidsplan : Regelgeving en scenario’s
Bijlage I : Maatregelenlijst met frequenties
Bijlage II : Overzicht kunstwerken
Bijlage III en IV : Scenario’s gebieden* en objecttypen
*Het areaal bruggen is onderverdeeld in twee gebieden het HIOR (Handboek Inrichting Openbare Ruimte) gebied en overig gedeelte.
2. KADERS EN REGELGEVING
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de voorwaarden en uitgangspunten om te komen tot het beleidsplan.
De wet- en regelgeving en het gemeentelijk beleid vormen het kader om te komen tot een onderhoudsaanpak.
2.1 Wegenwet
Het wettelijk kader voor het onderhouden van bruggen is vastgelegd in de Wegenwet van 1930 en in de Woningwet van 2015.
De Wegenwet geldt niet alleen voor (vaar)wegen, maar ook voor bruggen. We zijn verplicht alle binnen onze grens vallende openbare wegen, zover niet in beheer bij overige beheerders, in een goede staat te onderhouden. Hierbij wordt niet duidelijk gemaakt wat onder de term “in een goede staat” verstaan wordt.
Het zal echter minimaal geschikt moeten zijn voor het gestelde doel. Er is dus duidelijk sprake van een onderhoudsverplichting zonder een vastgelegd kwaliteitsniveau. De gemeente heeft dus enige vorm van vrijheid voor invulling van het kwaliteitsniveau waarop wordt onderhouden. Wel blijft de zorgplicht altijd bestaan.
Voor het beheer van het areaal aan bruggen moet de gemeente rekening houden met de volgende aspecten:
Preventief onderhoudsbeleid;
Systematische en eenduidige klachtenregistratie;
Periodieke inspecties volgens een uniforme methodiek;
Actueel beheersysteem.
2.2 Woningwet
De Woningwet van 2015 geldt ook voor bruggen. Een brug is een bouwwerk, geen gebouw zijnde. We dienen de bruggen zodanig te bouwen dat er geen gevaar voor de gezondheid alsmede de veiligheid ontstaat. Het bouwwerk, geen gebouw zijnde (civiel kunstwerk) moet voldoen aan de voorschriften. Deze voorschriften zijn vastgelegd in het Bouwbesluit. Dus de bruggen moeten voldoen aan het bouwbesluit.
2.3 Bouwbesluit
Het Bouwbesluit 2012 is een AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur), vallend onder de Woningwet. Dit besluit bevat een groot aantal voorschriften voor zowel gebouwen als bouwwerken geen gebouw zijnde, op het terrein van:
• Veiligheid;
• Gezondheid;
• Bruikbaarheid;
• Energiezuinigheid;
• Milieu.
Het Bouwbesluit wordt regelmatig aangepast. De laatste wijziging dateert van 1 april 2012. Behorende bij het Bouwbesluit, is de Regeling Bouwbesluit 2012. Deze zorgt voor volledige afstemming tussen het Bouwbesluit en de onderliggende normen, CE-markeringen en kwaliteitsverklaringen.
2.4 Burgerlijk Wetboek
Veiligheid spreekt voor zich. Een brug moet voor de gebruikers veilig zijn. Als dit niet het geval is, kunnen we aansprakelijk worden gesteld voor de volgende gebreken:
Aan het kunstwerk (het kunstwerk voldoet niet aan de eisen, die men er onder de gegeven omstandigheden aan mag stellen);
Op het brug (voorwerpen of substanties zijn aanwezig, die niet op het brug thuis horen en die leiden tot gevaarlijke situaties).
Hierop zijn uit het Burgerlijk Wetboek (BW) de volgende artikelen van toepassing:
Artikel 174, boek 6, BW (artikel 6:174 BW) gebreken aan het brug (weg) zelf;
Artikel 162, boek 6, BW (artikel 6:162 BW) gebreken op het brug (weg).
