• No results found

De Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

6.1c - Concept-voorbeeld collegevoorstel.docx

bestuurlijke samenwerkingsafspraken Veilig Thuis

Programma

Zorg & Welzijn

Portefeuillehouder

B. Frings

Samenvatting

Sinds 2015 telt Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en

kindermishandeling. De Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs. Na een periode onder verscherpt toezicht heeft Veilig Thuis Gelderland Zuid in april 2017 stap 1 van de toetsing gehaald. Bij de toetsing van stap 2 op 4 juli 2017 kijken de inspecties vooral naar de kwaliteit van de onderzoeken en de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en het lokale veld.

Het Dagelijks Bestuur (DB) van Veilig Thuis heeft op 8 juni 2017 besloten om de samenwerkingsafspraken met verzoek om vaststelling door te sturen naar de gemeenten. Wij willen de

samenwerkingsafspraken vaststellen en de raad en het DB van Veilig Thuis via bijgevoegde brieven informeren.

Ter besluitvorming door het college

1. Bijgevoegde bestuurlijke samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de gemeenten voor zover bevoegd vast te stellen en dit standpunt in te brengen in de vergaderingen van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur van Veilig Thuis.

2. De raad en het DB van Veilig Thuis te informeren door middel van bijgevoegde brieven.

 Alleen ter besluitvorming door het College

 Actief informeren van de Raad

Besluit B&W d.d. nummer:

 Conform advies

 Aanhouden

 Anders, nl.

BW-nummer

Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.

MO10, Martin Ruiter, 2002

Datum ambtelijk voorstel

18 mei 2017

Registratienummer

17.

Paraaf akkoord

Datum

Steller Martin Ruiter

Paraaf akkoord

Datum

Bestuursagenda

Portefeuillehouder

(2)

1 Probleemstelling

Sinds 1 januari 2015 telt Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs, omdat de organisaties nog in ontwikkeling zijn. In stap 1 van het toezicht in 2015 hebben de inspecties in 2015 zich vooral gericht op het primaire proces van Veilig Thuis

(randvoorwaarden, veiligheid en organisatie). Veilig Thuis Gelderland Zuid kende een moeizame start en werd in 2016 onder verscherpt toezicht gesteld. In april 2017 werd stap 1 van de inspectietoetsing gehaald. In stap 2 kijken de inspecties vooral naar de kwaliteit van de onderzoeken en de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en het lokale veld. De toetsing op stap 2 vindt plaats op 4 juli 2017.

Het Dagelijks Bestuur (DB) van Veilig Thuis heeft op 8 juni 2017 besloten om de

samenwerkingsafspraken met verzoek om vaststelling door te sturen naar de gemeenten.

Alle colleges van de deelnemende gemeenten moeten deze afspraken voor zover bevoegd bestuurlijk vaststellen. Wij willen de samenwerkingsafspraken vaststellen en de raad en het DB van Veilig Thuis via bijgevoegde brieven informeren. Nadat de gemeenten in het Algemeen Bestuur van Veilig Thuis zijn gehoord, zal het DB de afspraken (voor zover bevoegd) vaststellen en treden deze in werking.

2 Juridische aspecten

Wij zijn bevoegd om namens de gemeente XXX de samenwerkingsafspraken vast te stellen.

Voor Veilig Thuis is dit het DB van Veilig Thuis. Bij de samenwerkingsovereenkomst zijn zowel Veilig Thuis als de bij Veilig Thuis aangesloten regiogemeenten partij. Om die reden worden de samenwerkingsafspraken zowel aan het DB van Veilig Thuis als aan de colleges voor zover bevoegd ter vaststelling voorgelegd. Ieder college heeft daarin uiteraard een zelfstandige bevoegdheid.

3 Doelstelling

Wij willen de (nog door het DB van Veilig Thuis vast te stellen) samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de gemeenten voor zover bevoegd vaststellen. Ook willen we richting het DB van Veilig Thuis aangeven dat wij van onze kant de samenwerkingsafspraken hebben vastgesteld. Tenslotte willen wij de gemeenteraad informeren over ons besluit.

4 Argumenten

4.1 Beslispunt 1 (Vaststelling samenwerkingsafspraken)

4.1.1 Als Veilig Thuis wil slagen voor stap 2 van de inspectietoetsing, dan moeten alle Colleges in deze regio én het DB van Veilig Thuis vóór 4 juli 2017 bestuurlijke

samenwerkingsafspraken vastgesteld hebben.

De Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg toetsen de kwaliteit van de Veilig Thuis aan de hand van de wettelijke eisen, veldnormen en professionele standaarden. Na de toetsing van het primaire proces in stap 1 in 2015/2016 zijn de inspecties begin 2017 gestart met de toetsing op stap 2. Omdat Veilig Thuis Gelderland-Zuid begin van dit jaar nog onder

verscherpt toezicht stond, wordt de toetsing in deze regio op 4 juli 2017 uitgevoerd. In stap 2 kijken de inspecties vooral naar de kwaliteit van de onderzoeken en de afspraken die gemaakt zijn tussen Veilig Thuis en het lokale veld over de inzet van vervolgtrajecten. De inspecties hebben aangegeven dat zij nog niet toetsen op de implementatie van de

(3)

Vervolgvel

2

afspraken, maar wel toetsen of goede samenwerkingsafspraken zijn gemaakt. Er is een harde deadline: op 4 juli 2017 vindt de toetsing plaats. Het DB van Veilig Thuis en de Colleges van alle regiogemeenten moeten vóór die tijd de afspraken bestuurlijk hebben vastgesteld. Naar verwachting zal het DB van Veilig Thuis de afspraken definitief vaststellen in de vergadering van 29 juni 2017.

4.1.2 De samenwerkingsafspraken geven een eerste antwoord wie in welke fase van het proces waarvoor verantwoordelijk is en wat geregeld moet worden om de ketensamenwerking goed te laten verlopen.

In de samenwerkingsafspraken is in paragraaf 2 aangegeven welke taken Veilig Thuis binnen de keten voor huiselijk geweld en kindermishandeling heeft. In paragraaf 3 is beschreven hoe de triage van signalen en meldingen verloopt, zowel bij het zogeheten Routeeroverleg als bij Veilig Thuis. Hoe Veilig Thuis omgaat met verzoeken om advies en ondersteuning, valt te lezen in paragraaf 4. Paragraaf 5 gaat over de overdracht van casussen vanuit het Routeeroverleg dan wel na triage of na onderzoek door Veilig Thuis. Voorts zijn in deze paragraaf de afspraken beschreven die met het lokale veld zijn gemaakt na overdracht. De kennis- en kwaliteitseisen die aan het lokale veld worden gesteld, zijn beschreven in paragraaf 6. De wijze waarop in deze regio de monitoring op casusniveau en de

beleidsmonitoring gestalte krijgen, zijn de onderwerpen van paragraaf 7. In paragraaf 8 is een aantal overige afspraken op een rij gezet, waaronder de afspraken over het bijhouden van een contactpersonenlijst, het aanstellen van aandachtsfunctionarissen bij Veilig Thuis en het organiseren van voorlichtingsactiviteiten voor relevante ketenpartners. In paragraaf 9 tenslotte is aangegeven hoe de samenwerkingsafspraken worden geëvalueerd en wie bevoegd is om welke afspraken aan te passen. In de bijlagen zijn deze afspraken verder uitgewerkt zodat deze ook bruikbaar zijn voor professionals in het veld. Met het opleveren van de samenwerkingsafspraken is voldaan aan de in de portefeuillehoudersoverleggen

Rivierenland en Rijk van Nijmegen vastgestelde bestuurlijke opdracht.

4.1.3 Als één gemeente de samenwerkingsafspraken niet vaststelt, heeft dit ernstige gevolgen voor de toetsing door de inspecties.

De inspecties toetsen op 4 juli 2017 of er bestuurlijk vastgestelde samenwerkingsafspraken zijn gemaakt tussen Veilig Thuis en alle regiogemeenten. Om stap 2 te halen is het cruciaal dat alle regiogemeenten waarvoor Veilig Thuis werkt de afspraken vaststellen. Als óf het DB van Veilig Thuis óf één van de regiogemeenten de afspraken niet vaststelt, dan zullen de inspecties concluderen dat er geen bestuurlijk vastgestelde afspraken zijn en zal Veilig Thuis niet slagen voor de inspectietoetsing. Dit zou ernstige financiële, bestuurlijke en politieke gevolgen met zich mee kunnen brengen, nog los van de vraag of de samenwerking tussen gemeenten en Veilig Thuis (en daarmee een effectieve hulp voor slachtoffers van huiselijk geweld en/of kindermishandeling) goed kan verlopen als er geen afspraken zijn hoe beide partijen met elkaar willen samenwerken.

4.1.4 De samenwerkingsafspraken zijn niet in beton gegoten en worden bijgesteld op basis van de ervaringen in de praktijk.

De samenwerkingsafspraken zijn in een relatief korte periode tussen 13 maart en 22 mei gemaakt. Er is door coördinatoren, beleidsmedewerkers, medewerkers van Veilig Thuis en de werkgroep Samen Doen veel werk verzet. De belangrijkste punten zijn in meerdere

werksessies tussen Veilig Thuis en de gemeenten doorgesproken en met behulp van deze input en feedback nader uitgewerkt. Niet op alle punten was het mogelijk om sluitende

(4)

afspraken te maken. Dat neemt niet weg dat de nu voorliggende afspraken richting geven en helpend zijn voor zowel Veilig Thuis als het lokale veld.

4.1.5 Op een aantal punten moeten nog nadere afspraken worden gemaakt.

Afgesproken is om in de komende periode een aantal punten nader uit te werken:

- Routeeroverleg: positie, privacy-aspecten, kosten deelname JBG (discussiepunt gemeenten Rivierenland) en fungeren Routeeroverleg als lokale toegangspoort;

- kosten Veilig Thuis in relatie tot het aantal meldingen;

- wachttijden sociale teams;

- monitoring Veilig Thuis;

- beveiligde mailverbindingen;

- wegingsinstrument zwaarte casuïstiek;

- escalatieroute (de wijze waarop sociale teams casussen kunnen terugleggen waarbij problemen zijn bij de overdracht).

Ten aanzien van het Routeeroverleg staat een evaluatie van het overleg en een definitief besluit in het AB GGD in het najaar op de planning. Daarbij zal aandacht worden besteed aan bovengenoemde onderwerpen. Voor wat betreft privacy-aspecten wordt een leertuin ingericht om partijen die betrokken zijn bij het Routeeroverleg te leren hoe informatie rechtmatig mag worden gedeeld.

Voor wat betreft de kosten van Veilig Thuis verwijzen wij naar paragraaf 5.

Over de monitoring van Veilig Thuis zijn eerste afspraken gemaakt in de

samenwerkingsafspraken. Ook is in het zogeheten Opdrachtgevers/Opdrachtnemersoverleg Veilig Thuis door Veilig Thuis aangegeven dat er op korte termijn meer monitoringinformatie voor gemeenten beschikbaar is.

Gemeenten en Veilig Thuis gaan nog enkele aanvullende afspraken maken over de overdracht van informatie over beveiligde mailverbindingen.

In de werkgroep Samen Doen gaan professionals nog nadere afspraken maken over de ontwikkeling van een wegingsinstrument om de zwaarte van bepaalde casuïstiek eenduidig te kunnen bepalen, alsmede het maken van aanvullende afspraken over de escalatieroute.

4.1.6 Nu Veilig Thuis als meldpunt beter functioneert, ontstaat inzicht in de overige verbeteringen die nodig zijn in de keten.

De afgelopen periode lag de focus binnen de keten huiselijk geweld en kindermishandeling sterk op het functioneren van Veilig Thuis. Met veel inzet zijn Veilig Thuis en de gemeenten er in geslaagd om Veilig Thuis beter te laten functioneren. Daarmee worden nu echter ook lacunes in de rest van de keten zichtbaarder: de rol van de sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) ten aanzien van deze complexe problematiek is nog niet in alle gemeenten uitgekristalliseerd. Sommige teams kampen met wachtlijsten of hebben nog niet de kwaliteit in huis om deze casuïstiek op te pakken. Dat deze problemen nu in beeld komen, is winst.

Het is nu zaak dat alle ketenpartners slagen maken om de gemaakte afspraken ook handen en voeten te geven en in de praktijk oplossingen vinden voor een vaak hardnekkige

problematiek. Ook moeten we zien te voorkomen dat gevoelige dossiers onder op de stapel komen te liggen vanwege capaciteitsproblemen. Voor ons is het belangrijk dat sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) ook op tijd bij ons aankloppen als ondersteuning noodzakelijk

(5)

Vervolgvel

4

is. En dat er in de werkprocessen bij onze sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) ook keuzes worden gemaakt binnen de sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) hoe we met de beschikbare middelen zo effectief mogelijk hulpvragen oppakken. Daarbij zullen we een onderscheid moeten maken tussen nice to do en need to do.

Overigens ontstaat soms de indruk alsof door de samenwerkingsafspraken een hele nieuwe doelgroep richting de gemeenten wordt “geschoven”. Dat is niet het geval. Ten eerste zijn de gemeenten al sinds twee jaar verantwoordelijk voor deze doelgroep (al bleef de doelgroep door de problemen bij Veilig Thuis wat onder de radar). Ten tweede leggen de

samenwerkingsafspraken alleen formeel vast wie in welke fase waarvoor verantwoordelijk is.

Het gaat bij deze samenwerkingsafspraken vooral om het formaliseren van afspraken in de praktijk.

4.2 Beslispunt 2 (Brieven)

4.2.1 We willen het DB en de raad informeren over het feit, dat wij de afspraken vanuit onze kant hebben vastgesteld.

Het DB heeft ons gevraagd om de samenwerkingsafspraken voor zover bevoegd vast te stellen. In bijgevoegde brief bevestigen we richting het DB van Veilig Thuis dat we de afspraken hebben vastgesteld. Gelet op de politieke gevoeligheid van het dossier Veilig Thuis achten wij het wenselijk om de gemeenteraad goed geïnformeerd te houden op dit dossier. Daarom informeren wij ook onze raad over ons besluit.

5 Financiën

Het maken van de samenwerkingsafspraken heeft geen directe financiële gevolgen voor de regiogemeenten, omdat de samenwerkingsafspraken alleen formaliseren hoe feitelijk in de praktijk al wordt gewerkt. In tegendeel: hoe duidelijker de taakverdeling, hoe efficiënter in de uitvoering hulp kan worden geboden. Ons uitgangspunt is dat het maken van deze

samenwerkingsafspraken niet mag leiden tot extra kosten voor de regiogemeenten en dat de middelen die de GGD voor Veilig Thuis in haar begroting 2017/2018 heeft opgenomen leidend zijn.

Belangrijk is echter wel dat - afhankelijk van het aantal meldingen dat Veilig Thuis ontvangt en vervolgens overdraagt naar de ketenpartners, gemeenten moeten zorgdragen voor een passend vervolgtraject. Vervolgtrajecten worden uitgevoerd door allerlei partijen: de sociale teams, de regieteams of gespecialiseerde ketenpartners zoals Jeugdbescherming

Gelderland1. Deze hulpverleningstrajecten worden voor een belangrijk deel bekostigd vanuit middelen vanuit de regiogemeenten. Veilig Thuis zelf voert zelf geen hulpverlening uit2 maar fungeert als meldpunt met een onderzoeks- en adviesfunctie.

Overigens wordt op landelijk niveau voor de komende jaren verwacht dat het aantal

meldingen (en dus ook de kosten voor de instandhouding van Veilig Thuis-organisaties) gaan stijgen. Momenteel is er ook landelijk een discussie of gemeenten daarom ook extra middelen moeten ontvangen om de stijging van de kosten te compenseren.

1 Er kan daarnaast uiteraard ook worden besloten om casussen via het Veiligheidshuis te laten agenderen als het gewenst is om de mogelijkheden van een strafrechtelijk traject te onderzoeken.

2 Overigens organiseert Veilig Thuis wel eerste hulp bij spoed en crisis.

(6)

Vanaf de oprichting van Veilig Thuis heeft de prioriteit gelegen bij het op orde krijgen van de organisatie en haar werkprocessen. Nu we inhoudelijk en organisatorisch wat meer in control zijn, willen we ook de financiële sturing op Veilig Thuis beter gaan inrichten.

We willen meer zicht krijgen op de kosten voor de verschillende soorten

hulpverleningstrajecten en goede afspraken maken over de financiering van deze trajecten.

Ook willen we komen tot een vergelijking van de kosten met andere Veilig Thuis organisaties.

Tevens willen we de vraag beantwoorden hoeveel we – los van onze wettelijke taak inzake het in stand houden van een Veilig Thuis organisatie – willen investeren in Veilig Thuis in relatie tot bijvoorbeeld de hulpverlening in het lokale veld en de gespecialiseerde

ketenpartners. Wat ons betreft gaat het dan óók om de vraag hoe we in deze regio onze doelstellingen met betrekking tot het terugdringen van huiselijk geweld en kindermishandeling beter kunnen monitoren en kosteneffectief kunnen realiseren.

