• No results found

Bodem & Bemesting. Onderdeel 1 Eindwerkstuk Warmonderhof

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bodem & Bemesting. Onderdeel 1 Eindwerkstuk Warmonderhof"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bodem &

Bemesting

Onderdeel 1 Eindwerkstuk Warmonderhof

KJ Stiksma - 2015

(2)
(3)

BODEM & BEMESTING

KJ STIKSMA maart 2015 Dronten

post@kjstiksma.nl

De serie EWS bestaat uit:

‘Bodem & Bemesting’

‘Veehouderij’

‘Akkerbouw’

‘Bedrijfseconomie’

‘Bedrijfsorgasme en andere BD-aspecten’

‘Onderzoek naar toepassing vaste rijpaden’

(4)

Voorwoord

De foto op de omslag heb ik afgelopen jaar gemaakt in Nagele, tijdens LONK. Marije is hier de bezig de spinazie-stoppel af te snijden met een vleugelschaarcultivator.

Voordat ik met LONK begon had ik natuurlijk wel bodemlessen gehad, ik kon wel wat heen en weer rekenen in excel en ook wel aardig ploegen, al zeg ik ‘t zelf. Maar pas toen we aan de gang gingen in Nagele begon ik een klein beetje te begrijpen hoe zo’n bodem werkt.

Ik begon er ook schik in te krijgen, altijd de schep mee als we iets gingen doen, even onder de grond kijken, voelen, proeven, etc. En daarna een keuze maken natuurlijk, wel of niet frezen, eggen, zaaien of rooien? Gaandeweg leerden we de dynamiek ook kennen, hoe is de grond als het drie weken niet regent en wat gebeurt er als je een bui van 25mm krijgt net nadat je de laatste uien opgeladen hebt.

In dat laatste geval stond er bijna twee weken lang een plas van 3/4 hectare op het land maar voor de rest ging ‘t eigenlijk best goed. Je zou bijna denken dat je er verstand van begint te krijgen. Bijna, want als je eenmaal aan een opdracht als deze begint kom je er al snel achter dat zulks toch beslist niet het geval is.

kj

(5)

Inhoud

1. Inleiding 7

1.1. Uitgangssituatie 7

1.2. Idealen 7

1.3. Overzicht Nieuwe Situatie 8

2. Bodem 11

2.1. Percelen 11

2.2. Grondsoort 11

2.3. Profiel 12

2.4. Huidig Bodembeheer 12

2.5. Plan Voor Bodemverbetering 12

3. Bemesting 13

3.1. Mest 13

3.2. Bemestingsplan 14

3.3. Organische Stof 16

3.4. Mineralen 17

4. Mechanisatie 19

4.1. Controlled Traffic Farming 19

4.2. NKG 20

4.3. Grondbewerking 20

4.4. Gras Dood Maken 22

5. Bronnen 23

6. Bijlages 25

(6)
(7)

1. Inleiding

‘Breed 26’ is een gemengd Biologisch-Dynamisch landbouwbedrijf met akkerbouw en melkvee als hoofdtakken.

1.1. Uitgangssituatie

De boerderij die ik ga omschakelen ligt in de Flevopolder, aan de Alikruikweg, zuidelijk van Biddinghuizen. Het betreft een gemengd bedrijf waar

consumptieaardappelen, uien, bieten, peen en tarwe wordt verbouwd en ook nog vleeseenden gemest worden.

Er is 45 ha zavel in gebruik, de grond is niet zwaar (25% lutum, 37% afslibbaar) en er het organische stof percentage is aan de lage kant; 2%. De kleilaag is ruim 80 cm diep, daarna komt een laag redelijk fijn zand.

Op het bedrijf zijn momenteel 4 bedrijfsgebouwen, warvan 3 voor de bewaring van 450 ton uien en 700+300 ton aardappelen, beide helaas losgestort. De vleeseenden worden gehouden in een stal van 1.500 m2. De gebouwen staan op een bouwblok van 1 hectare, maar er is een vergunning voor het uitbreiden naar 2,5 hectare bouwblok.

De percelen lopen van de Alikruikweg tot de Olderbroekertocht en zijn op het ene blok 280 meter breed en op ‘t andere blok 140 meter, hier wordt nu in de lengte geteeld.

1.2. Idealen

Om mijn werk lang vol te houden helpt het als ik mijn werk niet als werk ervaar. Dit betekent voor mij onder meer dat ik dingen moet doen met mijn handen en met mijn hoofd. Daarnaast moet ik natuurlijk de dingen doen die me nauw aan het hart liggen en hier en daar een uitdaging hebben.

Ik ben handig met m’n handen, kan werken met vee, techniek, computers en sommige mensen. Er zijn weinig onderwerpen waar ik geen interesse voor heb of kan ontwikkelen en ik ben mede hierdoor een goede sparring partner voor de mensen die om me heen werken.

Ik moet uitgedaagd worden, maar niet te veel. Ik wil geïnspireerd worden door m’n omgeving en de mensen waar ik mee werk. Dan kan ik op mijn beurt de mensen en andere ‘dingen’ in mijn omgeving van dienst zijn.

Ik neem graag verantwoordelijkheden op me, maar vind het ook fijn als anderen dat ook doen, het lijkt me daarom goed om veel samen met mede-ondernemers te werken en te zorgen dat we allemaal goed kunnen leven van en met ons werk.

Met de natuur meewerken is natuurlijk het grootste cliché in de branche, maar toch ook belangrijk. De bodem niet belasten maar levend maken en houden, slimme combinaties maken met planten en dieren die elkaar versterken, alles in balans, etc.

(8)

Het geeft me veel voldoening als mensen producten die ik maak of teel goed ontvangen. Het telen van lekkere groente of produceren van goede melk is belangrijk.

Ik wil de zaken graag netjes hebben en de techniek en logistiek moet goed voor elkaar zijn en alle mogelijkheden optimaal benut. En als dat allemaal geregeld is, kan ik af en toe een beetje ‘rommelen’.

1.3. Overzicht Nieuwe Situatie

‘Breed 26’ is een gemengd biologisch-dynamisch bedrijf met 86 hectare zware zavel, waarvan 36 (1) hectare in eigendom is en de rest (3) gepacht wordt, daarnaast wordt er nog 10 hectare gras- klaver gehuurd van de

buurman.

