R O N D O M H E T W I N S T P R O B L E E M
E nige beschouwingen om trent de toepassing van de theorie van de vervangingsw aarde op het vraagstuk van voorraadwaardering
en w instbepaling
door P rof. D r H . J. van der S ch ro e ff I
D e relatie v an de b egrippen w a a rd e en w inst
V a n de leerstukken w elke deel uitm aken v an de bedrijfseconom ie, neem t de leer v an w a a rd e en w inst een belangrijke plaats in. D it b e hoeft n iet te v erw o n d ere n indien men bedenkt, d a t h et groo tste deel v an de m aatschappelijke voortb ren g in g een productie is, w elke op het m a ken v an w in st is gericht. Z o a ls bekend vorm t bij de stru ctu u r v an onze m aatschappelijke arbeidsverdeling de ruil een kritisch m om ent in de pro ductie. Bij de ruil sta a t de p roducent h et door hem v o o rtg eb rach te, c.q. v erh an d eld e goed af, w aarbij hij een co n tra p restatie v ra a g t tegen o v er het offer, d a t gelegen is in het a fsta n d doen v a n het goed. O p het mo m ent v an de ruil w o rd t de w in st gevorm d, b e staa n d e uit het gunstige verschil v an de bij de ruil v erk reg e n o pbrengst en de g eb rach te offers. D e ruil b re n g t d an economisch voordeel, indien deze een o verschot geeft, d.w.z. een o verschot a a n w a ard e, n.1. v a n de bij de ruil v erk reg e n en opgeofferde w aard e.
M e t h et b o v en staa n d e is reeds de nauw e v erbondenheid tussen de begrippen w a a rd e en w in st to t uitdrukking gebracht. H e t w instbegrip is aan h et w a ard eb e g rip g erelateerd, d o o rd a t w in st m oet w o rd en gezien als een w aard e-o v ersc h o t. W a a r d e — zo d ru k te ik het in mijn in tre e rede (D e evolutie v an het kostenbegrip in de bedrijfseconom ie) uit •— is de specifieke denkcategorie v an de econom ische w etenschap. H e t econom isch m otief d w in g t to t de afw eging v an v erk reg e n w a a rd e ten opzichte v a n de opgeofferde w a a rd e en de beoordeling v a n de econom i sche doelm atigheid van elke handeling b erust derhalve op w aarde-over- w egingen.
e-lijk n a a r v o re n te brengen. H e t navolg en d e zal d an ook uitsluitend ge richt zijn op de productie voor w inst. D e conclusies w aartoe het volgen de zal voeren, kunnen — m utatis m utandis — op eenvoudige w ijze w o r den om gezet vo o r de bedrijven, w aarbij het w in ststrev en w o rd t gemist. Het winstprobleem: de probleemstelling
Z o er een w instprobleem is — zo mag de v ra a g luiden — w a t ho u d t dit dan in? D e gew oonte getrouw zal m et de form ulering v a n de p ro bleem stelling m oeten w o rd e n begonnen. H e t w instprobleem d at in de leer van w a ard e en w inst w o rd t geanalyseerd, houdt in de vaststelling van de [actoren w elke bepalend zijn voor d e grootte van d e w inst over een periode; een analyse welke mede inhoudt het onderzoek naar d e rela tie tussen d e w aardebepaling van de nog aanw ezige voorraden produc tiem iddelen en d e grootte van de w inst. V a n de reeks van vraagstukken w elke in deze probleem stelling besloten ligt, zal in dit en h e t d aaro p volgende artik el onze a a n d a c h t in h et bizonder u itg aan n a a r de invloed v an de w a ard erin g v an de v o o rra d e n op de vaststelling v a n de w inst. Z o n d e r ten deze n a a r volledigheid te strev en , hetgeen in een tijdschrift artik e l u ite ra a rd niet mogelijk is, stellen wij ons v o o r een a a n ta l b e schouw ingen te geven om tren t de toepassing v a n de theorie v an de v e rv a n g in g sw a a rd e op h et v ra a g stu k v a n de v aststelling v an de g rootte v an de w inst.
