R
Rapport age 1
eh
Uitvo
halfjaar
oering tak
2016 ‐
en WMO,
Zorg en
, Jeugd en
n Onders
n BMS
steunin
ng
Inhoudsopgave Rapportage 1e half jaar Zorg en Ondersteuning
Inleiding ... 3
1. WMO ... 4
1.1. Algemeen ... 4
1.2. Huishoudelijke Ondersteuning (HO) ... 5
1.3. Toezicht op rechtmatigheid ... 5
1.4. Beschermd wonen ... 5
2. Jeugd ... 6
2.1. Cijfers en trends ... 6
2.2. Expertpool ... 8
2.3. Jeugd en gezinswerk ... 9
2.4. Overige onderwerpen Jeugd ... 10
3. Bijzondere Bijstand, Minimaregelingen, Schulddienstverlening ... 12
3.1. Uitvoeringsprogramma Schulddienstverlening ... 12
3.2. Inkomensverklaringen ... 12
3.3. Compensatieregeling eigen bijdrage ... 12
3.4. Periodieke verstrekkingen ... 12
3.5. Collectief Aanvullende Verzekering ... 12
3.6. Actualiseren werkinstructies ... 13
4. De Programmakosten ... 14
4.1. Algemene informatie ... 14
4.2. Financiële overzichten per gemeenten ... 18
4.2.1. Gemeente Asten ... 18
4.2.2. Gemeente Deurne ... 20
4.2.3. Gemeente Gemert‐Bakel ... 22
4.2.4. Gemeente Helmond ... 24
4.2.5. Gemeente Laarbeek ... 26
4.2.6. Gemeente Someren ... 28
5. De uitvoeringskosten unit Zorg en Ondersteuning ... 30
5.1. Terugblik op 1e halfjaar 2016 ... 30
5.2. De werkelijke kosten van de uitvoeringsorganisatie 1e halfjaar 2016 ... 34
5.3. De vooruitblik op de 2e helft 2016 ... 37
5.4. De prognose van de uitvoeringskosten van Z&O ... 40
Inleiding
Voor u ligt de rapportage van de unit Zorg en Ondersteuning over het 1e halfjaar van 2016. In deze rapportage kijken we terug over de afgelopen zes maanden.
Waar de eerste maanden van 2015 in het teken stond van de implementatie van de nieuwe taken WMO en Jeugd en alle hectiek die daarbij hoorde zijn we nu in een fase beland waarin de uitvoering van de nieuwe taken staat. De dynamiek binnen het sociale domein blijft echter volop. Denk hierbij onder anderen aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep met betrekking tot de
Huishoudelijk Ondersteuning.
1. WMO
1.1. Algemeen
In de onderstaande tabel is een vergelijking gemaakt met de resultaten van het eerste halfjaar 2015.
De toename van het aantal “Meldingen” wordt vooral veroorzaakt door nieuwe aanvragen en/of meldingen voor de functie Begeleiding.
De herindicaties PGB Begeleiding zijn in januari 2016 van start gegaan. Dit geeft gedeeltelijk de verklaring voor de toename van het aantal werkprocessen “Begeleiding”. Gedeeltelijk omdat in 2015 voor het eerst door de unit Zorg & Ondersteuning invulling werd gegeven aan de nieuwe taak. In het begin werd nog niet het aantal gerealiseerd zoals dat in 2016 het geval is.
Ook voor ‘Beschermd Wonen’ is een aanvang gemaakt met de herbeoordeling van de PGB. Daarnaast zijn er extra werkzaamheden verricht vanwege de komst van het Leger des Heils als vervangende zorgaanbieder voor ONZ.
De traditionele WMO‐voorzieningen laten een stabiel of licht dalend beeld zien. De uitzondering blijft het aantal verzoeken voor een GPK.
1e halfjaar 2015 1e halfjaar 2016 Verschil
Contact
Opgestart 4.848 4.961 102%
Afgehandeld 4.808 4.720 98%
Melding
Openstaand begin
maand 2.963 3.429 116%
Opgestart 2.584 2.647 102%
Begeleiding
Opgestart 605 746 123%
Afgehandeld 309 751 243%
Beschermd wonen
Opgestart 36 61 169%
Afgehandeld 22 66 300%
Hulp bij de huishouding
Opgestart 337 331 98%
Afgehandeld 355 325 92%
GPK
Opgestart 514 553 108%
Afgehandeld 510 524 103%
Rolstoelen
Opgestart 259 262 101%
Afgehandeld 265 226 85%
Vervoer
Opgestart 811 805 99%
Afgehandeld 837 778 93%
Woningaanpassing
Opgestart 282 238 84%
Afgehandeld 343 237 69%
Tabel 1: Overzicht WMO voorzieningen
In de 2e helft van 2016 zullen de resterende PGB‐herbeoordelingen plaats gaan vinden. Daarnaast zal gestart worden met de herbeoordelingen ZIN voor Begeleiding Individueel en Groep voor de klanten jonger dan 75 jaar.
1.2. Huishoudelijke Ondersteuning (HO)
Na de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep op 18 mei 2016 over HO is een proces doorlopen om beleid en uitvoeringspraktijk in overeenstemming te brengen met deze uitspraken. Het gaat om een proces van analyse, aanpassing, afstemming en communicatie. Inmiddels is aan de colleges een voorstel aangeboden met inzicht in dat proces, maar eveneens is gevraagd om een aantal besluiten te nemen.
De volgende besluiten zijn voorgesteld:
De vaststelling van de beleidsregel “Werkinstructie huishoudelijke ondersteuning zorg in natura versie juli 2016” inclusief het aanvaarden van extra personele inzet;
Het mandaat te verlenen aan Peel 6.1, Zorg en Ondersteuning voor het voeren van
onderhandelingen met aanbieders FOT HO inzake toekomstige tariefstelling HO (HO‐basis, HO‐
plus en HO‐extra) waaronder begrepen het mogen doen van tariefvoorstellen tot ophoging HO‐
basis en HO‐plus met een maximum van 10% van de huidige tarieven c.q. voorstellen tot omvorming die maximaal een dergelijke financiële consequentie hebben. Dit alles als aanvulling op de inzet van HHT‐middelen ter ontwikkeling categorie HO‐extra.
Tot slot is ervoor gekozen om een contract te sluiten met een onafhankelijk bureau ter controle/verificatie van een “schoon en leefbaar huis”.
1.3. Toezicht op rechtmatigheid
In het eerste half jaar van 2016 richten we ons op het thema onrechtmatigheid waaronder oneigenlijk gebruik, fraude en preventie daarvan. Op 21 juli is in het Poho ter kennisname een stappenplan aangeboden. In dit stappenplan zijn acties benoemd in de preventieve sfeer (goede voorlichting en dienstverlening) en acties in de repressieve sfeer (detecteren en signaleren). De acties richten zich met name op de zorgaanbieders (zorg in natura en persoonsgebondenbudget) op het vlak van de WMO én Jeugdzorg. Gebleken is namelijk dat risico’s op fraude, fouten en misbruik voor het grootste deel ontstaan door het handelen van zorgaanbieders en minder door toedoen van cliënten. Tot slot voerden we het eerste half jaar verschillende contractmanagementgesprekken met aanbieders (ZiN en PGB) waarover we zorgelijke signalen ontvingen.
1.4. Beschermd wonen
In het kader van de uitvoering van de nieuwe WMO‐taak Beschermd wonen is een transformatie‐
opgave gedefinieerd, waarin opgenomen de visie van de landelijke commissie Toekomst Beschermd wonen. De uitwerking hiervan is vastgelegd in een Contourennotitie, die is besproken aan de fysieke overlegtafel beschermd wonen en met het veld. De geschetste contouren hebben een breed
draagvlak. Op grond hiervan is aan de vaststelling van nieuwe categorieën en tarieven gewerkt. Naar verwachting zullen deze aan het eind van het tweede kwartaal ter besluitvorming worden
voorgelegd. De nieuwe contouren en tarieven zullen worden opgenomen in de deelovereenkomst
2. Jeugd
2.1. Cijfers en trends
In deze paragraaf geven we per gemeente aan wat de laatste cijfers en trends zijn.
Asten
In de cliëntaantallen zien we een stijging van ambulante hulp en een daling van zorgvormen met verblijf. Ook zien we een lichte stijging van het aantal kinderen in pleegzorg. Dit is op zich een wenselijke trend. Onze ambitie is lichte (of zwaardere) ambulante hulp snel in te zetten om
zwaardere hulp (‘bedden’) te voorkomen. Als er dan zorg met verblijf ingezet moet worden, geven we de voorkeur aan pleegzorg of andere vormen van zorg die een gezinssituatie zoveel mogelijk nabootsen.
Hoewel we deze ambitie terugzien in de cliëntaantallen, geeft het voor 2016 ook een risico. De kosten voor de ambulante hulp zullen stijgen en de kosten op het gebied van verblijf juist dalen, evenredig aan de cliëntaantallen. Dit zouden we voornamelijk terug moeten zien in de cijfers met de TAJ‐aanbieders, alleen kan dit er financieel anders uit te komen zien doordat er momenteel wordt gerekend met een bandbreedtebudget van 2014. Aangezien daar nog onduidelijkheid over bestaat, houden we vast aan de bevoorschotte bedragen. Dit draagt grotendeels bij aan een groot tekort over 2016.
Voor Asten zien we een lichte toename in het aantal gesloten plaatsingen. Het gaat maar om een paar kinderen, maar wel grote bedragen. Daarom is ook hier een financieel tekort ontstaan.
Deurne
In de cliëntaantallen zien we een stijging van ambulante hulp en een daling van zorgvormen met verblijf. Ook zien we een hele lichte stijging van het aantal kinderen in pleegzorg. Dit is op zich een wenselijke trend. Onze ambitie is lichte (of zwaardere) ambulante hulp snel in te zetten om
zwaardere hulp (‘bedden’) te voorkomen. Als er dan zorg met verblijf ingezet moet worden, geven we de voorkeur aan pleegzorg of andere vormen van zorg die een gezinssituatie zoveel mogelijk nabootsen.
Hoewel we deze ambitie terugzien in de cliëntaantallen, geeft het voor 2016 ook een risico. De kosten voor de ambulante hulp zullen stijgen en de kosten op het gebied van verblijf juist dalen, evenredig aan de cliëntaantallen. Dit zouden we voornamelijk terug moeten zien in de cijfers met de TAJ‐aanbieders, alleen kan dit er financieel anders uit te komen zien doordat er momenteel wordt gerekend met een bandbreedtebudget van 2014. Aangezien daar nog onduidelijkheid over bestaat, houden we vast aan de bevoorschotte bedragen. Dit draagt grotendeels bij aan een groot tekort over 2016.
In Deurne zien we bovendien een lichte stijging van het aantal kinderen in de 2e lijns ambulante GGZ.
Deze cijfers zijn al op basis van daadwerkelijk gerealiseerde kosten, en wijkt af van het geraamde budget. Een opvallende stijging, die zich ook in een paar andere Peelgemeenten voordoet. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de huisartsen veel naar dit soort zorg verwijzen. We kunnen deze verklaring niet onderbouwen, omdat we deze gegevens niet hebben. Er zou eventueel extra
onderzoek gedaan kunnen worden.
Gemert‐Bakel
In de cliëntaantallen zien we een hoge stijging van ambulante hulp. Voor de gesloten vormen van jeugdhulp is een afname waar te nemen. Dit is op zich een wenselijke trend. Onze ambitie is lichte (of zwaardere) ambulante hulp snel in te zetten om zwaardere hulp (‘bedden’) te voorkomen. Als er dan zorg met verblijf ingezet moet worden, geven we de voorkeur aan pleegzorg of andere vormen van zorg die een gezinssituatie zoveel mogelijk nabootsen.
Hoewel we deze ambitie terugzien in de cliëntaantallen, geeft het voor 2016 ook een risico. De kosten voor de ambulante hulp zullen stijgen en de kosten op het gebied van verblijf juist dalen, evenredig aan de cliëntaantallen. Dit zouden we voornamelijk terug moeten zien in de cijfers met de TAJ‐aanbieders, alleen kan dit er financieel anders uit te komen zien doordat er momenteel wordt gerekend met een bandbreedtebudget van 2014. Aangezien daar nog onduidelijkheid over bestaat, houden we vast aan de bevoorschotte bedragen. Dit draagt grotendeels bij aan een groot tekort over 2016 ten opzichte van het voorschot dat Gemert‐Bakel aan Peel 6.1 betaalt.
Helmond
In de cliëntaantallen zien we een stijging van ambulante hulp en een daling van zorgvormen met verblijf. Ook zien we een hele lichte stijging van het aantal kinderen in pleegzorg en een sterke daling van het aantal kinderen met een gesloten plaatsing. Dit is op zich een wenselijke trend. Onze ambitie is lichte (of zwaardere) ambulante hulp snel in te zetten om zwaardere hulp (‘bedden’) te
voorkomen. Als er dan zorg met verblijf ingezet moet worden, geven we de voorkeur aan pleegzorg of andere vormen van zorg die een gezinssituatie zoveel mogelijk nabootsen.
Hoewel we deze ambitie terugzien in de cliëntaantallen, geeft het voor 2016 ook een risico. De kosten voor de ambulante hulp zullen stijgen en de kosten op het gebied van verblijf juist dalen, evenredig aan de cliëntaantallen. Dit zouden we voornamelijk terug moeten zien in de cijfers met de TAJ‐aanbieders, alleen kan dit er financieel anders uit te komen zien doordat er momenteel wordt gerekend met een bandbreedtebudget van 2014. Aangezien daar nog onduidelijkheid over bestaat, houden we vast aan de bevoorschotte bedragen. Dit draagt grotendeels bij aan een groot tekort over 2016.
In Helmond zien we bovendien een stijging van het aantal kinderen in de 2e lijns ambulante GGZ.
Deze cijfers zijn al op basis van daadwerkelijk gerealiseerde kosten, en wijken af van het geraamde budget. Een opvallende stijging, die zich ook in een paar andere Peelgemeenten voordoet. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de huisartsen veel naar dit soort zorg verwijzen. We kunnen deze verklaring niet onderbouwen, omdat we deze gegevens niet hebben. Er zou eventueel extra
onderzoek gedaan kunnen worden.
Laarbeek
In de cliëntaantallen zien we een stijging van ambulante hulp en een daling van zorgvormen met verblijf. Ook zien we een lichte stijging van het aantal kinderen in pleegzorg. Dit is op zich een wenselijke trend. Onze ambitie is lichte (of zwaardere) ambulante hulp snel in te zetten om
zwaardere hulp (‘bedden’) te voorkomen. Als er dan zorg met verblijf ingezet moet worden, geven we de voorkeur aan pleegzorg of andere vormen van zorg die een gezinssituatie zoveel mogelijk nabootsen.
gerekend met een bandbreedtebudget van 2014. Aangezien daar nog onduidelijkheid over bestaat, houden we vast aan de bevoorschotte bedragen. Dit draagt grotendeels bij aan een groot tekort over 2016.
In Laarbeek zien we bovendien een flinke stijging van het aantal kinderen in de 2e lijns ambulante GGZ. Deze cijfers zijn al op basis van daadwerkelijk gerealiseerde kosten, en wijken af van het
geraamde budget. Een opvallende stijging, die zich ook in een paar andere Peelgemeenten voordoet.
Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de huisartsen veel naar dit soort zorg verwijzen. We kunnen deze verklaring niet onderbouwen, omdat we deze gegevens niet hebben. Er zou eventueel extra onderzoek gedaan kunnen worden.
Someren
In de cliëntaantallen zien we een stijging van ambulante hulp en een daling van zorgvormen met verblijf. Ook zien we een lichte stijging van het aantal kinderen in pleegzorg. Dit is op zich een wenselijke trend. Onze ambitie is lichte (of zwaardere) ambulante hulp snel in te zetten om
zwaardere hulp (‘bedden’) te voorkomen. Als er dan zorg met verblijf ingezet moet worden, geven we de voorkeur aan pleegzorg of andere vormen van zorg die een gezinssituatie zoveel mogelijk nabootsen.
Hoewel we deze ambitie terugzien in de cliëntaantallen, geeft het voor 2016 ook een risico. De kosten voor de ambulante hulp zullen stijgen en de kosten op het gebied van verblijf juist dalen, evenredig aan de cliëntaantallen. Dit zouden we voornamelijk terug moeten zien in de cijfers met de TAJ‐aanbieders, alleen kan dit er financieel anders uit te komen zien doordat er momenteel wordt gerekend met een bandbreedtebudget van 2014. Aangezien daar nog onduidelijkheid over bestaat, houden we vast aan de bevoorschotte bedragen. Dit draagt grotendeels bij aan een groot tekort over 2016.
In Someren zien we bovendien een flinke stijging van het aantal kinderen in de 2e lijns ambulante GGZ. Deze cijfers zijn al op basis van daadwerkelijk gerealiseerde kosten, en wijkt af van het
geraamde budget. Een opvallende stijging, die zich ook in een paar andere Peelgemeenten voordoet.
Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de huisartsen veel naar dit soort zorg verwijzen. We kunnen deze verklaring niet onderbouwen, omdat we deze gegevens niet hebben.
2.2. Expertpool
De Expertpool kan door opvoedondersteuners, Jeugd‐ en Gezinswerkers en consulenten jeugd worden geraadpleegd voor consultatie en advies bij vragen, twijfel, onduidelijkheid over passende interventies en inzet van jeugdhulp. We maken onderscheid tussen:
Facultatieve consultatie (telefonisch of face‐to‐face);
Verplichte advisering (schriftelijk advies bij aanvraag individuele voorziening begeleiding).
De Expertpool bestaat op dit moment uit:
Jeugdarts van GGD;
GZ psycholoog/orthopedagoog van ORO;
Sociaal psychiatrisch verpleegkundige van GGZ‐Oost Brabant;
Orthopedagoog van Bijzonder Jeugdwerk.
Gemiddeld komen per maand nog steeds tussen de 120 en 150 adviesvragen binnen bij de Expertpool. Ongeveer een derde van de vragen betreft de zogenaamde verplichte advisering, de overige twee derde is facultatief.
We zien een stijging van het aantal adviesvragen voor de gemeente Helmond in de maand juni 2016.
Deze toename is te verklaren doordat in juni gestart is met de PGB‐herbeoordelingen. Helmond pakt deze op in samenwerking tussen opvoedondersteuners, consulenten Jeugd en de Expertpool.
In dit tweede kwartaal is met de leidinggevenden van de Expertpool en de beleidsmedewerkers Jeugd gesproken over de toekomst van de Expertpool na 2016. Afgesproken is dat hiervoor een brainstorm bijeenkomst wordt gepland om samen te kijken naar enerzijds de visie en wensen van de zes gemeenten, en anderzijds de suggesties en mogelijkheden vanuit de organisaties die op dit moment de Expertpool bemensen.
Aantal
consultaties april
Aantal consultaties mei
Aantal consultaties juni
Totaal 2e kwartaal 2016
Asten 3 10 13 26
Deurne 10 21 29 60
Gemert‐Bakel 12 15 16 43
Helmond 67 66 112 245
Laarbeek 9 9 9 27
Someren 10 9 13 32
Totaal Peel 111 130 192 433
Tabel 2: Aantal consultaties Expertpool, 2e kwartaal 2016
2.3. Jeugd en gezinswerk
Het aantal trajecten Jeugd‐ en Gezinswerk (JG) in het tweede kwartaal staat op 219. Dit is nagenoeg gelijk aan het aantal trajecten in het eerste kwartaal. Er zijn 24 trajecten gestart, en 19 afgesloten.
Omnibus heeft aangegeven dat er 12 cases ingebracht zijn bij het COB (afstemmingsoverleg vanuit de Verbinders JG met de Gecertificeerde Instellingen, Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming en ouders/kinderen om te kijken of een raadsonderzoek om kinderen onder toezicht te plaatsen, nodig is). Zestien cases zijn wel besproken, maar uit dit onderlinge overleg bleek dat er nog inzet in het voorliggend veld mogelijk was.
De Zittingsvertegenwoordigers van JG hebben in het tweede kwartaal 3 keer op moeten treden als zittingsvertegenwoordiger bij de Kinderrechter. In het tweede kwartaal is 1 klacht ingediend, welke nog in behandeling is.
Bekostiging Jeugd‐ en gezinswerk
In overleg met de J&G aanbieders en met mandaat van het Poho onderzoeken we voor 2016 de mogelijkheden van formatiebekostiging. Aanleiding is onder andere dat de voorgenomen trajectfinanciering lastig blijkt te operationaliseren en veel administratieve lasten met zich
meebrengt. Op 2 juni heeft het Poho de uitgangspunten voor de nieuwe bekostiging goedgekeurd.
Begin juli hebben de J&G‐aanbieders het conceptvoorstel, vastgelegd in een addendum op de deelovereenkomst J&G, goedgekeurd. Het voorstel is vervolgens richting de colleges van de 6 Peelgemeenten gestuurd ter vaststelling. De uitgangspunten bij deze bekostiging zijn als volgt:
All‐in tarief (trajecten, zittingsvertegenwoordiger, intaker, verbinder, etc.);
Gemeente betaalt niet voor langdurige ziekte, zwangerschaps‐ en ouderschapsverlof;
Er zijn 2 tarieven: J&G basis (€81.917,‐/jaar) en J&G plus: (€91.729,‐/jaar);
Per 25 mei waren er 21,43 formatieplaatsen. Hiermee kan een caseload (onderhanden werk)
Op basis van een bandbreedte +/‐ 10% op de gerealiseerde caseload wordt beoordeeld of op‐ of afschaling noodzakelijk is. Als aanbieders er onderling niet vrijwillig uitkomen, dan besluit de gemeente over op‐ of afschaling;
De werkelijke formatie wordt per kwartaal door de aanbieders gefactureerd;
De aansturing gebeurt door Omnibus en is verantwoordelijk voor het bewaken van evenredige caseload;
Gemeenten betalen naar rato van zorgconsumptie. Dit was ook bij de oorspronkelijke trajectfinanciering het geval. Omdat alleen de productieve formatie wordt vergoed (behoudens onder‐ of overproductie binnen de bandbreedte) impliceert dit, dat de kosten voor gemeenten niet hoger of lager zijn dan bij de oorspronkelijke trajectfinanciering.
De huidige deelovereenkomst J&G, het daarbij behorende addendum en de overeenkomst met Omnibus voor de aansturing van J&G‐werkers, eindigt van rechtswege per 1‐1‐2017. Voor 2017 moeten de peelgemeenten zich nog bezinnen op de inkoop van J&G.
2.4. Overige onderwerpen Jeugd
TAJ‐bekostiging/B‐variant
Eind april zijn voor de 10 TAJ‐aanbieders de bandbreedte budgetten vastgesteld. Deze zijn gebaseerd op omzet en cliëntaantallen 2014. We hebben besloten om, net als Eindhoven, de TAJ‐aanbieders maandelijks een voorschot te verstrekken van 90% van 1/12e van vastgestelde jaarbudget. Hierdoor blijven de administratieve lasten voor aanbieders en peelgemeenten beperkt. In juni hebben alle TAJ‐
aanbieders een voorschot voor de eerste 6 maanden ontvangen.
In het voorjaar zijn de TAJ‐afspraken ter discussie gesteld door de aanbieders. Een alternatief voorstel is uitgewerkt en wordt nog voor het zomerreces voorgelegd aan de colleges van 17
gemeenten in Zuidoost Brabant, waaronder de zes Peelgemeenten. De hoofdlijnen van het voorstel zijn:
Het aanpassen van het referentiejaar voor afbouw aantal unieke cliënten naar 2015 (i.p.v.
2014);
Aanbieders wordt een jaar extra geven, dus tot eind 2018, om budgetreductie van 30% te realiseren.
Nog niet alle TAJ‐aanbieders hebben de Peel 6.1. deelovereenkomsten getekend. Aanbieders zullen deze tegelijk met het gewijzigde TAJ‐contract ondertekenen. Tot die tijd kunnen er wel gewoon cliënten worden toegewezen.
Productendienstencatalogus (PDC)
De gemeenten willen een nieuwe, ingedikte PDC invoeren per 1 januari 2018. We haken aan bij de werkgroep PDC van Dommelvallei. De werkgroep bestaat uit gemeenten en aanbieders. De meeste aanbieders zijn ook in onze regio actief. Dommelvallei verkent net als Peel 6.1. drie modellen: VNG‐
productcodes, model Eindhoven en model West Brabant West.
Op 29 juni organiseerden Peel 6.1. en Dommelvallei+ in Helmond de conferentie “Naar een gezamenlijke taal”. Tijdens de conferentie werden de drie modellen nader verkend.
Belangrijke stappen in het proces naar een nieuwe Productendienstencatalogus:
Juni 2016: Modellen VNG, Eindhoven en West Brabant West analyseren in werkgroep PDC. In de werkgroep zitten vertegenwoordigers van gemeenten en zorgaanbieders. Peel 6.1. haakt aan bij de al bestaande werkgroep in Dommelvallei+;
Conferentie naar een gezamenlijke taal d.d. 29 juni 2016, met daarin de voorbereiding door de werkgroep als input;
September 2016: voorstel van werkgroep PDC aan wethouders Peelgemeenten en Dommelvallei+ m.b.t. nader uit te werken model;
December 2016: Inhoudelijke vulling van de producten in de PDC;
Tarieven: werkgroep tarifering;
Eerste kwartaal 2017: PDC bespreken aan de FOT;
Tweede kwartaal 2017: Opstellen van contracten.
Lichte hulpvormen
Op basis van het huidige contract Specialistische Ondersteuning worden lichte hulpvormen
toegekend, beschikt en gedeclareerd zoals kindercoaching, speltherapie, psychomotorische therapie, psychosociale therapie, mindfullness en sociale vaardigheidstrainingen zoals Rots en Water training.
Op 23 juni heeft het Poho opdracht gegeven te onderzoeken of deze hulpvormen en de aanbieders voldoen aan de criteria van onze deelovereenkomsten en de Jeugdwet en of het gewenst is dat wij deze hulpvormen blijven inkopen. Ook wordt gekeken of wordt voldaan aan de criteria om te mogen declareren volgens de ‘dure’ provinciale productcodes.
Berichtenverkeer planning
Alle jeugdhulpaanbieders worden momenteel aangesloten op berichtenverkeer. In de toekomst lopen alle declaraties via digitaal berichtenverkeer. Op het aanbiedersgedeelte van onze website staat informatie over inhoud en planning.
3. Bijzondere Bijstand, Minimaregelingen, Schulddienstverlening
3.1. Uitvoeringsprogramma Schulddienstverlening
Het afgelopen half jaar is gewerkt aan het uitvoeringsplan van de kadernota schulddienstverlening 2015‐2018. Dit uitvoeringsplan biedt de zes Peelgemeenten een overzicht aan mogelijkheden om concreet invulling te geven aan de actiepunten uit de kadernota. De Peelgemeenten kunnen op basis van de lokale wensen en de lokale situatie bepalen welke keuze zij hierin maken en in welke mate zij er uitvoering aan geven. Waar mogelijk kan afstemming plaatsvinden over de invulling van
gezamenlijke acties. Dit uitvoeringsplan is 21 juli ter informatie voorgelegd aan het Poho.
3.2. Inkomensverklaringen
In Helmond is inmiddels gestart met de pilot voor de verstrekking van zogenaamde
“inkomensverklaringen” aan minima. Vanaf de start van de pilot hebben zich een aantal
kinderziektes voorgedaan. De recente ontwikkelingen in de regelgeving rondom privacy is hierbij een belangrijk aandachtspunt gebleken. Waar mogelijk is in samenspraak met het Werkbedrijf de
werkwijze hierop aangepast om de problemen op te lossen. Beoogd wordt de evaluatie in te brengen in het Poho van september .
3.3. Compensatieregeling eigen bijdrage
De problematiek rondom de compensatieregeling voor de eigenbijdrage via het CAK als gevolg van de vertraging bij de belastingdienst neemt af. Ingeval inwoners met een minimum inkomen gelet op deze problematiek –tijdelijk‐ niet in aanmerking komen voor de compensatieregeling door een
‘nulfactuur’, is bijzondere bijstand mogelijk. Het aantal aanvragen bijzondere bijstand voor de kosten van de eigen bijdrage laten momenteel geen afwijkend beeld zien.