In artikel 6:174 BW is sinds 1992 de aansprakelijkheid van de wegbeheerders geregeld. Het andere artikel 6:162 BW, regelt de onrechtmatige daad in algemene zin.
Gemeenten moeten dan ook vanaf 1 april 2012 inzichtelijk hebben wat de constructieve sterkte is van bijvoorbeeld de bruggen in hun areaal. Wanneer er iets gebeurt met een brug en
vervolgens blijkt dat de beheerder niet op de hoogte is van de toelaatbare draagkracht, kan de rechter besluiten dat de gemeente in gebreke is gebleven.
Omdat het doorrekenen van een heel areaal erg kostbaar is, is dat financieel vaak niet haalbaar.
Bij een (groot) deel van het areaal zijn de risico’s vaak klein. Door van tevoren een constructieve risicoanalyse te doen, worden de kunstwerken met de grootste risico’s zichtbaar. Op basis hiervan kunnen de financieel beschikbare middelen voor het herberekenen van bruggen, effectief worden ingezet.
2.5 Besluit Begroting en Verantwoording
Het Besluit Begroting van Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is een AMvB
(Algemene Maatregel van Bestuur) vanuit de Gemeentewet van 2003. Het vormt een aanvulling op de verdere uitwerking van de boekhoudkundige regelgeving van de gemeente. In artikel 12 schrijft de BBV voor, dat de gemeente inzicht moet geven hoe zij omgaat met haar
kapitaalgoederen. In ieder geval voor wegen, riolering, water groen en gebouwen. Gezien de Wegenwet van 1930 en de Woningwet 2015 geldt dat ook voor bruggen.
Naast bovenstaande is de toezichthoudende taak van het Rijk op de provincies van belang. Het ministerie van BZ ziet er op toe dat de gemeenten en provincies hun kapitaalgoederen op een adequate wijze onderhouden.
2.6 Overige wetgeving
Bij het beheer en onderhoud van de gemeentelijke infrastructuur zijn met betrekking tot kunstwerken ook de wetten en verordeningen genoemd in tabel 3 van toepassing:
Omschrijving Voorbeeld raakvlak
Wegenverkeerswet Inrichting c.q. ontwerp van verharding op
bruggen
Wet Geluidhinder Inrichting c.q. ontwerp van verharding op
bruggen
Arbeidsomstandighedenwet (ARBO) Inrichting installatie en bediening beweegbare brug
Wet Milieubeheer Ontwerp olieopvangbakken
Flora- en Faunawet Begroeiing metselwerk met beschermde
plantensoorten
Waterwet Vervangen conservering stalen brug
Boswet Bomen kappen bij nieuwbouw / renovatie
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Aanvraag vergunning bouwwerkzaamheden
Binnenvaartwet Inrichting vaarwegbeseining
Binnenvaartpolitiereglement (BPR) Inrichting vaarwegbeseining Verordeningen:
Kanalenreglement
Wegenreglement
Tabel 1: Overzicht bestaande wet- en regelgeving gerelateerd aan vaste en beweegbare bruggen 2.6.1 Bestaande situatie en nieuwbouw
Bij verbouwing of renovatie van een bouwwerk zijn in beginsel de nieuwbouwvoorschriften van toepassing.
Dit is echter niet altijd mogelijk en staat financieel gezien niet altijd in redelijke verhouding tot het resultaat daarvan. Sinds 1 april 2012 is de NEN 8700 geïntroduceerd, waarin de beoordeling van constructieve veiligheid van bestaande bouwwerken beschreven is. In de NEN 8700 worden veiligheidsfactoren
afgestemd op de beoogde restlevensduur van een constructie. Bestaande constructies die nog enkele jaren mee moeten, worden op deze manier minder streng beoordeeld dan nieuwe constructies.