Winstprobleem en balans
H e t boven aan g eg ev en v ra a g stu k w o rd t in de literatu u r v a a k m et de naam v an balan sleer aan g eg ev en . M en is to t deze benam ing gekom en, om dat v oor de opstelling v a n de b alan s de w a ard eb ep alin g nodig is en tevens om dat de balan s het technisch hulpm iddel is v o o r de v aststelling v an de periodew inst. Ik ac h t h et in h et algem een m inder doelm atig een leerstuk aa n te duiden m et het technisch m iddel, w a a rv a n m en zich bij de oplossing v an het v ra a g s tu k bedient. D oor dit te doen loopt m en het gev aar, d at de techniek de plaats g a a t innem en v a n de an a ly se v an het kernprobleem , w a a rv o o r de oplossing m oet w o rd e n gezocht. D e balan s — zo m oge ten o v ervloede w o rd e n gezegd — is m iddel en geen doel. H et g a a t om de factoren die de w in st bepalen, w aarbij in dit artik e l in het bizonder de a a n d a c h t zal kom en te v allen op de invloed, die de w aard eb ep alin g v a n de v o o rra a d heeft op de w inst. W ij w illen onze behandeling een econom ische inhoud geven, los v an de techniek v an de balans.
W a n n e e r in h et b o v en staa n d e o ver balan s is gesproken is bedoeld de balans als onderdeel v a n de jaarrek e n in g , w a a ro n d e r te v e rs ta a n de balan s en verlies- en w instrekening. D e naam „jaa rre k en in g ” h a n g t s a men m et het tijdsinterval, w a arm ed e gew oonlijk deze opstelling w o rd t gem aakt, n.1. eens per jaar. H e t tijd sin terv al is echter irre le v an t, m its het doel, w aarm ed e men de opstelling m aak t hetzelfde blijft, n.1. de vaststelling v an de w in st o ver een b ep aald e periode. H e t tijdsinterval kan ook een half jaar, een k w a rta a l of een m aand zijn. E r is een belang in gelegen om de resultatenberekening op k o rte term ijn te doen; een v ra ag stu k , w aarm ed e ik mij op dit m om ent niet zal bezig houden. In het k ad e r v an ons betoog is h et v a n belang v a s t te stellen, d a t de econo m ische behandeling bij elk tijdsinterval principieel dezelfde blijft.
H oew el h et niet mijn voornem en is de laatste term te p ro p a g ere n zal het duidelijk zijn, d at in h e t b o v en staa n d e de „w in st”balan s is bedoeld. T e n opzichte v a n de verm ogensbalansen laat zich vaststellen, d a t de g rondslagen vo o r de w a ard erin g op deze balansen n iet bep aald zijn zo lang n iet h et doel is aa n g eg ev en met het oog w a aro p de verm ogensop- stelling w o rd t gem aakt. D it vorm t dan ook de v erk larin g , d at deze b a lansen in hun naam nog een n ad e re aanduiding hebben, zoals liquidatie- balans, fusiebalans, e.d. S preekt men over de balans als onderdeel van de jaarrek en in g , d an sta a t de doelstelling v ast, n.1. de bepaling v a n de w inst van de periode, w elke tussen tw ee van dergelijke opstellingen ligt. Transactiewinst en periodewinst
S prekende over w inst dient het onderscheid te w o rd en gem aakt tu s sen tran sa ctiew in st en periodew inst. D e eerste w o rd t gevorm d door het gunstig verschil v an o p b re n g stw aard e en v erv an g in g sw aa rd e, beide gem eten op het m om ent v an de ruil v an het product. Indien het nu zo w as, d at de goederen op het m om ent v an hun v erw erv in g tezelfdertijd w eer geruild w erden, zou de w inst v an een periode gelijk zijn aa n de som van de w insten op de ruiltransacties in die periode. D e situatie ligt — zo wij w eten — anders. In het m erendeel v an de gevallen g a a t de v erw erv in g v an het goed, subs. v a n de productiem iddelen w elke vo o r de voortb ren g in g v an d at goed nodig zijn, aan de ruil vooraf. V e rd e r kom t het voor — zij het in de m inderheid v an de gevallen — d at goe deren reeds geruild w orden voordat het bedrijf door een inkoop op deze goederen heeft beslag gelegd. D oordat het offer van de verw erving (d.i. de uitgaafprijs) en de v erv an g in g sw aa rd e afw ijken, alth an s kunnen a f w ijken, is de p eriodew inst niet meer gelijk aa n de som v an de tran sa ctie- w insten. R ekening v a lt te houden m et v o o r- en nadelige verschillen op v o o rrad en , w a arin de invloed is terug te vinden v an tran sacties, w a a r van de cyclus van inkoop tot verkoop nog niet geheel is afgesloten.
