Beeldgeleide punctie of
drainage
Beeldgeleide punctie of drainage
Op de afdeling Radiologie kunt u terecht voor een punctie of drainage onder echo/röntgengeleide. Hieronder ziet u de verschillende soorten onderzoeken:
Dunne naald punctie of cytologische punctie Dikke naald punctie of histologisch biopt Drainage
Afspraak
Nadat u met de arts heeft overlegd en u heeft ingestemd met dit onderzoek, is het noodzakelijk om hiervoor een afspraak te maken op de afdeling Radiologie, zowel voor locatie Blaricum als locatie Hilversum, T 088 753 15 00.
NB: Bij verhindering voor deze afspraak vragen we u ons dit zo spoedig mogelijk te melden.
Het onderzoek
Hieronder staan de drie onderzoeken apart beschreven en kunt u informatie vinden over het onderzoek dat voor u van belang is.
1. Dunne naald punctie of cytologische punctie
Doel van het onderzoek
Een dunne naald punctie noemen we ook wel een cytologische punctie. Bij dit onderzoek worden er weefselcellen weggenomen die vervolgens onder de microscoop worden onderzocht door medewerkers van het laboratorium.
Voorbereiding
Voor dit onderzoek is geen voorbereiding nodig.
Het onderzoek
Het onderzoek wordt uitgevoerd op de afdeling Radiologie en duurt ongeveer een kwartier.
Een radioloog voert het onderzoek uit, geassisteerd door een laborant. U neemt plaats op de onderzoekstafel. Het lichaamsdeel dat onderzocht wordt, moet ruim ontbloot zijn.
Vervolgens wordt er wat echogel op uw huid aangebracht om de (ultra-)geluidsgolven goed te geleiden. De radioloog strijkt met het echoapparaat over de huid. Zo zoekt hij/zij de plaats waarin moet worden geprikt: zoals in de borst, de schildklier of in een opgezwollen lymfeklier. Hierna wordt de prikplaats gedesinfecteerd met alcohol. De radioloog prikt met een dunne naald in het plekje en gaat wat op en neer met de naald om de cellen los te maken. Dit kan een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens strijkt hij/zij de cellen op dekglaasjes uit. Meestal prikt de radioloog nog een keer. Na het onderzoek krijgt u een pleister op de punctieplaats en kunt u zich weer aankleden.
Na het onderzoek
Er is geen speciale nabehandeling. U mag alles weer doen wat u gewend bent te doen. Wel kan er ‘s avonds een blauwe plek optreden en kan er wat napijn zijn. Dit is normaal.
De uitslag van het onderzoek
De uitslag van het laboratoriumonderzoek is meestal na één week bekend. Uw behandelend arts bespreekt de uitslag met u.
2. Een dikke naald punctie of histologisch biopt
Doel van het onderzoek
Bij een dikke naald punctie, ook wel een biopsie of histologisch onderzoek genoemd, worden er kleine stukjes weefsel weggenomen die vervolgens onderzocht worden in het laboratorium.
Melden
De voorbereiding bij de onderzoeken is afhankelijk van de plek waarin wordt geprikt.
Wanneer er wordt geprikt in de hals, borsten of ledematen, meldt u zich dan op het afgesproken tijdstip bij de afdeling Radiologie van de desbetreffende locatie van Tergooi (Blaricum of Hilversum).
Wanneer er wordt geprikt in de longen of buik, bijvoorbeeld lever, nieren, alvleesklier of lymfeklieren, meldt u zich dan op het afgesproken tijdstip bij de
aanvragende verpleegafdeling van de desbetreffende locatie van Tergooi (Blaricum of Hilversum).
Voorbereiding
De voorbereiding hangt af van de plek waarin gaat worden geprikt.
– Wanneer er wordt geprikt in de hals, borsten of ledematen, dan is er geen speciale voorbereiding nodig.
– Wanneer er wordt geprikt in het bot of buik (lever, nier, alvleesklier of lymfeklier) dan zijn de onderstaande voorbereidingen nodig.
U mag twee uur voor aanvang van het onderzoek op de afdeling radiologie niet eten, drinken en/of roken. Bij onderzoek in de ochtend is een licht ontbijt, bestaande uit één beschuit met jam of honing en één kop thee toegestaan. Bij een onderzoek in de middag is een licht ontbijt, bestaande uit één beschuit met jam of honing en één kop thee en een lichte lunch, bestaande uit één beschuit met jam of honing en één kop thee toegestaan.
Opname op een verpleegafdeling. U wordt minimaal één dag opgenomen op de verpleegafdeling (dagbehandeling of kort verblijf), omdat er na de ingreep een periode van bedrust en observatie nodig is. Op de afdeling krijgt u mogelijk een operatiehemdje aan.
De verpleegkundige brengt een waakinfuus in. Dit is een plastic buisje dat in de onderarm blijft zitten totdat u weer naar huis gaat.
Eén van de voorgaande dagen is er bloed geprikt om te bepalen of het bloed goed stolt. De verpleegkundige controleert of de bloeduitslagen goed zijn.
– Wanneer er wordt geprikt in de longen dan zijn de onderstaande voorbereidingen nodig:
Omdat een volle maag de kans op misselijkheid tijdens het onderzoek vergroot, raden wij aan een licht ontbijt of lunch te nuttigen, dat wil zeggen één beschuit met jam of honing en één kop thee.
Opname op een verpleegafdeling. U wordt minimaal één dag opgenomen op de verpleegafdeling (dagbehandeling of kort verblijf), omdat er na de ingreep een periode van bedrust en observatie nodig is. Op de afdeling krijgt u mogelijk een operatiehemdje aan.
De verpleegkundige brengt een waakinfuus in. Dit is een plastic buisje dat in de onderarm blijft zitten totdat u weer naar huis gaat.
Eén van de voorgaande dagen is er bloed geprikt om te bepalen of het bloed goed stolt. De verpleegkundige controleert of de bloeduitslagen goed zijn.
Het onderzoek
Op de afgesproken tijd wordt u in bed naar de afdeling Radiologie gebracht. Het onderzoek wordt uitgevoerd op de afdeling Radiologie. Een radioloog voert het onderzoek uit,
geassisteerd door een laborant. Afhankelijk van de toegankelijkheid van het te
biopteren/puncteren gebied wordt het onderzoek echografisch en/of CT-geleid uitgevoerd.
Uw aanvragend arts zal u vertellen/heeft u verteld welke bij u van toepassing is.
Echogeleid
U kunt in uw bed blijven liggen tijdens dit onderzoek. Het lichaamsdeel dat onderzocht wordt, moet ruim ontbloot zijn. Vervolgens wordt er wat echogel op uw huid aangebracht om de (ultra-)geluidsgolven goed te geleiden. De radioloog strijkt met het echoapparaat over de huid. Zo zoekt hij/zij de plaats waarin moet worden geprikt.
Hierna wordt de prikplaats gedesinfecteerd met alcohol. De radioloog geeft een injectie voor de verdoving welke een wat branderig gevoel kan geven. Hierna maakt de radioloog met een klein mesje een sneetje in de huid. Hier voelt u door de lokale verdoving niets van.
De radioloog gaat vervolgens met een wat dikkere naald naar binnen, deze naald zit op een speciaal systeem waarmee een stukje weefsel afgenomen kan worden. Bij het inbrengen van de naald kunt u even een scherpe pijn voelen. Bij het afnemen van een stukje weefsel hoort u een klik en voelt mogelijk van binnen een tikje. Meestal worden er meerdere biopten op dezelfde plek afgenomen. Na het onderzoek krijgt u een verband op de punctieplek. Duur van het onderzoek is 15 tot 30 minuten.
CT-geleid
U neemt plaats op de CT-tafel. Het lichaamsdeel dat onderzocht wordt, moet ruim ontbloot zijn. De radioloog beslist hoe u ten tijde van de procedure moet liggen op de tafel (buik-, zij- of rugligging). Dit is afhankelijk van de plaats van de biopsie.
Voordat de radioloog gaat prikken wordt een overzichtsscan gemaakt om de juiste plaats van de biopsie te bepalen. Vervolgens wordt de huid gedesinfecteerd en verdoofd met een lokale verdoving. Hierna maakt de radioloog met een klein mesje een sneetje in de huid.
Hier voelt u door de lokale verdoving niets van. De radioloog gaat vervolgens met een wat dikkere naald naar binnen, deze naald zit op een speciaal systeem waarmee een stukje weefsel afgenomen kan worden. Wanneer er sprake is van een biopt uit het bot, kan er gebruik worden gemaakt van een elektrisch boortje met een speciale naald om een stukje bot af te nemen. Bij het inbrengen van de naald kunt u even een scherpe pijn voelen.
Telkens wordt een scan gemaakt om te controleren of de naald op de goede plaats zit.
Wanneer de naald op de juiste plek zit wordt er een stukje weefsel afgenomen. U hoort een klik en voelt van binnen een tikje. Bij een biopt uit het bot hoort u het geluid van het
elektrische boortje, u kunt wat druk voelen. Meestal worden er meerdere biopten op dezelfde plek genomen. Na het onderzoek krijgt u een verband op de punctieplek.
Duur van het onderzoek is 30 tot 60 minuten.
Na het onderzoek
Afhankelijk van de plaats waar geprikt is, gaat u naar huis of terug naar de verpleegafdeling.