Aan de noordzijde van het bedrijf bevindt zich de

gezamenlijke compostplaat (2) van mij en m’n buurman.

De Alikruikweg doorsnijdt de verder prachtig

aaneengesloten percelen.

Op het erf is een nieuwe stal voor de koeien gebouwd (6) en een nieuwe hooidrogerij en een kistenbewaring (5).

2

1

3

gebouwen erfverharding erfbeplanting

1 2

3 5

4

Gebouwen 1 woonhuis 2 domeinschuur 3 bulkbewaring 4 werktuigenberging 5 hooidrogerij &

kistenbewaring 6 koestal

6

(9)

1.3.1. Bodem & Bemesting

De mest van de koeien wordt in samenwerking met de buurman gecomposteerd tot koepost en uitgereden over de gewassen. De bodem blijft, ook ‘s winters, zoveel mogelijk bedekt door gras of groenbemesters en er wordt niet geploegd.

Door gebruik van vaste rijpaden blijft de bodem permanent onbereden.

1         2         3         4         5         6         7         8         9       1 0       1 1       1 2       1 3       1 4

zaaiui spelt pt  aard kool spelt plt  ui fr.  aard peen spelt

De bovengrond (links) bestaat uit een pakket zware zavel (25% lutum) van ongeveer 70 cm met daaronder fijn zand.

De organische stof wordt in 14 jaar van 2% naar 3% gebracht.

1.3.2. Veehouderij

Ik ga 80 Fries-Hollandse koeien melken met een gemiddelde productie van 6.000 liter. De koeien grazen op 40 ha gras-klaver wat neerkomt op een gemiddelde productie van 9.000 liter / hectare. De koeien zullen in het voorjaar afkalven en zoveel en zo lang mogelijk strip-grazen.

Naast gras krijgen de koeien veel hooi uit de hooidrogerij gevoerd en graan in de melkput.

De stal voor de koeien is rond en

helemaal ontworpen om zo min mogelijk stress te veroorzaken.

Kalfjes blijven 2-3 maanden bij de koe en de melk wordt verwerkt tot zuivel.

Voor het runnen van de veehouderij heb ik een medewerkster in dienst.

Ik maak veel gebruik van eigen stieren, natuurlijk Fries-Hollandse maar ook Brandrode stieren ten behoeve van het slachtvee.

(10)

1.3.3. Akkerbouw

Er worden poot-en frietaardappelen, kool, peen, plant- en zaaiuien en spelt geteeld. Alle gewassen, met uitzondering van de peen, worden volledig vanaf vaste rijpaden geteeld en geoogst.

De aardappels en uien worden op het bedrijf

bewaard. In samenwerking met de buurman worden de peen en kool in eigen beheer verwerkt. Ook voor de akkerbouw heb ik een medewerker in dienst.

Een groot deel van de werkzaamheden wordt in eigen beheer gedaan. Om de kosten voor en

investeringen in mechanisatie te delen ben ik samen met m’n buurman lid van een werktuigencoöperatie.

1.3.4. Economie

De boerderij is ondergebracht in een CV waarvan ik de uitvoerende vennoot ben en die ondersteund wordt door m’n geldschieters als stille vennoten.

Die geldschieters brengen ongeveer 1,7 miljoen in het bedrijf waardoor het bedrijf voldoende solvabel is om voor 2,5 miljoen aan leningen aan te gaan. Het hele bedrijf, 36 hectare en gebouwen, is ruim 4,4 miljoen euro waard.

!"#$%&!'('%) "$%*&!'('%)

!"+$,,$%#"% -''.*" )/01(*"% -''.*" !"+$,,$%#"% -''.*" )/01(*"% -''.*"

!"#$% ,----&'()*')+) ./0#1.232$ ,---&'4+*'544 !"#$% ,----&'()*')+) ./0#1.232$ ,----&'6&*'&(4

!27#892$ ,---6)+'4+6 :2$;$!2$ ,---<&6'(++ !27#892$ ,---5=6'(+6 :2$;$!2$ ,---=<'56&

>2".?"%;$! ,---()'))) >2".?"%;$! ,---45'**5

>22 ,---<5&'*)4 >22 ,---<5&'*)4

@2A.?$;B?1;2 ,---(<')=) @2A.?$;B?1;2 ,---4+'=+*

;$>2$1?";B ,---&<)'6<& ;$>2$1?";B ,---<(5'44)

9A ,---&44'5*+ 9A ,---&55'=6&

3?B ,---< 2> ,----<'+64'(5) 3?B ,---4'(<* 2> ,---<'=(<'=6)

,2,''( 9&&&&&343564578 ,2,''( 9&&&&343564578 ,2,''( 9&&&&&34:;;45:7 ,2,''( 9&&&&34:;;45:7

Per hectare behaal ik een gemiddeld resultaat van €1500 wat uiteindelijk zorgt voor een winst, voor belastingen, van €130.000 waar dan weer €11.000 zakgeld van overblijft. Omdat ik fors aflos stijgt mijn eigen vermogen jaarlijks met meer dan

€100.00.

!"#$#% &"' -...()*+(,) !"#$#% &"' -.../01+,21

!"#$% +,,,,,,,,,,&'()*) %!$-$.$/$01$,/!2%$0 +,,,,,,,,'34(*54

"$6/ +,,,,,,,53*(7))

34"#%5# &"' -...2*)+((*

34"#%5# &"' -...,6*+,12 %!$-$.$/$01$,/!2%$0 +,,,,,,,5&)(77&

!89.$0-2% +,,,,,,,*:&(*45

"7#4$3 2!" -...0,6+1(2

"7#4$3 &"' -...*8+,// ;$.#$/$.<0-,=,!01$.>!?1 +,,,,,,,,,33(&*3

;$.>??. +,,,,,,,,,,')())) @A6!22<0-$0 +,,,,,,,,'43(7&5

%!$26@-$0 +,,,,,,,,,,7:(':) .$0%$ +,,,,,,,,,,'''(':3

0<$%,%!$-$.$/$01$,/!2%$0 +,,,,,,,,,'':(&57

$%!"'&5#% 5"599: -...68)+00( ;$5397#% 5"599: -...1*1+*6*

9$6@2%<0- +,,,,,,,,,,,,,,,,,B

8.<;$,!80@"$2 +,,,,,,,,,5)()))

.$0%$,;!!.,C; +,,,,,,,,,D)(334

!9&5"#%9'# -...//+())

!"#$%%"& '((")*+$,

!""#$%%&'%!!()(* +,- ./

0&1(#$%%&'%!!()(* +,- ./

!((* +,- ./

2%%131(* +,- ./

!)%*#31(* +,- ./

4!()# 56,7 ./

8"") +,- ./

9&%4:8)%;(&$<(1'( =>,6 ./

-./0 12

(11)

2. Bodem

Over kalkrijke poldervaaggronden met pleistoceen zand.