T w e e m ogelijkheden doen zich voor:
a. d a t goederen (resp. productiem iddelen) zijn gekocht, m aar nog niet verkocht,
b. d at reeds verkooptransacties zijn afgesloten voor goederen, w aarvoor het bedrijf zich nog door inkoop m oet dekken.
In beide gevallen is sp rak e v an een v o o rraad . N a g eg aa n zal m oeten w orden w elke invloed v an de w a ard erin g v an deze v o o rrad en u itg aat op de periodew inst van het bedrijf.
Het voorraadbeqrip
w ijzigingen van de vervangingsprijs. H e t prijsrisico v a n de v o o rra a d ligt derhalve in de mogelijkheid v an een prijsdaling op de inkoopm arkt. E en n egatieve v o o rra a d w ijst erop, d at de v erv an g in g is n ag elaten v a n reed s afgesloten verkopen, zo d at het prijsrisico th an s gelegen is in een m oge lijke stijging v a n de prijs op de inkoopm arkt. H e t prijsrisico zal zich op de p eriodew inst aftekenen, w a a rd o o r deze niet gelijk is a a n de som van de ru iltran sacties in deze periode. G ew ezen m oge ten deze w o rd e n op de scheiding, welke Lim perg in zijn theorie van de vervangingsw aarde m aakte tussen de econom ische gevolgen v an ru iltran sa ctie s en v o o rra a d - posities.
S prekende o ver v o o rra d e n d ien t dit begrip in de m eest ruim e zin te w o rd e n opgevat. H ierbij v a lt n iet alleen te denken aa n v o o rra d e n v an vlo tten d e kapitaalg o ed eren , zoals grondstoffen, hulpstoffen, h alfproduc- ten, pro d u cten en fabrikaten. H e t v o o rraad b e g rip , w a a ro p wij h ier het oog hebben, heeft betrekking op alle productiem iddelen, w elke deze ook mogen zijn. O o k bij de duurzam e productiem iddelen kan — zoals bekend — v an een v o o rra a d w o rd en gesproken, n.1. v a n een v o o rra a d v an w e rk eenheden. H e t v o o rraad b e g rip is derh alv e v an toepassing op elk p roduc tiem iddel, w a a ro v e r h et bedrijf beschikt en d at nog niet geruild is, dan w el op het geval, d a t een goed geruild is zonder d at op dit m om ent de econom ische verv an g in g sv erp lich tin g is nagekom en.
H et w instbegrip
Z o wij than s het w instbegrip w illen definiëren g a a t het — gelijk zich la a t begrijpen — om de periodew inst. D e periodew inst kan w o rd e n b e schouw d als een verm ogenstoenem ing, w a a ra a n onm iddellijk m oet w o r den toegevoegd, d a t niet elke verm ogenstoenem ing een w in st is. D e om standigheid d at dit een niet om keerbare w a a rh e id is, hou d t in, d a t in de eerste u itsp raak een beperking is gelegen. W a r e dit niet het geval, dan zou men de u itsp raak m ogen om keren. D e verm ogenstoenem ing is eerst d an w inst, indien ze v oor v erte rin g v a tb a a r is, d.w.z. door h et bedrijf kan w o rd en uitgekeerd. D e m ogelijkheid to t v e rte rin g m oet dan ook als w ezenskenm erk van de w inst w orden beschouw d. H e t accres moet aan het bedrijf kunnen w o rd en onttro k k en , w aarbij het fonds v a n prod u ctie m iddelen, d at de b ro n vorm t v an de w inst, in ta c t blijft. D e beg rip sb ep a ling moet derhalve luiden: w inst van een periode is de verm ogenstoene m ing in die periode w elke voor vertering en uitkering vatbaar is, m et instandhouding van de bron, waaruit de w inst vloeit.
inst-begrip niet b ep alend is; het g a a t er alleen om of econom isch v e rte e rd kan w orden. E r is ook dan sp rak e v an w in st indien de uitkering techr nisch op b ezw aren zou stuiten, bijv. d o o rd a t de ongunstige liquiditeits- positie v an het bedrijf een o nttrekking v an de m iddelen n iet to estaa t.