Wanneer u bent geprikt in de hals, borsten of ledematen, mag u nu naar huis. Maar het is wel belangrijk dat u het deze dag nog rustig aan doet. Dit betekent: niet sporten of andere intensieve bezigheden uitvoeren.
Wanneer u bent geprikt in bot of buikorganen (met uitzondering van de nier) dan wordt u terug naar de verpleegafdeling gebracht. U wordt minimaal één dag opgenomen op de verpleegafdeling (dagbehandeling) omdat er na de ingreep een periode (maximaal vier uur) van bedrust en observatie nodig is.
Wanneer u bent geprikt in de nier dan wordt u terug naar de verpleegafdeling gebracht. Afhankelijk van de reden van het onderzoek wordt u minimaal één dag opgenomen of blijft u ten minste één nacht in het ziekenhuis. De verpleegkundige komt de eerste tijd een paar keer de bloeddruk en de pols meten. Het kan zijn dat u napijn heeft, bijvoorbeeld een uitstralende pijn naar de rechterschouder.
Wanneer u bent geprikt in de longen dan wordt u terug naar de verpleegafdeling gebracht. Er wordt na één à twee uur een röntgenfoto van de longen gemaakt, om te controleren dat er geen complicaties zijn opgetreden.
Als het goed met u gaat zal het infuus uit uw arm gehaald worden en kunt u weer naar huis gaan. Eventueel kan de behandelend arts beslissen om wijzigingen aan te brengen in de nazorg, specifiek gericht op uw situatie.
De uitslag van het onderzoek
De uitslag van het laboratoriumonderzoek is meestal na één week bekend. Uw
behandelend arts bespreekt de uitslag met u tijdens het eerstvolgende bezoek aan de polikliniek.
Problemen
Napijn en een blauwe plek zijn normaal. Om die klachten wat te verlichten, kunt u er een ijszak opdoen. Leg de ijszak niet direct op de blote huid, maar doe er een theedoek of kledingstuk tussen.
3. Een drainage
Doel van het onderzoek
Bij dit onderzoek wordt er een slangetje ingebracht, ook wel drain of katheter genoemd, om het aanwezige vocht (ascites, abces, urine, gal) te laten aflopen in een zakje. Voordat het slangetje geplaatst wordt, wordt de exacte drainageplaats door middel van een echo- of CT-onderzoek bepaald. Wanneer de te draineren plek echografisch niet aangeprikt kan worden zal het onderzoek onder röntgen geleiding plaatsvinden (CT of doorlichting).
Voorbereiding
De voorbereiding hangt af van de plek waarin geprikt gaat worden. Meestal is de onderstaande voorbereiding nodig.
Omdat een volle maag de kans op misselijkheid tijdens het onderzoek vergroot raden wij aan een licht ontbijt of lunch te nuttigen voordat u naar het ziekenhuis gaat.
Opname op een verpleegafdeling. Meestal bent u al opgenomen of wordt u minimaal één dag opgenomen op de verpleegafdeling (dagbehandeling of kort verblijf) omdat er na de ingreep een periode van bedrust en observatie nodig is. Op de afdeling krijgt u mogelijk een operatiehemdje aan.
De verpleegkundige brengt een waakinfuus in. Dit is een plastic buisje dat in de onderarm blijft zitten totdat u weer naar huis gaat.
Eén van de voorgaande dagen is er bloed geprikt om te bepalen of het bloed goed stolt. De verpleegkundige controleert of de bloeduitslagen goed zijn.
Het onderzoek
Op de afgesproken tijd wordt u in uw bed naar de afdeling Radiologie gebracht. Het onderzoek wordt uitgevoerd op de afdeling Radiologie en duurt een kwartier tot half uur.
Een radioloog voert het onderzoek uit, geassisteerd door een laborant. Het lichaamsdeel dat onderzocht moet worden moet ruim ontbloot zijn. Afhankelijk van waar de drain moet komen wordt er onder echografie (eventueel met behulp van röntgendoorlichting) of door middel van CT de drain geplaatst.
Echogeleid
U kunt in uw bed blijven liggen tijdens dit onderzoek tenzij de radioloog ook onder doorlichting wil kijken. Het lichaamsdeel dat onderzocht wordt, moet ruim ontbloot zijn.
Vervolgens wordt er wat echogel op uw huid aangebracht om de (ultra-) geluidsgolven goed te geleiden. De radioloog strijkt met het echoapparaat over de huid. Zo zoekt hij/zij de plaats waarin moet worden geprikt. Hierna wordt de prikplaats gedesinfecteerd met alcohol. De radioloog geeft een injectie voor de verdoving welke een wat branderig gevoel kan geven. Hierna maakt de radioloog met een klein mesje een sneetje in de huid. Hier voelt u door de lokale verdoving niets van. De radioloog gaat met een drain naar binnen.