2.1. Percelen

Mijn percelen zijn op de afbeelding hieronder net een beetje groener weergegeven als de omgeving. Ik hoop dat dit een weerspiegeling van de werkelijkheid zal blijken te zijn. De Alikruikweg, de rode lijn in het midden doorsnijdt mijn percelen.

De rode lijnen haaks op de Alikruikweg geven aan waar mijn verharde

kavelpaden liggen. Ik heb het geluk dat er ten behoeve van de windmolens in de buurt op al mijn percelen keurige betonnen kavelpaden liggen.

Zowel aan de noordkant alsook aan de zuidkant grenzen mijn percelen aan een kanaal. De kavelsloten wateren hier op af.

2.2. Grondsoort

Alle vier kavels vallen op de bodemkaart (26 oost) onder dezelfde noemer:

Mn22Ap.

Dit wil zeggen dat de grond een maritieme oorsprong kent, de grond kalkrijk is en niet heel erg zwaar; zware zavel. Dat is allemaal niet heel erg nieuw en bijzonder.

Wel bijzonder is de p aan het eind. Die p wil zeggen dat er in de ondergrond tussen de 80 en 120cm Pleistoceen zand voorkomt.

Dat zand is misschien vroeger wel het strand geweest van Harderwijk en omgeving. Je ziet dit fenomeen in ieder geval tot voorbij Biddinghuizen.

Er zijn bijvoorbeeld boeren aan de rietweg waar het zand nog zo ondiep zat dat ze hebben gediepploegd. Dit doen ze overigens vaak omdat ze de bodem teveel verdicht hebben en niet meer fatsoenlijk kunnen telen, niet omdat ze graag bospeen of prei willen telen.

NOORD

(12)

2.3. Profiel

Op de foto hiernaast is mooi het profielverloop van de bodem te zien. De kleilaag is zo’n 70cm dik en daarna begint het zand. De laag tussen de 65cm en 80cm is een beetje gemengd.

In de kluit die ik uitgestoken heb kon ik weinig wormen (of wormgaten) vinden en ook weinig wortel(resten). Het was nog vroeg in het voorjaar en voor deze wintertarwe hadden er suikerbieten op het perceel gestaan dus dit kan een en ander verklaren.

Toch vond ik op een diepte van 40cm nog wat wortels wat aangeeft dat er zich waarschijnlijk geen storende lagen boven de 40cm bevinden.

Verder was de grond nog vrij nat onderin maar verkruimelde deze redelijk en was de toplaag enigszins verslempt, zoals ook op de foto te zien is.

Het grondwater stond op ongeveer 110 cm.

2.4. Huidig Bodembeheer

De huidige boer is zich bewust van de gevaren van het steeds zwaarder worden van mechanisatie en heeft mede daarom niet echt hele zware trekkers.

De boerderij is ook niet zo groot dat dit nodig is.

De vleeseenden op het bedrijf worden rijkelijk ingestrooid met stro, meer stro dan er geteeld word. De mest van deze eenden wordt uitgereden over eigen land.

De vruchtwisseling is voor Drentse begrippen ruim, maar toch wel zwaar. Aardappels, uien, bieten/wortelen en tarwe.

2.5. Plan Voor Bodemverbetering

Ik wil de bodem verbeteren door een gemengde bedrijfsvoering waarbij de mest van de koeien, met al z’n informatieve boodschappen voor de bodem, gebruikt gaat worden voor de teelt van groente.

Daarnaast wil ik bodemleven stimuleren door de grond zoveel mogelijk te bedekken met gras of groenbemesters, door de bodem zo min mogelijk te bewerken en niet meer te verdichten.

Hoe ik dit ga doen valt te lezen in de hoofdstukken

(13)

3. Bemesting

Over hoe we van vaste koemest en dode bomen koepost maken.

3.1. Mest

3.1.1. Mestwinning

De koeien op ‘t bedrijf zorgen voor een hele berg mest die z’n weg vindt op mijn bedrijf en ook op ‘t bedrijf van de buurman. In de ruime potstal1

produceren de koeien bijna 10002 ton vaste mest. Daarnaast is er ook nog 370 ton drijfmest beschikbaar. Het stalontwerp is weliswaar gericht op

maximale productie van vaste mest, maar een wachtruimte en voergang kun je nu eenmaal niet instrooien en dus blijft er nog zo’n 40% drijfmest over.

3.1.2. Mestopslag

De koestal is niet volledig onderkelderd en dus moet ik de meeste drijfmest elders bewaren. Ik hoef relatief weinig drijfmest op te slaan, dus ik kan met een mestzak goed uit de voeten. In een mestzak van 500 kuub kan ik

voldoende mest bewaren om de winter ruim te overbruggen. Dit geeft me de vrijheid om drijfmest uit te rijden wanneer ik dat wil, in plaats van uitrijden als de put vol is.

De vastemest kan niet allemaal in de pot bewaard worden omdat de ‘pot’

met het oog op dierwelzijn en gezondheid en arbeidsoptimalisatie niet zo diep is, er moet minstens 3 keer per jaar uitgemest worden. Ik rij de mest vervolgens naar onze gezamenlijke compostplaat. Deze is gelegen aan de noordzijde van onze kavels. Hier ligt een betonpad dat ooit aangelegd is voor toegang tot de windmolens die vroeger op het bedrijf stonden. Vanaf dit betonpad kunnen we eenvoudig compost laden en lossen en omzetten.

Omdat er drie keer per jaar uitgemest wordt krijgen we ook compost in verschillende stadia. We kunnen theoretisch dus kiezen of we rijpe compost uitrijden of compost waar het bodemleven nog even mee aan de gang moet.

In de praktijk zal het natuurlijk niet altijd precies lukken om alles precies af te stemmen op onze wensen.