De om standigheid, d at h et accres v erte erd m oet kunnen w o rd e n heeft geleid to t de uitdrukking: v e rte e rb a a r inkom en. D eze uitdrukking w o rd t veel g ebruikt om het elem ent v an de v e rte e rb a a rh e id nog eens n a d ru k kelijk n a a r voren te brengen. Beziet men de term kritisch, dan w o rd t het duidelijk d a t deze een pleonasm e is. Indien de v e rte e rb a a rh e id h et kenm erk is v a n d e w in st is v e rte e rb a a r inkom en een zelfde uitdrukking als een w itte schimmel. H e t feit, d a t men v a n v e rte e rb a a r inkom en is g aan spreken heeft ongew ild een tegenstelling opgeroepen, d o o rd a t a n d eren ook v an o n v e rte e rb a a r inkom en zijn g aan spreken, hetgeen u iter a a rd een contradictio in term inis (een zw arte schimmel) is.
O m te doen zien hoe adjectieven vo o r h et w instbegrip v e rk e e rd w e r ken wil ik w ijzen op de in de prak tijk veel geh an teerd e onderscheiding tussen g erealiseerde en n iet-gerealiseerde w inst. D eze term en hebben to t veel m isverstand aanleiding gegeven, ook ten aan zien v a n het fiscale v ra ag stu k . Indien men over niet-g erealiseerd e w in st spreekt, w e k t deze uitdrukking de g edachte op, d at er een m om ent kom t w a a ro p de niet- g erealiseerde w in st to t gerealiseerde w in st w o rd t. B edoeld is daarm ede de verm ogenstoenem ing die nog niet door de ruil gerealiseerd is, zoals de w aardestijging v an de nog aanw ezige v o o rrad en . W ij w illen de con clusie voorop stellen: de verm ogenstoenem ing door w aardestijging v an de voorraden is geen w inst en w ordt geen w inst, ook niet als de ruil heeft p laats gevonden. D e verk larin g ligt vo o r de hand. Z o lan g h et goed nog n iet geruild is, w o rd t de verm ogenstoenem ing door h et goed zelf v astgehouden. W o r d t het goed geruild, dan kom t w elisw aar de verm o genstoenem ing in effectieve k o opkracht vrij, m aar deze ligt tezelfdertijd onder de klem van d e vervangingsverplichting. D e verm ogenstoenem ing blijft d aa rd o o r opgesloten in de verm ogenssfeer. U itk erin g v a n h et ac cres zou een intering betekenen v a n de v o o rrad en , die deze toenem ing hebben doen o ntstaan.
H ier blijkt w ederom de schadelijke w erking v an de toevoeging v a n adjectieven a a n het w instbegrip. In de term „g erealiseerde w in s t” heeft het w oord „gerealiseerd” geen betekenis: het is w ederom een pleonasm e. M et de term „niet-gerealiseerd e w in st” w o rd t g esuggereerd, d a t de verm ogenstoenem ing to t w in st w o rd t zo de ruil v a n de v o o rra d e n heeft p laats gevonden, hetg een onjuist is indien ten aanzien v a n de goederen een v erv an g in g sv erp lich tin g b estaat. D e zegswijze w elke men v a a k in de p raktijk kan horen, d a t de n iet-gerealiseerde w in st m oet w o rd en ge re serv ee rd , v e rd ra a g t zich noch m et h et w in st-, noch m et het re serv e- begrip. E r zou dan sp ra k e zijn v an w in st indien geen v e rv a n g in g sv e r plichting b estaa t, gelijk bij speculatie, w a a r het oogm erk is v oordeel te trek k en uit het volgtijdelijk prijsverloop. Bij speculatie kom t h et w a a rd e - accres v an de v o o rra d e n bij de ruil als w in st vrij.
deze aa n de v o o rw a a rd e voldoet d a t zij aa n h et bedrijf als b a te o n ttro k ken kan w orden.