In de bestaande situatie is doorgaans geen expliciete wetgeving voor het beheer en onderhoud aan bruggen van toepassing, naast de algemeen geldende vereisten voor het beheren van objecten en het uitvoeren van werken daaraan (Arbo, lozingen en dergelijke).
Anders is dit bij nieuw te bouwen bruggen; daarop zijn het Bouwbesluit en dergelijke van toepassing. Daar waar bewegingswerken worden aangebracht, zullen deze moeten voldoen aan NEN 3410 en beschikken over een CE-markering.
2.6.2 Normen en richtlijnen
De mate waarin een brug een last kan dragen is vastgelegd in Eurocode 1 - EN 1991-2 Deel 2. Dit is de opvolger van de NEN 6706, die daarmee is vervallen. In de NEN-EN 1991-2 "Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 2: Verkeersbelasting op bruggen" wordt gesproken over zogenaamde Load Models in plaats van de (oude) verkeersklassen. Voor de geïnspecteerde bruggen zal volgens de eurocode Load Model (LM) 1 van toepassing zijn. LM 1 is een tandemstelsel met twee assen van 30 ton met een hart-op-
hartafstand van 1,2 meter. Voor veel kleine bruggen is dit een zeer zware belasting. Voor kleine bruggen kunnen reductiefactoren van toepassing zijn op de grootte van de belastingen van LM 1.
2.6.3 Constructieve veiligheid bestaande bruggen
Voor bestaande bruggen is de waarde in de Eurocode 1 - EN 1991-2 Deel 2 (erg) hoog. Bij een herberekening van bestaande bruggen zijn dan ook aanvullende normen van toepassing, NEN 8700 en 8701, waardoor lagere vereisten worden bepaald. Bij een herberekening zijn
ontwerpdocumenten noodzakelijk. Bij het ontbreken van ontwerpdocumenten is niet na te gaan of het huidige kunstwerk voldoet. Maatregelen worden dan bepaald op basis van de inschatting van het risico. Dit risico wordt ingeschat door de constructeur op basis van de beschikbare informatie, de ontwerpdocumenten en inspectieresultaten. Er is dan namelijk geen vergelijking te maken tussen het huidige gebruik (gebruiksbelasting) van een kunstwerk en de
ontwerpsituatie (ontwerpbelasting).
Het onderzoek ten behoeve van de constructieve veiligheid is op te delen in drie stappen:
Bureaustudie: bestuderen ontwerpdocumenten/beheer- en onderhoudsplannen;
Inspectie: bepalen onderhoudstoestand draagconstructie;
Analyse gegevens: bepalen risico’s ten aanzien van constructieve veiligheid.
Om de constructieve veiligheid te beoordelen wordt eerst gebruik gemaakt van een
risicoformulier. De bevindingen uit de bureaustudie en de inspectie worden in het risicoformulier verwerkt. Op dit formulier zijn de risico's opgenomen die betrekking hebben op het falen van de elementen van de draagconstructie.
Vervolgens wordt het model 'constructieve veiligheid' ingevuld. Dit model is opgesteld om ieder kunstwerk op een uniforme manier te beoordelen en is opgebouwd uit drie onderdelen: ontwerp uitgangspunten, beheer- en onderhoud en huidige situatie (onderhoudstoestand). Op basis van de inventarisatie van de beschikbare informatie en de analyse hiervan wordt een advies gegeven.
3. HUIDIGE SITUATIE
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het bruggenareaal.
3.1 Opbouw bruggenareaal
Het areaal is onderverdeeld in twee gebieden het HIOR (Handboek Inrichting Openbare Ruimte) gebied en overig gedeelte. Het areaal bestaat uit de volgende kunstwerktypes:
Overig gedeelte:
Type Aantal
Bruggen Overig HIOR
Houten bruggen 69 10
Betonnen bruggen 37 3
Stalen bruggen 8 2
Beweegbare Verkeersbruggen 2 5
Beweegbare (Fiets)brug 2 12
Metselwerkbrug 0 2
Totaal 118 34
Volgens de areaallijst van de gemeente zijn 34 objecten gelegen in het HIOR gebied. De andere 118 bruggen liggen daarbuiten of elders in de gemeente Edam-Volendam.