3.1.3. Mestbehandeling

Voor het omzetten van de compost gebruiken mijn buurman en ik een wielkraan en een omzetmachine. Dat lijkt misschien een beetje overdreven maar de kraan hebben we ook nodig voor het laden van de compost-

zaaimachine en de mest-verspreider en het uitmesten van de stal, dus vandaar.

1 Zie bijlage ‘potstal’

(14)

De omzetmachine is een duur ding dat je maar een paar keer per jaar nodig hebt. Zelfs onze grote gezamenlijke composthoop is niet groot genoeg om zo’n machine aantrekkelijk te maken. Voor gebruik van een simpele, kleine, getrokken machine kom je al snel op een kostprijs van € 2,50 per ton.

Daarom gaan we de machine ook aan derden ‘uitlenen’. Dit is een vrij eenvoudige en logische stap omdat we toch al vanuit een werktuigen- coöperatie werken waarbij we met uurtarieven rekenen.

Met de omzetmachine kunnen we de compost goed mengen tijdens het omzetten en ook nog eens redelijk snel werken. Voor het omzetten van ruim 1000 ton compost hebben we 4,8 uur nodig, een middagje werk.

Het maaisel van onze akkerranden en slootkanten gaan we ook toevoegen aan de compost als extra koolstof aanvoer, naast de houtsnippers uit de kippenuitloop van de buurman. Omdat we daarmee nog lang niet genoeg koolstof in de hoop hebben voeren we ook nog ongeveer 100 ton

houtsnippers aan. Hiermee kom je op een totale C/N verhouding van 30.3 We gaan de compost twee keer omzetten, als het echt nodig is misschien vaker, maar liever niet om verliezen te beperken. Om uitspoeling en verdamping in de zomer te voorkomen dekken we alle hopen af met

compostdoek. Als de hopen te droog worden gaan we drijfmest toevoegen.

Dit kan eenvoudig door met een tank naast te rijden tijden het omzetten, we hebben daar ‘t materiaal al voor. We gebruikten drijfmest want we hebben momenteel een klein overschot aan drijfmest.

Samenstelling

Een volledige berekening van de compost-samenstelling is te vinden in de bijlages.

3.1.4. Preparaten

In de pot strooi ik al regelmatig het koeflatpreparaat uit om de mest een beetje stabiel en evenwichtig te krijgen. Hetzelfde principe pas ik toe op de drijfmest tijdens het verpompen naar de mestzak.

De composthopen worden door mijn buurman vakkundig geprepareerd met de compostpreparaten 502-507. Een keer per jaar houden we samen een preparatendag waarop we alle compostpreparaten en ook kiezel en koemest maken.

Voor het uitrijden van de preparaten hebben ook een gezamenlijke getrokken veldspuit, op drie meter natuurlijk. Hiermee kunnen we zowel kiezel, met de fijne dop, als koemest met druppeldop uitbrengen.

3.2. Bemestingsplan

Mijn bemestingsplan is vrij eenvoudig en bestaat eigenlijk uit twee

hoofdbestanddelen, koepost en drijfmest. De koepost is vooral bedoeld om de bodem te voeden, de drijfmest wordt meer als bemesting voor ‘t gewas gebruikt om hier en daar wat bij te sturen.

OS EOS N P2O5 K2O C/N

19,1% 88,7 3,7 3,1 9,3 30,1

(15)

3.2.1. NDICEA

Ik wilde graag ondermeer de stikstof dynamiek eens berekenen met het programma NDICEA. Helaas kan dit programma niet verder rekenen na 12 jaar en dat is net een beetje te weinig voor mijn bouwplan. Vandaar dat ik ‘t opgeknipt heb in twee delen. De volledige uitwerkingen zijn te vinden tussen de bijlages. In dit hoofdstuk heb ik terwille van het overzicht beide analyses weer even aan elkaar geplakt.

3.2.2. N-verloop

Omdat ik een aantal gewassen teel die veel stikstof vragen, bijvoorbeeld kool maar ook de friet-aardappelen, was ik benieuwd naar de beschikbaarheid van stikstof gedurende het jaar. Voor de lezer die geen bril bij de hand heeft, heb ik een grotere versie van onderstaande grafiek als bijlage toegevoegd.

1         2         3         4         5         6         7         8         9       1 0       1 1       1 2       1 3       1 4

zaaiui spelt pt  aard kool spelt plt  ui fr.  aard peen spelt

Van links naar rechts zien we hier twee jaar gras-klaver gevolgd door

zaaiuien en spelt met onderzaai van alexandrijnse klaver. Vervolgens komen er dan pootaardappels op het perceel te staan met direct daarna weer 3,5 jaar gras-klaver. Daarna volgt kool met direct daarna spelt wederom met alexandrijnse klaver. Dan plantuien met haver-wikke groenbemester gevolgd door frietaardappelen met bladrogge. Tot slot peen met nog een keer spelt als wintergraan. Na de oogst wordt gras-klaver ingezaaid.

Ik ga even dieper in op een paar opvallende teelten.

Aardappels

Wat direct opvalt is dat frietaardappelen, in ‘t jaar 2021 hiernaast, niets te veel aan stikstof hebben. Dit komt natuurlijk door de intensieve voorvruchten maar ik probeer dit een beetje te steunen door al in jaar 2020 koepost uit te rijden en dit in het voorjaar van jaar 12 nog eens te herhalen.

De aardappels, Sarpo Mira, staan daarnaast bekend om de lage stikstof-

behoefte, met name vanwege het sterke wortelgestel. Ook moet er voor een voldoende hoog onderwatergewicht niet te veel stikstof gegeven worden. Al met al lijkt me de zaak onder controle.

(16)

Kool

Volgens NDICEA komt er uit het gescheurde grasland genoeg stikstof

beschikbaar voor een geslaagde teelt. Als ik eigenwijs ben en toch een beetje koepost toedien is dat vooral terug te zien in meer uitspoeling en

denitrificatie4 in de spelt die erna komt. Eigenlijk zou ik na de kool een gewas moeten telen dat beter om kan gaan met alle stikstof, maar dat kan niet vanwege de vruchtwisseling.

Wat wel kan is de plantuien en de kool omdraaien en dat is dan ook precies wat ik gedaan heb, maar, dan is weliswaar de uitspoeling in de spelt minder, maar de verliezen tijdens de teelt van de plantuien en groenbemester die erop volgt zijn schrikbarend hoog geworden. Ook heeft de kool nu veel te weinig stikstof tot z’n beschikking. Snel weer terugdraaien en je verlies nemen dus.