Waardeveranderingen van voorraden
Z o als uit het b o v en staa n d e moge zijn gebleken dient de a a n d a c h t zich te richten op de invloeden v an w a a rd e v e ra n d e rin g e n v an econom ische v o o rrad en . A chtereenvolgens zullen daarbij de gevolgen w o rd e n b eh an deld v an een positieve en v an een neg atiev e econom ische v o o rra a d , zo w el in geval v an een w aardestijging als v an een w a ard ed a lin g . O n d e r scheid zal daarbij m oeten w o rd en g em aakt tussen d eelbare v o o rrad en en ondeelb are v o o rrad en , zoals deze in de duurzam e productiem iddelen zijn belichaam d. A llereerst zal onze a a n d a c h t uitg aan n a a r de deelbare m iddelen, d erhalve n a a r de v o o rra d e n v an grondstoffen, m aterialen, hulpstoffen, h alffab rik aten , gereed p roduct of v o o rra d e n h andelsgoede ren. H e t hier navolgende heeft uitsluitend betrekking op deze deelbare voorraden.
B eginnen wij met een positieve economische voorraad voor het geval, d at de v e rv a n g in g sw a a rd e stijgt. Indien ten opzichte v an de goederen v a n deze v o o rra a d een v erv an g in g sv erp lich tin g b estaa t, w eten wij de uitkom st. D e verm ogenstoenem ing w elke v an deze w aard estijg in g het gevolg is, is geen w inst, om dat deze verm ogenstoenem ing onder de klem ligt v an de vervangin g sv erp lich tin g . H e t accres ligt in de verm o- g enssfeer en niet in de inkom ensfeer. U itk erin g v an dit accres zou b e tekenen een intering v an het verm ogen of — hetgeen b eeldender is — een v erte rin g v an het kapitaal, d.i. v an het fonds v an productiem iddelen. Z o u men de verm ogenstoenem ing v e rte re n dan zou de v erv an g in g n iet m eer g e w aarb o rg d zijn, w a a rd o o r de v o o rra d e n zouden teruglopen.
Illustratief in dit opzicht is de ietw at w ra n g e anecdote, w elke stam t uit de inflatieperiode in de cen trale landen na de eerste w ereldoorlog. In het ja a r 1920, toen de inflatie in D uitsland op h a a r h ev ig st w as, w as er een ijzerhandelaar, die een g ro te partij spijkers bezat. Bij het stijgend prijsniveau deed hij zijn v o o rrad en m et aanzienlijke w in st v an de han d , de w in st echter gem eten aa n de uitgaafprijzen. D e steeds v o o rtg ezette prijsstijging m aakte het echter onm ogelijk om uit de v erk reg e n opb ren g sten de v o o rra d e n ad e q u a a t te v erv an g en , zodat zich de opm erkelijke situ atie voordeed, d at met de fabelachtige toenem ing v a n zijn verm ogen in m arken de v o o rra a d geleidelijk inschrom pelde. T erw ijl de boeken „w in sten ” aan w ezen tek en d e zich in zijn v o o rra a d de m ateriële v e r a r ming af. Z o v erm in d erd e zijn v o o rra a d to t enige kisten, d a a rn a to t enige spijkers, to td at hij tenslotte één spijker overhield . . . . w a araa n hij zich heeft opgehangen!
d it punt nog w el m isverstand voorkom t. O n g e ach t w ie degenen zijn die op het in g eb rach te verm ogen a a n sp ra a k kunnen m aken neem t h e t v e r m ogen toe, zodra de w a a rd e v an de v o o rrad en w a a rin d it verm ogen is belichaam d, stijgt. In de praktijk pleegt men de toegevoegde ƒ 50.000,— w el op een h e rw aard erin g sre serv e te brengen. O fschoon de politiek v alt te prijzen is de naam geving onjuist. H ier toch is geen sp ra k e v a n reserv e in de eigenlijke zin v an het w oord; het verm ogen is m et ƒ 50.000,— to e genom en.