3.2 Herwaarderen van bruggen
De openbare ruimte is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Objecten worden gesloopt, er worden nieuwe woonwijken, scholen, bedrijventerreinen etc. ontwikkeld en aangelegd. Hierdoor moeten er keuzes worden gemaakt ten aanzien van het instandhouden, opwaarderen of dan wel verwijderen van bruggen.
De meeste verkeersbruggen en sommige fiets-/voetbruggen hebben een belangrijke functie voor de ontsluiting van een gebied of voor de bereikbaarheid van voorzieningen. Veel fiets-/voetbruggen hebben uitsluitend een recreatieve functie.
Per brug moet een afweging gemaakt worden:
- Wat is het gemeentelijk beleid;
- Wat is het nut en de noodzaak:
o Zijn er aanliggende erven/adressen;
o Zijn er aanliggende landerijen (alleen landbouwverkeer)?
o Wat is het economisch belang/gevolg;
o Hoeveel wordt de route gebruikt;
o Is er een alternatieve route op redelijke afstand? Is het tijdsverlies acceptabel.
Op het moment dat er een brug dient te worden vervangen of grootschalig wordt gerenoveerd dan moet er een herwaardering plaatsvinden.
4. BELEID
4.1 Beheervisie
Uitgangspunten voor het beheer van de bruggen van gemeente Edam-Volendam zijn:
1. Borgen van de veiligheid;
2. Borgen van het functioneren;
3. Voldoen aan wettelijke kaders;
4. Voldoen aan het gemeentelijke beleid.
Bruggen vormen een onderdeel van de openbare ruimte. Traditioneel is beheer gebaseerd op het in stand houden van bruggen tegen aanvaardbare kosten en met inachtneming van de wettelijke aansprakelijkheid van de beheerder in het kader van artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek.
De burger is gebruiker van deze openbare ruimte en het beheer van bruggen moet ook een bijdrage leveren aan de tevredenheid van de burger. Een aanpak die uitsluitend gericht is op traditioneel beheer is niet meer toereikend. Naast het traditionele beheer waarbij technische aspecten, technische staat, onderhoudbaarheid en veiligheid een rol spelen, is ook de
belevingswaarde bepalend voor de algemene kwaliteit van een brug. Deze belevingswaarde kan worden uitgedrukt in een beeldkwaliteit.
Door het gestelde in het Burgerlijk Wetboek moeten de bruggen in ieder geval aan minimale eisen voldoen. Een extra waarde wordt gegeven door de beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit wordt mede bepaald door politieke ambities in relatie tot (beperkt) beschikbare middelen. Dit leidt tot het stellen van prioriteiten ten aanzien van de bruggen.
4.2 Beheerstrategie
Voor het vastleggen van de minimale kwaliteit zijn voor de bruggen interventieniveaus opgesteld.
Voor het opstellen van deze niveaus is gebruikgemaakt van de volgende documenten en bronnen:
Kwaliteitscatalogus openbare ruimte CROW-publicatie 288. De CROW-systematiek is een landelijk erkende werkwijze die gebruikmaakt van beeldkwaliteiten;
NEN 2767-4 Conditiemeting. Aan de hand van deze norm kan de (minimale) technische toestand van de objectonderdelen worden vastgelegd;
Referentiedocumenten van andere (landelijke) beheerders van civiele objecten;
Ervaringen vanuit de markt met betrekking tot onderhoud.
Door middel van de documenten kan een totaal oordeel worden gegeven over de kwaliteit van de bruggen in de gemeente Edam-Volendam.
In onderstaande tabel is de relatie weergegeven tussen kwaliteitsniveaus, de kwaliteitscatalogus CROW- publicatie 288 en de NEN 2767-4.