Spelt

Omdat ik nog niet alle drijfmest kwijt was op ‘t grasland en in de aardappels leek het me een goed idee om ook in de spelt een beetje gewasgericht te bemesten. Zonder bemesting krijgt spelt in de zomer eigenlijk net een beetje te weinig stikstof. Ik ben bang dat dit ten koste gaat van de kwaliteit en misschien ook de kwantiteit van het graan.

Doordat we met de mesttank op breedspoor zonder schade door een hoog gewas als spelt kunnen rijden kan ik in een vrij laat stadium nog bemesten.

Dat is gunstig want zo heeft de bemesting weinig invloed meer op het strekken en dus is het risico op legeren wat minder groot.

3.3. Organische Stof

Het gehalte aan organische stof is op dit moment 2.0%, hier ben ik bij de berekeningen in NDICEA van uitgegaan. Het verloop van de organische stof uit beide berekeningen heb ik aan elkaar geplakt en uiteindelijk kom je dan naar 14 jaar uit op 3%, zie de grafiek hieronder.

Een stijgende lijn is natuurlijk prachtig maar procentueel gezien lijkt een stijging van 1 punt niet echt wereldschokkend. Toch vind ik ‘t niet gek als je

2,0

verloop organische stof uit NDICEA

3,0

1         2         3         4         5         6         7         8         9       1 0       1 1       1 2       1 3       1 4

(17)

bedenkt dat het hier wel om jonge zeeklei gaat die nog heel actief is en dus nog druk in de weer met het afbreken van organische stof.

Ik begrijp van sommige boeren dat ze al tevreden zijn als ze het organische stof gehalte op peil kunnen houden, dus ik ben tevreden. Ook als ik zelf een organischestof balans maak ziet deze er positief uit met ruim 2000 kg OS/ha.

3.4. Mineralen

Enkele mineralen die opvallen in de mineralenbalans of op ‘t analyserapport.

3.4.1. Fosfaat

Je zou kunnen zeggen dat ik een tekort aan fosfaat heb5. Je zou ook kunnen zeggen dat ik moet zorgen dat mijn gewassen voldoende goed wortelen om fosfaat naar boven te halen uit diepere lagen. In die lagen heb ik voorlopig wel even voldoende fosfaat beschikbaar.

3.4.2. Kali

De kalibenutting over het hele bedrijf is bijna 100%. De benutting in de bodem is wat lager, zoals te zien is in de NDICEA berekeningen. Dat kan problemen opgeven want als de benutting gemiddeld 100% is betekent dat misschien voor sommige gewassen wel een tekort. Nu is dat niet direct aan de orde omdat er voldoende bodemvoorraad is, maar het kan in de verre toekomst een beetje gaan spelen, bijvoorbeeld in de frietaardappelen die dan gevoeliger worden voor stootblauw.

Als er werkelijk te weinig kali opneembaar is zou ik een deel van de

drijfmestgift kunnen vervangen door vinasse en zo het geheel weer wat op peil brengen, maar voorlopig denk ik dat het zo ver niet zal komen.

3.4.3. Zwavel

Volgens de analyseresultaten is er bijna geen opneembare zwavel in de bodem. Dit kan te maken hebben met de mineralisatie op het moment van monstername, februari. Mocht de beschikbaarheid in het algemeen toch laag zijn dan kan dat vooral voor de kool en voorjaarsgroei in grasland nadelig zijn. In dat geval zou ik misschien een ontheffing kunnen aanvragen voor het gebruik van patentkali of andere zwavelhoudende meststoffen, of moeten stoppen met het telen van kool.

Maar ik ga eerst maar eens kijken wat er gebeurt als ik veel compost en organische stof uit groenbemesters aanvoer en daarnaast de uitspoeling van zwavel voorkom.

(18)
(19)

4. Mechanisatie

Niet meer ploegen, niet meer verdichten en groen in de winter.

4.1. Controlled Traffic Farming

Afgelopen winter heb ik voor ‘t vak ‘project eindwerkstuk’ een onderzoek gedaan naar toepassing van CTF op mijn bedrijf6. De conclusie van dit onderzoek was dat systeem met permanent onbereden teeltbedden op 3,20m spoor het beste zou passen op mijn bedrijf. Ik zal dit kort uitleggen, meer informatie is in voorgenoemd onderzoek te vinden.

Ik wil de grond waarin geteeld wordt niet meer verdichten om zo optimale omstandigheden in de bodem en dus ook voor de planten te creëren. Dit kan als ik niet over de teeltgrond rijd met trekkers en machines: onbereden

teeltbedden. Maar de vraag is dan al snel; is er werkelijk voordeel en kan het ook uit?

4.1.1. Opbrengsten

In onderzoeken over de hele wereld worden voor verschillende gewassen meeropbrengsten bij onbereden grond gemeten ten opzichte van bereden grond. De meeropbrengst is vaak toe te schrijven aan een betere

doorworteling en daardoor een hogere kwaliteit en kwantiteit van het product, in sommige gevallen is het gewas ook homogener en dus beter te vermarkten.

Over het algemeen kun je zeggen dat gewassen die slecht wortelen dankbaar zijn voor onbereden grond. Dit zijn bijvoorbeeld ui (10%+)

aardappelen (10%+) en spinazie (40%+). In kool werd ook een meeropbrengst gerealiseerd omdat het gewas homogener gegroeid was en er dus meer kooltjes in de maat waren.

Er kan ook bespaard worden op mest, in proeven bleef mij 65% minder mest de opbrengst ongeveer gelijk 7, en er worden meer broeikasgassen

vastgelegd in de bodem en er is ook minder emissie van nutriënten.

4.1.2. Bewerkingen

Naast een meeropbrengst kan er ook nog een beetje geld verdiend worden doordat er gemiddeld 25% minder brandstof nodig is wanneer je onbereden grond bewerkt. Ook kun meerdere bewerkingen combineren en zo besparen op tractoruren.

