• No results found

Calciumantagonisten: veilig of onveilig?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Calciumantagonisten: veilig of onveilig?"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Commentaren

Calciumantagonisten: v eilig ofonveilig?

Γ R R O S E N D A A L , B M P S A P Y EN C D F U R B E R G

Met belangstelhng lazen wi| hei artikel van Van Zwieten et a l ' en het refeiaat van De Leeuw,2 handelend ovcr ons patient-controlconderzoek naar calciumantagoms-tcn,1 en over onze meta analysc 4 In onze onderzoekin gen toonden wij aan dal behandehng van hypertensie met Calciumantagonisten gepaard gaat met een toege-nomen kans op myocardmfarct en steifte Van Zwieten et al concludeien dat ei op dit moment geen leden is om het theiapeutisch beleid bi] hypertensie te herzien, noch om het vooischii)ven van Calciumantagonisten aan pa-tientcn met hoge bloeddruk te ontraden '

Op i September 1995 gaf het Amenkaansc National Heart, Lung and Blood Institute (een divisie van de National Institutes of Health) echter een verklanng uit waann stond 'Short actmg mfedipme should be used with great caution (if at all), especially at highei doses, m the treatment ot hypertension, angina and MI '5 Op dit ogenbhk worden dooi de Food and Diug Adminis-tration hooizittingen ovei de veiligheid van Calciumanta-gonisten vooibeieid Koitom, in de VS h|kt men te on-derkennen dat er wel degehjk lets aan de hand is

Het gaat in deze discussie om veiligheid van gcneesmid-delen en om wat men aan gaianties en zckeihcden over veiligheid mag en zou moeten vei wachten De recente onderzoekingen ζηη bovenal van belang omdat ze tot een discussie over de veiligheid van Calciumantagonisten aanzetten Dat deze discussie somüjds zulke heftige voi men heeft aangenomen komt vooial doordat er met tij-dig kimische ondeizoekmgen, zoals gerandomiseerdc trials, zijn uitgevoerd waann de klinische effectiviteil op lange termrjn en de veiligheid van Calciumantagonisten werden aangetoond Een zoekactie in Medhne leeit dat er in de penode 1990 1994 ruim 6000 arükelen ovei on derzoek bij mensen met betrekkmg tot Calciumantago-nisten weiden gepubhceeid, waarondci luim 1200 geran-domiseerde ondeizoekmgen Het is zekei verwondeihjk dat deze overvloed gecn goede informatic ovei werkmg en veiligheid heett opgeleveid, dit kan echter moeihjk verweten woidcn aan de auteurs van het patient con-troleonderzoek en van de meta-analyse die als eersten gegevens piesentcicn ovei het gebrck aan veiligheid van deze geneesmiddelen

Acadcmisch Zickenhuis aid Klinische Epidemiologie Poslbus 9600 2300 RC Leiden

Di F R Roscndaal klinisch epidemioloog

Umversily of Washington Dcpaitmcnt of Mtdicme Seattle USA B M Psaty MD PhD

Bowman Giay School öl Medicine Depaitmcnt öl Public Health Sei cnees Wmston Salem N C USA

CDFuibeig MD PhD

CoiiLVpondtntic adra> dl F R Rosendaal

P A T I E N T C O N T R O L E O N D E R Z O E K

Het aiükel van Van Zwieten et al spitst zieh toe op twee punten de overtuigmgski acht van het paticnt-contiole ondeizoek en de extrapolatie van resultaten met nifedi-pme naar de werkmg van andere Calciumantagonisten In het patient-controleondeizoek vonden wij bij patien ten die met Calciumantagonisten behandeld weiden een 60% grotere kans op een myocardmfaict dan bi| patien-ten die andeie antihyperpatien-tensiva gebimkpatien-ten Hieiover

(2)

merken Van Zwieten et al. op dat de patienten met een infarct een ongunstiger risicoprofiel hadden dan zij die geen infarct doormaakten (hogere bloeddruk, hogere cholesterolwaarde, meer rokcrs). Dit nu is de cssentie van een patient-controleonderzoek. Om ccn bekend voorbeeld aan te halen: juist omdat wij onder patienten met longkanker veel meer rokers aantrct'fen dan onder gezonde personen, kunnen wrj concluderen dat roken longkanker vcroorzaakt. In het onderhavige geval bevonden zieh dus zowel patienten die diuretica als pa-tienten die calciumantagonisten gebruikten onder de 'patienten' en onder de 'controlepersonen', maar vcr-houdingsgewijs meer gebruikers van calciumantagonis-ten onder de 'patiencalciumantagonis-ten'. Deze infarctpatiencalciumantagonis-ten, of zij nu calciumantagonisten gebruikten of diuretica, hebbcn per definitie een slechter risicoprofiel.