Tabel 4: Indeling kwaliteitsniveaus, gebiedskwaliteiten en de koppeling met CROW-systematiek 288 en NEN 2767-4.
Als voorbereiding op het vaststellen van de benodigde onderhoudskosten zijn er een vijftal
onderhoudsniveaus opgesteld. Als eerste zijn de frequenties vastgesteld voor niveau ‘Goed’. Het niveau
‘Goed’ dient als basis voor het vaststellen van de overige onderhoudsniveaus (‘Redelijk’, ‘Matig’ en ‘Slecht’) waarbij op basis van prioriteiten andere accenten worden gelegd. Insteek bij het vaststellen van de niveaus is dat er steeds een concessie wordt gedaan ten aanzien van het uit te voeren onderhoud, zowel qua frequenties als het laten vervallen van onderhoudsprojecten.
Op deze wijze is invulling gegeven aan vijf verschillende onderhoudsniveaus welke als volgt worden gedefinieerd:
Onderhoudsniveau 1: Uitstekend;
Onderhoudsniveau 2: Goed;
Onderhoudsniveau 3: Redelijk;
Onderhoudsniveau 4: Matig
Onderhoudsniveau 5: Slecht.
De gemeente Edam-Volendam heeft aangegeven voor het HIOR-gebied als zowel de overige bruggen binnen de gemeente een keuze te maken uit onderhoudsniveau 2 of 3. Onderhoudsniveau 1, 4 en 5 worden daarom niet meer behandeld.
Niveau 2 (Goed)
Ten opzichte van niveau 1 worden concessies gedaan ten aanzien van het geplande onderhoud. Onderhoudsprojecten welke betrekking hebben op de veiligheid worden onverminderd gehanteerd.
De meeste onderhoudsprojecten welke betrekking hebben op de functionaliteit, duurzaamheid en toonbaarheid worden toegepast met lagere frequenties.
Niveau 3 (Redelijk)
Bij dit niveau komt een aantal onderhoudsprojecten met betrekking tot de toonbaarheid te vervallen. Bij de andere onderhoudsprojecten worden lagere frequenties gehanteerd. Door lagere frequenties te hanteren wordt voor bepaalde onderdelen een verslechtering van de onderhoudstoestand geaccepteerd. Het verschil met de voorgaande twee niveaus is dat nu ook grotere schades voor kunnen komen met betrekking tot de toonbaarheid.
Doordat er minder onderhoud wordt gepleegd, moet er rekening worden gehouden met meer calamiteitenonderhoud.
4.3 Inspecties
De bruggen van de gemeente dienen periodiek onderworpen te worden aan een instandhoudingsinspectie.
Dit is een visuele inspectie van de zichtbare onderdelen. Onzichtbare onderdelen vallen hierbij onder de zogenoemde “blinde vlekken” en vormen een risico. Te denken valt aan:
Interne houtrot van palen en liggers van een houten brug;
Het niet inzichtelijk zijn of bruggen voldoen aan de geldende constructieve vereisten;
Schades welke een technische inspectie of nader onderzoek nodig hebben om de ernst inzichtelijk te maken, bijvoorbeeld betonschade door chloride geïnitieerde wapeningscorrosie;
Niet functionerende verankering van onderdelen.
Middels aanvullende technische inspecties en/of een nader onderzoek, waarbij bijvoorbeeld metingen, laboratoriumonderzoek of berekeningen worden uitgevoerd, kunnen risico’s in kaart gebracht worden.
Hieronder zijn per scenario de inspecties met de frequenties en de kosten voor de uitvoering weergegeven.
Deze kosten zijn ook in hoofdstuk 5 meegenomen.