3.4. Periodieke verstrekkingen
Er is gestart met een project om de verwerking van aanvragen voor periodieke verstrekkingen in het kader van de bijzondere bijstand onder te brengen bij de uitvoeringsorganisatie. Dergelijke
verstrekkingen werden voorheen veelal uitgevoerd door het Werkbedrijf. Een plan van aanpak is hiervoor in ontwikkeling. Streven is om dit per 1 september gereed te hebben.
Een voorbeeld van een dergelijke regeling waarbij periodiek bijzondere bijstand wordt verstrekt, is de Alo‐kop die vanaf 1 juli 2016 door Zorg en Ondersteuning wordt uitgevoerd. Hiermee wordt aan de alleenstaande ouder die niet voor de fiscale regeling in aanmerking komt via de Bijzondere bijstand gecompenseerd.
3.5. Collectief Aanvullende Verzekering
In een recent overleg met de intermediair (BS&F) van de Collectief Aanvullende Verzekering (CAV) hebben zorgverzekeraars, waaronder CZ, aangegeven dat men met een voorstel komt met
betrekking tot de kosten van het jaarlijks verplichte Eigen Risico. De inhoud van het voorstel is momenteel nog onbekend. Als hierover nadere bijzonderheden bekend zijn, kan worden bezien wat dit betekent voor de gemeentelijke collectieve verzekering. Verwacht mag worden dat hierover vóór het einde van het jaar meer duidelijkheid komt. Hiermee kan bij de inrichting van de collectieve verzekering per 1 januari 2017 rekening worden gehouden.
3.6. Actualiseren werkinstructies
Vanuit Zorg en Ondersteuning wordt momenteel gewerkt aan het actualiseren van verschillende werkinstructies ten behoeve van de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Bijzondere Bijstand en andere inkomensondersteunende regelingen. Hiermee wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een handboek, wat als naslagwerk kan dienen. Hierin worden aandachtspunten opgenomen die bijdragen aan een uniforme werkwijze.
4. De Programmakosten
In dit hoofdstuk komen de programmakosten van WMO, Jeugd en BMS aan de orde. De cijfers geven een overzicht over het 1e halfjaar van 2016. Vervolgens geven we onze prognose weer voor het volledige jaar.
4.1. Algemene informatie
We geven per gemeente aan hoe de huidige programmakosten zich verhouden ten opzichte van het budget en/of het betreffende voorschot.
In de kolom “Budget” zijn budgetten opgenomen zoals die door de gemeenten zijn aangeleverd. De gemeenten Deurne, Asten, Someren, Helmond en Laarbeek hebben de budgetten over 2016
aangeleverd. De gemeente Gemert‐Bakel heeft in tegenstelling tot de andere gemeenten geen budgetten aangeleverd. Voor deze gemeente hebben we de voorschotten in de tabellen verwerkt.
De analyse ten opzichte van de begroting is aan de gemeente zelf. Wij geven aan wat ons opvalt in de werkelijke kosten en hoe wij de ontwikkeling in de 2e helft van het jaar zien.
Algemeen
De facturen over de eerste helft van het jaar hebben voor een groot deel nog betrekking op het boekjaar 2015. In januari hebben we de transitoria aan de financieel adviseurs van de
Peelgemeenten opgegeven. In theorie zouden deze posten weer terug geboekt moeten worden ten gunste van de kostenplaatsen waarop eerder is geboekt. Wij hebben ervoor gekozen om deze posten vooralsnog te laten staan in de halfjaarrapportage en gedurende het 3e kwartaal meer inzicht te verschaffen in de werkelijke kosten die nog betrekking hebben gehad op het jaar 2015. In de onderstaande tabel geven we op totaal Peel niveau aan hoe de totale prognose uitkomt in vergelijking tot het budget en/of het betreffende voorschot.
Tabel 3: Totale prognose uitgaven Peel ‐ 2016
WMO
Op dit moment worden de tarieven voor huishoudelijke ondersteuning, beschermd wonen en begeleiding opnieuw bekeken. Waar mogelijk is al rekening gehouden met de cijfers die op dit moment bekend zijn. Voor zover dit van toepassing is, is dit per peelgemeente apart toegelicht.
De realisatiecijfers PGB zijn gebaseerd op de indicaties zoals die zijn opgenomen in GWS. Op basis hiervan zijn de betalingen tot en met juli aan de SVB gedaan. De cijfers die staan opgenomen in de tabellen, zijn de PGB voorschotbedragen van 6 maanden, te weten de maanden januari t/m juni. De maand januari was al opgenomen in de cijfers van 2015, maar nu nogmaals om de kosten van 2016 inzichtelijk te maken. De betalingen betreffen voorschotten op basis van de verstrekte indicaties. Er is (nog) geen rekening gehouden met niet verzilverde zorg. Dit kan aan het einde van het jaar nog leiden tot een teruggaaf.
Daarnaast is er geen rekening gehouden met de eigen bijdragen van cliënten. Dit omdat deze bedragen bij iedere gemeente afzonderlijk worden ontvangen vanuit het CAK.
Peel Totaal
Budget Realisatie t/m juni 2016
Prognose Realisatie t.o.v. budget
(%)
Verschil prognose t.o.v.
budget Totaal Wmo nieuwe taken Peel € 36.901.331 € 14.625.921 € 31.304.000 40% € 5.597.331 Totaal Wmo bestaande taken Peel € 21.396.044 € 7.199.292 € 16.787.608 34% € 4.608.436 Totaal Jeugd Peel € 44.111.852 € 28.834.659 € 54.677.437 65% € ‐10.565.585 Totaal BMS Peel € 6.200.548 € 2.781.955 € 5.861.655 45% € 338.893
Totaal Peel € 108.609.775 € 53.441.827 € 108.630.700 49% € ‐20.925
Op basis van de prognose concluderen we dat we ruimschoots gaan uitkomen met de toegekende WMO budgetten. De uitgaven op het gebied van WMO is relatief goed in te schatten, omdat er goede ervaringscijfers beschikbaar zijn. De twee onderstaande tabellen geven weer wat de prognose voor zowel de bestaande taken als de nieuwe taken is.