Wanneer wij over mogelijke 'bias' spreken, gaat het erom of binnen de groep 'patienten' en evenzo binnen de groep 'controlepersonen' verschal is tussen hen die calciumantagonisten voorgeschreven kregen cn hen die andere antihypertensiva gebruikten. Dat zou er immcrs op wijzen dat artsen deze middelen juist voorschreven aan degenen met het grootste risico (prescriptiebias of 'confounding by indication'). Wat betreft de bckcnde risicofactoren (roken, male en duur van de hypertensie, cholesterolwaarde) waren er geen aanwijzingen voor een dergelijk verschil; bovendien wcrd voor deze moge-lijkheid gecorrigeerd met statistische multivariabelen-technieken. Omdat er wel vaker zowel ß-blokkcrs als calciumantagonisten werden voorgeschreven aan pa-tienten met een klinisch manifeste cardiovasculairc aan-doening werd de hoofdanalysc beperkt tot degenen zon-der bekende cardiovasculaire ziekten; cveneens werd een vergelijking tussen alleen calciumantagonisten en ß-blokkers uitgevoerd. De gegevens blekcn stabiel, dat wil zeggen al deze analysen leidden tot hetzelfde rcsul-taat: een groter cardiovasculair risico bij gebruik van cal-ciumantagonisten.

Wat overblijft, zijn onbekende, niet gemeten risicofac-toren. Wij kunnen niet geheel uitsluiten dat artsen on-bewust, op grond van ons onbekende risicoprofielcn, calciumantagonisten preferentieel aan patienten met een groter risico voorschreven. Maar dit worden wel bui-tengewoon theoretische tegenwerpingcn, waarbij men zieh weinig meer kan voorstellen.

D E Μ Ε Γ Α - A N A L Y S E E N A N D E R O N D E R Z O E K

Overigens is er wel wat af te dingen op de uitspraak waar het artikel van Van Zwieten et al. mee eindigt, namelijk dat wij prospecticve gerandomisecrdc onderzoekingen op grote schaal dienen te verkiezen bovcn 'nog meer' meta-analysen en patient-controleonderzoekingcn: een van de grote pluspunten van een patient-controleonder-zoek zoals dat in Seattle werd uitgevoerd binnen de groep verzekerden van een grote verzekcraar (Health Maintenance Organisation) is dat de dagelijkse praktijk getoetst wordt, tcrwijl het in grote trials veelal gaat om sterk geselectecrde patientengrocpen. Wij stellen ons daarom graag op het wat genuanceerder standpunt dat verschillende vormen van ondcrzoek elkaar kunnen

aan-vullcn. In dit opzicht is het nuttig te vermelden dat onlangs bij een andere onderzoeksopzet (vervolgonder-zoek) in een cohort van oudcre patienten met hyper-tensie het gebruik van nifedipine bleek samen te hangen met een 70% hogere totale sterfte.6

Het gegeven dat de meta-analyse rcsultatcn mengt van trials met verschillende indicatiestellingen verstärkt onzes inziens onze conclusies: het ging in alle gevallen om patienten met een of andere uiting van een coronaire aandoening en er waren geen statistische aanwijzingen voor heterogenitcit, zodat het bijeenvoegen van resulta-tcn uit deze onderzoekingen niet hcl combineren van statistisch verschillende resultaten inhoudt. De breedte van de indicaties (acute behandeling, langdurigc bchande-ling en secundaire preventie) vormt juist een aanwijzing dat de waargenomen toegenomcn sterfte bij gebruik van nifedipine gcldt voor patienten met een coronaire aan-doening in allerlei omstandigheden.