Maatregel 2 goed 3 redelijk 4 matig Prijs/Eenheid
jaar jaar Jaar
Instandhoudingsinspectie klein kunstwerk 1 / 1 2 5 € 150 / stuk Instandhoudingsinspectie groot kunstwerk 1 / 1 2 5 € 200 / stuk
Inspectie E-onderdelen1 1 / 0,5 1 2 € 250 / stuk
Inspectie M-onderdelen2 1 / 0,5 1 2 € 500 / stuk
Technische inspectie klein 1 / 7 10 0 € 1.500 / stuk
Technische inspectie middel 1 / 7 10 0 € 3.000 / stuk
Technische inspectie groot 1 / 7 10 0 € 5.000 / stuk
Technische inspectie E-onderdelen 1 / 4 8 10 € 2.500 / stuk
Technische inspectie M-onderdelen 1 / 4 8 10 € 2.500 / stuk
Inspectie NEN 3140 1 / 5 10 0 € 1.000 / stuk
Technische inspectie beweegbare brug 1 / 5 10 0 € 5.000 / stuk De huidige frequentie(s) van de technische en instandhoudingsinspecties komen overeen met scenario 3.
4.4 Constructieve veiligheid bestaande bruggen
Om inzicht in de draagkracht van de bruggen te krijgen wordt geadviseerd om de bruggen, welke toegankelijk zijn voor alle verkeer en in strategische routes liggen te onderwerpen aan een risico-
inventarisatie, zoals beschreven in hoofdstuk 2. Afhankelijk van de uitkomsten dient er rekening gehouden te worden met het berekenen van 25 bruggen.
1 Elektrische onderdelen
5. FINANCIËN
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de scenario’s, meerjarenonderhoudskosten en het toekomstig groot onderhoud. Alle kosten, welke door ingenieursbureau Westenberg zijn opgesteld, zijn exclusief btw.
5.1 Scenario’s
Bij het opstellen van de onderhoudsmodellen zijn de verschillende scenario’s uitgewerkt. Per objecttype zijn de onderhoudsmaatregelen weergegeven met de frequentie per scenario. Zie bijlage I. Deze frequentie werkt volgens het principe “per x jaar”. Enkele voorbeelden ter verduidelijking;
Frequentie Omschrijving
1 1 keer per jaar uitvoeren
10 1 keer per 10 jaar uitvoeren
0,5 2 keer per jaar uitvoeren
Alle genoemde bedragen en kosten in dit beleidsplan zijn gebaseerd op eenheidsprijzen van GWW-kosten (zie gwwkosten.nl) en ervaringscijfers/kostenkentallen van Ingenieursbureau Westenberg B.V als volgt opgebouwd:
Inclusief aankoop materiaal, lonen, kosten materieel;
Inclusief winst & risico, algemene kosten en uitvoeringskosten (circa 19%);
Inclusief engineering (besteksvorming e.d.) en toezicht;
Exclusief bijzonder materieel (duikploeg, hoog-, laagwerker etc.), maatregelen in het kader van het milieu, verkeersmaatregelen, ontheffingen/vergunningen;
Exclusief B.T.W;
Gebaseerd op prijspeil 2018;
Gebaseerd op gelijktijdig uitvoeren van onderhoudsprojecten.
De bijkomende kosten zijn als volgt opgedeeld:
Inschatting van de kosten voor engineering (besteksvorming e.d.) en toezicht;
Inschatting van de kosten voor bijzonder materieel (duikploeg, hoog-, laagwerker etc.), maatregelen in het kader van het milieu, verkeersmaatregelen, ontheffingen/vergunningen.
Daarnaast dient onderstreept te worden dat de werkelijke onderhouds- en vervangingskosten kunnen afwijken van de in de rapportage aangegeven kosten, omdat deze ook afhankelijk zijn van de marktsituatie, economische omstandigheden, de aanbestedingsprocedure etc. en de constructie c.q. het ontwerp van het specifieke kunstwerk. Voor het op de markt zetten van de genoemde werkzaamheden, wordt geadviseerd om een bestek of werkomschrijving op te stellen, waar deze zaken afgeprijsd kunnen worden.