Tabel 4: Prognose uitgaven WMO bestaande taken Peel
Tabel 5: Prognose uitgaven WMO nieuwe taken Peel
Jeugd
Op dit moment is 70% van de zorgaanbieders aangesloten op geautomatiseerd berichtenverkeer waardoor een beter beeld gaat ontstaan van de cijfers. Voor 1 oktober sluiten de kleinere zorgaanbieders nog aan.
Na het opstellen van de prognose is inzichtelijk geworden dat er voor jeugd tekorten gaan ontstaan ten opzichte van de budgetten. Het opstellen van een prognose blijft voor de posten van jeugdzorg een ingewikkeld verhaal. Dit komt onder ander omdat er nog weinig ervaringscijfers zijn en de cijfers van vorig jaar zijn nog niet bruikbaar om een doorvertaling te maken naar dit jaar.
Daarnaast bestaat er nog veel onzekerheid omtrent de voorschotten van de TAJ aanbieders. De voorschotten zijn voorlopig vastgesteld en deze kunnen nog leiden tot afwijkingen in zowel positieve als negatieve zin. Vandaar de noodzaak om de cijfers voor jeugd de komende maanden goed te blijven monitoren. Desondanks hebben we wel de onderstaande prognose opgesteld.
Peel Totaal
Budget Realisatie t/m juni 2016
Prognose Realisatie t.o.v. budget
(%)
Verschil prognose t.o.v.
budget Hulp bij het Huishouden ZIN € 10.620.128 € 4.094.996 € 10.526.458 39% € 93.670 Hulp bij het Huishouden PGB (budget bij ZIN) € 2.081.207 € 426.689 € 816.000 21% € 1.265.207 Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) € 1.791.666 € 250.271 € 527.000 14% € 1.264.666 Rolstoel € 784.313 € 310.035 € 632.000 40% € 152.313 Vervoer excl. collectief vervoer € 1.358.312 € 687.162 € 1.380.000 51% € ‐21.688 Woonkosten € 1.801.716 € 512.226 € 1.037.000 28% € 764.716 Collectief vervoer excl. BTW € 1.861.214 € 990.816 € 2.006.000 53% € ‐144.786 Gehandicapten parkeerkaarten € 8.847 € ‐8.309 € ‐15.850 ‐94% € 24.697 Medische advieskosten excl. BTW € 222.238 € 20.243 € 49.000 9% € 173.238 Doventolk € 7.536 € ‐ € ‐ 0% € 7.536 WMO Algemeen beheer uitvoeringskosten € ‐ € 17.833 € 39.000 € ‐39.000 Eigen bijdrage vervoer en woonvoorz. € ‐307.638 € ‐102.670 € ‐209.000 33% € ‐98.638 Voorschot WMO ‐ Bestaand * € 1.166.505 € ‐ € ‐ 0% € 1.166.505 Totaal Wmo bestaande taken Peel € 21.396.044 € 7.199.292 € 16.787.608 34% € 4.608.436
Peel Totaal
Budget Realisatie t/m juni 2016
Prognose Realisatie t.o.v. budget
(%)
Verschil prognose t.o.v.
budget Begeleiding ZIN € 12.390.046 € 5.839.605 € 11.016.000 47% € 1.374.046 Begeleiding PGB € 4.115.565 € 2.171.248 € 4.278.000 53% € ‐162.435 Beschermd wonen ZIN € 11.327.120 € 3.177.056 € 11.534.000 28% € ‐206.880 Beschermd wonen PGB € 6.500.600 € 3.438.012 € 4.476.000 53% € 2.024.600 Voorschot WMO ‐ Nieuw * € 2.568.000 € ‐ € ‐ 0% € 2.568.000 Totaal Wmo nieuwe taken Peel € 36.901.331 € 14.625.921 € 31.304.000 40% € 5.597.331
Tabel 6: Prognose uitgaven Jeugdzorg Peel
Een aantal posten zullen we verder toelichten:
Uitvoeringskosten inkoop DVO Eindhoven: De afrekening van de uitvoeringskosten DVO Eindhoven over 2015, zijn in 2016 ontvangen. Wij hebben vanuit Eindhoven geen opgaaf ontvangen voor de kosten 2016. In de prognose staat nu hetzelfde bedrag opgenomen als de werkelijke kosten over 2015. De geboekte kosten in 2016 betreft de afloop van transitoria 2015;
Bijdrage huisvestingscomponent: Voor de prognose van de huisvestingscomponent hebben we vooralsnog geen specifiek bedrag opgenomen, omdat dit onderdeel uitmaakt van de TAJ bevoorschotting van de aanbieders BJ en Combinatie Jeugdzorg. Het bedrag is tot nu toe opgenomen binnen het totaal bedrag van de TAJ bevoorschotting;
Jeugdbescherming / jeugdreclassering / gemelde kinderen AMK: Voor de bepaling van deze prognose is rekening gehouden met de opgave over 2016 die we vanuit de gemeente
Eindhoven hebben ontvangen ten aanzien van Bureau Jeugdzorg en William Schrikker Groep;
Jeugdzorg +: Voor de prognose Jeugdzorg + is uitgegaan van de afrekening 2015 en de door het college behandelde voorstel over 2016. Hierbij wordt gekeken naar inwonersaantallen en aantallen verbruiksdagen. Over 2016 zijn voor Jeugdzorg+ tot op heden nog geen facturen ontvangen;
Jeugdzorg TAJ aanbieders: Voorschotten aan TAJ aanbieders zijn betaald t/m 30 juni 2016.