Dit najaar willen we vanuit een aantal gemeenten financiële specialisten,

beleidsmedewerkers en Veilig Thuis een voorstel laten uitwerken om meer zicht te krijgen op de kosten van Veilig Thuis in relatie tot de geleverde output en outcome alsmede de

inhoudelijke doorontwikkeling. Dit kan voor 2018 en verder leiden tot verschuivingen van budgetten binnen de bestaande financiële kaders tussen bijvoorbeeld Veilig Thuis, het lokale veld en de gespecialiseerde ketenpartners. Ons doel is om in de zomernota 2018 ten aanzien van Veilig Thuis met concrete voorstellen te kunnen komen.

6 Participatie en Communicatie

Tijdens een informatieavond op 13 maart 2017 is tussen de wethouders Zorg en de directeur Veilig Thuis afgesproken om via de werkgroep Samen Doen3 bestuurlijke

samenwerkingsafspraken voor te bereiden. In de portefeuillehoudersoverleggen van de subregio’s Rijk van Nijmegen en Rivierenland is een bestuurlijke opdracht gegeven om één en ander uit te werken. De samenwerkingsafspraken zijn vervolgens in de werkgroep Samen Doen uitgewerkt. Signalen vanuit de gemeenten zijn structureel verzameld in de twee subregio’s, in Samen Doen ingebracht en meegenomen in het uitwerkingsproces. In meerdere werksessies zijn de deelproducten met de coördinatoren en beleidsmedewerkers van de gemeenten besproken. Alle gemeenten zijn uitgenodigd en een groot deel van de gemeenten heeft aan de werksessies deelgenomen. Deze input en feedback vanuit de gemeenten is verwerkt in de samenwerkingsafspraken of wordt meegenomen in de fase van implementatie en doorontwikkeling. Voor begin juli wordt een afspraak gepland met alle gemeenten om afspraken te maken voor het verdere implementatieproces.

7 Uitvoering en evaluatie

De afspraken zijn in samenwerking met de coördinatoren en beleidsmedewerkers van de gemeenten opgesteld en uitgewerkt. Toch geldt ook voor deze afspraken: the proof of the pudding is in the eating. Daarom is in de samenwerkingsafspraken beschreven hoe de afspraken worden geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Wat dat betreft vormt de vaststelling van deze samenwerkingsafspraken niet het eind-, maar het startpunt van een volgend proces.

3 Samen Doen is samengesteld uit vertegenwoordigers van Veilig Thuis, het Routeeroverleg, de sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) en beleidsambtenaren uit beide subregio’s.

(7)

Vervolgvel

6

8 Risico

Er zijn geen financiële risico’s gemoeid met dit voorstel. De politiek-bestuurlijke

afbreukrisico’s bij niet vaststelling van de samenwerkingsafspraken zijn benoemd in paragraaf 4.

Bijlage(n): Bestuurlijke samenwerkingsafspraken Veilig Thuis – Gemeenten Gelderland-Zuid Brief College inzake vaststelling afspraken

Raadsinformatiebrief inzake samenwerkingsafspraken Veilig Thuis

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Samen met u worden de vervolgstappen van Veilig Thuis besproken en wordt, als dat nodig is, een plan gemaakt voor herstel van de veiligheid en inzet van professionele

Op 17 december 2019 heeft het Dagelijks Bestuur de geactualiseerde samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de regiogemeenten toegestuurd naar de colleges van de deelnemende

In opdracht van VNG berekende Q-Consult in 2017 de landelijke financiële impact voor de Veilig Thuis sector van de aanscherping meldcode 2019. Dit om Veilig Thuis-organisaties

 Visie op sociale teams ten aanzien van “niet vrijwillige hulpverlening (positie sociale teams en regieteams).  Routeeroverleg (kosten deelnemers en

Alle inwoners en professionals in de regiogemeenten kunnen (al dan niet anoniem) Veilig Thuis benaderen voor advies over (een vermoeden van) huiselijk geweld

In uw brief van 9 juni 2017 heeft u ons gevraagd om de bestuurlijke samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de gemeenten Gelderland Zuid voor zover bevoegd vast te stellen en

Alle inwoners en professionals in de regiogemeenten kunnen (al dan niet anoniem) Veilig Thuis benaderen voor advies over (een vermoeden van) huiselijk geweld

Alle inwoners en professionals in de regiogemeenten kunnen (al dan niet anoniem) Veilig Thuis benaderen voor advies over (een vermoeden van) huiselijk geweld