V e ro n d erstellen wij nu, d a t na deze w aardestijging de v e rv an g in g s- prijs daalt. Indien d aa rd o o r de w a a rd e v an de v o o rra a d afneem t to t ƒ 130.000,— ho u d t d a t in d a t ook het verm ogen to t ƒ 130.000,— daalt. H e t aanvankelijk door de w aardestijging o n tstan e verm ogensaccres g a a t w ederom te niet. Bij een v o o rtg ezette prijsdaling zal dit d o o rg a an to t de aanvankelijke ƒ 100.000,— is bereikt. H oe de situatie kom t te liggen indien de prijsdaling zich dan nog v e rd e r v o o rtze t w illen wij zo dadelijk onder ogen zien.
H etgeen m et betrekking to t de stijging v an de v erv a n g in g sw a a rd e is gezegd betro f h et geval, w a arin een v ervangingsverplichting b estaat. Is deze niet aanw ezig, dan is sp rak e v a n een w in st en w el v an een specu- latiew inst. H e t is w ellicht hier de juiste plaats om te spreken over de onderscheiding, w elke w el gem aakt w o rd t tussen een specu latiev o o rraad en een speculatieve v o o rraad . De eerste heeft b etrekking op goederen, die uitsluitend w o rd e n aangehouden met het oogm erk voordeel te tre k ken uit volgtijdelijke prijsverschillen (op dezelfde m a rk t), een v o o rra a d w elke vo o r het overige geen functie heeft in het productieproces. E r zal w el geen tw ijfel aan b estaan, d at een v o o rraad p o sitie w elke door een k o ffiehandelaar in sta n d a a rd k o p e r w o rd t aan g eh o u d en een speculatie v o o rra a d is, om dat dit p roduct geen plaats en geen functie heeft in zijn eigenlijke bedrijfsuitoefening. V a n een speculatieve v o o rra a d zou sp rak e zijn indien de k o ffiehandelaar met het oog op h et v erw ach te prijsver- loop g ro tere vo o rraad p o sities a a n h o u d t dan hij onder a n d e re om stan digheden zou hebben aangehouden. D e sp eculatievoorraden vallen ge m akkelijk te onderkennen. M oeilijker sta a t het m et de speculatieve v o o r rad en , om dat v astg esteld zal m oeten w o rd en w a n n eer en tot w elk b e drag een v o o rra a d als speculatief kan w o rd e n aangem erkt. V o o r beide gevallen is de conclusie ten opzichte v an de w aardestijging dezelfde: in dien geen verv an g in g sv erp lich tin g b e sta a t vo rm t het w a ard e-acc res, d a t bij de ruil vrijkom t een w inst en wel een speculatiew inst.
-tre n t wij ons een oordeel willen vorm en door het begrip verlies aan de o rd e te stellen.
