• No results found

1 Pluspunt 4 | Basis- en variastrategieën In de Pluspunt 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1 Pluspunt 4 | Basis- en variastrategieën In de Pluspunt 4"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Pluspunt 4 | Basis- en variastrategieën

In de Pluspunt 4 werken we met basisstrategieën én variastrategieën. Elk kind start met de basisstrategie. Pas als het kind de basisstrategie volledig beheerst, kan het met de variastrategieën aan de slag. Kinderen die, vanaf groep 6, werken met het FS-werkboek oefenen langer met de basisstrategieën.

Groep 3

Onderwerp Basis Varia

Rekenen

t/m 10 somtypen*:

• +1 / -1 sommen

• +2 / -2 sommen

• Dubbelsommen

• Verdwijnsommen

• Bijna verdwijnsommen

• 5-sommen

• 10-sommen

• Verwisselen

• ‘Moeilijke sommen’

m.b.v. 5 – structuur

8 + 1, 8 - 1 6 + 2, 6 - 2 4 + 4 9 - 9 9 - 8 5 + 4, 9 - 4 6 + 4, 10 - 6 2 + 6 -> 6 + 2

-

* Bij het rekenen t/m 10 spreken we nog niet over strategiegebruik. We spreken over somtypen. En bij het werken met deze somtypen wordt gebruik gemaakt van structuren.

Rekenen tussen 10 en 20

Naar analogie van het rekenen t/m 10

• 13 + 4 m.b.v. de kleine som 3 + 4

• 17 – 4 m.b.v. de kleine som 7 – 4

-

(2)

2

Groep 4

Onderwerp Basis Varia

Optellen

t/m 20 Rekenen via de 10 in twee stappen: eerst

aanvullen t/m 10 Dubbelen: 6 + 6

Bijna dubbelen: 6 + 7

Aftrekken

t/m 20 Rekenen via de 10 in twee stappen: eerst afhalen

tot 10 -

Optellen

t/m 100 Naar analogie van het rekenen t/m 10

• 24 + … = 30 ; denk aan de vriendjes van 10

• 65 + 4 ; denk aan de kleine som: 5 + 4 Rijgen in maximaal twee sprongen:

Rijgen in maximaal drie sprongen:

Rijgen met te veel:

• 46 + 18

(3)

3

Aftrekken

t/m 100 Naar analogie van het rekenen t/m 10:

• 30 – 8 ; denk aan de vriendjes van 10

• 38 – 5 ; denk aan de kleine som: 8 – 5 Rijgen in maximaal twee sprongen:

Rijgen in maximaal drie sprongen:

Rijgen met te veel:

• 73 – 19

Aanvullen:

• Let op! Deze variastrategie is voor alle kinderen en is dus een uitzondering.

Vermenig-

vuldigen Vanuit de steunsom: 1 x meer, 1 x minder, omkeren:

Cruciaal hierbij is dat de bijbehorende optel- en aftreksommen t/m 100 beheerst worden (vlot).

-

(4)

4

Groep 5

Onderwerp Basis Varia

Optellen

t/m 1000 Naar analogie van het rekenen t/m 10:

• 500 + 300 m.b.v. de kleine som 5 + 3 Rijgen bij de volgende somtypen:

• 580 + 200

• 540 + 180

• 126 + 37

• 486 + 50

Splitsen, alleen bij sommen waarbij de

tientallen niet het honderdtal overschrijden en waarbij de eenheden niet het tiental

overschrijden:

Rijgen met teveel:

• 546 + 199

Aftrekken

t/m 1000 Naar analogie van het rekenen t/m 10:

• 900 – 400 m.b.v. de kleine som 9 – 4 Rijgen bij de volgende somtypen:

• 580 - 200

• 540 - 180

• 165 - 27

• 434 – 70

Splitsen alleen bij sommen waarbij de tientallen niet het honderdtal overschrijden en waarbij de eenheden niet het tiental overschrijden:

Rijgen met teveel:

• 684 – 299

Aanvullen:

• Let op! Deze variastrategie is voor alle kinderen en is dus een uitzondering.

(5)

5

Vermenig-

vuldigen Naar analogie:

• 5 x 40 m.b.v. de kleine som 5 x 4 Splitsen:

• 3 x 14

3 x 42

Rekenen met teveel:

Halveren en verdubbelen:

Delen Keersom zoeken:

• 42 : 7 met de hulpsom 6 x 7 = 42 Naar analogie:

• 120 : 3 m.b.v. de kleine som 12: 3 Splitsen:

-

(6)

6

Groep 6

Onderwerp Basis Varia

Vermenig-

vuldigen Herhaling van groep 5 Splitsen:

• 3 x 14

3 x 42

Herhaling van groep 5 Rekenen met teveel:

Halveren en verdubbelen:

Delen Splitsen: Rekenen met teveel:

(7)

7

Groep 6 strategieën Optellen,

aftrekken, vermenig- vuldigen en delen

Naar analogie:

(8)

8

Kolomsgewijs en cijferend optellen

Kolomsgewijs en cijferend aftrekken

(9)

9

Kolomsgewijs en cijferend vermenig- vuldigen

Breuken, deel van een geheel

(10)

10

Groep 7

Strategieën Kolomsgewijs

en cijferend vermenig- vuldigen

Kolomsgewijs delen

Optellen en aftrekken met eenvoudige kommagetallen

(11)

11

Vermenig- vuldigen en delen met kommagetallen

Kolomsgewijs en cijferend aftrekken met kommagetallen

(12)

12

Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Heel getal met een breuk vermenig- vuldigen

(13)

13

Groep 8

Strategieën Delen met

kommagetallen

Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

S:

F:

(14)

14

Vermenig- vuldigen met breuken

S:

F:

Delen met

breuken S:

F:

(15)

15

Kolomsgewijs en cijferend delen S:

F:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij een grote groep kunt u de kinderen in drie- of viertallen laten samenwerken. Groepeer zo, dat rekensterke en rekenzwakke kinderen in hetzelfde

Eén voor één stappen er mensen de?.

Ook is het goed dat de referentieniveaus voor rekenen duidelijk beschrijven wat de kinderen aan het eind van de basisschool moeten beheersen?. Daardoor kan het gehele

- referentiematen ontwikkelen en gebruiken voor inhoud, gewicht, lengte, temperatuur en afstanden;!. - optellen en aftrekken met tienvouden tot en

Ze vertrekken vanaf Utrecht... Help

Vertel de kinderen die aan blad 1 werken dat ze zelf moeten kijken wat voor spronggrootte er gemaakt moet worden. U kunt de bladen ook apart inzetten op

december vertrekt Sinterklaas weer naar

Elk blokkenbouwsel heeft zichtbare vlakken, die je kunt zien als je eromheen loopt.. Maar ook onzichtbare vlakken, die