Inlichtingen bij W. Halfman, telefoonnummer 06-86862235 e-mailadres: wim.halfman@odachterhoek.nl
Antwoord op Statenvragen PS2017-241 Arnhem, 9 mei 2017 zaaknr. 2017-006181
De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid Anna-Lena Hedin-Penninx (PvdA) over risico’s mestverwerkingsfabrieken (RMS Laarberg Groenlo)
Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het Statenlid Anna-Lena Hedin-Penninx toekomen.
Inleiding van de vragensteller:
Pas geleden hebben er een paar ernstige ongelukken plaatsgevonden die te maken hadden met de opslag en verwerking van mest:
- Eind maart zijn er in West-Vlaanderen twee dorpen ontruimd omdat er uit een opslagtank van een mestverwerkingsbedrijf salpeterzuur was vrijgekomen. http://nos.nl/artikel/2165932- situatie- belgische-dorpen-onder-controle-na-wolk-salpeterzuur.html Hierdoor moest een provinciaal rampenplan in werking worden gesteld.
- Eind februari stroomde in Aalten door een lek in een mestsilo 2 miljoen liter mest weg naar de omgeving. http://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2128711/Mestsilo-leeggelopen-in-Aalten- dronebeelden-tonen-ravage.
In Groenlo zijn er plannen om de grootste mestfabriek van Nederland te bouwen. Voor de plannen betreffende deze mestfabriek hoeft vooralsnog geen milieueffectrapportage (MER) opgesteld te worden. https://www.oostgelre.nl/sites/default/files/rms_-
_besluit_aanmeldingsnotitie_ruiterweg_ong_groenlo.pdf. Het betreft hier een fabriek waarbij gewerkt gaat worden met deels experimentele technieken, alleen daarom al is zorgvuldigheid van groot belang. De PvdA vraagt zich af op welke wijze de provincie ervoor zorgt dat zowel mens als milieu beschermd gaan worden tegen de risico’s van zowel de opslag als de verwerking van zeer grote hoeveelheden mest en de stoffen die bij de verwerking gebruikt worden. De omvang van dit soort bedrijven begint dermate vormen aan te nemen dat de risico’s en gevolgen bij ongelukken zeer groot zijn. Dit is ook al gebleken. Daarom heeft de PvdA de volgende vragen:
Vraag 1 :
Deelt GS de zorgen van de PvdA over de risico’s die grootschalige mestopslag, mestvergisting en mestverwerking kunnen hebben voor de omgeving? En deelt GS de visie van de PvdA dat de risico’s die gepaard gaan met de realisatie van een grootschalige installatie voor mestverwerking afdoende en dus uiterst zorgvuldig beheerst moeten worden?
Antwoord:
Ja, wij zijn ons bewust van de risico’s die gepaard kunnen gaan met mestverwerking. Om deze reden wordt binnen de benodigde procedures uiterst zorgvuldig beoordeeld of aan de wet- en regelgeving wordt voldaan (zie ook de beantwoording van vraag 3). Hiermee worden risio’s tot een minimum beperkt.
Overigens willen wij over bovenstaande inleiding het volgende opmerken. De vragensteller haalt in de inleiding een ongeluk aan bij een mestverwerkingsbedrijf in België. In België werd gewerkt met salpeterzuur. Bij RMS Groenlo zal worden gewerkt met zwavelzuur. Deze stof is in tegenstellig tot salpeterzuur niet toxisch en niet ontvlambaar. De situatie in Nederland en België is daardoor dan ook niet vergelijkbaar.
2
Ook is het initiatief niet vergelijkbaar met de leeggestroomde mestsilo bij een boerderij in Aalten gelegen in een agrarisch gebied. Het betreft hier een initiatief dat wordt gevestigd op een
industrieterrein dat geschikt is voor het vestigen van een biovergistingsinstallatie van deze omvang
Verder is van belang dat het initiatief een aanzienlijke bijdrage levert aan onze doelstelling op het gebied van energietransitie; 14% aandeel hernieuwbare energie in 2020. Wij staan dan ook positief tegenover de realisatie van dergelijke initiatieven, waarbij uiteraard de zorg voor de omgeving niet uit het oog mag worden verloren.
Vraag 2 :
Bij plannen voor de grote mestfabriek in Groenlo hoeft vooralsnog geen MER te worden opgesteld. Op welke wijze wordt nu preventief de veiligheid van omwonenden en omliggende bedrijven gewaarborgd en duidelijkheid gegeven over de effecten voor het milieu?
Antwoord:
Inderdaad is geconcludeerd dat het initiatief niet leidt tot zodanig belangrijke nadelige milieugevolgen dat er een MER moet worden opgesteld. De effecten op veiligheid en milieu worden opnieuw
uitgebreid getoetst in het kader van de omgevingsvergunning. De aanvraag hiervoor is ingediend op 29 maart 2017. Bij het beoordelen van deze aanvraag en het (eventueel) afgeven van de vergunning, wordt zeer grondig naar de veiligheids- en milieurisico’s gekeken door deskundigen van de
omgevingsdienst, de Veiligheidsregio en het Waterschap. Indien noodzakelijk worden aanvullende maatregelen geëist om de veiligheid van omwonenden en bedrijven en de bescherming van het milieu te waarborgen. Deze maatregelen worden als voorschriften in de milieuvergunning opgenomen.
Indien de veiligheid en bescherming van het milieu niet voldoende kan worden gewaarborgd, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Vraag 3 :
Wat kan GS doen om ervoor te zorgen dat er op een zorgvuldige wijze naar de effecten en risico’s van grootschalige mestopslag, mestvergisting en mestverwerking wordt gekeken en dat er meer en beter rekening wordt gehouden met de gevolgen voor omwonenden en omliggende bedrijven? Is GS bereid aan te geven hoe de zorgvuldigheid bij plannen zoals bijvoorbeeld de mestfabriek in Groenlo zal worden gegarandeerd?
Antwoord:
Bij het beoordelen van deze aspecten en het afgeven van een omgevingsvergunning zijn wij gebonden aan wet- en regelgeving en (Europese) richtlijnen en normdocumenten. Wij zijn verplicht om hier aan te toetsen. Daarnaast zijn de procedures om tot een vergunning te komen ook wettelijk vastgelegd. Hiermee worden de belangen van de omgeving bij de besluitvorming geborgd.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris