• No results found

Blaasspoeling (Barbitage)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Blaasspoeling (Barbitage)"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Blaasspoeling (Barbitage)

Blaasspoeling (Barbitage)

U heeft van uw behandelend uroloog gehoord dat er in uw blaas poliepen zijn

geconstateerd. Hoewel deze poliepen veelal kwaadaardig zijn, blijven zij meestal beperkt tot het slijmvlies van de blaaswand. We kunnen deze poliepen door middel van een

operatie door de plasbuis, een zogenoemde ‘transurethrale resectie tumor (TURT)’, in hun geheel verwijderen. Bij meer dan 50 procent van de patiënten keren deze poliepen echter terug.

Bovendien kunnen deze poliepen zich geleidelijk tot een kwaadaardiger type ontwikkelen en/of dieper in de blaaswand groeien. Het verwijderen van de poliepen alleen is

onvoldoende. Het is evenzo belangrijk om te verhinderen dat deze poliepen terugkomen.

Met behulp van blaasspoelingen is het mogelijk de kans daarop te verkleinen.

Er zijn verschillende geneesmiddelen die we voor deze blaasspoelingen gebruiken. Welk geneesmiddel noodzakelijk is, is van vele factoren afhankelijk en wordt door uw uroloog bepaald.

Blaasspoelingen vinden altijd met enige regelmaat plaats om effectief te kunnen zijn. Een enkele blaasspoeling is zelden of nooit effectief. Aanvankelijk passen we de

blaasspoelingen wekelijks en later maandelijks toe. We houden hiervoor een behandelschema aan.

Voorbereiding

Het is van belang dat – voordat u met de behandeling begint – de blaas helemaal vrij is van poliepen. Het kan zijn dat we één dag na de TURT-operatie een eerste blaasspoeling geven.

Vóór elke nieuwe blaasspoeling vragen we u naar mogelijke bijwerkingen. Wanneer we bij u een infectie constateren, of als u koorts heeft, stellen we de spoeling uit. Drink zes uur voorafgaand aan de spoeling zo weinig mogelijk.

(2)

2

Behandeling

De verpleegkundige brengt een katheter in de blaas. Hierna brengen we het geneesmiddel in de blaas en verwijderen we de katheter weer. U moet proberen het geneesmiddel twee uur in de blaas te houden. U krijgt een bed toegewezen waarop u volgens een schema op uw rug, linker- en rechterzijde moet draaien, gecombineerd met zitten en rondlopen op de afdeling. Omdat de toediening plaatsvindt op het te behandelen orgaan (de blaas) is er geen infuus nodig. Daardoor zijn er weinig bijwerkingen. Het geneesmiddel werkt alleen oppervlakkig en wordt niet door het lichaam opgenomen.

Omdat het echter een niet ongevaarlijk middel betreft, zijn er wel veiligheidsmaatregelen nodig voor diegene die u het middel toedient, zoals het gebruik van handschoenen. Het uitplassen van het geneesmiddel moet gebeuren op een speciaal voor u aangewezen toilet.

Om een goede gang van zaken te garanderen is behandeling in dagverpleging nodig (de behandeling zal in de praktijk niet langer dan twee uur duren). Bij sommige patiënten vindt de behandeling zelfs klinisch plaats, maar meestal is dat niet nodig.

Voor- en nazorg

Het geneesmiddel plast u, na voldoende inwerking, uit in een speciaal toilet. Om dit te bereiken, verzoeken we u de urine zo lang mogelijk op te houden. Bij voorkeur twee uur, maar tenminste één uur. Het is verstandig om een reserve onderbroek mee te nemen.

Vermijd huidcontact met de vloeistof. Als dit huidcontact zich toch voordoet, vragen we u dat aan de verpleegkundige te melden. Mannen kunnen het beste zittend uitplassen. Spoel het toilet twee keer goed door met gesloten deksel. Na het uitplassen van dit middel op het daartoe bestemde speciale toilet kunt u het ziekenhuis verlaten. Besmette kleding en ondergoed moet u apart wassen. Eerst uitspoelen met een koud spoelprogramma,

vervolgens een standaard wasprogramma. Tot de volgende ochtend zittend uitplassen en, indien aanwezig, met gesloten deksel doorspoelen. Na de ochtendurine, de volgende dag, het toilet reinigen met de gebruikelijke schoonmaakmiddelen. We raden u aan op de dag van de spoeling en de dag erna geen geslachtsgemeenschap te hebben.

Bijwerkingen

De meeste patiënten verdragen blaasspoelingen probleemloos. Als er toch bijwerkingen optreden, beperken deze zich gewoonlijk tot klachten van de blaas zoals frequente aandrang om te plassen, pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en plasbuis, moeite met ophouden van de urine, bloed of weefseldeeltjes bij de urine. Vrijwel altijd zijn deze verschijnselen verdwenen op de dag na de spoeling. Soms kan zich huiduitslag, jeuk, vervelling van de handpalmen en voetzolen voordoen. Informeert u in dat geval de polikliniek Urologie in verband met het eventueel uitstellen van de behandeling. Zo niet, dan kunnen deze symptomen zonodig met medicamenten worden bestreden. Sommige blaasspoelingen kunnen behalve blaasklachten ook algemene ziekteverschijnselen teweegbrengen zoals koorts, koude rilling, spierpijn en griepgevoel. Meestal verdwijnen deze symptomen binnen 24 uur vanzelf. Als deze klachten aanhouden, kunt u uw huisarts waarschuwen. Deze neemt dan zonodig contact op met de dienstdoende uroloog. In ieder geval is het verstandig om een en ander te melden als u weer op de polikliniek Urologie

(3)

3

komt.

Controle

Om het effect van de spoelingen te beoordelen kijkt uw uroloog periodiek in uw blaas (cystoscopie) en neemt hij zonodig stukjes weefsel (biopten) voor microscopisch onderzoek. Naast de cystoscopie controleert uw uroloog zonodig de urine op eventuele blaasontsteking en poliepen. Zijn er na één jaar controle geen poliepen teruggekomen, dan is de kans dat u poliepvrij blijft toegenomen. Maar ook na jaren kunnen poliepen toch opnieuw verschijnen.

Tot slot

Als u nog vragen heeft, kunt u deze voorleggen aan uw huisarts of uroloog (polikliniek Urologie, T 088 753 13 80). Dit betreft algemene informatie. Bijzondere omstandigheden kunnen tot wijzigingen aanleiding geven.

Contact

Oncologie T 088 753 24 63

Ma t/m vrij van 08:00 – 16:30 uur

Urologie - Polikliniek T 088 753 13 80

Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze beperken zich gewoonlijk tot klachten ter hoogte van de blaas zoals veelvuldig aandrang om te plassen, pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en urinebuis bij het plassen,

De uroloog of de specialistisch assistente bekijkt vervolgens de binnenkant van de urineblaas en/of prostaat en/of plasbuis.... Hoe lang duurt

Als je niet goed voelt of je moet plassen, kijk dan op je lijst of je die dag al vaak genoeg hebt geplast.. Probeer ook te bedenken hoe laat je voor het laatst

De blaasspier is hierdoor slapper er past dan meer plas in je blaas en je hebt minder vaak het gevoel dat je moet plassen.. Meest

U komt in aanmerking voor een behandeling met Botulinetoxine A als u een overactieve blaas heeft, al fysiotherapie en medicijnen heeft geprobeerd zonder

Voor het onderzoek is het van belang dat u voorafgaand aan het onderzoek in een potje kunt plassen, dus de blaas mag niet leeg zijn.. In

In deze folder leest u meer over de voorbereiding, de opname in het ziekenhuis en de operatie.. Poliep in

adviseren u twee weken na de operatie te starten met deze medicijnen, op voorwaarde dat de urine helder