O V E R W E G I N G E N V O O R I I E T B E L E I D

Op dit ogenblik wordt in een aantal grote klinische trials het cffect van verschillende antihypertensiva, waaronder de calciumantagonisten, onderzocht. Wij concludecrden dat zolang hiervan nog geen resultaten bekend zijn (voor de 'Antihypertensive and lipid-lowering trcatment to prevent heart attack triaP (ALLHAT) worden deze in 2002 verwacht) wij ons het best kunnen houden aan richtlijncn zoals in de VS in 1993 zijn opgesteld door de zogenaamde JNC V, waarin diuretica en ß-blokkers als eerstelijnsantihypertensiva worden aanbevolen,7 of aan

de richtlijnen van het Nederlands Huisartsen Genoot-schap (NHG). De NHG-standaard 'Hypertensie' stell dat het effect van calciumantagonisten op morbiditeil en sterfte onbekend is en advisecrt diuretica en ß-blokkers als de ecrste keus bij de behandeling van hyperten-sie.8

Ondanks hun kritiek op het onderzock lijken ook Van Zwieten et al. tcn aanzien van nifedipine enige bezorgd-heid te voelen. Zij menen echter dat het 'pertinent on-juist' is de resultaten met nifedipine te extrapolcren naar andere calciumantagonisten, die in een andere Subklasse thuishoren of een langzamcr en langer aanhoudend effect hcbben. Inderdaad zijn er vcrschillen tussen pre-paratcn. Toch kan niet verhuld worden dat alle calcium-antagonisten een gclijkaardig werkingsmechanisme heb-bcn en ingrijpen in een zeer fundamcnteel cellulair pro-ces, zodat naast bloeddrukdaling een groot aantal effec-ten optreedt. Sommige hiervan zijn specifiek of zijn duidelijker bij nifedipine, andere effecten treden bij ver-scheidcne of alle calciumantagonisten op. Zo hebben alle calciumantagonisten een negatief-inotroop cffect.

Op dit ogenblik is simpel weg niet bekend waarom cal-ciumantagonisten de kans op ccn myocardinfarct ver-groten; derhalve is er reden tot een kritische houding len aanzien van al deze middelen. De wereld wordt op zijn kop gezet wanneer wij zouden verlangen dat van iedere kleine farmacologischc variant de onveiligheid zou moe-ten zijn aangetoond alvorens wij beslissen het middel niet meer te gcbruiken: wij moeten op de vcilighcid kun-nen vertrouwen om het nog te willen gebruiken.

(3)
(4)

Een hierbij aansluitend punt dat Van Zwieten et al. aansnijden, is hct volgende: is het afdoende dal van een antihypertensivum is aangetoond dat het de bloed-druk verlaagt (een surrogaat-onderzoekseindpunt), of wil mcn een gunstig effect op ziekte of sterfte aange-toond zien (klinisch eindpunt)? Deze discussie is moei-lijk: enerzijds is een effect op surrogaat-eindpunten vol-strekt betekenisloos zonder een verondersteld klinisch effect, anderzi]ds duurt het vcel langer voor resultaten aangaande klinische eindpunten voorhanden zijn. Er zijn zeker omstandigheden waarin men een middel zal toelaten en gebruiken terwijl alleen effecten op surro-gaat-eindpunten aangetoond zijn, m afwachting van de resultaten van klinisch onderzoek. In de afweging of een middel wegens een verondersteld, doch niet aangetoond gunstig effect kan worden voorgeschreven, speelt mec ot er gocde alternatieven zijn waarvan het elfect wcl aange-toond is en of er mogelijk bijwcrkingen zijn. Het möge duidelijk zijn hoc de balans doorslaat wanneer er ener-zijds op zijn zachtst gezegd een redelijk vermoeden van ernstige bijwerkingen bestaat, terwijl anderzijds een gunstig klinisch effect niet is aangetoond. Wanneer daar nog bijkomt dat in een groot aantal onderzoekingen is körnen vast te staan dat diuretica cn ß-blokkers veilig en effectief zijn in de prcventie van myocardmfarct en cere-brovasculair accident bij patienten met hypertcnsie, lijkt er ons alle reden te zijn het beleid wat betreft de behan-dehng van hypertensie tc herzien.

In dit kader kan wccr worden verwezen naar het stand-punt van de National Heart, Lung and Blood Institute.5 Omdat van geen enkele calciumantagonist de veiligheid

oi een klinisch effect is aangetoond, adviseert dit insti-tuut calciumantagonisten niel te gebruiken als cerste middel bij de bchandcling van hypertensie, en ze slechts dan voor tc schrijven mdien diuretica of ß-blokkcrs gccn effect hebben of niet verdragen worden.

l I I I R A I U U U

1 Zwiclcn PA van,Ti|sscn .IG P, Lic KI.LeeuwPWde. Langdui ige bc-handcling met calciumanlagomstcn nuttigc cllcctcn cn nsico's Ncd Tijdschi Geneeskd 1995,139.2715-21

2 Lecuw PW de De kans op myocaidmfaict als gcvolg van behandc-ling met calciumantagonisten [lefeiaat] Ncd Ti|dschi Gcnccskd 1995,139 2753-4

1 Psaty BM, Heckbcit SR, Kocpscll TD, Siscovick DS, Raghunathan TE, Wciss NS, et al The iisk of myocaidial infaiction associated with antihypcitensive diug thciapies JAMA 1995,274.620-5 4F u i b c i g CD, Psaty BM, Mcyei JV Nifcdipme Dose-iclatcd

m-cicase in moilality m paticnts with coionaiy hcait diseasc Cncu-lation 1995,92 1326-31

"" National Hcait, Lung and Blood Institute Statement ncw analyscs rcgaidmg the safety of calcmm-channcl blockcis a Statement foi health piofessionals liom thc national Hcait, Lung and Blood In-stitute Bclhcsda, Md National InIn-stitutes of Health, 1995 6 Pahoi M, G u i a l m k IM, Corti MC, Folcy DJ, Caibonin P, Havhk RJ

Long-teim suivival and usc ot anlihypcitcnsivc mcdications m oldcr pcisons J Am Gcnati Soc 1995,43 1191-7

7 Jomt National Committcc on Dctection, Evaluation, and Tieatment of I Iigh Blood Piessuie The fifth lepoil of thc Jomt National Com-mittcc on Dctection, Evaluation, and Tieatment of High Blood Pressuic (JNC V) Aich Intern Mcd 7993,153-154-83

8 Bmsbcrgcn U van, Giundmeyci HGJM, Hoogcn JPH van den, Kruysdiik M van, Pnns A, Rec JW van, et al NHG-standaaid Hypcitcnsie In Rutten GEHM, Thomas S, icdactcuien NHG-standaaidcn vooi de huisaiU, Uticcht Bunge, 1993 155-67

Aanvaard op 29 januan 1996

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We zien in deze visie niet zoveel terug over hoe de veiligheid wordt geborgd, Evenmin lezen we terug wat te doen bij een ernstige ICT calamiteit.. Niemand van ons hoeft lang na

Op 5 maart 2021 heeft het algemeen bestuur de kadernota 2022 vastgesteld, behoudens het voorstel om het minimale niveau voor het wettelijk basispakket in het kader van

3.4 Als de Gecertificeerde instelling voor het uitvoeren van de Jeugdreclassering en/of Kinderbeschermingsmaatregel(en) een of meer overeenkomsten sluit met Jeugdige en/of

Nieuw is onder andere dat de inspecteurs niet alleen met directie en teamleden praten, maar ook met ouders en kinderen. "Gesprekken met leerlingen leveren

• Criminaliteit komt meer voor in wijken waarin vooral mensen met lage.. inkomens wonen

Inwoners, de gemeente, ondernemers, politie en het maatschappelijk middenveld werken integraal samen om de objectieve (cijfers) en subjectieve (veiligheidsbeleving) veiligheid

Vermindering van het aantal inbraken door middel van projectmatige aanpak en analyse van het probleem. Organiseren van en/of aansluiten bij preventieve

!en abstracte ~n dogmatische.. eeuwen theologisch getwist een rol. En de pure evenredigheid bevredigt het abstracte denken. Die geest van abstractie, zoals zij tot