Dit is een plastic slangetje met een naald erin. U kunt even een scherpe pijn voelen. De radioloog kan op het echo en/of röntgendoorlichtings scherm zien of de drain op de goede plaats terechtkomt. Als de drain goed zit, verwijdert de radioloog de naald en blijft het slangetje achter. Hier wordt een zakje aangekoppeld. De drain wordt aan de huid gefixeerd en afgedekt met een verband. Daarna wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling.
Duur van het onderzoek is 10 tot 30 minuten.
CT-geleid
U neemt plaats op de CT-tafel. Het lichaamsdeel dat onderzocht wordt, moet ruim ontbloot zijn. De radioloog beslist hoe u ten tijde van de procedure moet liggen op de tafel (buik-,
Voordat de radioloog gaat prikken wordt een overzichtsscan gemaakt om de juiste plaats van de biopsie te bepalen. Hierna wordt de prikplaats gedesinfecteerd met alcohol. De radioloog geeft een injectie voor de verdoving welke een wat branderig gevoel kan geven.
Hierna maakt de radioloog met een klein mesje een sneetje in de huid. Hier voelt u door de lokale verdoving niets van. De radioloog gaat met een drain naar binnen. Dit is een plastic slangetje met een naald erin. U kunt even een scherpe pijn voelen. Telkens wordt een scan gemaakt om te controleren of de naald op de goede plaats zit. Als de drain goed zit,
verwijdert de radioloog de naald en blijft het slangetje achter.
Hier wordt een zakje aangekoppeld. De drain wordt aan de huid gefixeerd en afgedekt met een verband. Daarna wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling. Duur van het
onderzoek is 30 tot 60 minuten.
Na het onderzoek
Omdat er na de ingreep een periode van bedrust (twee tot vier uur) en observatie nodig is gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. Als u na de periode van bedrust zich goed genoeg voelt dan kunt u met drain en al uit bed om bijvoorbeeld naar het toilet te gaan.
Let u wel op dat de drain nergens achter blijft haken. Het kan zijn dat de drain enkele dagen, tot zelfs langere tijd moet blijven zitten. Dit verschilt per patiënt.
Problemen
Bent u opgenomen op een verpleegafdeling, dan kunt u bij problemen, zoals pijn en nabloeden, de verpleegkundige van de afdeling waarschuwen. De verpleegkundige controleert ook regelmatig het wondje of de drain die is achtergebleven. Gaat u na de punctie of drainage naar huis, neemt u dan als er problemen zijn contact op met de huisarts of de afdeling Spoedeisende Hulp/SEH:
locatie Blaricum, T 088 753 16 60 locatie Hilversum, T 088 753 15 60
Belangrijk is dat u:
altijd een afspraak maakt
een geldig identiteitsbewijs meeneemt om uzelf te kunnen aanmelden of inschrijven in het ziekenhuis
een (mogelijke) zwangerschap vooraf meldt (NB: Als u probeert zwanger te worden, heeft u alleen de tien dagen na de menstruatie de zekerheid dat u het niet bent!) weet dat dit onderzoek afhankelijk van de locatie onder verschillende beeldvormende technieken uitgevoerd kan worden
weet dat de arts die het onderzoek uitvoert de uitslag naar de aanvragend arts stuurt.
Uw aanvragend arts stelt u op de hoogte
antistollingsmedicatie eventueel moet stoppen, dit is altijd in overleg met uw behandelend arts
weet dat u uw overige medicijnen gewoon mag innemen, eventueel met een slokje water
Locatie van uw onderzoek
We verwachten u voor de punctie/drainage op de afdeling Radiologie.
Bij een dikke naald punctie of biopsie en bij een drainage kan het zijn dat u zich moet melden bij een verpleegafdeling (dit heeft u eerder in deze tekst kunnen lezen onder ‘Een dikke naald punctie, biopsie of histologisch onderzoek’ en/of bij ‘Een drainage’).
Vragen?
Na uw verblijf in het ziekenhuis ontvangt u bij uw ontslag schriftelijke informatie waarop u kunt lezen met wie u contact kunt opnemen bij vragen over de medicatie, de
beschikbaarheid bij zorgafronding of overplaatsing. Mocht u deze niet ontvangen, vraag er dan naar bij uw behandelaar.
Heeft u nog vragen over het onderzoek, neemt u dan tijdens kantooruren contact op met één van de afdelingen Radiologie, zowel voor locatie Blaricum als locatie Hilversum, T 088 753 15 00.
Bereikbaarheid
Afdeling Radiologielocatie Blaricum, Etage -1 (plattegrond)
locatie Hilversum, Begane grond, routenummer 52 (plattegrond)
Contact
Radiologie / Nucleaire Geneeskunde T 088 753 15 00