• No results found

2 Sport en verkeer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "2 Sport en verkeer "

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2 Sport en verkeer

Bewegingen | havo

Benodigdheden

Voor dit experiment heb je nodig:

• traject van 10 m

• scooter, racefiets, hardloper

• filmcamera Figuur 1

Figuur 2

Aan de startlijn voor een wedstrijdje ultrasprint staan een en een hardloper. De ultrasprint gaat over een afstand va wedstrijd winnen, wie is het langzaamst?

Wie versnelt het beste en hoe groot is die versnelling eige

!

Leg uit wat volgens jou het antwoord op de onderzoeksvr

""#

Een traject van 10 m en een filmcamera om de beweging

$# #

a Maak zowel van de scooter, de racefiets als de hardl sprint. Film steeds vanuit dezelfde positie en zorg da beeld hebt.

b Noteer bij elke beweging de tijd over 10 m.

% #

c Wie heeft de snelste tijd?

d Bereken van elke beweging de gemiddelde snelheid e Maak van elk filmpje een v,t-diagram. Gebruik daarbi ongeveer het dubbele is van de gemiddelde snelheid f Hoe kun je aan deze grafieken zien wie van de drie d

& '"( #

Wat is volgens jou het antwoord op de vraag ‘Wie versnel groot is die versnelling eigenlijk?’. Geef een toelichting.

n scooter, een racefiets an 10 m. Wie gaat deze

genlijk?

vraag zal zijn.

g vast te leggen.

dloper een filmpje van de at je het hele traject in

d (in m/s).

bij dat de eindsnelheid id.

de beste versneller is?

elt het beste en hoe

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

m Wat is volgens jou het antwoord op de vraag: ‘Wat is het verband tussen de massa van het projectiel en de (gemiddelde) versnelling tijdens het afschieten?’. n Wat is volgens

e Wanneer is de nettokracht (de totale samengestelde kracht) het grootst: als je wegfietst bij het stoplicht of als je met een constante snelheid rijdt?. f In welke richting werkt

m Probeer nu zo goed mogelijk een antwoord te geven op de vraag: ‘Hoe

Maak een grote en een kleine kegel waarbij de massa evenredig is met het frontale oppervlak. j Laat beide kegels vallen van een flinke hoogte en meet

Dat weegt daardoor zwaarder mee waardoor de gemiddelde snelheid iets lager uitkomt dan het gemiddelde van 18 en 24

a Niet waar: De gemiddelde snelheid is altijd gelijk aan de afstand gedeeld door de tijd. Een hardloper zal dit niet zo lang vol kunnen houden, een

d Niet waar: Is de nettokracht klein, dan wordt de snelheid langzaam steeds groter e Niet waar: Er hoeft geen grote kracht op je te werken om met grote snelheid te

h De som van de zwaarte-energie en de kinetische energie (ook wel de mechanische energie genoemd) is constant als er, behalve de zwaartekracht, geen andere kracht is die arbeid op