Het begrip verlies
D e problem atiek w a aro p wij boven doelden, ligt in de om standigheid, d a t w inst en verlies geen tegenstellingen zijn, zoals men gem akkelijk zou denken. U iteraard zijn zij dit w el in rekenkundige, echter niet in econom ische zin. Z o a ls reeds eerder gezegd is w in st de toenem ing v an het verm ogen, w elke v oor v erte rin g v a tb a a r is en w elke dus a a n het bedrijf o n ttro k k en kan w orden. In zijn beschouw ingen om tren t dit v ra a g stuk heeft L im perg de vergelijking gem aakt met een vruchtboom , w a a r a a n men de v ru c h te n kan o n ttrekken. M en k an w el de v ru ch ten pluk ken, m aar men m oet n iet de v ru c h tta k k e n afru k k en , om dat m en d a a r m ede afb reu k doet aan de m ogelijkheid v o o r het afw erp e n v an nieuw e vruchten. D e boom m oet d erhalve in stan d gehouden w orden. D e w inst v a n het bedrijf kan m et de v ru c h te n w o rd e n vergeleken. D a t verlies niet het tegengestelde is v a n w in st w o rd t duidelijk indien m en b ed en k t, d at er geen negatieve vruchten zijn. H et verlies is de intering van de stam zelve, d.i. het verm ogen d at w e rd geinvesteerd. E en interin g d a a rv a n v a lt als een verlies te beschouw en. D it leidt to t de conclusie, d a t n a d e lige verschillen tussen v e rv a n g in g sw a a rd e en u itgaafprijs v an v o o rra d e n als verlies moeten w orden aanvaard. D eze conclusie is gebaseerd op de eis, da t het stam verm ogen in stand m oet worden gehouden. In het gege ven voorbeeld is bij deze ziensw ijze sp ra k e v a n een verlies v an ƒ 20.000. D e v ra ag die wij aa n de o rde w illen stellen is of dit a n tw o o rd in alle gevallen zonder beperking kan w o rd e n gegeven. D a a rto e w illen wij nog een m om ent te ru g g a an to t de g rondslagen v an de theorie v a n de v e r v an g in g sw a ard e . Z o a ls ik destijds te a n d e re r p laatse heb aan g eg ev en g a a t het bij de v erv an g in g niet om de substitutie do o r een technisch identiek productiem iddel, m aar om de v erv an g in g do o r een prod u ctie middel, d at voor de doelstelling v an h et bedrijf een gelijke econom ische betekenis heeft. In mijn „L eer v a n de kostprijs” heb ik het zo a a n g e g e ven, d a t men niet het productiem iddel vervangt, m aar de prestaties v an het productiem iddel. D eze conclusie m oet bij h et b o v en staa n d e in aanm erking w o rd en genom en. Indien de daling v an de v e rv a n g in g s w a a rd e de uitdrukking v o rm t v an een v erm in d erd e econom ische b ete kenis v an h et productiem iddel m oet h et verm ogen w o rd e n aa n g ev u ld to t het b ed rag , d a t v o o r een a d e q u ate v erv an g in g w o rd t vereist. D it b e tekent, d a t de verm indering v a n h et v erm ogen m oet w o rd e n aangevuld, hetgeen kan geschieden door h e t verlies op de v o o rra a d uit de bedrijfs w in st te bestrijden. Is d aa ren teg e n v erv an g in g door een productiem iddel m et een gelijke econom ische betekenis tegen de ged aald e v erv an g in g s- prijs mogelijk, dan kan de v erm ogensverm indering w o rd e n aa n v a a rd . H e t eerste geval leidt tot een constatering van een verlies ten laste van de w instrekening, w aarm ed e een klem w o rd t gelegd op de uitkering v an w in st uit an d e ren hoofde. In h et tw eed e geval is alleen sp ra k e v an een m utatie in de verm ogensrekening, w aarbij de grootte van het verm ogen in overeenstem m ing w o rd t g eb rach t m et de gew ijzigde k o o p k rach tv er- houdingen.
of de aanvulling v an het verm ogen noodzakelijk is om een econom isch ad eq u ate v erv an g in g te w aarb o rg en . D it leidt to t de volgende b eg rip s bepaling: verlies is die verm ogensverm indering ten opzichte waarvan een aanvulling noodzakelijk is m et het oog op het nakom en van de ver- vangingsverplichting. Z o als het w instbegrip aan de vervangingsver- plichting is gekoppeld is het ook h et geval met het begrip verlies. In het concrete voorbeeld b etek en t dit, d at w a n n eer een ad e q u ate v erv an g in g v an ƒ 80.000,—■ mogelijk is, er een verm ogensm utatie is, zonder d a t er via het boeken v an een verlies een klem op de w in st uit a n d e ren hoofde verk reg en , behoeft te w o rd en gelegd.
D uidelijk zal het zijn, d at een verlies en een aanpassing v an het v e r m ogen op een an d e re wijze kan w o rd e n opgevangen. T erw ijl v o o r het eerste de resu ltaten rek en in g zal m oeten w o rd e n b elast v o o r zover het verlies n iet uit een reserv e zal kunnen w o rd e n opgevangen, zal de in- tering v a n het verm ogen in m indering v an een verm ogensrekening m oe ten w o rd en gebracht. W a t het laatste b e tre ft kom t m ede in aanm erking de verm ogenstoenem ing, o n tstaan door een v o o ra fg aa n d e w a ard estij ging v an hetzelfde productiem iddel. Z o a ls een w aardetoenem ing het verm ogen doet toenem en, doet de w aard ed a lin g deze aa n w as w ederom te n iet gaan.