6 Zie ‘CTF? Onderzoek naar toepassing vaste rijpaden’ - KJ Stiksma 2014

7 Zie ‘Bemesting kan omlaag bij rijpaden’ - LBI - Marleen Zane

(20)

Daarnaast verhoog je het aantal werkbare dagen omdat verdichting en versmering van de rijpaden hoewel natuurlijk ongewenst toch niet perse schadelijk voor de gewassen is. Daarbij komt dat je langer door de gewassen kunt rijden zonder schade aan te richten. Zo kun je met een paar kleine aanpassingen bijvoorbeeld bijna tot de oogst schoffelen tegen sclerotinia in witlof of onkruid in uien.

4.1.3. Kosten

Over het algemeen kun je zeggen dat de kosten voor het verbreden van machines ongeveer 10% zijn van de aanschafwaarde. Natuurlijk verschilt dit per machine, een ruggenfrees is snel zelf om te bouwen maar een as van 3,2m met wielbesturing onder een mesttank plakken is iets meer werk. Voor loonwerktarieven gaat men echter uit van een meerprijs van 10%.8

Omdat we er vanuit gaan dat het nog wel zal duren voordat er voldoende loonwerkers zijn die ook op breedspoor rijden moeten we veel mechanisatie zelf aanschaffen. Om de kosten per hectare of per ton of wat dan ook een beetje te drukken gaan mijn buurman en ik beide investeren in een werktuig- coöperatie. Hier brengen we alle gedeelde mechanisatie onder. We betalen dan naar gebruik.

4.1.4. Ploegen

Volgens mij behaal je de grootste voordelen uit een CTF systeem als je het consequent toepast, maar dat is niet altijd mogelijk. Zo kun je wel ploegen vanaf rijpaden, op de Oostwaardhoeve deden ze dat, maar die ploeg is niet meer leverbaar en dus ga ik er even vanuit dat je niet vanaf rijpaden kunt ploegen.

Ook voor de oogst van peen vanaf rijpaden zijn op ‘t moment van schrijven nog geen geschikte machines. Dit is ook een erg moeilijke gewas, veel

tonnen van een hectare, een breekbaar product dat direct in een kist moet en een oogst onder natte omstandigheden.

4.2. NKG

Ik wil de bodem zo min mogelijk verstoren, dat is gunstig voor bodemleven, koolstof, planten en dus ook voor mij. Het verstoren van de gelaagdheid, ploegen of spitten, is volgens mij een van de kwalijkste bewerkingen en deze ga ik dan ook zo min mogelijk toepassen. Dat noemen ze dan NKG.

4.3. Grondbewerking 4.3.1. Ploegen

Ik ga dus zo min mogelijk ploegen. Dit houdt in de praktijk in dat ik één keer in de 14 jaar ga ploegen, voorafgaand aan de zaaiuien. Ik ploeg dan wel, om twee redenen. Ten eerste kan ik met ploegen de gras-klaverzode goed

onderwerken en weet ik vrij zeker dat ik er in de uien geen last meer van heb.

Ik ploeg al in het najaar, of de vroege winter vanwege reden nummer twee; ik ga de uien op ruggen telen en wil die redelijk vroeg in het voorjaar frezen. De

(21)

grond heeft dan voldoende tijd gehad om fatsoenlijk te verweren en ik kan wanneer ik dat wil frezen.

Zou ik niet ploegen dan moet in het voorjaar eerst de gras-klaver nog dood gemaakt worden en kan er pas daarna met de rugopbouw begonnen

worden. De gras-klaver krijgt dan ook weer de kans om weer opnieuw aan de gang te gaan, precies op de plek waar ik dat niet wil.

Ik ga dus een keer in de 14 jaar ploegen, met de ecoploeg van m’n buurman.

Hiermee kan ik bovenover rijden waarmee ik hoop bodemverdichting te voorkomen. De ploeg kan ondiep ploegen, tot wel 15cm, en zo probeer ik de

‘schade’ beperkt te houden.

4.3.2. Hoofdgrondbewerkingen

Eigenlijk moeten wortels en wormen de hoofdgrondbewerking gaan

verzorgen. Pendelaars moeten verbindingen met de ondergrond maken en penwortels van bijvoorbeeld rode klaver moeten de grond een beetje openbreken, vooral met behulp van de wormgangen.

Maar als ik de boel verpest door verdichting, bijvoorbeeld tijdens de

peenoogst, dan moet ik dat weer een beetje goed maken. Dit ga ik doen met een paragrubber. Nu denken sommige mensen dat die machine tot de frame-koker in de grond moet, maar dat is dus net niet wat ik wil doen, want dat leidt alleen maar tot meer verdichting.

Ik wil met de machine heel ondiep werken om de bouwvoor een beetje op te tillen en te breken om weer lucht in de grond te krijgen.

Het woelen, om het zo maar te noemen, combineer ik altijd met het inzaaien van een groenbemester of vanggewas. Dan voorkom je interne slemp in de kanalen die je getrokken hebt.

Mocht er om wat voor reden dan ook toch ergens dieper een storende laag ontstaan dan kan ik deze ook aanpakken met de paragrubber, maar dan wel als ‘t droog is en weer in combinatie met de inzaai van groenbemesters.

4.3.3. Zaaibedbereiding

Voor het maken van losse grond ten behoeve van rugopbouw of een plantbed maak ik gebruik van een Steketee DuoFlex. Dit is een

triltantcultivator die je voor aan de trekker kan hangen zodat in een werkgang ook een rijenfrees op kopeg meegenomen kan worden.

Voor ondiepe zaaibedbereiding, bijvoorbeeld ten behoeve van grasklaver, maak ik gebruik van de front-schijveneg en achter een sneleg of kopeg.

Bij het poten van de aardappels gebruik ik een multivator om een mooi fijn pootbed te maken. Incidenteel zal ik de multivator ook gebruiken bij het inzaaien van gras-klaver. De machine kan namelijk heel mooi ondiep afgesteld worden. Ook voor het maken van een plantbed voor de plantuien ga ik deze machine gebruiken. Ik heb tijdens LONK namelijk ervaren dat een multivator veel minder versmering geeft dan een kopeg. Omdat de uien nogal vroeg geplant worden is er veel kans op versmering dus gebruik ik liever geen kopeg.

Voor het zaaien van groenbemesters gebruiken we een vleugelschaar- cultivator met opgebouwde zaaimachine.

(22)

4.3.4. Rugopbouw

De zaaiuien ga ik op ruggen van 75cm telen. Dit om meer te kunnen schoffelen en droger te rooien. De ruggen ga ik in het voorjaar frezen met een rijenfrees zonder volleveldsset, net zoals je bij aardappels zou doen.