De afspraak is dat 90% van het budgetbedrag als voorschot wordt betaald. De laatste 10% zal verrekend worden bij de eindafrekening. In de prognose is uitgegaan van 100% van het voorschot. We hebben er daarom ervoor gekozen om een aparte post “Jeugdzorg TAJ aanbieders” op te nemen. Op basis van de opgaaf onderhanden werk dienen deze kosten nog verdeeld te worden naar specifieke kostenposten. Omdat de contractonderhandelingen pas laat hebben plaatsgevonden, is de uitvraag onderhanden werk nog niet gedaan. Bij de 3e kwartaalcijfers hopen we hier meer inzicht in te kunnen bieden.
Peel Totaal
Budget Realisatie t/m juni 2016
Prognose Realisatie t.o.v. budget
(%)
Verschil prognose t.o.v.
budget Specialistische zorg € 1.604.473 € 227.124 € ‐ 14% € 1.604.473 Uitvoeringskosten inkoop DVO Eindhoven € 381.036 € 410.694 € 410.695 108% € ‐29.659 Bijdrage huisvestingscomponent € ‐ € ‐ € ‐ € ‐ Zorg aan jeugd zonder verblijf PGB (80%) € 3.804.005 € 2.298.687 € 3.936.000 60% € ‐131.995 ZIN zonder verblijf Eindhoven € 96.200 € ‐ € ‐ 0% € 96.200 ZIN zonder verblijf Peel € 3.320.000 € 2.528.926 € 3.315.000 76% € 5.000 Zorg aan jeugd met verblijf € 4.611.373 € 1.122.939 € 1.543.000 24% € 3.068.373 Jeugd‐ggz eerste lijn € 166.100 € 188.449 € 282.500 113% € ‐116.400 Jeugd‐ggz tweede lijn zonder verblijf € 8.048.143 € 7.187.781 € 9.254.000 89% € ‐1.205.857 Jeugd‐ggz tweede lijn met verblijf € 925.708 € 964.464 € 1.212.500 104% € ‐286.792 JenO hulp ambulant € 1.541.200 € 1.122.167 € 1.690.000 73% € ‐148.800 JenO hulp verblijf voltijd (70%) € 3.387.971 € 2.082.159 € 2.940.000 61% € 447.971 JenO hulp verblijf deeltijd (30%) € 1.280.107 € 275.068 € 409.012 21% € 871.095 JenO hulp verblijf pleegzorg € 2.194.752 € 257.517 € 379.500 12% € 1.815.252 Jeugdbescherming € 2.463.935 € 583.414 € 2.299.188 24% € 164.747 Jeugdreclassering € 415.691 € 143.520 € 456.390 35% € ‐40.699 Gemelde kinderen AMK € 644.897 € 1.178.683 € 660.992 183% € ‐16.095 SEZ € 173.687 € 40.198 € 194.000 23% € ‐20.313 JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg) € 1.457.769 € 69.540 € 2.193.500 5% € ‐735.731 Jeugdzorg TAJ‐aanbieders € ‐ € 8.153.330 € 22.576.276 € ‐22.576.276 Voorschot jeugd / jeugd overig € 7.594.805 € ‐ € ‐ 0% € 7.594.805 Totaal Jeugd Peel € 44.111.852 € 28.834.659 € 53.752.553 65% € ‐9.640.701
In onderstaand overzicht staan de totaal uitgaven voor de TAJ aanbieders opgenomen, waarbij is uitgegaan van een bandbreedte budget over het jaar 2014.
Tabel 7: Overzicht TAJ‐aanbieders inclusief budget 2016
Bandbreedtebudget obv productie 2014 per aanbieder
Aanbieder Totaal ‐ ZO Brabant Someren Laarbeek Gemert‐Bakel Deurne Asten Helmond Totaal Peel 6.1 % van totaal Stichting Amarant Groep € 5.702.062,20 € 58.852,00 € 52.034,00 € 458.012,00 € 105.345,00 € 7.435,00 € 1.170.394,00 € 1.852.072,00 32,5%
Stichting B.J. Brabant € 7.898.015,61 € 229.916,00 € 356.641,00 € 339.844,00 € 1.206.522,00 € 199.339,00 € 3.978.832,00 € 6.311.094,00 79,9%
Stichting Combinatie Jeugdzorg € 24.619.225,74 € 525.406,00 € 345.897,00 € 688.108,00 € 645.140,00 € 314.367,00 € 4.236.572,00 € 6.755.490,00 27,4%
GGzE € 5.742.668,13 € 40.880,00 € 13.302,00 € 6.857,00 € 53.303,00 € ‐ € 122.126,00 € 236.468,00 4,1%
GGZ Oost Brabant, Kinder en Jeugd€ 2.992.021,70 € 133.265,86 € 202.072,50 € 243.354,76 € 232.836,38 € 90.693,90 € 2.033.269,16 € 2.935.492,55 98,1%
Stichting Kompaan en De Bocht € 489.334,56 € ‐ € ‐ € ‐ € 38.098,00 € ‐ € 36.924,00 € 75.022,00 15,3%
Koraal Groep € 2.679.511,55 € ‐ € 27.048,00 € 33.580,00 € 82.056,00 € 97.859,00 € 796.420,00 € 1.036.963,00 38,7%
Mutsaersstichting € 758.591,04 € 3.438,00 € ‐ € ‐ € 59.369,00 € 1.312,00 € 1.635,00 € 65.754,00 8,7%
Reinier van Arkel groep € 6.918.028,92 € 204.168,00 € 311.375,00 € 195.463,00 € 391.584,00 € 145.120,00 € 1.971.855,00 € 3.219.565,00 46,5%
Intermetzo € 417.599,77 € ‐ € ‐ € ‐ € ‐ € ‐ € 88.355,00 € 88.355,00 21,2%
Totaal € 58.217.059,21 € 1.195.925,86 € 1.308.369,50 € 1.965.218,76 € 2.814.253,38 € 856.125,90 € 14.436.382,16 € 22.576.275,55
5,3% 5,8% 8,7% 12,5% 3,8% 63,9% 38,8%
Peel 6.1