Waardering van negatieve voorraden
In aansluiting m et hetgeen boven w erd gezegd is er dan een negatieve (econom ische) v o o rra a d v a n enig goed, indien de ruil reeds heeft plaats gevonden, m aar de vervangingsverplichting nog niet is nagekom en. O m het in term en v an de prak tijk te zeggen: h et bedrijf heeft g oederen verkocht, w a arteg e n o v er het zich op de inkoopm arkt nog n iet heeft gedekt. D e neg atiev e v o o rra a d kom t d a a rd o o r n eer op een v ervangingsverplichting, w elke eveneens een w a ard erin g v ra a g t, om dat deze een prijsrisico m et zich b rengt. O fschoon dit alles v o o r zichzelf zal spreken, moge nog w o r den opgem erkt, d a t het ook in h et geval v a n een n egatieve v o o rra a d mogelijk is, d at op de balansdatum een technische v o o rra a d aanw ezig is. In zulk een geval m oet niet de technische v o o rra a d op de balan s w o r den opgevoerd, m aar de verv an g in g sv erp lich tin g , w elke in de n egatieve econom ische v o o rra a d is gelegen. T erw ijl men in de effectenbranche steeds gew end is gew eest de hausse of de baisse-positie v a n de fondsen (hetgeen met een positieve dan w el met een n egatieve econom ische v o o r ra a d overeenkom t) op de balan s op te nem en is het opm erkelijk, d a t het zoveel langer geduurd heeft d at deze zelfde handelw ijze ten opzichte van de jaarrekening van industriële en handelsbedrijven w erd toegepast.
r-heid, dan heeft de pro d u cen t de gevolgen v a n zijn handelw ijze als een verlies te aa n v a a rd e n .
N iet steeds echter b ehoeft h et b estaa n v an een v erv an g in g sv erp lich - ting op een doelbew uste speculatieve handeling te wijzen. D rie gevallen zijn te onderscheiden, die tot een vervangingsverplichting kunnen leiden. D eze zijn:
a. D e doelbew uste speculatie, hetzij bij wijze v an het aa n houden v an een (negatieve) speculatievoorraad, d an wel van een speculatieve voor raad. In beide gevallen w ordt doelbew ust geanticipeerd op de daling van de vervangingsprijs.
b. een gelijke situatie o n tstaat, indien door w elke o o rzaak ook er v e r storing is ten aanzien v a n de mogelijkheid v an v erv an g in g . Z o d a n ig e situaties hebben wij in de jaren in en na de tw eede w ereldoorlog kunnen aantreffen. De producent, die het goed ruilt, zonder de gelegenheid te hebben zich in te dekken, m oge niet doelbew ust op het prijsver- loop speculeren, hij a a n v a a rd t door zijn beslissing precies dezelfde consequenties als de speculant,
c. de hierboven genoem de gevallen kom en neer op een uitstel v an de vervan g in g . E en soortgelijke situatie tre ft men a a n — zonder dat sp rak e is v an enige speculatie — bij de duurzam e productiem iddelen. H e t kenm erk v an deze m iddelen is, d a t zij een o n d eelbare v o o rra a d vorm en, ond eelb aar in die zin, d a t de v erb ru ik te w erk een h ed en niet geleidelijk kunnen w o rd en v erv an g en , m aar alleen de v o o rra a d in h a a r geheel. D e o n d eelbaarheid leidt to t een discontinue verv an g in g , hetgeen ten opzichte v an de v erb ru ik te w erk een h ed en een u itgestel de vervanging betekent. D aarm ede is niet bedoeld te zeggen, d at de v erb ru ik te w erk een h ed en een neg atiev e econom ische v o o rra a d v o r men, m aar w el, d at de econom ische consequenties v an de uitgestelde v erv an g in g dezelfde zijn.