Dit trucje neem ik over van Joost van Strien, hij past deze methode ook toe voor sjalotten. Door in het midden van de rug niet te frezen verstoor je de grond minder waardoor de capilaire werking niet verstoord wordt en de rug eerder aansluiting gevonden heeft met de ondergrond.

De rijenfrees gebruik ik verder ook voor de aardappels en peen. In totaal frees ik ieder jaar 24 hectare dus 29% van m’n bedrijf.

4.4. Gras Dood Maken

Een van de moeilijkheden bij een ploegloos systeem is het dood maken en dood houden van gras-klaver. Natuurlijk zou ik de ecoploeg van m’n

buurman kunnen lenen en de hele grasmat op de kop onder de grond stoppen, maar dat is nu net wat ik wil voorkomen.

Het is lastig om met een

vleugelschaarcultivator met brede beitels een grasmat mooi kort af te snijden en goed te mengen en dood te krijgen.

Ik heb daarom iets anders bedacht. In een eerste werkgang ga ik met een klepelmaaier voorin het gras kort maaien om het

vervolgens met een volleveldsschoffel met voorloopschijven bij de wortel af te snijden.

Is de grond te hard voor de schoffel dan zal ik een messenfrees moeten gebruiken.

Nadat de grond een beetje opgedroogd is kom ik een tweede keer langs met voorin een schijveneg, bijvoorbeeld de front

terra disc hiernaast van Kongskilde, en achterin een kopeg met indien nodig een paragrubber ertussen. Het idee achter deze combinatie is dat ik drogend weer kan gebruiken om graswortel en grond te scheiden en zo het gras uit laat drogen.

De schijveneg voorop trekt eventueel vastgegroeide pollen weer los en mengt het geheel. De paragrubber kan indien gewenst gebruikt worden om een storende laag, die er natuurlijk eigenlijk niet in gras hoort te zijn, op te heffen of om een beetje valse grond naar boven te halen ter voorkoming van slemp. Daarna komt de kopeg die wortelkluiten kapot kan slaan. Belangrijk is dat er geen spijlenrol aan de kopeg gemonteerd is, die zou het gras weer netjes in de grond drukken. Een rol met platen onder een hoek is ideaal omdat deze de grond iets omhoog gooit waardoor het lichte materiaal bovenop komt te liggen. Als de omstandigheden ideaal zijn heb ik in twee

(23)

5. Bronnen

Toen ik begon aan dit EWS heb ik veel gelezen maar niets opgeschreven, vandaar dat ik sommige artikelen wel vermeld in de bronlijst maar er niet specifiek naar verwijs.

5.1. Literatuur

Uitkomsten en kennisopbouw in de praktijk na drie jaar Praktijknetwerk NKG - DLV CTF? Onderzoek naar toepassing vaste rijpaden - KJ Stiksma 2014

Bemesting kan omlaag bij rijpaden - LBI - Marleen Zane Aan de slag met NKG - Vlaamse overheid

De organische stof balans met de te verwachten stikstoflevering per teeltrotatie - PA 2013 Handboek mest & compost - Jan Bokhorst

Bodemvruchtbaarheid, achtergronden - Jan Bokhorst Niet kerende grondbewerking (NKG) - biokennis bericht

Gereduceerde bodembewerking voor biologische teelten - biokennis bericht CTF and Climate Change - Jeff N. Tullberg

Ploegen of niet Ploegen? - Ekoland

Oogst en toediening maaimeststoffen - DLV

Precisiebemesting van een niet-verstoorde bodem- Beko Werktuigen Combinatie B.V Untersuchungen zu CTF und satellitenbasierten Lenksystemen - Martin Holpp Handleiding goed koolstofbeheer - LBI

Bodenbearbeitung - Väderstad

5.2. HUMINT

Jacco Lagendijk - boer Joost van Strien - boer Dignie van den dries - boer Christoffel den Herder - dlv’er

(24)
(25)

6. Bijlages

De excel-bestanden zijn evt. ook te vinden op kjstiksma.nl/ews

6.1. Bodemanalyse 25

6.2. Ronde Melkveestal 26

6.3. Mestproductie 27

6.4. Compostsamenstelling 28

6.5. Organischestof Balans 29

6.6. Mineralen Balans 30

6.7. Bemestingsoverzicht 31

6.8. Uitkomsten NDICEA 32

6.1. Bodemanalyse

/

(26)

6.2. Ronde Melkveestal

(27)

6.3. Mestproductie

!"#$%&&'(&)!*$!*$+,,(&)-&!$'.'/*&,($0$,(-".120$,(3$.-$0$,((#(&&)/0$,(*&,($/0$,( !"#$!"%"&&'()*+*,&-"%.*+*,&-/&!"0*(0!",1234(0!""%.*+*3&&1"%.*+*3&&1"%.*+*3&&1"%.*+*3&&1$-*+*567*+*,&-"%.*"%"&&'"%.*"%"&&' !"#$$%"&"'()*45+(,)-),.)-)(*()/0)/,1+2112((*0(01*+33*) 45567"'+))-367+(,)-),.)-)(*()/0)/*2(.*1,20+12)*(( 455689$5#4"6"'+*)-2489+(,)-)*3)-)*11)/+)/+2(**0+*++, 8:&"6$5#4"6"'+)-2584+(,)-)*3)-)*11)/+)/+**0*)+ ;&'$"'+))-,65.))-)2*)-)2+*))/)/+.)13**.222* <%$8:&"6"'*)-158:.))-)2*)-)2+*))/)/+)3.2)2 %;59<%$8:&"6"'2)-1;872(,)-),2)-),,*))/)/01)),*22,* <786:;97:===:;>596647<:? =>?@>ABCAD>EFG>>D>EFG>>HIJ=>?@>D>KJD>EFG>>L>KMN?FLBO>9D>KJ P"&Q"R5'R*+SS6!"8:9T9Q5R9&'9;%:+-(*!2=>?@>D>KJ0,+:%'GBKJ>9D>KJ9FI>.13:%' ;"6&%Q"+))Q5R"'!+9;%:(0+!+=>?@>UK0*V5@O?WXD>KJ9FI>01,:%' @AA@BCD@A655EFG@H%;V%R&'R9T9Q5R)-0*Y!L>D>KJ?CA**:%'9T9V5=>?@>D>KJ9FI>0,+:%' V%%R:"9'598"&7%"'*)3-,+Y! !5Z&!5#"9V%%R:"2,Y! S&:!"8:"'9T9[5562-*Z +)\2)3-(*]999999999