5.2 Scenario’s HIOR gebied
Voor de bruggen welke in het HIOR gebied zijn gelegen, is voor scenario 2 en 3 de gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten berekend. Dit zijn de onderhoudskosten exclusief vervanging van de bruggen.
HIOR bruggen
5.3 Scenario’s overige bruggen
Voor de overige bruggen zijn voor scenario’s 2, 3 de gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten berekend. Dit zijn de onderhoudskosten exclusief vervanging van de bruggen.
Overige bruggen
5.4 Scenario’s
Op basis van de scenario’s en inspectieresultaten worden de onderhoudsmaatregelen voor de periode 2019 - 2023 vastgesteld. Er worden dan meerjarenoverzichten gemaakt van correctieve en reguliere onderhoudsmaatregelen, vervangingsinvesteringen en kosten van inspecties.
5.5 Inspecties
Om in de toekomst de kunstwerken in stand te houden, zijn een visie, doelstellingen en een strategisch invulling van de beheer- en onderhoudssystematiek noodzakelijk. In dit beleidsplan is hier invulling aan gegeven, alsmede de benodigde (financiële) middelen die hiervoor noodzakelijk zijn. We adviseren om periodiek de civiele kunstwerken te inspecteren.
5.6 Kosten constructieve veiligheid bestaande bruggen
De kosten voor het uitvoeren een draagberekening, zijn voor een gemiddeld object € 7.000,-.
Voor 25 objecten bedragen de kosten dan €175.000,-. De kosten moeten nog bij de scenario’s worden opgeteld en zou je over de beleidsperiode kunnen verspreiden.
5.7 Groot onderhoud
Op basis van de inspecties uit 2016 en 2017 is er uit iASSET een overzicht gemaakt van het groot onderhoud (vanaf € 15.000,-) wat de komende 7 jaar op de planning staat. Deze maatregelen en kosten kunnen nog wijzigen na uitvoering van inspecties.
Object Objectnaam: Project Datum Inschatting
kosten** Opmerking
E02 Noorderbrug Vervangen voegen
metselwerk
2024 €
21.000,00 E03 Groenlandjebrug Vervangen
landhoofden/funderingen 2018 €
171.000,00 Krediet is aangevraagd.
E13 Kettingbrug Vervangen hydraulische
installatie 2024 €
60.000,00 E14 Groot Westerbuitenbrug Vervangen M/E
bewegingsinstallaties
2020 €
200.000,00
Aanname.
E14 Groot Westerbuitenbrug Vervangen conservering
stalen HDC 2023 €
35.000,00 Betreft stalenbovenbouw.
Roestuitbloei op diverse locaties.
E14 Groot Westerbuitenbrug Vervangen conservering stalen HDC
2023 €
15.000,00
Betreft onderzijde val (betreft een aanname).
E15 Trambrug Vervangen landhoofden
en mechanisatie brug 2018 €
418.160,00 Krediet is aangevraagd.
E21 Brug tussen Singelweg en Zuidervesting
Groot onderhoud houten brug
2021 €
24.000,00 V06 Brug tussen Doolhof en
Meerzijde Groot onderhoud stalen
brug 2020 €
51.000,00 Afhankelijk van resultaten TI i.v.m. kwaliteit liggers en hoge kosten
conserveren (verwijderen dek of droogzetten).
Mogelijk hergebruik houten dek + leuning.
V56 Brug tussen Willem Runderkampstraat en Dick Tolstraat
Technische inspectie 2024 €
17.250,00 V60 Willem van
Nieuwenhovenstraatbrug (Mercuriusbrug)
Vervangen houten brug 2017 €
109.200,00
Opdracht gegeven voor vervanging.
Z_B27 Hobrede - Oostdijk Vervangen conservering
stalen HDC 2018 €
16.500,00 Betreft de stalen HDC.