,##"(/0$,(,("#0$,(%"#-IJ(.$

(28)

6.4. Compostsamenstelling

!"#$%!&$''(%)*(%)+$,($%&$%!"#$%!&$''(%)*-.#/.!& !"#$%&&'$'($'")*$+,*$-."!"#$$'($'")*$+,*$-." 0"!&$*#$!&*1.$%&!&'!(')*'+*,&%*%&+*-(&!,(.&%*%!)(*,'*++*%,*,&/*, 2.3&!%(//$+!+.!+&!&&%&*+/*%/*+&++&'!&(/-*)!&)*)/*%/*//*/&,*. ,+(45#$!&*1.$,!)!+/-*,&*()*(.*'%!+//*&!/*./*&/*//*%/*% %"&33+#""(!$')/!&-/!&./+*(&*('*+'/%!%/%*+!%*(/*&/*//*&/*( 67869&,*%!(,*/'*)+*+&/*%+&*' #(%$+"'$%0$+'($!%%'!/8.:'!18.&/!/(01!('&*-/*%&*/ &.&""'6;<8=>;<?@<8A<6;<8A6<: 0$+,$'(%)!&+.#$!&2.3&#""(!$'&.&""',$$'1.$/.!& 01234-//&.(&/%%(&,!%%' 25&%,('+%%/&//-(&!,,% 6B;>:A6>?A?68A8 "5#$&(%)$%*2../ 6778&*-9 :;<<=%*(91.!&$%&"+($53%(&! 48>?7@A74B/*.CD>E>F"GB;<22<;&/*-/H>>>>>>>,*,&/+*++H>>>>>>>> IJ671=>A<;>@<B<;&*'"#$=I<4<0&*//H>>>>>>>>>&,,&,(*.%H>>>>>>>> '$%)&$9;>C7@K<BB<;%*'/H>>>>>>>>>&%&.+L/-%*((H>>> ?3A3?IB<IB>+'/234.45A7A@@<;AD**** .#E$&*&(4,:<?FH>E>B7J%*.'H>>>>>>>>>>>>

""%,$$'

(29)

6.5. Organischestof Balans

!"#$%&'()*'+!,-.$/$%'

$,."$$0

!"#$% &'(")*&(+), -#.'+##"*/%01 234 0(55(*-#.'+##"*6*7( 2894:8:::

#;;)"+,(<*/7(1 =>3? @A*/<!*6*%0B1 23B <!*C@*6*7( B98:::

C@*D ?3:D (E-"((<*C@ BD (E-"((<*<!*C@*6*F(("*6*7( 282G:

$,."$$0 1223454

*!'-#*6$'"*'+*%

!77*"8/$0 *!' !79*"0&%#*% +!+$$/

7( <!*6*7( <!*6*!)'(5

HCCI*JJKLJHHMNMO >3? =G4 Q********************************P 48B9:

RKSMI*JJKLJHHMNMO >3? =G4 Q********************************P 48B9:

HMMO >3? G:: Q********************************P T8B2?

UJJSVSMO >3? B:: Q********************************P 28=T=

HNJOIVSMO >3? B:: Q********************************P 28=T=

@HMNI 2=34 2>:: MWXN*@IKC ?984>G

YCCN >3? 224: Q********************************P G8:=T

AKJ@PYNJZMK*[MSLM B:3= 22G4 O*-\$%\$!*.\]*OLSXMJ B>82=9

:;:<<= 4>?@A4 *!'-#*6$'"*'+*% 513>@4

*!'-9*'+'+!,,*%

#&,+ *!' (!""*(+&*

]#$ <!*6*]#$ ]#$ <!

[MSLM^M@I*YCM T4? B: OJJK*NVYJ@ 222 2:8?B?

LKS_R^M@I*YCM T4G B: OJJK*NVYJ@ 4: 2?829G

ZJ@IM*^M@I*YCM : =4 :

YCMHC@I 9GB 2?4 2?28>4G

YMVK*XC^HC@I 29G 29B B=8:TB

*!'-9*'+'+!,,*% 14@31@5

*!'-#"!*%.*9*'+*"'

!77*"8/$0 *!' +!+$$/

7( <!*6*7( <!*6*!)'(5

AMNM*^C@IMKL >3? =4: Q********************************P 48?B>

`JZMKP[SYYM >3? G4: Q********************************P T8>?:

KCLM*YNJZMK >3? 22>4 Q********************************P G82G>

JNMWJOLKS_O@M*YNJZMK >3? 22>4 Q********************************P G82G>

*!'-#"!*%.*9*'+*"' @B3@24

JRaKJJY 1223454

MC@*AM[J@KM@IMO 513>@4

MC@*^M@I@ICRRMO 14@31@5

MC@*AKCMOaM^M@IMK@ @B3@24

+!+$$/-!7.!C6 15D2>D

!7.!C6-7*"-)$ @3@4E

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens [eiseres] hebben de gedragingen van de Staat en de Stichting ertoe geleid dat zij geadopteerd heeft kunnen worden op de door haar gestelde (illegale) wijze, dat zij

Het feit dat dit recht is opgenomen in het IVRK wordt gezien als een van de belangrijkste innovaties van het Kinderrechtenverdrag: dit recht impliceert dat kinderen dragers van

Want door de wijding worden jullie teken en beeld van Christus, Hij voor wie geen mens te min was en die zelf de minste der mensen is willen worden.. Tot slot wil ik graag de

De intentie om te liegen werd gemeten door een intentieconditie in het experiment waarbij de proefpersoon in een serie van 6 vragen alleen moest te liegen op

Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar te zoeken... Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar

‘Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!’... een dienst bewijst. Ik wacht nu op een brief van jou voor ik me hierover een opinie vorm, en in

Bovendien zorgt zichtbaarheid van LHBTI-inwoners binnen de gemeente voor een sneeuwbaleffect: andere LHBTI- personen zien dat er in hun woonplaats meer mensen zijn ‘zoals zij’

En is het niet de Europese rechter, dan is het wel de voor privacy- bescherming verantwoordelijk Europees Commissaris, Viviane Reding, die dit signaal expliciet verwoordde: “This