Hoeveelheid ingeschat.
Z_B28 Hondebrug (Beets en
Korsloot) Vervangen conservering
stalen HDC 2019 €
29.500,00 Betreft de stalen HDC.
Hoeveelheid ingeschat.
** zie paragraaf 5.1 voor de uitganspunten.
6. CONCLUSIE
6.1 Beleid
Om in de toekomst de bruggen in stand te houden, zijn visie, doelstellingen en een strategisch invulling van de beheer- en onderhoudssystematiek noodzakelijk. In dit beleidsplan is hier invulling aan gegeven, alsmede de benodigde (financiële) middelen die hiervoor noodzakelijk zijn.
Met behulp van dit beleidsplan kan het college en de raad het te hanteren onderhoudsniveau bepalen.
Kwaliteitsniveau
Voor het bepalen van de kwaliteit van de bruggen moet men zich afvragen 'wat is zinvol?' en 'wat is haalbaar?'.
De motivatie voor een bepaald niveau kan zijn dat de prijs-kwaliteitverhouding het meest optimaal is. De levensduur van de bruggen wordt verlengd, zonder dat er tekort wordt gedaan aan de functionaliteit en kwaliteit van het areaal. Hierdoor wordt het areaal in een goed en veilige staat gebracht en/of behouden.
6.2 Financiën
De gemiddelde onderhoudskosten (exclusief vervangingen en achterstallig onderhoud) bedragen voor de komende jaren circa € 547.100,- per jaar (bij scenario 3 HIOR en overige bruggen).
Mocht er voor gekozen worden om de HIOR bruggen op scenario 2 en de overige bruggen op scenario 3 te onderhouden dan moet er de komende jaren rekening worden gehouden met circa
€ 751.800,- per jaar (exclusief vervangingen en achterstallig onderhoud).
Kosten constructieve veiligheid bestaande bruggen
De kosten voor het uitvoeren een draagberekening zijn voor een gemiddeld object € 7.000,-.
Voor 25 objecten bedragen de kosten dan € 175.000,-. De kosten moeten nog bij de scenario’s worden opgesteld en zou je over de beleidsperiode kunnen verspreiden.
6.3 Advies.
Vanwege het beeldbepalende karakter is het advies om de bruggen binnen het HIOR gebied op niveau 2 te onderhouden. De bruggen binnen het HIOR gebied hebben een beeld bepalend karakter en zijn belangrijk voor de toeristen. Om het beeldbepalende karakter te kunnen behouden vergen deze bruggen meer aandacht, ook ten aanzien van de toe te passen materialen.
Voor de overige bruggen is het advies om deze op niveau 3 functioneel te onderhouden.
7. OVERZICHT BIJLAGEN
Nr. Titel Versie Datum Document Omvang*
I Maatregellijst 1 01-08-
18
Vldm.133-
010 4 pag.
II Overzicht kunstwerken en objecttype 2 01-08- 18
Vldm.133-
013 2 pag.
II Overige kunstwerken scenario’s en objecttypen 3 08-08- 18
Vldm.133-
014 12 pag.
III HIOR kunstwerken scenario’s 3 08-08-
18
Vldm.133-
015 1 pag.
* De omvang van het document exclusief eventuele kaften, titelbladen en bijlagen.
GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Bijlage I
Kostenkentallen kunstwerken 2018
GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Bijlage II
Overzicht kunstwerken en objecttype
GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Bijlage III
Meerjarenoverzicht per object 2019 - 2023
Colofon:
Opdrachtgever:
Gemeente Edam-Volendam Postbus 180
1130 AD VOLENDAM Opdrachtnemer:
Ingenieursbureau Westenberg B.V.
Postbus 256 3840 AG Harderwijk
Geschreven door: S. Modders namens Ingenieursbureau Westenberg B.V.
S. Brons namens gemeente Edam-Volendam.